donderdag 21 juli 2011

Ikken (2)


Ik werk bij het Ministerie van Infrastructuur en Milieu. De combinatie maakt dat niet altijd duidelijk is wat nou de Kerk is, en wat het Vloeken. Mijn persoonlijke aversie tegen autorijden/asfalt/mobiliteitsbevordering in het algemeen, en hard rijden/nog meer asfalt/recht op mobiliteit in het bijzonder, steek ik hier doorgaans onder de stoelen en banken. Dat ik mijn gereden kilometers (die in de auto én die in de trein) afkoop met klimaatneutraliserende bosaanplantaflaten: ik houd het hier beter voor mezelf.

De tong moest regelmatig aan flarden worden gebeten bij alle discussie over 130 km mogen rijden. Van al het slechte wat de mensheid voort heeft weten te brengen is dit toch wel het meest hufterigste, laagste, en zinlooste. De koning van het korte genot regeert, regeren is blind vooruitzien geworden. Ons rest de toorn van de testosteron.
Denk ik in stilte. Gij zult niet vloeken in de kerk.

Ik rijd op een vrijdag op de A7 richting Den Helder. Autorijden is leuk; ik kan en wil niet anders zeggen. Nog een geluk dat ik er pas op mijn 40ste aan ben begonnen anders zou mijn ecologische voetafdruk ... enfin, ik koop het dus af. Kinderen van Texel halen, die daar gestrand zijn met kapotgewaaide tent, dat kan niet anders dan met de auto, vind ik vandaag.
Ten noorden van Amsterdam zijn de rijkswegen onbekend terrein. Ik zie een gebodsbord opdoemen. Ik neem aan dat ik terug zal moeten naar 100 en laat het gas los. Dan zie ik voor het eerst in dit land het Rutte-Verhagen-schild. Mijn primaire reactie vertaalt zich in een krachtig naar beneden drukken van de rechtervoet: Yes! Gááááaf !!

woensdag 20 juli 2011

Ikken (1)

Voor de derde keer deze week zei iemand in mijn nabijheid dat geuren rechtstreeks naar herinneringen leiden. Dat had ik eerder ook al gemerkt.  Ik rook aan een banaan, omdat ik niet voor tien uur 's ochtends mijn meegebrachte banaan op wilde eten, maar eigenlijk niet kan wachten. Ik hield de banaan vast. Een banaan voelt lekker. Ik hield 'm onder mijn neus, als snor. Toen rook ik wat ik rook toen ik vier en vijf jaar was.
Op de kleuterschool aan de Aardammerweg zaten we op wat ik later gymnastiekbanken noemde, in een wat ik nog veel later een carré noemde. Toen heette het vast 'de kring'. De klassen waren zo groot dat als er geen plek meer was op de banken je in het midden op het kleed moest gaan zitten. Maar dat terzijde.
Ik zat weer in de kring, precies tegenover de juf. Mijn halve banaan zat ik een trommeltje, een vierkant plastic bakje met een gele deksel. Soms zaten er kruimeltjes aan het gladde oppervlak van de snijkant van de banaan. Misschien omdat er nog een stuk ontbijtkoek of een boterham in het trommeltje zat, maar waarschijnlijker waren het kruimeltjes van de dag ervoor. Ik had de banaan al in mijn hand voordat iedereen zat. Dan begon het wachten. Tot iedereen doorhad dat ze in de kring moesten komen, en het liedje gezongen was. Dan rook ik die banaan, die dan al een paar uur doorgesneden in het trommeltje had gezeten.

Nog steeds als ik in een carrévorm moet zitten, ga ik op de kop zitten, tegenover degene die vertelt wanneer we mogen gaan zingen en het tijd is om te eten. Ik denk dat ik juist daar ga zitten om mijn nek niet te forceren, en ik niet de hele dag hoofdpijn heb, maar door de banaan weet ik nu dat ik daar altijd al zat, op de kop. Dan zal het wel egocentrisme zijn, dat ik wil dat juist tegen mij gesproken wordt. Of het is mijn sociale ik, die in het zicht van de macht goed oplet en zorgt dat de bevelen begrepen worden, althans aan deze kant, vriendelijk lachend, ook nog.

Als je 47 jaar bent geworden, vrees je nog steeds voor het eerste, maar weet je niet eens zo diep in je, dat het het tweede is, nog steeds.

P.S. Als plaatje had me een halve doorgesneden banaan wel aardig geleken. Maar die vond ik alleen in combinatie met een hamster. Dat is de vooruitgang, zou Snijders zeggen.
 

blogger templates | Make Money Online