zondag 29 augustus 2010

Hyperacusis

Ergens moet het staan, op het wereldwijde web. Dat er teveel geluid is. Teveel voor sommige mensen in ieder geval.
Ik heb mezelf gediagnosticeerd als lijder aan hyperacusis. De gang naar de dokter stel ik uit, omdat er zo verrekte weinig aan te doen is. Anderhalf jaar therapie, zeggen ze elders op het web, met weinig kans op afdoende succes.
Geluiden die voor anderen nauwelijks hoorbaar zijn, of op prettige afstand, die krijg ik binnen alsof ze op twee centimeter van mijn oor afgespeeld worden. Als ik eenmaal weet wat het is, dan kan ik ze wel weer naar de achtergrond krijgen, maar verdwijnen doen ze niet.

Mijn aandoening is een mengeling van een hersenfoutje, stress en aanstelleritus. Ze zijn tegelijkertijd niet uit te sluiten, en dus heb ik last, en op tijden veel last. Stel je niet aan, helpt niet. Doe wat rustiger aan, ook niet. Allebei waar, maar alleen haalbaar door thuis op de bank te blijven zitten breien.
Voor degenen die zijn blijven lezen, een korte opsomming van wat voor mij uiterst pijnlijk is: spelende kinderen op laminaat, brillenkokers in het concertgebouw, het uitpakken van oreokoekjes, lepeltjes die door de koffie roeren, de scannerpiep bij de supermarkt, deuren die harder dan muisstil worden gesloten, de baas die een appel gaat eten tijdens een overleg, pennen die aan-uit-aan-uit gaan, fluitende conducteurs, vakkenvullende kratschuivers, een lepel die op een bord valt.


Bent u er nog? Twee voorbeelden nog. De reden van dit stukje. Dat het ergens opgemerkt is. Dat het almaar toeneemt, al die geluiden.
1. De piep van de OV-chipkaart.
2. De wieltjes van de nieuwe mandjes in AH, die ook voort kunnen worden getrokken.

Au!

Soepzooi


Een gezonde periode luid ik steevast in met het maken van soepen. Lange gezonde periodes kenmerken zich door wekelijkse (meestal vrijdagse) soepen. Garant staan ze voor minstens drie avonden dineren zonder harde vetten, veel pasta, of kaassaus.

Een groentebeest zal ik nooit worden. Zo'n bak salade, al die tomaten, ik zucht al als ik er aan denk. (O, als een mens zich eens naar een BMI van 25 kon zuchten! Een topmodel zou ik zijn.) Maar fruit is ook gezond. Allez, naar de markt met mij!

Vijgen, dadels, pruimen, aardbeien, appels, bananen, mandarijnen, een enkele sinaasappel, twee peren: de tassen worden zwaar. Gezonde vis, een envelop voor de belofte aan België, eekhoorntjesbrood en 30+ oude kaas wegen ook. Dan de groenten: witlof, peultjes, peentjes, avocoda en de onvolprezen pompoen.

De kraam draagt uitsluitend hele pompoenen. Da's me te gortig. Een helft zou ik al teveel vinden. Op verzoek wordt er gesneden, gelukkig. De puber in de kraam is er duidelijk eentje uit een marktfamilie. Van jongsafaan heeft hij de nonchalante hartelijkheid van de marktkoopman aangeleerd  Ook de manier waarop hij de plastic zakjes openschudt, en nog een paar pruimen van afstand in het papier werpt, getuigen van paplepelervaring. Maar een pompoen snijden, da's nieuw.
Met een angstig groot, maar bot mes gaat hij de megavrucht te lijf. De deksel van een bananendoos, compleet met opening in het midden, dient als snijplank. Ik sta op afstand doodsangsten uit. Ik schuif mijn tassenmassa vast wat onder de kraam. Een meter links van me kan ik tussen de aardbeien en de pruimen door, om in een stap of zeven, acht bij hem te zijn, mocht hij in plaats van de pompoen zijn onderarm gaan slachten.
Zijn grootste zorg is niet zijn eigen veiligheid, of de arbodienst, maar de grootte van het stuk pompoen dat ik belief. Eénderde, heb ik gevraagd. Na de fronsen in zijn voorhoofd maakte ik er iets minder dan de helft van.

Het gaat natuurlijk goed. Ik maak me als altijd teveel zorgen. Met minder dan een kwart van de vrucht ben ik ook heel blij.

dinsdag 17 augustus 2010

Ontspullen (1)


Ergens is het hier misgegaan ...

P.S. Niet gaan tippen over universelen. Er liggen er twee tussen.
 

blogger templates | Make Money Online