zondag 31 december 2006

Mijn Top 10 uit de Top 2000

Cyndi Lauper ~ True Colors
Verzoeknummer voor mijn eigen uitvaart.

Ella Fitzgerald & Louis Armstrong ~ Summertime
Geboortekaartje van onze oudste is gesierd met het tweede couplet.

Queen ~ Bohemian rhapsody
Queen is mijn ‘kluppie’. Heb alles, ken alles. Dit blijft nummer één.

Abba ~ Thank you for the music
Kunnen zingen, ik ben er net zo dankbaar voor als A.

Babys ~ Everytime I think of you
Ooit bijna op vreemd durven gaan (héél lang geleden).

Joe Jackson ~ Be my number two
Zo muzikaal als Jackson zijn er weinig.

Meat Loaf ~ Bat out of hell
Als ik dan uit mijn dak ga doe ik het goed en hard.

Police ~ Message in a bottle
Precies de pubermelancholie die ik toen zo goed kon gebruiken.

Acda & De Munnik ~ Als het vuur gedoofd is
Als tekstschrijvers een klasse apart, deze twee.

Hans de Booij ~ Annabel
Komt vaak zomaar in me op en het zingt zo lekker met mezelf mee.

zaterdag 30 december 2006

East is east and west is west. Sure?


Waarom ook de Gamma zo'n winkel is waar je altijd met meer naar buiten komt dan je van plan bent, is me eigenlijk een raadsel, evenzeer als een feit. Dus toen wij vanmiddag bedachten dat we geen uur zonder schilderij-ophangrail voor de zolder konden, had het me niet moeten verbazen dat wij even later in gangpad 24 een lamp uitzochten. Het werd er eentje van het merk Massive, type Compass. Altijd willen weten dat we geografen zijn.
En nog handig ook, zo'n plafondmodel. Dat heeft die Belgische firma goed bekeken. Hoeven we alleen maar het huis ondersteboven te houden om te zien waar de zon opgaat.

Consumptiemaatschappij

Sorry, mamma, de puzzel gaat nu toch de afvalbak in.
(Of om, geheel in de onvermijdelijke ban van de top 2000,
met Bonnie Tyler te spreken: Every now and then I fall apart.)

vrijdag 29 december 2006

De tirannie verdrijven

Een Nederlandse militair krijgt twee maanden cel omdat hij geweigerd had naar Uruzgan af te reizen. Pech gehad, oordeelde de rechter, had je maar een ander vak moeten leren. En dat de man ADHD heeft is geen beletsel. Niet zo heel slim van de betreffende man om er pas na jaren achter te komen dat hij als legerdienaar in een oorlogsgebied terecht kon komen en dat hij daar niet zo voor voelde. Wat had hij dan gedacht te doen? Zandzakken vullen voor overstromingen? Vierdaagses lopen? Of - zoals mijn buurjongen - vooral heel veel vrij zijn en de hele maand december de straat terroriseren met vuurwerk?

Los van dit alles, ik wil de man prijzen. Het is goed je af te vragen waar je slim aan doet in het leven. En naar Uruzgan gaan is verre van slim. Goed gezien, Warffummer. En net als Prins Bernhard en de zaak van de Albert Heijn-medewerker wil ik hem een aanbod doen. Ik wil wel voor je gaan zitten. Ik heb nog vier titels van José Saramago op de plank staan, wil nu eindelijk verder komen dan pagina 14 van Ulysses en mijn eigen roman kan ook wat tijd gebruiken.
Mag jij je ondertussen nuttig maken in mijn buurt. Een ADHD'er vloert toch zeker twintig vuurwerkjongetjes per uur?

Agenda 2007


Minder:
eronderdoor
erbovenop
ertussen

Evenzeer:
genieten
lachen
samen

Meer:
biologisch
schrijven
lezen

donderdag 28 december 2006

Geniet het goede ten dage des voorspoeds

Klaas de Vries was te gast bij Met het oog op morgen. Het was een paar dagen voor de tweedekamerverkiezingen. Klaas wist al - en wij met hem - dat hij niet meer verkiesbaar was. Maar nog meningen genoeg en dus een prettige gast. Ik stond in de file op de A1 op een woensdag na mijn onvolprezen cursus. Een geluksmoment. In mijn, toen nog gehuurde, bolide, in het donker, flesje water, herinnering aan fijne avond, vol ideeën om te schrijven. En vrouw van de wereld, vanzelf, zo op weg naar huis, waar ik, als altijd, warm verwacht werd. Klaas had zijn eigen muziek mee mogen brengen. Onaangekondigd klonk een nummer dat me zo heerlijk in de oren klonk dat ik al na een halve minuut mezelf commandeerde: Naar de aftiteling luisteren! Onthouden!! Toen Klaas mocht vertellen wie er zong, begreep ik waarom ik voor het eerst van mijn leven aangetrokken was door een jazz-nummer (Nee, da's gelogen. Ik houd ook van Porgie & Bess. De tweede keer, dan.) Wie zong er namelijk? De door mij al zo lang gewaardeerde Dame (spreek uit: deem) Kiri te Kanawa.
Ik ging op zoek en vond de CD waarop dit en nog veertien andere jazzklassiekers staan. Klassiekers, dat zegt manlief. Ik wist natuurlijk niet dat het klassiekers waren. En hoe klinkt het thuis, met het licht aan, met de agenda vol? Ach. Anders.

Papier de question

Toen ik gisteren een stukje mee mocht in de comfortabele IC 146, die in de vroege ochtend uit Hannover was vertrokken, viel mijn oog op een achtergebleven reserveringskaartje in de daarvoor bestemde hardplastic houdertjes die aan elk raam kleven. Verder waren alle houdertjes in het rijtuig leeg. Ik filosofeerde wat over overbodigheid van dergelijke zaken in het digitale tijdperk en dat het je baan toch maar zal zijn: die kaartjes inschuiven en verwijderen. Toen stond ik op om het kaartje van wat dichterbij te bekijken.
Op dinsdag 11 mei 2004 reisde iemand van Lyon Part Dieu naar Strasbourg. Een reis van ruim 4,5 uur in de snelste trein; een reservering zeker waard. Zat dit kaartje er al tweeëneenhalf jaar en ben ik echt de eerste die het eruit haalt? Ik krijg net als Brigitte Kaandorp bij Sonja van Veen geen antwoord op mijn vragen. Wie? Waarom? Waarom dit kaartje nog hier?
Geef gerust betekenis aan de nieuwe functie van het stukje papier van 10x3 centimeter; het dient als bladwijzer in de nieuwste roman van Clare Dudman, 98 reasons for being.

Ik ga op reis en neem mijn moeder mee

Zoals wel vaker tijdens schoolvakanties nodig ik de jongens uit voor een dagje samen uit. Een dagje per kind wel te verstaan. Weinig zo leuk als eens een hele dag de aandacht mogen geven aan en krijgen van dat ene kind. Het programma wordt niet door mij bepaald. Ik suggereer hooguit of wijs op randvoorwaardelijke onmogelijkheden.
Gisteren werd het Leiden. De grote trekker zijn dit jaar voor P. de Romeinen en dus togen we eerst naar het Rijksmuseum voor Oudheden. P. is niet voor de poes. Oude spullen zijn vooral leuk als ze écht uit Rome komen, en dus niet uit Tunesië of uit vindplaats onbekend. En bij voorkeur moet goed zichtbaar zijn (gemaakt) hoe het voorwerp er ook in het echt uitgezien heeft. De macquette, hoewel een huis in Pompeji voorstellend, kreeg de meeste aandacht. Het tijdreizen zou voor P. morgen mogen beginnen.
Toen naar het Lido waar Happy Feet speelde. In twee zalen. We kozen voor de nederlands ondertitelde. Op hetzelfde tijdstip draaide ook nog Kruistocht in Spijkerbroek. Lekker, hoor, zo'n grote stad.
Daarna nog even een pannenkoek in 't Oudt Leyden. De bon is in de haast de trein te halen helaas niet meegenomen, maar de spek en de banaan appel waren overheerlijk.

Op de terugreis werden voor de derde maal die dag onze kaartjes gecontroleerd. De conducteur, hoewel vermoedelijk hardhorend en zichtbaar verstrooid, had er zin in, getuige de conversatie met P. (bijna elf jaar en een zachte prater):
C: Zal ik jou een een héél mooi knipje geven?
P: Nee, bedankt.
C: Ik heb niet zomaar een knipje. Ik heb het allermooiste knipje van de wereld. Kijk eens! Zie je wat dit is?
P: Een pootafdruk?
C: Zie je wat dit is? Zie je van welk beest dit is?
P: Hond?
C: Ik help je niet, maar het loopt wel eens door de tuin en het zegt waf waf. Zeg maar kat!
P: ...

zondag 24 december 2006

Ik geef zelf ook wel eens een paard

Toen ik getipt werd voor de ideale boekenstoel kwam ik op een site waar ook deze Boedha-puddingvormpjes te koop werden aangeboden. Ik dacht onmiddellijk aan vriendin C. die prachtige zelfgemaakte Heren en Vrouwen heeft, maar zeker ook in Boedha iets ziet. Dat meen ik uit te mogen maken aan de grote hoeveelheid mannetjes die haar huis sieren. Maar puddingvormpjes, die had ze vast nog niet! Gespeur op het internet maakte duidelijk dat ik niet met een paar muisklikken in het bezit kon komen van deze stukjes plastic. En de enige plek waar ze in Nederland te vinden zouden zijn was een zaak in Eindhoven. Ik dacht een oud-collega wel zo gek te krijgen een bezoek aan zijn ouders te combineren met de aanschaf van de dikke heertjes. Helaas kwam hij niet meer in de lichtstad dit jaar. Maar aardig als hij is, verleidde hij zijn moeder, en via haar heeft C. haar verjaarscadeau mogen ontvangen.

[Ik kon de verleiding niet weerstaan en heb de vormpjes uitgeprobeerd. Of het aan het zelfgemaakte recept lag of aan de vormpjes zelf is nog niet duidelijk. Feit is wel dat mijn Sint-surprise compleet mislukte omdat de gelei-klompen geen enkele gelijkenis met welke Boedha dan ook hadden. Laten we hopen dat C. betere recepten en meer geduld heeft.]

zaterdag 23 december 2006

If I could save time in a bottle

Ontwaak in een stil huis. Weet jongste achter zijn vriend de computer en oudste in zijn geliefde zaaldoel, met vader als toeschouwer. Onthaal iedereen, brunch samen en maak lijstjes. Rijd naar de markt in het nieuwe speeltje dat nu al de bijnaam grote groene heeft. Vertoef een wijle bij de straatzanger. Neem lachend afscheid van de bloemenman die vrolijk pasen wenst. Koop vis op maat. Scharrel bekende en onbekende groenten op en teveel fruit. Schil twee kilo peren en zet te kook in suiker, wijn en kaneel. Stoei met drie messen en een kwart enorme pompoen. Stop Charpentier en Händel in de CD-speler. Trakteer de ogen op de kleuren van bloemen, fruit en groente. Proef meermalen in voorbijgaan de lippen van de allerliefste. Ruik de peren en lach om jongste met de neus dicht. Zijg neer op de bank. Lees tot je thuis komt.

vrijdag 22 december 2006

Boekeleed




Met zo'n titel
moet je niet
gek staan te kijken
als je tijdens het badderen
in het water glijdt.

donderdag 21 december 2006

Ik probeer mijn pen als Roald Dahl

Hij wist niet wat ervoor gezorgd had dat hij opgeschrikt was uit zijn hazenslaapje, de nu felle, stekende pijnen in zijn voet en schouder of het feit dat er een man over hem heen stond gebogen. “De bedrieger bedrogen, hè?” gromde een sjofel geklede vijftiger met een mondgeur als was hij het voorportaal van de hel. Bas realiseerde zich, in zijn opluchting dat hij gevonden was, onmiddellijk dat hij voor een stroper werd aangezien. Met zijn rechterbeen in de ene en zijn linkerschouder in de andere vossenklem lag hij er hier op zijn rug verdraaid verdacht bij. “Ik zocht mijn kat … ” begon hij uit te leggen. Hij verschoof zo ver als mogelijk om niet langer een puntige tak onder zijn billen te voelen. Zijn trui die omhoog kroop bij zijn rug kon hij niet naar beneden trekken zonder zich nog meer pijn te doen. De man, met zijn rechterhand in zijn broekzak, deed twee stappen achteruit en lachte kakelend. Hij miste de helft van zijn gebit. Bas was nu weer helemaal wakker. Hoe lang zou hij hier nu al liggen? Een dreinerig regentje had hem, zelfs half onder deze oude beuk liggend, doorweekt. “Ik was al bang dat er niemand langs zou komen, zo ver van het pad”. Hij probeerde de chagrijnige kop van de man vriendelijk aan te kijken. “En nu verwacht jij dat Geert je wel zal bevrijden? Malle Geertje maakt stropertje los?” teemde de man. “Nou, Geert, dat zou me een lief ding zijn” antwoordde Bas zo zakelijk mogelijk. “Ook al ben ik geen stroper. Er liggen een stukje terug wat flinke takken langs de greppel. Als je met zo’n tak de klemmen wilt spreiden, dan ben ik zo weer los en hebben wij onze handen nog”. Bas begon rustiger te ademen bij het idee dat hulp nu zo dichtbij was. “Jij gaat helemaal nergens heen” klonk het hijgend en stoterig. Geert wendde zich van hem af en leek weg te willen lopen. “Geert! Mijnheer? Wat …?” Bas begon benauwd te worden. Aan de schaduwen te zien was het grootste deel van de middag voorbij. Dat iemand hem had gevonden voor het donker werd was een wonder. Hij had zich voorbereid op een treffen met de stroper die ongetwijfeld in de nacht naar zijn klemmen zou komen kijken. Plotseling draaide de man zich om en begon Bas te bevoelen. “Jammer, mooie mijnheer, Geertje laat je liggen. Amateur”. De man sprak in felle korte klanken. Onhandig sjorrend met zijn linkerhand ontdeed hij Bas van portemonnee en mobieltje. “Je hebt hier geen bereik” overwoog Bas te grappen, maar hij bedacht zich. “Mag je allebei hebben” zei hij, in de hoop gul te klinken. “Een flinke beloning lijkt mij hier wel op z’n plaats”. De man had geen aandacht meer voor hem. Hij duwde de spullen in een uitgelubberde zak van zijn morsige colbertjasje, draaide zich om en slofte weg. Vlak voor hij uit het zicht verdween haalde hij zijn arm uit zijn broekzak. Een arm zonder hand.

woensdag 20 december 2006

πάντα ρει και ουδέν μένει

Denkend dat we als afdeling nog één keertje gezellig door de stad zouden kuieren en 'onder het genot van' afscheid zouden nemen van drie tijdelijke collega's die de reorganisatie vooralsnog niet overleven, werd ik zelf toegesproken. En hoe. Over elf dagen ben ik niet langer het hoofd van deze heerlijke afdeling. RJ had passende teksten gezocht. Ons beider voorliefde voor de tale Kanaäns werd niet onvermeld gelaten. Het citaat, uit het 30ste hoofdstuk van het boek Spreuken, werd geleverd in de Willibrordvertaling. Ik ben zo trots op 'mijn' mensen. En vandaag mag ik het ook een beetje op mezelf zijn.
(Maar waarom heb ik daar een zakdoek bij nodig?)

Ode aan een sterke vrouw

Een sterke vrouw, wie zal haar vinden? Haar waarde gaat die van koralen ver te boven! Het hart van haar man vertrouwt op haar en het zal hem aan winst niet ontbreken. Zij brengt hem geluk, geen ongeluk, alle dagen van haar leven. Zij zoekt zorgvuldig wol en linnen uit en werkt ermee tot genoegen van haar handen. Zij is als het schip van een koopman en haalt haar voedsel van ver. Zij staat op terwijl het nog nacht is, deelt proviand uit aan haar familie en geeft haar dienstmaagden het deel dat hun toekomt. Zij bekijkt een akker en koopt die; met de vrucht uit haar handen plant zij een wijngaard. Zij omgordt haar lendenen met kracht en maakt haar armen sterk. Zij merkt dat haar ondernemingen slagen: ’s nachts gaat haar lamp niet uit.

(kunstwerk: Gerri Grijsen)

dinsdag 19 december 2006

Incasseren in Castellum

Ik heb altijd willen geloven dat ik verwekt ben in Rotterdam, in de opkamer, op de boerderij van mijn grootouders. Op steenworp afstand van de Van Brienenoordbrug, in aanbouw toen. Mijn wieg stond een stuk minder romantisch 35 kilometer verderop, in een provincieplaatsje in het Groene Hart, dat toen overigens nog niet zo heette, maar nog wel heel groen was. Mijn vader had er, uitzonderlijk voor een vrijgezel, een eigen tweekamerwoning gekregen. Eenmaal getrouwd en met een kind op komst bleek het een uitkomst dat een buurvrouw wel wilde ruilen en zijn mijn ouders iets groter komen te zitten. Nog voor mijn tweede verjaardag zijn we verhuisd naar een nog groener stukje van 't hart.

Veertig jaar later besluit ik de plek waar mijn zusje en ik zijn geboren nog eenmaal van dichtbij te gaan bekijken. De jaren zestigflat wordt groots onderhouden op het moment.Veel flats staan te koop en een plaatselijke firma pakt de betonrot aan. Voor €1.20 mag ik een uur parkeren voor mijn geboortehuis waar nu L. van Capel en V. Tetteroo wonen. De kozijnen zijn inmiddels van kunststof en de ramen te hoog om naar binnen te kijken. Ik snuif, graaf, laat binnen waaien en pieker suf: maar nee, er komt geen enkele herinnering boven.
Ik probeer mijn moeder voor te stellen met een net lopend kind en een baby in de kinderwagen, worstelend met de voordeur. En mijn vader, die aan komt fietsen van zijn werk, met een bos bloemen of twee palingen bij zich. Ze verschijnen slechts met grote moeite voor mijn geestesoog op deze plek die bij mijzelf niet is ingesleten. Ik loop een rondje om het blok, zoekend naar mijn eigen voetstapjes. Het is een zaterdagochtend met de drukte die erbij hoort: boodschappen worden uit achterbakken gehesen, meisjes fietsen in hockeykleren voorbij. Niemand herkent me.

Het gegeven paard

Mijn ogen bedrogen me, maar mijn neus vertelde als eerste wat het was. Het kubusvormige doosje had nog niets verraden. Beplakt met crème, geschept papier en een chocoladekleurig, tot op de kleinste nerf zichtbaar, boomblaadje. Ik kon de verleiding niet weerstaan het niet heel zware doosje licht te schudden en hoorde een vriendelijk zacht gerinkel, zoals de uiteinden van sliertjes aan een indiase jurk klinken. In het doosje zat iets dat eruit zag als een kerstbal. Bruin, deels beplakt met een zilverkleurige sticker in de vorm van het servetje dat je tussen kop en schotel vindt in het café. Bovenop, in het midden van de zilveren versiering drie belletjes die ik inderdaad herkende als jurkknoopjes. Met eerbied, want onder de ogen van de gulle gever, tilde ik de bol met een doorsnede van zo'n zeven centimeter, uit het doosje. Ik lichtte de bovenste helft van wat ik nu voelde dat een houten bal was, op. Toen rook ik het. Een mierzoete lucht. Ik keek neer op een bloem met een geelgroen hart en zuurstokroze blaadjes. Moest dit neergelaten in water en zou het dan opzwellen tot iets vermakelijks kunstzinnigs? Was het de bedoeling dat ik in het hartje zou drukken opdat muziek zou klinken? Maar iets weerhield me om de blaadjes te bevoelen. Daar zag het geheel er te kwetsbaar voor uit.

Thuis bekeken de kinderen het kleinood- als vanzelf met de handen op de rug - met gepaste bewondering. Ik stond er nog mee in mijn handen toen manlief er één blik op wierp en nog voor hij het precies gezien had of het verhaal erachter gehoord, de flap van de vuilnisbak al schuin hield.

Als dank voor het uitlenen van een vooraf onmisbaar geacht kampeergadget kreeg ik van collega J. dit Thais souvenir. Het is inderdaad zeep, met de hand gesneden. Vastgeplakt aan de bodem van de bal is het vast de bedoeling dat het slechts voor de sier is. Ik heb helaas niet zo'n huis met een kraakwitte en dito heldere badkamer waar dit net het perfecte ornament zou zijn. Toch zal het daar terecht komen, en zullen de hotelzeepjes die er normaal zijn uitgestald staan, tijdelijk worden verbannen. Ik vermoed naar de vuilnisbak.

maandag 18 december 2006

Nooit te oud om te leren

Joop Koopman en Astrid Joosten zijn al mijn hele leven gast in mijn huis. Als kind, diep onder de indruk van de parate kennis van mijn ouders, keek ik al naar 2voor12. Tevergeefs heb ik geprobeerd hen samen kandidaat te laten zijn. Zo brutaal om hen achter hun rug om te geven ben ik niet geweest. Jammer dat ik ook brutaal pas later in het leven ben durven zijn.
In 1993 heb ik uiteindelijk samen met mijn moeder de voorrondes doorlopen en werden we uitgekozen om 'voor het echie' mee te doen. Helaas kwam mijn moeders ziekte ertussen. De uitzending van de opname die we op het laatste moment hebben moeten afzeggen vond plaats in de week van haar overlijden.
2voor12 kijken is voor mij dan ook meer dan alleen maar een leuke quiz meedoen. Ik stel me altijd voor dat mijn ouders nóg meer vragen weten dan ik. En zéker dat mijn moeder met een minimum aan letters het woord al zou hebben geraden. Soms spelen het ene of het andere zusje en ik 'moeder en dochtertje': we sms'en zo snel mogelijk antwoorden of bellen elkaar zodra we het woord zien.
Afgelopen vrijdag was een leuke uitzending met twee hele goede kandidatenparen, maar de vragen vonden wij thuisbankzitters te makkelijk. Zeker omdat er hints worden gegeven die de twee minuten durende inleiding op de vraag overbodig maken.
Zo werd er gevraagd naar een kinderspeelgoed, gehuld in een ei, dat stuiterde en allerlei leuke vormen aan kon nemen. Dat schoot me gelijk te binnen: silliepoetie! Toen meldde Astrid er nog bij: de naam betekent in het engels 'rare stopverf'. Wij keken elkaar met open mond aan. Silly putty, natuurlijk! Ook wij zijn nooit te oud om te leren.

(Op zoek naar een leuk silliepoetieplaatje kwam ik er ook achter dat ik met tegen de spiegel gooien en barbapappa's kneden weinig creatief ben geweest. Kunstenaar: Vik Muniz.)

zondag 17 december 2006

Burgen ob Zzzoem


Op fietsvakantie, ooit, troffen we aan het jeugdherberg-ontbijt een meisje uit Australië. Of Nieuw-Zeeland. Eén van die twee. Ze zal even twintig geweest zijn, hooguit, en had voor haar verjaardag een rondreis Europa gekregen. Ik geloof dat ze 15 landen in drie weken wilde zien. De gebruikelijke waanzin.Wat bijzonder aan haar was, afgezien dat ze het in haar eentje deed, was, dat ze niet naar de gebruikelijke plaatsen ging. Parijs, Amsterdam en Londen, daar kom ik nog wel eens, vertelde ze ons. Ze liet zich nu leiden door aantrekkelijke plaatsnamen. In Nederland ging ze naar - en ze kon haar lachen bijna niet inhouden - Burgen ob Zzoem!
Dit schoot me weer te binnen toen ik vrijdagmiddag met collega H. naar een auto ging kijken. De auto voor mij - inderdaad. Een volslagen nieuwe wereld, zo'n garage. Druk, een heerlijke georganiseerde chaos met aardige mensen. Ik stelde quasi-intelligente vragen als 'waar is-ie zo al voor gebruikt?'. Gelukkig kwam collega H. snel opdagen en konden in streektaal de onderhandelingen gevoerd worden. Stukje rijden, enthousiast worden, bakje koffie en zaken doen. Ik vat het uurtje maar even samen. Het is mijn ding totaal niet, onderhandelen over eigen geld. Wat mij betreft halen ze ook een tweedehandsauto gewoon langs de scanner en pin ik het bedrag dat op het raampje verschijnt. Maar H. en de garagehouder hadden er lol in. En ikke wel blij met de auto en voor deze prijs,vanzelf. Toen alles beklonken was durfde ik nog een duit in het zakje te doen.
Of die garagenaam op de kentekenplaat misschien vervangen kon worden? Want om nou rond te rijden met zo'n Brabantse plaatsnaam ...?
En gelukkig, niet alleen vier nieuwe banden, een APK-keuring en een bezoekje van de deukendokter werd mij beloofd. Bergen op Zoom zal vervangen worden door Heino.
Dat ik hier nog eens een punt van zou maken. Skiet mie maa' lek.

dinsdag 12 december 2006

Schatkisten

De aanblik van mensen op straat met muziekinstrument bij zich stemt mij immer vrolijk. Ingepakte muziekinstrumenten, wel te verstaan. Of dit nu een jonge vrouw is, in driekwartjas met een fagotkoffer, een vrouw van middelbare leeftijd op de fiets met een cello op de rug, of een man, hollend naar de tram, zwaaiend met vioolkist. Ze zijn op weg naar, of komen van, een plek waar hun kist open gaat en de schat onthult. Het instrument zelf, maar ook al het overige dat ze torsen.

Open uw kist en ik vertel u wat voor mens u bent. Na in tientallen ruimtes blikken te hebben geworpen in honderden kisten durf ik deze stelling aan. In een mooie ruimte van een echte concertzaal (waar overigens het koor een aparte kamer heeft), of op en onder vergadertafels in carrévorm, in de zijbeuk van een altijd tochtende kerk: de instrumenten kunnen niet tevoorschijn worden gehaald zonder meekijkers, gewenst of ongewenst.

De inhoud van een kist laat zich in drie categorieën delen: het instrument, de parafernalia en de souveniers.

Allereerst het instrument. Dat kan oud, gedeukt, waardevol, alledrie of geen van drieën zijn: in handen van de eigenaar is het altijd mooi. Dat maakt de kist niet meer of minder bijzonder.

De parafernalia kleuren de kist wel. De strijker neemt reservesnaren mee, en hars voor de strijkstok; de kist herbergt waarschijnlijk ook nog een kam. De koperblazer heeft minstens twee monstukken en vaak ook een sourdine bij zich; en natuurlijk een ragger voor het betere schoonmaakwerk. De rietblazers grossieren in rietjes; vooral de dubbelrietblazers koesteren deze kostbare - vaak zelfgemaakte - stukjes hout in diverse kistjes ín de kist. Eén van de leukste attributen vind ik het pakje vloeitjes van de hoboist.
Al die zaken voor dagelijks onderhoud van het instrument bevinden zich tussen het fluweel waarmee de doorsneekist gevoerd is. In de deksel, achter riempjes of in doosjes, open te maken nadat het instrument verwijderd is, of in etuis die naadloos in een daarvoor bedoelde holtes steken. De ene muzikant doet het met wat standaard wordt meegeleverd, de ander zweert bij huismerken, eigen fabrikaat of geeft een persoonlijke noot aan het geheel door bijvoorbeeld juist trombonevet bij de trompet te gebruiken of waar iedereen zweert bij samson-, juist de rizlavloei bij zich te steken.

Dat brengt me bij de derde categorie: de souveniers. Dit is een hobby waar vooral violisten zich mee bezig laten te houden. Niet zelden is het instrument extra omhuld door een eigen sjaaltje. Het zou functioneel kunnen zijn, temperatuur wordt nog beter bewaard, maar het doet vermoeden dat de eigenaar wil opvallen door een lap stof die de persoonlijkheid weergeeft. Een soort nonchalante grote zorg moet uitgestraald worden: het hoogst scoort een schoon, mooi, maar overduidelijk zeer oud lapje.
Dan zijn er de ansichtkaarten en de foto's. De ware exhibitionist gebruikt de deksel onmiddellijk als fotolijstje zodra het instrument is verwijderd. De jongste geliefde, het opgedoekte maar succesvolle kwartet of de gehele familie worden tentoongesteld. Ook een concertprogramma op flyerformaat wil nog wel eens de binnenkant van de deksel sieren.

Een beetje kist heeft plek voor meer en daarom kunnen er ook nog zaken worden aangetroffen als: bladmuziek, de spits of metro, een paperback (vooral bij koperblazers of anderen die delen van muziekstukken of concerten geen partij hebben, maar wel op het podium moeten zitten), of een stemvork.
Een kist kent zijn grenzen, letterlijk en figuurlijk. Zo heb ik nimmer aardse zaken als de boterham, de banaan of de autosleutels aangetroffen. Een kist kan onderweg dan ook altijd dichtblijven. Wat weer maakt dat wij nooit zeker zullen weten wat zich verborgen houdt.

maandag 11 december 2006

Samenzang

De trouwe lezer weet dat ik een zanger ben. Althans, ik zing graag. Als ik niet minstens een boek lees per week en niet naar mijn koortje ga, springt er een lampje op oranje. Oppassen nu! Leg ik de prioriteiten wel goed? Neem ik genoeg tijd voor mezelf?

Zingen doe ik in koorverband sinds mijn vierde jaar. Op het kerkkoortje in Ter Aar was mijn vuurdoop. Ik zal het eerste nummer nooit vergeten: Alles is eitel, Du aber bleibst, und wem Du ins Buch des Lebens schreibst. Zoiets. Het zit toonvast maar tekstueel fonetisch in mijn hoofd.

Daarna volgde nog vele koren. Vooral erg goede herinneringen heb ik aan het VU-koor en het USKO. Maar ook mijn huidige toonkunstkoor, Euterpe, is een warm bad. Wat maakt een koor bijzonder? Veel. Vandaag sta ik even stil bij wat zingen voor mij nog mooier maakt dan het al is: zingen naast een goede maat.

Elk koorlid zal het herkennen: het is heerlijk naast een goede zanger te staan. Als dat ook nog 'ns iemand is waarmee je kunt lachen, die jouw zangkunst ook kan waarderen en waar je kritiek van kunt verdragen en aan kunt geven, dan is er sprake van een echte zangmaat.

Ik heb bijna altijd geboft. Zo heb ik veel gezongen met mijn zusjes, allebei in hoge mate maten. Op het USKO, en later in de Kleine Johannes (ook een topkoor!), was het Lucine. Daar heb ik wat mooie muziek mee gemaakt! Het gedeelde gevoel als het klopt: perfect mengende stemmen, is verrukkelijk. De laatste jaren is het Cara. We begrijpen nog steeds niet waarom we de eerste maand - we kwamen tegelijk op ons koor - níet naast elkaar hebben gestaan. Sinds we elkaar ontdekt hebben houden we van elkaar, koorsgewijs gesproken. Of het nu is als leuner (Requiem van Verdi) of als steunpilaar (Hohe Messe van Bach), en ondanks de twintig centimeter die wij in lengte schelen, we zijn een hecht team.

Als alles vluchtig is, dan blijft toch het genieten.

donderdag 7 december 2006

Mevrouw de voorzitter


Geachte mevrouw Verbeet,

Mag ik u heel hartelijk feliciteren met uw nieuwe baan? Kamervoorzitter, ik ben kan me goed voorstellen dat dat inderdaad een droombaan kan zijn. Als mens in het land ben ik ook altijd benieuwd wie het gaat worden. (Ik kan me Anne Vondeling nog herinneren. En zoals dat ook gaat bij koninginnen en sinterklazen, zal de heer Vondeling voor mij de echte kamervoorzitter blijven. Maar dat terzijde.)
Ik heb de stemming met verbazing gevolgd. Niet dat ik niet heel blij ben dat u het bent geworden, dat zal ik hieronder uitleggen, maar het ging over zulke rare dingen. Of, beter gezegd, het ging over zulke rare dingen níet. Snappen die 149 anderen niet dat ze al die vergaderingen, vier jaar lang, naar iemand moeten luisteren? Dat het handig is dat iemand het regelement van orde van buiten kent en beleefd is tegen een ieder, en de oppositie niet in de watten of de kleine partijen niet in de luren legt, dat zal allemaal wel. Maar het moet toch ook een prettig geluid zijn dat de zittingen opent en weer sluit? Mevrouw Verbeet, daarin had u voor mij al gewonnen voordat het debat begon. U heeft een prettige, warme stem zonder onmiddellijke associaties met midwinterhoorns of blaaskappellen.
Ik heb uw (oude) site bezocht. Daarin kom ik te weten dat u erg van lezen houdt. Dat heeft u dan weer gemeen met uw vrouwelijke voorganger, Jeltje van Nieuwenhoven. En met mij. Ik mag u er nog meer om. U bent voor Ajax. Da's jammer. Maar goed, we hoeven niet gelijk vriendinnen te worden. U heeft nog iets dat ik niet eerder van u wist. U heeft - what's in a name, mevrouw Verbeet - een spleetje tussen uw voortanden! Wist u dat u daar geld mee kunt verdienen? In de winter van 1983 wedde ik met huisgenoten dat ik een rijksdaalder tussen mijn voortanden kwijt kon. Het lukte en ik mocht de rijksdaalder houden. (Jammer was wel dat het muntstuk vervolgens muurvast bleek te zitten en ik met -10 graden en open mond naar het VU-ziekenhuis moest rijden om het te laten verwijderen.) Maar mocht er dus een keer een vergadering opgeleukt moeten worden: gebruik 'm gerust (ik zou beginnen met een stuiver).
Ik wens u een prachtige tijd!

maandag 4 december 2006

Geen gezicht

Ik schrok van het gezicht van collega B. vanmorgen. Rode huid, dikke ogen, net iets te goed gewassen alsof hij verdriet had willen wegpoetsen. Ik ben er eentje van het snelle oordeel en dacht dus onmiddellijk LEED in de smiezen te hebben. Shit, ik wil geen leed; en zeker niet voor anderen. Als in een MTV-clip schoten overleden grootouders, verbroken relaties, zieke moeders, ruziënde vrienden en platte katten door mijn brein. Nooit peuren in verdriet, is mijn devies. Als iemand wil delen gebeurt het vanzelf. Maar doen alsof ik het rode hoofd met de gezwollen ogen niet zag zou ook weer hypocriet zijn. "Jò, onder de zonnenbank in slaap gevallen?" grapte ik maar. Dat kon hij - in het geval van ondeelbaar verdriet - altijd weglachen met "Ja, zoiets." Maar het verhaal liep anders. Hij was dit weekend Zwarte Piet. Het afschminken was nog een heel karwei geweest.

De enige echte

Wie herinnert zich niet de reclame voor Heinz tomatenketchup, waarin het rode spul vergeleken wordt met een ander merk? Een mevrouw en mijnheer aan tafel, die zich rijkelijk bedienen, en zichtbaar smullen van een patatje speciaal, kijken verstoord op van de voice over die roept dat Heinz beter is dan alle andere. Ze grijpen in. De mevrouw spreekt: "Wéllekuh ánderuh??" De man knikt tevreden en beiden vallen weer op de fles aan.

Al twintig jaar is Bram van der Vlugt onze echtste heiligman. Hij doet dat zeer knap. Gezag authentiek, stem okay, lengte prima, humor genieten. Bram is een overtuigende boekhouder. Toch is hij voor mij een hulpsint. Ik ben opgegroeid met Adri van Oorschot. Sinds 1965 kwam hij op TV-aan, liet hij zich toezingen 'van je bimmele bammele bom, zijt wellekom' en regelde hij een huis voor Annabel. Statig. Sonoor. Serieus.


Geloof is een zeker weten: Juliana is mijn koningin; Adri is mijn Sint.

zaterdag 2 december 2006

Smeer het maar in je haar

"Niet het chagrijn, de kwaadheid, de ergernissen, niet de grote levensvragen, de belangrijke geschillen." Zo introduceer ik deze weblog. En dus praat ik hier niet over de reorganisatie op mijn werk. Omdat ik daar hilarisch anecdotisch over kan doen. Of levensmoed uit kan tappen. Of geniet van creatievelingen. Maar het zal toch altijd een vleugje stemming weergeven van dat wat ik nou net niet hier wil delen.
Maar nu ik er toch over begonnen ben ... Ik heb nog een baan in 2007. En dat voelt toch als mooi meegenomen. Ik sluit zelfs niet uit dat het een hele leuke baan kan worden. Ik las de kranten dit weekend in ieder geval al een stuk geïnspireerder en identificeerde me zelfs met Joska van Vuure, de Deventenaar die zich diversionist noemt. Het zal me niet snel te dol worden.
Ik ben behept met een dosis empathie waar Klaas Vaak zelden tegenop gewassen is. Want ik heb dan wel werk, maar een hoop collega's hebben een 'nee' of een 'dit niet' te horen gekregen. En dus vertaalde mijn persoonlijke opluchting zich niet in een droomloze slaap, maar heb ik de nacht weer eens half wakend en druk dromend doorgebracht. Ruzie gemaakt met de hoogste baas over koffiemijnheren die hun werk niet snel genoeg deden en een Lief die een collega toespuugde hoezeer ik leed op weg naar excellente klantgerichtheid. Ach ja, de balsem van de nacht; ik geef het graag cadeau.
Tijd voor even iets heel anders. En dus stond ik op met maar één dwingende gedachte: het haar moest geverfd! En dat mocht best rigoreus. Na twee uur was ik alweer wat minder moedig en kwam met een weliswaar felgekleurd doosje uit de drogist, maar wel met spul dat er na 6 à 8 wasbeurten weer uit is. En daarom ben ik - twee bedorven handdoeken en heftig gepoets op het keramiek van bad en wasbak later - in het trotse bezit van een aubergine kop met krullen.
Ik krijg het gelijk een stuk rustiger: de jongste wil nu zeker niet meer dat ik hem naar school breng en de oudste suggereerde me tot de kerst binnen te blijven.

donderdag 30 november 2006

Blikopener



Eén van de grootste verrassingen in mijn leven is toch wel dat ik autorijden zo leuk vind. Als best-wel-milieufreak, lawaai-neuroot en ergeraar aan machismo had ik toch echt wat anders van mezelf verwacht. Maar sinds de eerste spoedles was ik verkocht. Instructeur Kees, die alleen tegen mij kon praten of ik 18 was en niet al te slim, kon het zelfs niet tegen maken. En zo werd ik op mijn veertigste de trotste bezitter van het rijbewijs.

Sindsdien rijd ik met veel plezier. Ik probeer niet al te veel kilometers te maken, het blijft tenslotte vaak pure luxe, milieuverpestend en ook anders op te lossen, maar ... ahum ... de sleet zit er aardig in. Dat ik nog niet zelf zo'n geval voor de deur heb staan beschermt me voor de echte excessen, maar het honderd-dagen-huurcontract stelt mij in staat vele meters asfalt te maken.

Gisteren ging er een onverwachte kogel door de kerk. Een collega vertelde enthousiast over de auto die hij had ontvreemd aan 'zijn beun' en hoe leuk hij het onderhandelingsspel vond. Voor ik het wist noteerde ik waaraan mijn eigen auto zou moeten voldoen, had collega de beun gebeld en is er sprake van een zoekopdracht.

"Niet gek staan te kijken als je volgende week opeens een auto hebt, hoor" waarschuwde de collega. Gek staan kijken? Naar iemand als ik die duizenden euro's uit gaat geven aan een stuk blik? Die tot twee jaar geleden zwoor bij alle vervoer dat openbaar was?

Ik sta voor de spiegel en oefen mijn geamuseerde blik.

zondag 26 november 2006

Ken ik jou niet ergens van?


Dachten wij bijna acht jaar geleden al dat we naar de eeuwige steppen verhuisden, blijkt pas nu dat je nog ruim anderhalf uur in de auto kunt zitten en dan nog maar in Sneek bent. Maar daar waren we dan ook voor een goede reden; en overigens kwamen wij nog van dichtbij. Velen hadden de tocht gemaakt uit de Randstad. Een familiefeest. Eens in de tien jaar heb ik daar zin in, vertelde ik één van de tallozen die ik vanmiddag gesproken heb. Mwah, zeg ik voorzichtig, misschien wel vaker nu ik weer zo heerlijk herkenning heb gevonden in tantes, ooms, neven, en nichten. Familie blijft toch een raar iets. Ben je koud een kwartier binnen sta je een zeer hartelijk gesprek te voeren met een kerel, nu meer dan een kop, zeg maar twee, groter dan ik, die neef Derk blijkt te zijn en ik twintig jaar minstens niet gezien heb. De tantes en ooms zijn nog als altijd: druk in gesprek, enthousiast over alles, maar inmiddels trouwens niet meer rokend. Van de 24 kleinkinderen van mijn grootmoeder waren er zeven. De oudste 42 (oui, c'est moi), de jongste 18 jaar. De volgende generatie was er ook al: 12, 10, 6, 5, 4 en 3 jaar oud. Grappig hoe er nog lijntjes hier en daar door de familie lopen. Zo past een neefje van 17 op de kinderen van zijn nicht, die vroeger nog op hem gepast heeft. En is er een Utrecht-clan die elkaar nog minder of meer regelmatig treft. En ikzelf heb met neef Tilburg en nicht Utrecht URL-contact. En natuurlijk gaan de niet-aanwezigen ook (liefdevol) over de tong. De terugreis door de polder en over de glanzend nieuwe A50 verliep voorspoedig. Ik heb al stiekem om me heen gekeken. Hoeveel famielje past in onze huiskamer?

donderdag 23 november 2006

Villa Zonneheuvel



Villa Zonneheuvel

De mensen beneden op mijn rooilijn
noemen het in een woord dat ik niet ken,
inbreiding. En tekenen lijnen in de lucht
met vlakke hand. Hoog boven mijn nok,
ver naast mijn goten.

Het luidt de komst van de grijper in
en kogels in mijn zij. Maar eerst
jaren gastbewoners, die kraakten
voordat ik dat deed.

Nog bedekt het hardboard
mijn verwoonde binnenkant.
De verwijderde trap
een litteken tussen behang.

Wat kwam als eerste gaat
als laatste. Skelet van hout,
huid van beton.

Zak door de knieën
Buig en barst
Stof tot stof

Likje honing

Pippi Langkous wist het al: weinig zo leuk aan schoolgaan als de vakantie. Voor haar - met eigen huis en tas vol goudstukken - dé reden om zich voor het schoolbord te nestelen. Ik zal niet beweren dat ik werk om te kunnen lunchen, maar de tussen de middagen met leukste collega zijn wel hoogtepunten van de week. We kleppen al wandelend over alles behalve over het werk of over niets anders dan werk. Niet zelden strijken we neer bij ons favoriete lunchcafé a taste of honey. Alles is daar leuk: André en Isabel, de prachtige tuin en de fantastische inrichting. Je kunt er trouwens ook best lekker eten. Mijn geluksnummer is O2, de bagel met zalm en verse spinazie. Waarna ik best nog een niet kinderachtige brownie opkan, maar dat laat ik omwille van goed fatsoen meestal maar zitten. Je krijgt bij het drinken een snoephartje, dat leukste collega en ik elkaar vervolgens cadeau doen. Tof! Hoera! Kanjer!

Naar de wc gaan is ook een feest: langs de jukebox en de zigeuner met traan, dan plaatsnemen op de glitterbril en schrijven op de deur. Waarna wij zo opgewekt en verkwikt zijn dat we wel een paard op zouden kunnen tillen.

dinsdag 21 november 2006

Gouden herinnering viert zilveren jubileum


Voor mij staat 21 november 1981 als een dag met een sterretje in mijn geheugen gegrift. Zeventien jaar was ik en zeer politiek bewust. Weken had ik naar de grote vredesdemonstratie toegeleefd. Liever een Rus in mijn keuken dan een kernkop in de tuin: ik leefde het, ik proefde het, en de man stond in mijn gedachten al jaren te gast te wezen aan ons aanrecht. Mijn herinneringen zijn niet anders dan die van anderen: aan de talloze mooie spandoeken, aan de kindertjes in gebreide kernwapenvrije truitjes (wel een beetje eng), het voetje voor voetje schuifelen en soms halve uren niet kunnen bewegen (soms meer dan een beetje eng), de prachtige schreeuwen door de massa, en vooral al die mensen. Mensen met stokken, met hele kleine kinderen, in rolstoelen, in pak met stropdas, blije mensen, vrolijke mensen, in een saamhorigheid waar ik posthuum nog makkelijk kippenvel bij kan oproepen. Ik heb nog nooit zoveel geloof gehad in de mensheid als op die dag. De wereld is maakbaar en de mens tot het goede geneigd: als die dag voor mij ergens het bewijs van was dan wel dit. Levend met deze herinnering is het niet al te moeilijk dit soms nog steeds te geloven...

zaterdag 18 november 2006

Een man in een regenjas had het wél geweten

Mijn collectie afbeeldingen van lezende vrouwen groeit gestaag en geeft me veel plezier. Ik kan ook zeer genieten van mensen - ook mannen, ik geef het eerlijk toe, misschien zelfs wel meer nog, van in het openbaar lezende mannen, maar daarover niet nu - die lezen en public.

Gistermorgen fietste ik langs een raam waardoor ik een vrouw twee of drie witte A-viertjes zag lezen. Ik ben nieuwsgierig wat er gelezen wordt. In de trein kan je nog quasi bukken om een blik op de kaft te slaan en op een terrasje is het een kwestie van geduld voor iemand z'n boek neerlegt. Wat las deze mevrouw?

Is haar werk ook in reorganisatie en had ze de voor haar interessante pagina's uit het functieboek in handen?
Heeft ze net een nieuwe dvd-speler en is zij één van de weinige Nederlanders die wel eerst de installatie-instructies leest?
Heeft ze haar dochter beloofd vanmiddag te overhoren en probeert ze zich te herinneren hoe die engelse onregelmatige werkwoorden ook alweer waren?
Is het haar nieuwe werkrooster en realiseert ze zich de rest van de maand geen avond meer voor zichzelf te hebben?
Heeft ze de nieuwe aanbieding van de zorgverzekeraar net in de bus gekregen?
Is het haar eigen huiswerk, voor de cursus Russisch, om met haar collega's te kunnen praten?
Ziet ze dat haar zoon zaterdag uit moet voetballen en dat ze verdikkie alweer in het rij-schema staat?
Heeft ze gisteravond de Sinterklaaslootjes getrokken en staat een eerste poging van een lang gedicht al op papier?

Aan haar gezicht kan ik niets aflezen, zoals ze daar rechtop, benen over elkaar geslagen, in slip en bh op haar kruk zit.

donderdag 16 november 2006

Zielsverwantschap

Ruimte om te ademen, mooie Appels. Zo vatte ik een half jaartje geleden per sms aan Jeroen mijn bezoek aan het Van Abbemuseum in Eindhoven samen. Terwijl man en zonen in Weert van Bospop genoten, een type plek die ik vanwege mijn zielenrust beter kan mijden, parkeerde ik op de stoep van het musem voor moderne kunst en wandelde een voor mij nieuwe plek binnen. Ik had er een paar heerlijke uren.

Als bewijs van betaling krijgt de bezoeker in dit museum, zoals op wel meer plaatsen, een sticker om op de kleding te hechten. Op deze zondag een rode. Met een deel van het logo, een gestileerde A. Ik vind het altijd wel grappige dingetjes, zulke stickers, omdat je ze in de omgeving van het gebouw op alle mogelijke en onmogelijke plaatsen terugziet. Op een verkeersbord, op prullenbakken, lantarenpalen, de museumkluisjes, een oude fiets, gewoon op de stoep, overal stickers in vijf of zes kleuren, afhankelijk van het aantal dagen dat het betreffende museum open is.

Om de rust en ruimte van mijn rode zondag nog wat bij me te dragen, heb ik de sticker op de achterkant van mijn mobieltje geplakt. Het blijkt een stevig ding, dat maar langzaam slijt. Soms bewust, soms per ongeluk, valt mijn oog op de rode plakker en komt er weer ruimte voor moois in mijn hoofd.
Gisteravond in Amsterdam legde medecursist A. haar portemonnee op tafel. Een lichtgroene Van Abbesticker, net ietsje meer gesleten dan de mijne, sierde het zwarte leren geval. Verrast en ontroerd legde ik mijn mobiel ernaast. Soms geeft het leven zomaar een cadeautje.

dinsdag 14 november 2006

Bio-sfeer


Zijn vragen "Zijn er veel mensen die dit een leuk vak vinden?" en "Heb je hier later nou nog wat aan?" hadden al verraden dat het hart van mijn oudste niet bij het vak biologie ligt. Toch bleef hij achter mij aan tafel stevig doorleren. Zijn zachte gerepeteer heeft iets gezelligs. "El Pee lucht-pijp - En Ha neus-hol-te - Es slok-darm" enzovoort en nog een keer. Zittend achter de computer luister ik niet echt. Mijn codewoord is 'overhoren'. Dan zal ik me omdraaien. Tot ik me realiseer dat ik een paar keer een woord opvang dat ik niet herken. "Tee Gee tong- been - Es Bee Hábsbinasie".
Wat is in vredesnaam Hábsbinasie? Ik kijk in zijn boek. Daar staat het, onder afbeelding 2.17 a:
sb Hap Spinazie
Zou dit niet gewoon een hapje groente kunnen zijn wat daar in de Kaa Haa keel-holte zit, een hap spinazie, zeg maar, in plaats van hábsbinasie? Stach haalt opgelucht adem; hij vond het al zo'n raar woord.
Ergens in ons land zit een redacteur die spijsbrok een te ingewikkeld woord vindt voor tweede klassers, maar zelf een legenda aanpassen een te grote opgave.

maandag 13 november 2006

Onder de indruk

In het programma Buitenhof wordt elke zondag een dichter uitgenodigd een vers aan de politiek te wijden. Gisteren mocht K. Schippers. Ik was zo zwaar onder de indruk van wat hij geschreven heeft, dat ik het van de site geplukt heb en hieronder weergeef. Als dit niet de bedoeling is, mijnheer Schippers, dan graag een seintje en ik haal het er weer af. Tot die tijd geniet ik er zelf nog even van.


Aan de politici

Wat blijft er van hun
bevuilde taal over, als die
in de was wordt gedaan?

te ver bij net
ook soms van te
de niet zo er

over dus nog aan
achter met dan te
toe en zo niet

met onder al wat
meer tussen toen of
naast sinds over om

*
langs uit door om
bij te bij te er van
niet langs in voor

nog hier tussen zo
uit maar deels te
hier wel nog wat

zo aan zo toe met
zo zo aan in bij
tussen te tussen ooit


al ooit of voor
bij te bij te er van
onder ten uit nu

onder ten uit dan
bij hier vast soms
naast wel deels achter

zo aan toe met
niet toch ooit van
bij ook soms naast

*
bij te uit of te voor
tussen te naast tussen
soms voor dus ooit soms

nog nog tot om
nog te tot daar
over te ook met

te soms naast zo
bij te bij te er van


meer deels van ook
er na ter uit of
naast er na ter

na wat niet door
bij te bij te er van
toe daar tussen wel

door niet naast van
op ook bij wat
waar nu nog mee

*
vaak dus deels bij
achter er na ter
bij te bij te er van

hier vast om te
of bij achter ooit
bij van vast te

in dan door met
met van ook te
te bij waar

K. Schippers

zondag 12 november 2006

Mannetjesmakerij


Het huiswerk voor volgende week voor de schrijfcursus begint met het maken van een tweetal personages. Hoe een karakter te verzinnen? Daar bestaan ongetwijfeld vele manier voor. In juni van dit jaar, tijdens mijn weekendje alleen op Buitenkunst, werd me een inspirerende methode aangereikt. Juffie gooide een flinke stapel postkaarten met personen op tafel. Grabbelen maar en achterblijven met de beeltenis van iemand die tot de verbeelding spreekt. Na de persoon een naam en leeftijd te hebben gegeven, dicht je hem of haar - net zoals in de film Amélie - drie voorliefdes en drie afkeuren toe. Tot slot bedenk je nog het 'schrijversgeheim'. Sindsdien verzoek ik via postcrossing kaarten van (not so) ordinary people. Vandaag heb ik deze twee uit de stapel gegrabbeld. Bas en Geert bestaan nu in mijn geest. Op naar het volgende deel van de opdracht, waarin zij ruzie gaan maken.

Bas van Eik (links) is 29 jaar. Hij houdt van buiten zijn in de kou als er regen of wind op komst is. Hij houdt ervan alleen te zijn. En hij houdt van het lichamelijk contact bij vechtsporten. Hij houdt niet van de uitdrukking 'dief van je eigen portemonnee'. Hij houdt niet van vogels die nog onrijpe bessen eten. Hij houdt niet van wegwijzers op driesprongen. Wat niemand van hem weet: Hij wil in z'n eentje een groot gezin met moeilijk opvoedbare kinderen stichten.

Geert Deurslag is 54 jaar. Hij houdt ervan poesjes te aaien als niemand het ziet. Hij houdt van lange wandelingen met opkomende blaren. Hij houdt van zijn haren föhnen na het douchen. Hij houdt niet van kleren kopen die in mode zijn. Hij houdt niet van adviezen in de gebiedende wijs. En hij houdt niet van bezoeken aan tandarts, dokter of oogarts. Wat niemand van hem weet: Hij is er al twintig jaar van overtuigd dat hij het einde van het jaar niet levend zal halen.

maandag 6 november 2006

Mijn zevende hemel is op aarde



Gevangen in een boek in een treincoupé

In het grote bed met de liefdesbetuigingen van de jongste

Voor de tent in het donker

Aan het lachen worden gemaakt door de oudste

In de Pieterskerk in februari, zingen op een kussentje

Hardop lachen met mijn liefste

Waar ik snel en slim mag zijn

zondag 5 november 2006

Er was eens ...


Ik volg sinds een paar weken een cursus aan de Schrijversvakschool in Amsterdam. Alleen het wekelijkse reisje naar Amsterdam is al een cadeautje. Nee, eigenlijk niet het reisje zelf, dat tot nu toe met ernstige vertraging op de terugweg zorgde voor aankomst op de donderdag in bed. De lol is het zijn in hartje Amsterdam. Ik probeer wat eerder van huis of werk te gaan dan strikt noodzakelijk om een stuk langs de grachten te kunnen lopen of een bezoekje te brengen aan Waterstones of (Bosman-uitdrukking:) Holkema, Bolkema en Lullewijn. Afgelopen woensdag heb ik tussen wat katten cosmopolitisch solo bij een duistere Griek inktvis versmuld. Ja, niks mis mee, zo'n cursus.
Van zeven tot tien wordt er driftig de pen geprobeerd. Het is nog te vroeg om over het (mijn) niveau te oordelen, maar heerlijk is het tot nu toe.
De afgelopen keer werden we uitgenodigd onze jeugd her in te treden. En wat daar niet bovenkwam, alleen maar door rond een bepaalde gebeurtenis jezelf de vragen te stellen: Wat rook/hoorde/voelde/proefde ik daar of had ik daar kunnen ruiken/horen/voelen/proeven?
In een oogwenk was ik weer zes jaar, daar op de stoep van Mijsstraat 18, rook ik de net gemaaide brandnetels, hoorde ik het vliegtuig op weg naar Schiphol, voelde ik mijn tenen op de rand van mijn te klein geworden sandalen en proefde ik de facetgeslepen kraal aan de ketting om de nek van het plastic popje dat me als gevonden voorwerp toegeworpen was door de mannen die met de zeis de brandnetels verwijderden.
Stof genoeg voor het volgende huiswerk.

zaterdag 4 november 2006

Achter het raam

Nog achttien dagen tot de verkiezingen en ik zie maar geen posters. Wel op de gemeentelijke aanplakbiljetten, maar niet achter privé-ramen. Is dat uit, publieke tonen waar je politieke voorkeur ligt? Of ben ik te ongeduldig en zullen ze de komende weken nog verschijnen?
Ik herinner me het verkiezingsjaar dat het CDA voor het eerst meedeed. De hele straat mocht weten dat wij daar maar gedeeltelijk blij mee waren. De ARP was okay, zo vonden mijn zeer politiek bewuste zusje en ik (maar wie was er niet politiek bewust in die tijd?), en alles links daarvan moest ook kunnen. Dus hingen achter de ramen van onze slaapkamers, boven de voordeur, posters van CPN, PSP, EVP, PPR, PvdA en een halve van het CDA. Een poster met een hardloper. D66 zal er ook nog wel tussengehangen hebben. De buren vonden het maar zozo en maakten er opmerkingen over tegen onze ouders. Dat die nog linkser waren dan hun kinderen hebben de buren nooit bevroed.

vrijdag 3 november 2006

Schrijvenderwijs

De afgelopen week heb ik mezelf opgesloten in een boshuisje. Ik heb alle verlokkingen van de onmiddellijke omgeving aan mij voorbij laten gaan. Geen zwembad, geen sauna en geen bowlingbaan van binnen gezien. Temidden van gezinnen met kleine kinderen, al dan niet aangevuld met een aantal grootouders, geen al te grote opgave. Ik bofte. Mijn huisje had volop uitzicht op het bos. Niet op langslopers of geparkeerde auto's, vuilnisbakken of lantarenpaal. En met alle zeven gordijnen dicht en de open haard vol brandende blokken was het ook gezellig. De bedoeling was dat er geschreven werd. Daartoe waren alle voorbereidingen getroffen. Nadat ik zaterdag nog het voetbal van de oudste had bezocht (Dronten verdiend opzij gezet), zondag huiswerk voor de schrijfcursus had geprint en maandag (o, foei!) nog even langs het werk was geweest om al die schijnbaar belangrijke zaken over te dragen, kon het maandagmiddag echt beginnen.
Ik ging in mijn schrijfhuisje en nam mee:
- de laptop
- het perfecte papier (zie boven)
- de perfecte pennen (twaalf stuks, gelpennen raken best snel leeg)
- literatuur, ter inspiratie, vier stuks
- boeken over schrijven, twee
- researchmateriaal voor het boek dat in mijn hoofd borrelt: een syllabus en een historisch geschrift.
Was het heerlijk? Ja. Was het saai? Ook, soms. Heb ik te weinig bewogen? Ja. Teveel gegeten? Ja. Heb ik veel geschreven: Ja. Was het genoeg: Nee. Smaakt dit naar meer: Ja!

Stemwijs



Als eeuwige zwever tussen hart en hoofd ben ik er nog lang niet uit welke knop ik aan zal tippen op 22 november. Als Wouter gaat zeggen 'No way dat ik ooit met het CDA ga regeren' dan had hij gelijk mijn stem (nou ja, niet hij zelf, want ik stem altijd een vrouw, maar zijn partij dan). Ik ben namelijk nog steeds wel een fan van paars. Ik vond in die tijd Nederland vernieuwender en de ministers aansprekender. Een links kabinet is een zoete droom, die ik ook wel dichterbij wil brengen. Al is het maar om eens te beleven of het kan werken. Zo is Paars toch ook ooit begonnen?

Ik heb advies nodig. En waar die beter te halen dan bij de online-stemwijzers? Ik begon bij de stemwijzer van het IPP. Die was helder: 1. GroenLinks, 2. SP en 3. PvdA. Nou ben ik geen SP-type. Ik ben er te optimistisch voor, denk ik. Maar veel van hun ideeën mogen op mijn sympathie rekenen. Voldoende om niet op Jan en de zijnen te stemmen zijn de lokale SP'ers. Nog nergens heb ik anders meegemaakt dan dat het een lachopwekkende one-issue-partij is. Zo zit hier ter stede een ontzettend lieve jongen in de raad, niet dom ook, en het enige waar hij over kan praten is de flora- en faunawet.

Nee, ik zweef al jaren tussen GroenLinks en PvdA. Niet onbelangrijk is het volgende detail: ik stem al decennia lang op de verliezende partij. Niet expres natuurlijk. Al lijkt het een reden om CDA te gaan stemmen :-)

Nog een adviesje ingewonnen. De Trouw-test, het kieskompas. Terwijl ik het invulde voelde ik GroenLinks een paar stappen dichterbij komen. Ik vulde in liever met Femke dan met Wouter een beschuitje te willen eten. Maar, o verrassing: stemadvies PvdA. Weer de handen in het haar.

Donderdag j.l. bood de Volkskrant weer een kans. Een culturele test, ditmaal. Hoera, een heerlijk tegengif tegen alle aandacht voor het economische. De test uit de krant en ook nog op het internet gedaan en met kop en schouders: GroenLinks.

Ik weet wat ik wil: GroenLinks stemmen. En dat de PvdA de grootste partij wordt en niet met het CDA gaat regeren. Dan hoef ik niks meer van Sinterklaas.

dinsdag 24 oktober 2006

Bemoedigend

Onze kinderen worden geestelijk en cultuurlijk vrijelijk en ruim, hoewel niet uitgebreid doordacht en vooropgezet, opgevoed. Van alles wat aangeboden wordt mogen ze zelf hun keuze maken. Enig - bewust, maar vast ook onbewust - opdringen kan ons niet ontzegd worden. Zo hebben ze buitenshuis al vaker een driegangenmenu weggewerkt dan een Big Mac. En ze kennen meer musea dan pretparken. Vivaldi wordt herkend en Orff wordt gedraaid. Dit laatste dan weer omdat een stukje Carmina Burana geleend was door de makers van de online game Runescape. De stedentrip is een succes; de strandvakantie een onbekende. De debatclub op school wordt (tot nu toe tevergeefs) groots aangeprezen, de bingo op de voetbalclub verboden. Als er snobs in de maak zijn, dan toch liefst wel breed georiënteerde.
Op het gebied van godsdienst is dit niet veel anders, al staan wij als ouders daar verschillend in. Hoewel ongelovig/heiden/opgestaan uit het geloof/pragmatisch agnost of hoe we ons ook willen afficheren, zijn wij niet beíden uitgesproken anti. Ook hier geldt: oppakken wat er langskomt, langs wetenschappelijke of gevoelsmatige meetlatten leggen en meenemen wat je waardevol vindt. Onze kinderen zijn hierin zeer verschillend. De jongste, nu 10, geeft nog het meest blijk van gevoel voor het bovennatuurlijke. Enige aardse leiding lijkt hij tot op heden niet te accepteren, maar wellicht is dat anders voor richting van boven. Vanavond klonk er van zijn kant in plaats van het zakelijke 'eet smakelijk' boven de hutspot:
Laat de goddelijke bloedheid ons bekrachtigde lijf overheersen!

's lands rijst


Gisteren trouwde een lieve collega met een man die al minstens één woord Nederlands kent. Zijn ja klonkt vol overtuiging en het paar straalde, dus dat zal wel goed komen. En met het Nederlands vast ook snel.
De trouwzaal was veel te klein, en te warm, voor de bijeengesnelde vrienden, familieleden en collega's. De plechtigheid verliep prettig chaotisch, alles staat minstens tien keer op de kiek en kleine jongetjes, al dan niet in keurige pakjes gestoken, gedroegen zich voorbeeldig. Met plezier heb ik de voor mij vreemde gebruiken gadegeslagen. Zo nam na afloop een aantal gasten plaats op de motorkop van de trouwauto en maakten pas aanstalten af te stappen toen er geld was gegeven. En vijf mannen doken in een rugby-scrum en scandeerden allerlei ... uh ... tja ... goede wensen? scrabeuze teksten? Een spoedcursus Turks voor het feest te volgen lijkt een aanrader.
Als Nederlanders hebben we dan toch weinig te bieden. Maar het voor ons folkloristische rijstwerpen viel in goede aarde. Ik was aangewezen als rijstcoördinator, mijn dag kon niet meer stuk, en heb alle aanwezigen de zak onder de neus gehouden. Alle stadia van inburgering heb ik mogen waarnemen: van onmiddellijk in de mond stoppen, via 'o ja doe mij ook maar', naar - het laatste stadium van nederlanderschap? - een handvol in de blouse van tante. Minder vrolijk werden onze overigens onvolprezen collega's van de bruiloftontvangst van mij. "Wij worden er niet blij van en het bruidspaar ook niet!". Dat wij én bezem én stoffer en blik al bij ons hadden wisten ze niet, maar toch vond ik de reacties op z'n zachtst gezegd matig getimed en overbodig. We hebben dan ook rijkelijk gestrooid. Met Surinaamse rijst!

donderdag 12 oktober 2006

Wachtwoord (5)

Het vorige wachtwoord was tunnelvision. Niet zo heel moeilijk, want nog meer net ervoor had ik er een blogje aan gewijd. Hiernaast de afbeelding van mijn computer-op-het-werk-wachtwoord voor de komende drie maanden. Raden staat weer vrij. Oplossing over drie maanden.

Dat dit plaatje eruit gegoogled kwam is wel errug leuk. Er kwamen maar vijf treffers, vier van de vijf naar mijn idee totaal niet op het woord slaand. Een doorschijnende foto van Katja S. was een andere. Dit wachtwoord zal niet worden geraden.

woensdag 11 oktober 2006

Nee, dan de Britten.

In Nederland maakt de jury van een prestigieuze literaire prijs er een spektakel van, van de uitreiking. Als de winnaar niet al van te voren uitlekt of er geen bommelding is, dan wordt de spanning toch zo lang mogelijk gerekt door de jury-voorzitter.
In de eerste zinnen wordt ingegaan op de zware last van de jury (Who cares! Ruilen?), het prachtige aanbod, de kenmerken van de longlist. Want wat hadden we veel Vlamingen, biografiëen, koloniaal geïnspireerde werken, dunne boekjes of mannen langs zien komen. Dan de shortlist. En het commentaar dat de jury er op heeft gekregen (nogmaals: who cares). Dan wordt afgepeld naar de winnaar. Na allerlei lovende woorden die nog op alle zes de genomineerden kunnen slaan volgt de zin: "De hoofdpersoon maakte op alle juryleden een verpletterende indruk". Eén van de genomineerden zakt zo inzichtbaar mogelijk in. Zijn werk bevat immers drie hoofdpersonen. Na nog wat prachtig volzinnen met talloze versierende bijwoorden valt 'de schrijfster'. Dat dunt lekker uit. De twee overgebleven mannen mogen nu ook tot de verliezers gerekend worden. Het beeld wordt nu in drie delen gehakt: we zien de drie vrouwen gemaakt ontspannen naar de voorzitter van de jury staren, de al zo vaak gelauwerde, de gedoodverfde winnares en de debutante. Dan volgt '.... waarin de lezer een brute confrontatie wacht met een tijdsbeeld waarin het afwijkende genadeloos ontkend wordt...'. Rumoer in de zaal. Dit kan niet meer slaan op het werk van zeer velen als winnaar getipte! We zien nu nog maar twee vrouwen in beeld. Duidelijk is dat de regisseur de speech al kende. Dan mogen we horen dat de jury unaniem was. Om de spanning op te voeren - of om ons af te leiden? - wordt lichtjes ingezoomd op de vrouw met een oeuvre-omvang dat in de buurt van haar kalenderleeftijd komt. Dat ze deze prijs al eens eerder heeft gewonnen, drukt de pret en de spanning enigszins, maar de waardering voor haar werk is er niet minder om.
'... de verrassende plotwendingen tegen de achtergrond van één van Nederlands fraaiste steden...' levert gegrinnik om de tafels op. De nog overgebleven boeken spelen zich in respectievelijk Zwolle en Utrecht af. Maar het hart van de debutante gaat nog sneller slaan. Zij weet dat de voorzitter van de jury uit Utrecht komt.
'... literaire ode aan wetenschap en gezin ...' brengt de verlossing. Nog voor de voorzitter is uitgesproken zwenkt de camera richting de tafel waar de voorbereidende bewegingen richting omhelzingen en hoera-gezwaai gemaakt worden.
'De AKO literatuurprijs 2008 gaat naar Ina de Br*** met Binnen !! '

Nee, dan de Britten. Gisteravond werd de winnaar van de Man Bookerprize bekend gemaakt. Voorzitter Hermione Lee maakte er precies één zin aan vuil: "I'm glad to announce that the winner of the Man Booker Prize 2006 is Kirah Desai for her novel The Inheritance of Loss."

dinsdag 10 oktober 2006

Eigenpijperij


De eerste keer dat ik hoorde dat iemand alleen in slaap kon vallen als hij ondertussen naar de radio luisterde, vond ik dat bizar en ongezond. Of ik bizar en ongezond ben, weet ik niet, maar feit is dat ik al jaren niets anders doe. In de tent of bij anderen slaap ik geruisloos in, maar in eigen sponde druk ik radio 1 voor een half uur of drie kwartier in. Meestal merk ik nog één keer dat de radio niet meer speelt om dan lekker in te slapen. (Sliep ik vervolgens maar eens zeven uur aan één stuk, zucht. Maar daarover niet hier.)

Altijd radio 1. Bij heel vroeg naar bed gaan pik ik nog een stukje sport mee. Soms neem ik een vroegertje juist als er voetbal is. Er gaat weinig boven voetbal luisteren. Maar meestal is het tussen half twaalf en twaalf dat ik te bedde ga. Om het mooiste programma van radio 1, Met het Oog op Morgen, te luisteren. Gisteren moest ik inslapen bij Goedele Liekens. Haar stem is prettig slaapverwekkend; haar teksten waren dat gisteravond niet. Zo heb ik moeten horen dat 1 op de 300 mannen zo lenig is dat hij zichzelf kan bevredigen. "Iedereen naar de yoga" moedigde presentatrice Mieke de mannelijke luisteraar nog even aan.
Dit alles ter introductie van een staaltje van eigenpijperij. Als ik het ophemelen van mijn eeuwige verloofde zo mag noemen. Jeroen maakt zijn hele leven al foto's. De laatste tijd is hij zeer enthousiast met zijn digitale camera in de weer. Het resultaat mag er wezen. Vindt hij; vind ik. Maar wat vindt de kijker? Om daar achter te komen staat een aantal fotoseries sinds kort op internet, speciaal om feedback te ontvangen. Van proffies en van langskomende bekenden, natuurlijk. Dus als je het leuk vindt: kom kijken en geef commentaar.
(foto: Jeroen)

maandag 9 oktober 2006

Wee de splinter

De prachtige bril, pas afgelopen januari aangeschaft, een heuse Alain Mikli blijkt een miskoop. De terugkerende hoofdpijnen blijken niet - alleen - aan stress te wijten te zijn. Nu ik steeds vaker mijn oude bril draag zijn de hoofdpijnen vrijwel verdwenen. Aan de glazen kan het niet liggen. Die zijn identiek. Maar een mens koopt niet voor niets een nieuwe bril. Op de oude was ik wel uitgekeken. En om die zomaar voor permanent weer uit de kast te halen? Even een nieuwe bril kopen vind ik te zonde voor woorden. Ik heb een dure smaak en dan voelt het toch als ettelijke honderden weggegooide euri.
Het alternatief werd steeds vaker de bril dan maar niet te dragen. Vooral achter het beeldscherm en boeken lezend gaat dat uitstekend. Maar buitenshuis heb ik toch behoefte aan scherp zicht.
Zaterdag heb ik in een opwelling één lens bij het kruidvat gekocht. Mijn rechteroog behoeft nauwelijks correctie. Links -1.25. Net genoeg. Of te weinig, naar believen. Voor €5.99 ben ik in het rijke bezit van een lapje plastic. De bijbehorende vloeistof is vrijwel gratis.
De waarschuwingen om vooral niet zelf te dokteren en professionele ogenmensen in te schakelen heb ik gelaten voor wat ze zijn. Sinds zaterdag draag ik met eigen wenschema het lapje.
25 jaar (echt al 25 jaar??) geleden droeg ik ook één lens. Een harde. Ik ben daar nooit vrienden mee geworden. Waarschijnlijk omdat er één droeg zag ik altijd de randen. Vooral fietsen in de buurt van lantarenpalen en een bioscoopbezoek boette aan lol in. Daar lijk ik met dit zachte, maar vooral grotere, exemplaar geen last van te hebben.
Wel heb ik angst voor de eerste Haar die zich onder het geval gaat nestelen. Of een Zandje, of een Mascarakruimel. In mijn herinnering gebeurt dit vooral midden op een kruispunt of bij het uitstappen van de trein. De pijn is hels. Het gedoe met lens uit en weer in ook irritant.
Ik houd het voorlopig dus maar op situationeel optisch gedrag. Bij zon de zonnebril. Die is op sterkte, dus niet te combineren met de lens. Binnen de lens. Behalve bij optredens waar de blits moet worden gemaakt (eerste kennismakingen, recepties, sollicitaties, concerten), dan mag Alain de neus op. In de auto ga ik voor het oudje; geen kans op Stof noch op hoofdpijn.
Het wachten is op de leesbril. Nu alleen nog nodig op late avonden in kleine letterboeken.
Ik hoor nog uitstekend, dank u.

donderdag 5 oktober 2006

Van A naar Beter

De Rijksdienst voor het wegverkeer is begonnen met het uitgeven van kentekens met een nieuwe combinatie van letters en cijfers. Het eerste kenteken van de serie is 01-VBB-1. Nu nog alleen voor lichte bedrijfswatens, maar over een jaar of wat krijgen alle auto’s zo’n kenteken.
We zijn al jaren gewend dat sommige letters niet meedoen, omdat ze te veel op andere letters lijken. Dat zijn de C, J, M, Q en W. En de klinkers laten we achterwege omdat er anders woorden kunnen ontstaat die de (achterop-)rijder onwelgevallig kunnen zijn. De griekse ei doet blijkbaar wel mee, want expliciet wordt in het persbericht vermeld dat het woord LYK te ongelukkig wordt gevonden om mee te mogen doen. En dat geldt ook voor de afkortingen NSB, TBS en GVD.
Gelukkig blijft er nog een heleboel leuks over. Waar hoopt u TZT in te rijden?
SVP, DVD, BZN, VVD, LPF, KVP, PPR, PSP, BKZ, NPS, BNN, RKK?
Of iets met een Y? GYL, GLY, KYK, RYK?
Laattie FYN ZYN!

woensdag 4 oktober 2006

Ober

Meesterlijke en vele topmomenten, gisteren in filmhuis de Keizer. Een nieuwe Van Warmerdam is altijd een feest. De top vijf van het grote genieten:
5. Met man en oudste zoon naar zo'n film. Een volgende stap in het opvoeden en loslaten. Stoer jong, met bril op, vele blikken kreeg hij, zo jong als hij er uitziet. Hij vond het absurdistische ingewikkeld en soms ook raar, maar begrijpen deed hij alles. En ook hij heeft genoten.
4. Een rode bal die aan komt stuiteren van een duin. Fotografisch beeldschoon en precies de juiste non-suspence.
3. -Wat wil je eten? -Schnitzel -Wienerschitzel of zigeunerschnitzel? -Zigeunerschnitzel. Kom 'ns? (in oor:) Ik ben heel erg geil -O. Salade?
2. Pierre Bokma. In elke scene. Wat een acteur! En geflankeerd door Kees Prins en Alex van Warmerdam helemaal ijzersterk.
1. Met stip. Het inpakken van de pijlen. Om tien, nee honderd, nee duizend keer te herhalen. Als ik ooit zomergast word, dan weet ik het wel.

maandag 2 oktober 2006

Bij de beesten af

Ik knijp geen katjes in het donker. Ik probeer een slak te ontwijken met mijn fiets. Ik eet geen rund en geen varken en geen niet-biologische kip. Ik zoek bij voorkeur vis die niet gekweekt is. Ik heb al jaren geen eendenlever en geen lammetjes meer gegeten.
Toch zou ik mezelf geen dierenvriend willen noemen. En dat is een understatement. Wetende hoe de trouwe viervoeter, komend in de gedaante van cavia, robuuste labrodor of eigenwijze poes, geliefd kan zijn bij passant en eigenaar, doe ik er het zwijgen toe als de dierenliefde tentoongespreid wordt. Geduldig zit ik mijn tijd uit als een poes gezéllig op schoot komt zitten. Opgewekt roep ik 'Wat Saai!' als een hondenbezitter mij al van verre toeroept 'Hij doet niks, hoor!'. Een aantal keren ben ik door honden gebeten. Het heeft me voor de rest van mijn leven allergisch gemaakt voor de teksten datdoettieandersnooit en zeruikendatjebangbent. Mensen met dieren, je kunt er maar beter niet in de buurt komen. Zelfs toen een collega naar mijn stervende moeder informeerde, om vervolgens omstandig te gaan vertellen hoe vervelend haar vakantie wel was geweest, haar poes was bijna dood gegaan, heb ik niets gezegd. Een kloof van onbegrip scheidt mij van de dierenvriend. Het moet van twee kanten komen, beste mensen. En van mijn kant zeg ik: laat maar.
Slechts één maal per jaar uit ik mijn desinteresse hardop. En dat is tijdens de jaarlijkse collecte voor de dierenbescherming. Laat anderen de dierenambulance steunen. Geef mijn portie maar aan Fikkie.

donderdag 28 september 2006

Het ligt op het puntje van mijn tong ...

In het voorjaar van 1988 fietste ik met een vriendin naar mijn zusje die toen in Lille woonde. We waren vroeg op pad gegaan, hadden de trein naar Vlissingen genomen, overgestoken naar Breskens en reden nu over de betonplaten door Vlaanderen. We bespraken onder andere de voetbalwedstrijd van de vorige dag. Een Europese wedstrijd van Ajax. We deelden onze bewondering voor de invaller. Kom, hoe heettie die nou? Na uren peinzen wisten we alles over de man: in welke minuut hij was ingevallen, zijn rugnummer, voor wie hij in de plaats kwam, welke prachtige bewegingen hij had gemaakt, wat de verslaggever van 'm vond, dat hij pas op z'n zeventiende voor het eerst had gevoetbald en wat zijn vorige clubs waren. Maar hoe heette hij nou?? Nog meer gepeins leverde op dat zijn achternaam bijna-zeker-weten met een M begon, zijn voornaam vast-en-zeker met een H. Het puntje van onze tong maakte overuren.
Dit was nog in het pré-mobiel tijdperk. En opbellen uit het buitenland, dat deed je niet zomaar. Mijn zusje had de wedstrijd niet gezien. Het antwoord zou dus echt uit onszelf moeten komen. Ik herinner me niet meer bij wie hij binnen viel, maar een paar dagen was hij er opeens: Hennie Meijer!

Sindsdien heet zo'n kwestie bij ons thuis een Hennie Meijer. Als we ergens niet op kunnen komen, dan zeggen we tegen elkaar. 'Zeg, ik heb een Hennie Meijer'. Ik heb al meermalen overwogen een Hennie Meijer-hulpdienst op te richten. Want de ergernis over die ene naam waar je niet op kunt komen is universeel.

En dan mag een hulpvraag best meermalen gesteld worden. Ik heb zelf een terugkerende Hennie Meijer: Carol van Herwijnen speelt in een stuk van Wim T. Schippers 'We zijn weer thuis" en notaris. Zijn naam staat in paars neon op zijn zogenaamde kantoor. Volgens mij is dat het VU-hoofdgebouw aan de Boelelaan, maar dat terzijde. Volgens mij een korte naam, met een dubbelzinnig lading. Henk als voornaam? Born als achternaam? Henk Born?? ... ik ben er bijna ... 't ligt op 't puntje van mijn tong ...
 

blogger templates | Make Money Online