donderdag 30 november 2006

Blikopener



Eén van de grootste verrassingen in mijn leven is toch wel dat ik autorijden zo leuk vind. Als best-wel-milieufreak, lawaai-neuroot en ergeraar aan machismo had ik toch echt wat anders van mezelf verwacht. Maar sinds de eerste spoedles was ik verkocht. Instructeur Kees, die alleen tegen mij kon praten of ik 18 was en niet al te slim, kon het zelfs niet tegen maken. En zo werd ik op mijn veertigste de trotste bezitter van het rijbewijs.

Sindsdien rijd ik met veel plezier. Ik probeer niet al te veel kilometers te maken, het blijft tenslotte vaak pure luxe, milieuverpestend en ook anders op te lossen, maar ... ahum ... de sleet zit er aardig in. Dat ik nog niet zelf zo'n geval voor de deur heb staan beschermt me voor de echte excessen, maar het honderd-dagen-huurcontract stelt mij in staat vele meters asfalt te maken.

Gisteren ging er een onverwachte kogel door de kerk. Een collega vertelde enthousiast over de auto die hij had ontvreemd aan 'zijn beun' en hoe leuk hij het onderhandelingsspel vond. Voor ik het wist noteerde ik waaraan mijn eigen auto zou moeten voldoen, had collega de beun gebeld en is er sprake van een zoekopdracht.

"Niet gek staan te kijken als je volgende week opeens een auto hebt, hoor" waarschuwde de collega. Gek staan kijken? Naar iemand als ik die duizenden euro's uit gaat geven aan een stuk blik? Die tot twee jaar geleden zwoor bij alle vervoer dat openbaar was?

Ik sta voor de spiegel en oefen mijn geamuseerde blik.

zondag 26 november 2006

Ken ik jou niet ergens van?


Dachten wij bijna acht jaar geleden al dat we naar de eeuwige steppen verhuisden, blijkt pas nu dat je nog ruim anderhalf uur in de auto kunt zitten en dan nog maar in Sneek bent. Maar daar waren we dan ook voor een goede reden; en overigens kwamen wij nog van dichtbij. Velen hadden de tocht gemaakt uit de Randstad. Een familiefeest. Eens in de tien jaar heb ik daar zin in, vertelde ik één van de tallozen die ik vanmiddag gesproken heb. Mwah, zeg ik voorzichtig, misschien wel vaker nu ik weer zo heerlijk herkenning heb gevonden in tantes, ooms, neven, en nichten. Familie blijft toch een raar iets. Ben je koud een kwartier binnen sta je een zeer hartelijk gesprek te voeren met een kerel, nu meer dan een kop, zeg maar twee, groter dan ik, die neef Derk blijkt te zijn en ik twintig jaar minstens niet gezien heb. De tantes en ooms zijn nog als altijd: druk in gesprek, enthousiast over alles, maar inmiddels trouwens niet meer rokend. Van de 24 kleinkinderen van mijn grootmoeder waren er zeven. De oudste 42 (oui, c'est moi), de jongste 18 jaar. De volgende generatie was er ook al: 12, 10, 6, 5, 4 en 3 jaar oud. Grappig hoe er nog lijntjes hier en daar door de familie lopen. Zo past een neefje van 17 op de kinderen van zijn nicht, die vroeger nog op hem gepast heeft. En is er een Utrecht-clan die elkaar nog minder of meer regelmatig treft. En ikzelf heb met neef Tilburg en nicht Utrecht URL-contact. En natuurlijk gaan de niet-aanwezigen ook (liefdevol) over de tong. De terugreis door de polder en over de glanzend nieuwe A50 verliep voorspoedig. Ik heb al stiekem om me heen gekeken. Hoeveel famielje past in onze huiskamer?

donderdag 23 november 2006

Villa Zonneheuvel



Villa Zonneheuvel

De mensen beneden op mijn rooilijn
noemen het in een woord dat ik niet ken,
inbreiding. En tekenen lijnen in de lucht
met vlakke hand. Hoog boven mijn nok,
ver naast mijn goten.

Het luidt de komst van de grijper in
en kogels in mijn zij. Maar eerst
jaren gastbewoners, die kraakten
voordat ik dat deed.

Nog bedekt het hardboard
mijn verwoonde binnenkant.
De verwijderde trap
een litteken tussen behang.

Wat kwam als eerste gaat
als laatste. Skelet van hout,
huid van beton.

Zak door de knieën
Buig en barst
Stof tot stof

Likje honing

Pippi Langkous wist het al: weinig zo leuk aan schoolgaan als de vakantie. Voor haar - met eigen huis en tas vol goudstukken - dé reden om zich voor het schoolbord te nestelen. Ik zal niet beweren dat ik werk om te kunnen lunchen, maar de tussen de middagen met leukste collega zijn wel hoogtepunten van de week. We kleppen al wandelend over alles behalve over het werk of over niets anders dan werk. Niet zelden strijken we neer bij ons favoriete lunchcafé a taste of honey. Alles is daar leuk: André en Isabel, de prachtige tuin en de fantastische inrichting. Je kunt er trouwens ook best lekker eten. Mijn geluksnummer is O2, de bagel met zalm en verse spinazie. Waarna ik best nog een niet kinderachtige brownie opkan, maar dat laat ik omwille van goed fatsoen meestal maar zitten. Je krijgt bij het drinken een snoephartje, dat leukste collega en ik elkaar vervolgens cadeau doen. Tof! Hoera! Kanjer!

Naar de wc gaan is ook een feest: langs de jukebox en de zigeuner met traan, dan plaatsnemen op de glitterbril en schrijven op de deur. Waarna wij zo opgewekt en verkwikt zijn dat we wel een paard op zouden kunnen tillen.

dinsdag 21 november 2006

Gouden herinnering viert zilveren jubileum


Voor mij staat 21 november 1981 als een dag met een sterretje in mijn geheugen gegrift. Zeventien jaar was ik en zeer politiek bewust. Weken had ik naar de grote vredesdemonstratie toegeleefd. Liever een Rus in mijn keuken dan een kernkop in de tuin: ik leefde het, ik proefde het, en de man stond in mijn gedachten al jaren te gast te wezen aan ons aanrecht. Mijn herinneringen zijn niet anders dan die van anderen: aan de talloze mooie spandoeken, aan de kindertjes in gebreide kernwapenvrije truitjes (wel een beetje eng), het voetje voor voetje schuifelen en soms halve uren niet kunnen bewegen (soms meer dan een beetje eng), de prachtige schreeuwen door de massa, en vooral al die mensen. Mensen met stokken, met hele kleine kinderen, in rolstoelen, in pak met stropdas, blije mensen, vrolijke mensen, in een saamhorigheid waar ik posthuum nog makkelijk kippenvel bij kan oproepen. Ik heb nog nooit zoveel geloof gehad in de mensheid als op die dag. De wereld is maakbaar en de mens tot het goede geneigd: als die dag voor mij ergens het bewijs van was dan wel dit. Levend met deze herinnering is het niet al te moeilijk dit soms nog steeds te geloven...

zaterdag 18 november 2006

Een man in een regenjas had het wél geweten

Mijn collectie afbeeldingen van lezende vrouwen groeit gestaag en geeft me veel plezier. Ik kan ook zeer genieten van mensen - ook mannen, ik geef het eerlijk toe, misschien zelfs wel meer nog, van in het openbaar lezende mannen, maar daarover niet nu - die lezen en public.

Gistermorgen fietste ik langs een raam waardoor ik een vrouw twee of drie witte A-viertjes zag lezen. Ik ben nieuwsgierig wat er gelezen wordt. In de trein kan je nog quasi bukken om een blik op de kaft te slaan en op een terrasje is het een kwestie van geduld voor iemand z'n boek neerlegt. Wat las deze mevrouw?

Is haar werk ook in reorganisatie en had ze de voor haar interessante pagina's uit het functieboek in handen?
Heeft ze net een nieuwe dvd-speler en is zij één van de weinige Nederlanders die wel eerst de installatie-instructies leest?
Heeft ze haar dochter beloofd vanmiddag te overhoren en probeert ze zich te herinneren hoe die engelse onregelmatige werkwoorden ook alweer waren?
Is het haar nieuwe werkrooster en realiseert ze zich de rest van de maand geen avond meer voor zichzelf te hebben?
Heeft ze de nieuwe aanbieding van de zorgverzekeraar net in de bus gekregen?
Is het haar eigen huiswerk, voor de cursus Russisch, om met haar collega's te kunnen praten?
Ziet ze dat haar zoon zaterdag uit moet voetballen en dat ze verdikkie alweer in het rij-schema staat?
Heeft ze gisteravond de Sinterklaaslootjes getrokken en staat een eerste poging van een lang gedicht al op papier?

Aan haar gezicht kan ik niets aflezen, zoals ze daar rechtop, benen over elkaar geslagen, in slip en bh op haar kruk zit.

donderdag 16 november 2006

Zielsverwantschap

Ruimte om te ademen, mooie Appels. Zo vatte ik een half jaartje geleden per sms aan Jeroen mijn bezoek aan het Van Abbemuseum in Eindhoven samen. Terwijl man en zonen in Weert van Bospop genoten, een type plek die ik vanwege mijn zielenrust beter kan mijden, parkeerde ik op de stoep van het musem voor moderne kunst en wandelde een voor mij nieuwe plek binnen. Ik had er een paar heerlijke uren.

Als bewijs van betaling krijgt de bezoeker in dit museum, zoals op wel meer plaatsen, een sticker om op de kleding te hechten. Op deze zondag een rode. Met een deel van het logo, een gestileerde A. Ik vind het altijd wel grappige dingetjes, zulke stickers, omdat je ze in de omgeving van het gebouw op alle mogelijke en onmogelijke plaatsen terugziet. Op een verkeersbord, op prullenbakken, lantarenpalen, de museumkluisjes, een oude fiets, gewoon op de stoep, overal stickers in vijf of zes kleuren, afhankelijk van het aantal dagen dat het betreffende museum open is.

Om de rust en ruimte van mijn rode zondag nog wat bij me te dragen, heb ik de sticker op de achterkant van mijn mobieltje geplakt. Het blijkt een stevig ding, dat maar langzaam slijt. Soms bewust, soms per ongeluk, valt mijn oog op de rode plakker en komt er weer ruimte voor moois in mijn hoofd.
Gisteravond in Amsterdam legde medecursist A. haar portemonnee op tafel. Een lichtgroene Van Abbesticker, net ietsje meer gesleten dan de mijne, sierde het zwarte leren geval. Verrast en ontroerd legde ik mijn mobiel ernaast. Soms geeft het leven zomaar een cadeautje.

dinsdag 14 november 2006

Bio-sfeer


Zijn vragen "Zijn er veel mensen die dit een leuk vak vinden?" en "Heb je hier later nou nog wat aan?" hadden al verraden dat het hart van mijn oudste niet bij het vak biologie ligt. Toch bleef hij achter mij aan tafel stevig doorleren. Zijn zachte gerepeteer heeft iets gezelligs. "El Pee lucht-pijp - En Ha neus-hol-te - Es slok-darm" enzovoort en nog een keer. Zittend achter de computer luister ik niet echt. Mijn codewoord is 'overhoren'. Dan zal ik me omdraaien. Tot ik me realiseer dat ik een paar keer een woord opvang dat ik niet herken. "Tee Gee tong- been - Es Bee Hábsbinasie".
Wat is in vredesnaam Hábsbinasie? Ik kijk in zijn boek. Daar staat het, onder afbeelding 2.17 a:
sb Hap Spinazie
Zou dit niet gewoon een hapje groente kunnen zijn wat daar in de Kaa Haa keel-holte zit, een hap spinazie, zeg maar, in plaats van hábsbinasie? Stach haalt opgelucht adem; hij vond het al zo'n raar woord.
Ergens in ons land zit een redacteur die spijsbrok een te ingewikkeld woord vindt voor tweede klassers, maar zelf een legenda aanpassen een te grote opgave.

maandag 13 november 2006

Onder de indruk

In het programma Buitenhof wordt elke zondag een dichter uitgenodigd een vers aan de politiek te wijden. Gisteren mocht K. Schippers. Ik was zo zwaar onder de indruk van wat hij geschreven heeft, dat ik het van de site geplukt heb en hieronder weergeef. Als dit niet de bedoeling is, mijnheer Schippers, dan graag een seintje en ik haal het er weer af. Tot die tijd geniet ik er zelf nog even van.


Aan de politici

Wat blijft er van hun
bevuilde taal over, als die
in de was wordt gedaan?

te ver bij net
ook soms van te
de niet zo er

over dus nog aan
achter met dan te
toe en zo niet

met onder al wat
meer tussen toen of
naast sinds over om

*
langs uit door om
bij te bij te er van
niet langs in voor

nog hier tussen zo
uit maar deels te
hier wel nog wat

zo aan zo toe met
zo zo aan in bij
tussen te tussen ooit


al ooit of voor
bij te bij te er van
onder ten uit nu

onder ten uit dan
bij hier vast soms
naast wel deels achter

zo aan toe met
niet toch ooit van
bij ook soms naast

*
bij te uit of te voor
tussen te naast tussen
soms voor dus ooit soms

nog nog tot om
nog te tot daar
over te ook met

te soms naast zo
bij te bij te er van


meer deels van ook
er na ter uit of
naast er na ter

na wat niet door
bij te bij te er van
toe daar tussen wel

door niet naast van
op ook bij wat
waar nu nog mee

*
vaak dus deels bij
achter er na ter
bij te bij te er van

hier vast om te
of bij achter ooit
bij van vast te

in dan door met
met van ook te
te bij waar

K. Schippers

zondag 12 november 2006

Mannetjesmakerij


Het huiswerk voor volgende week voor de schrijfcursus begint met het maken van een tweetal personages. Hoe een karakter te verzinnen? Daar bestaan ongetwijfeld vele manier voor. In juni van dit jaar, tijdens mijn weekendje alleen op Buitenkunst, werd me een inspirerende methode aangereikt. Juffie gooide een flinke stapel postkaarten met personen op tafel. Grabbelen maar en achterblijven met de beeltenis van iemand die tot de verbeelding spreekt. Na de persoon een naam en leeftijd te hebben gegeven, dicht je hem of haar - net zoals in de film Amélie - drie voorliefdes en drie afkeuren toe. Tot slot bedenk je nog het 'schrijversgeheim'. Sindsdien verzoek ik via postcrossing kaarten van (not so) ordinary people. Vandaag heb ik deze twee uit de stapel gegrabbeld. Bas en Geert bestaan nu in mijn geest. Op naar het volgende deel van de opdracht, waarin zij ruzie gaan maken.

Bas van Eik (links) is 29 jaar. Hij houdt van buiten zijn in de kou als er regen of wind op komst is. Hij houdt ervan alleen te zijn. En hij houdt van het lichamelijk contact bij vechtsporten. Hij houdt niet van de uitdrukking 'dief van je eigen portemonnee'. Hij houdt niet van vogels die nog onrijpe bessen eten. Hij houdt niet van wegwijzers op driesprongen. Wat niemand van hem weet: Hij wil in z'n eentje een groot gezin met moeilijk opvoedbare kinderen stichten.

Geert Deurslag is 54 jaar. Hij houdt ervan poesjes te aaien als niemand het ziet. Hij houdt van lange wandelingen met opkomende blaren. Hij houdt van zijn haren föhnen na het douchen. Hij houdt niet van kleren kopen die in mode zijn. Hij houdt niet van adviezen in de gebiedende wijs. En hij houdt niet van bezoeken aan tandarts, dokter of oogarts. Wat niemand van hem weet: Hij is er al twintig jaar van overtuigd dat hij het einde van het jaar niet levend zal halen.

maandag 6 november 2006

Mijn zevende hemel is op aarde



Gevangen in een boek in een treincoupé

In het grote bed met de liefdesbetuigingen van de jongste

Voor de tent in het donker

Aan het lachen worden gemaakt door de oudste

In de Pieterskerk in februari, zingen op een kussentje

Hardop lachen met mijn liefste

Waar ik snel en slim mag zijn

zondag 5 november 2006

Er was eens ...


Ik volg sinds een paar weken een cursus aan de Schrijversvakschool in Amsterdam. Alleen het wekelijkse reisje naar Amsterdam is al een cadeautje. Nee, eigenlijk niet het reisje zelf, dat tot nu toe met ernstige vertraging op de terugweg zorgde voor aankomst op de donderdag in bed. De lol is het zijn in hartje Amsterdam. Ik probeer wat eerder van huis of werk te gaan dan strikt noodzakelijk om een stuk langs de grachten te kunnen lopen of een bezoekje te brengen aan Waterstones of (Bosman-uitdrukking:) Holkema, Bolkema en Lullewijn. Afgelopen woensdag heb ik tussen wat katten cosmopolitisch solo bij een duistere Griek inktvis versmuld. Ja, niks mis mee, zo'n cursus.
Van zeven tot tien wordt er driftig de pen geprobeerd. Het is nog te vroeg om over het (mijn) niveau te oordelen, maar heerlijk is het tot nu toe.
De afgelopen keer werden we uitgenodigd onze jeugd her in te treden. En wat daar niet bovenkwam, alleen maar door rond een bepaalde gebeurtenis jezelf de vragen te stellen: Wat rook/hoorde/voelde/proefde ik daar of had ik daar kunnen ruiken/horen/voelen/proeven?
In een oogwenk was ik weer zes jaar, daar op de stoep van Mijsstraat 18, rook ik de net gemaaide brandnetels, hoorde ik het vliegtuig op weg naar Schiphol, voelde ik mijn tenen op de rand van mijn te klein geworden sandalen en proefde ik de facetgeslepen kraal aan de ketting om de nek van het plastic popje dat me als gevonden voorwerp toegeworpen was door de mannen die met de zeis de brandnetels verwijderden.
Stof genoeg voor het volgende huiswerk.

zaterdag 4 november 2006

Achter het raam

Nog achttien dagen tot de verkiezingen en ik zie maar geen posters. Wel op de gemeentelijke aanplakbiljetten, maar niet achter privé-ramen. Is dat uit, publieke tonen waar je politieke voorkeur ligt? Of ben ik te ongeduldig en zullen ze de komende weken nog verschijnen?
Ik herinner me het verkiezingsjaar dat het CDA voor het eerst meedeed. De hele straat mocht weten dat wij daar maar gedeeltelijk blij mee waren. De ARP was okay, zo vonden mijn zeer politiek bewuste zusje en ik (maar wie was er niet politiek bewust in die tijd?), en alles links daarvan moest ook kunnen. Dus hingen achter de ramen van onze slaapkamers, boven de voordeur, posters van CPN, PSP, EVP, PPR, PvdA en een halve van het CDA. Een poster met een hardloper. D66 zal er ook nog wel tussengehangen hebben. De buren vonden het maar zozo en maakten er opmerkingen over tegen onze ouders. Dat die nog linkser waren dan hun kinderen hebben de buren nooit bevroed.

vrijdag 3 november 2006

Schrijvenderwijs

De afgelopen week heb ik mezelf opgesloten in een boshuisje. Ik heb alle verlokkingen van de onmiddellijke omgeving aan mij voorbij laten gaan. Geen zwembad, geen sauna en geen bowlingbaan van binnen gezien. Temidden van gezinnen met kleine kinderen, al dan niet aangevuld met een aantal grootouders, geen al te grote opgave. Ik bofte. Mijn huisje had volop uitzicht op het bos. Niet op langslopers of geparkeerde auto's, vuilnisbakken of lantarenpaal. En met alle zeven gordijnen dicht en de open haard vol brandende blokken was het ook gezellig. De bedoeling was dat er geschreven werd. Daartoe waren alle voorbereidingen getroffen. Nadat ik zaterdag nog het voetbal van de oudste had bezocht (Dronten verdiend opzij gezet), zondag huiswerk voor de schrijfcursus had geprint en maandag (o, foei!) nog even langs het werk was geweest om al die schijnbaar belangrijke zaken over te dragen, kon het maandagmiddag echt beginnen.
Ik ging in mijn schrijfhuisje en nam mee:
- de laptop
- het perfecte papier (zie boven)
- de perfecte pennen (twaalf stuks, gelpennen raken best snel leeg)
- literatuur, ter inspiratie, vier stuks
- boeken over schrijven, twee
- researchmateriaal voor het boek dat in mijn hoofd borrelt: een syllabus en een historisch geschrift.
Was het heerlijk? Ja. Was het saai? Ook, soms. Heb ik te weinig bewogen? Ja. Teveel gegeten? Ja. Heb ik veel geschreven: Ja. Was het genoeg: Nee. Smaakt dit naar meer: Ja!

Stemwijs



Als eeuwige zwever tussen hart en hoofd ben ik er nog lang niet uit welke knop ik aan zal tippen op 22 november. Als Wouter gaat zeggen 'No way dat ik ooit met het CDA ga regeren' dan had hij gelijk mijn stem (nou ja, niet hij zelf, want ik stem altijd een vrouw, maar zijn partij dan). Ik ben namelijk nog steeds wel een fan van paars. Ik vond in die tijd Nederland vernieuwender en de ministers aansprekender. Een links kabinet is een zoete droom, die ik ook wel dichterbij wil brengen. Al is het maar om eens te beleven of het kan werken. Zo is Paars toch ook ooit begonnen?

Ik heb advies nodig. En waar die beter te halen dan bij de online-stemwijzers? Ik begon bij de stemwijzer van het IPP. Die was helder: 1. GroenLinks, 2. SP en 3. PvdA. Nou ben ik geen SP-type. Ik ben er te optimistisch voor, denk ik. Maar veel van hun ideeën mogen op mijn sympathie rekenen. Voldoende om niet op Jan en de zijnen te stemmen zijn de lokale SP'ers. Nog nergens heb ik anders meegemaakt dan dat het een lachopwekkende one-issue-partij is. Zo zit hier ter stede een ontzettend lieve jongen in de raad, niet dom ook, en het enige waar hij over kan praten is de flora- en faunawet.

Nee, ik zweef al jaren tussen GroenLinks en PvdA. Niet onbelangrijk is het volgende detail: ik stem al decennia lang op de verliezende partij. Niet expres natuurlijk. Al lijkt het een reden om CDA te gaan stemmen :-)

Nog een adviesje ingewonnen. De Trouw-test, het kieskompas. Terwijl ik het invulde voelde ik GroenLinks een paar stappen dichterbij komen. Ik vulde in liever met Femke dan met Wouter een beschuitje te willen eten. Maar, o verrassing: stemadvies PvdA. Weer de handen in het haar.

Donderdag j.l. bood de Volkskrant weer een kans. Een culturele test, ditmaal. Hoera, een heerlijk tegengif tegen alle aandacht voor het economische. De test uit de krant en ook nog op het internet gedaan en met kop en schouders: GroenLinks.

Ik weet wat ik wil: GroenLinks stemmen. En dat de PvdA de grootste partij wordt en niet met het CDA gaat regeren. Dan hoef ik niks meer van Sinterklaas.

 

blogger templates | Make Money Online