zondag 23 juli 2006

Hit any key to continue

In minstens één opzicht ben ik een doorsnee Nederlander: ik begin enthousiast in elke handleiding, om na drie pagina's te denken 'laat ik het maar proberen, we zien wel waar het schip strandt', de handleiding in de hoek gooiend. Naast deze eigenschap ben ik inventief, tamelijk makkelijk, niet al te dom en met behoorlijk wat doorzettingsvermogen. Kortom, ik kom er meestal wel.

Omdat ik mijn beperkingen ken, stort ik mij niet in zeer technische klussen. Een auto, de fiets, de computer: ze doen of ze doen het niet en als ze het niet doen dan is daar het mannetje of de zolder. Zen noch motor cycle maintenance lijken aan mij besteed.

Soms ontkom ook ik niet aan wat handwerk. Als ik er niet onder uitkom, of als ik het té genant vind om het aan een ander over te laten wil ik dan nog wel een band plakken of wat software installeren. Dit gaat dan meestal wel in twee of drie keer goed. Zo heb ik gisteren na slechts wat lichte haperingen de tomtom zover gekregen dattie begrijpt dat er ook naar Scandinavïe gereisd kan worden en dat er nieuwe wegen in Nederland bij zijn gekomen.

Jammer dat ik voor €135 nieuwe software heb moeten kopen omdat de originele van twee jaar terug op zolder onvindbaar bleek.

Hoe dan ook: onze terugkeer lijkt gegarandeerd. Tot over ruim twee weken.

donderdag 20 juli 2006

Wachtwoord (4)

Het is weer tijd voor de verversing van het wachtwoord op de werk-computer. Als ezelsbruggetje of leuk voor later google ik er een plaatje bij. Het wachtwoord dat ik kies gebruik ik om mezelf bij de les te houden, op te beuren en koers te zetten. En dat elke drie maanden in een nieuwe stemming. Hierbij verklap ik ook de vorige (zie wachtwoord (3)): dat was 'bondgenoten'. Het afgebeelde schilderij bij die blog heet overigens 'bondgenoten in opstand'.

maandag 17 juli 2006

In Memoriam

Ze was trots op haar intelligentie maar zo bang arrogant te zijn.
Ze kon lezen als geen ander: onverzadigbaar, altijd en overal.
Een trek aan een sigaret werd afgesloten met een aai van de lip met de ringvinger.
Ze kon niet koken en kleding moest vooral functioneel zijn. Speciale kleding was ook goedkoop, en van nylon.
Wanneer zij een club binnenstapte was ze binnen het half jaar voorzitter, secretaris of penningmeester. Of alledrie.
Ze was zo empathisch dat ze meer kon lijden onder het lijden van anderen dan die ander zelf.
Alle andere mensen waren aardig; en als ze niet aardig waren was dat omdat ze zielig zijn.
Ze was de meesteres van het zelfgeborduurde cadeau.
Spullen die we niet meer gebruikten werden niet weggegooid: daar wist ze nog wel iemand voor.
Spullen die we nog wel gebruikten konden ook zomaar worden weggegeven.
Als ze gelijk had maar het niet kreeg kon ze heerlijk mopperen, afgesloten met ‘guh-puh-huh!’
Haar trouw aan vriendinnen, kennissen en familie was grenzeloos.
Ze had altijd iets te eten bij zich, vanwege de hongerwinter.
Ze at geen beschuit met kaas; dat herinnerde aan de muizensoep.
Ze buffelde zich door het gehate huishouden, verrichtte eindeloos en perfect vrijwilligerswerk, had daar de grootste lol in. Leek het allemaal ‘zomaar’ te doen. Om dan plotseling en fel om erkenning te vragen. En terecht.
Ze zou vandaag 72 jaar geworden zijn. Ze heeft de zestig niet gehaald. Ze is – de Engelsen zeggen het zo mooi – sadly missed.

zaterdag 15 juli 2006

Alles onder één dak

Ik ben een geboren kampeerder. Dat enkele feit kan me gelukkig maken. Nog heerlijker is dat man en zonen de liefde delen. Sinds ik zonder ouders op vakantie ging doe ik dat per tent. De enkele keren dat niet onder doek werd overnacht, was omdat het hartje London was, of januari. Of allebei.
Niets heerlijker dan de geur van gras, het moe-zijn 's avonds van alleen maar buitenlucht, een sterrenhemel tijdens een nachtelijke plaspartij. Ik heb inmiddels overal wel gestaan: op superdeluxe campings, op een knollenveldje bij de boer, op gras, op rotsen, in de duinen, hutjemutje, in het niks, tegenover een vallende boom, naast een inslaande bliksem, op stromen regenwater, in regen, zon, wind, mist, alleen in de tent, met twee, met drie, met vier. Ik heb - vooral midden in de nacht - poesjes te gast gehad, en egeltjes en één keer een miljard of wat mieren.
Het is allemaal wel steeds minder primitief geworden. Twintig jaar geleden een slaapmatje nog een te grote luxe, laat staan een stoel of tafel. De laatste jaren was ik wel in bezit van een zelfopblaasbaar ding dat ik bijna bed zou willen noemen en een stuk stof dat dit matje in een stoel kon omtoveren. Dit jaar gaan we voor het tweede jaar met de auto op vakantie. En nu gaat het hard met de parafernalia. Dekbed in plaats van slaapzak, hoofdkussen, stoeltje, kampeertafel en .... een tent waarin gestáán kan worden.
We hebben flink wat opzien gebaard met onze Toermalijn Luifel van de Zwerfkei, de laatste tien jaar. Vooral als we er 's ochtends alle vier fris en fruitig uit kwamen kruipen en we 's avonds ook nog culinair waren en als enige op het veldje een kurketrekker bij ons bleken te hebben. De laatste jaren hadden de jongens al een apart slaaptentje. Dat maakte de toermalijn een ruime luxe tent-voor-twee. Ideaal, op de hoogte na. Het gaat na al die jaren toch vervelen om altijd bukkend of op de rug rollend de kleren aan te moeten trekken. Bovendien is een echte tent-tent saai als het regent: ritsen dicht en maar naar het doek staren. Dus toen Stach een paar weken geleden met pré-puberale onhandigheid door het kleine tentje viel en een stok het doek scheurde, besloten we twee vliegen in één klap te slaan en te gaan voor één grote nieuwe tent.
Gisteravond hebben we 'm proef opgezet, onze Eureka! Tunnel Vision Cotton. In deze tijd van ambtelijke ontkokering een cadeau, zo'n naam. En hoe groot (genánt groot vindt Stach) en hoe gezellig (met z'n vieren in één tent, héérlijk) en wat lekker veel ritsen. Nog tien dagen, dan staan we ergens in Zweden.

zondag 2 juli 2006

Culinair educatief

Het verjaarsfeestje eindigde in El Toro in Zwolle. Een niks-mis-mee Argentijns restaurant. Kinderen van tien en elf blijken nog gewoon voor het kindermenu te kiezen. Als je twaalf bent lonkt de 'echte' kaart. Stach gaat al een tijdje voor een goeie biefstuk en klassificeert de malsheid. Vriendje T. is - nog - wat minder culinair nieuwsgierig, ondanks zijn zeker aanwezige aanleg voor smulpaap. Zodra de maaltijden op tafel verschenen werd er druk naar elkaars bord gekeken en spareribs en kipfilet vergeleken. Maar er is meer dat jongetjes van deze leeftijd bezig houdt. Met nog hoog gegiechel passeren tegenwoordig in elk gesprek regelmatig lichaamsdelen in het algemeen en die van meisjes in het bijzonder. Als ouder soms wat vermoeiend als je net meende een leuk onderwerp bij de kop te hebben zoals in dit geval lekker eten. Met volle mond smeedde T. de onderwerpen enthousiast aaneen: "Weet je wat mijn vader laatst gegeten heeft? Eendetiet!"

zaterdag 1 juli 2006

Strafwerk



Schrijf 1000 maal: Zwijnen eten parels noch ezels
 

blogger templates | Make Money Online