donderdag 24 december 2009

Nummer 1

Na ruim vier jaar is het zover. Ik was ooit de nummer negen van de wereld, maar altijd stond die dame uit de buurt van Nijmegen nog boven me. Nee, het is geen wedstrijd, maar grappig is het wel (even): ik ben nummer één van het vierde postcrossingland van de wereld.

maandag 21 december 2009

Van een negatief reisadvies en twee mobieltjes

Personages:
Zij (hekel aan staan en wachten, geneigd adviezen ter harte te nemen)
Hij (het komt wel goed, en of en hoe dat bepaal ik zelf wel)
Zij werkt thuis; hij is naar zijn werk gegaan.

Hij: (09.21) Het is prachtig. Koppie koffie bij en genieten maar.

Zij: (09.22) In een trein?

Hij: (09.23) Yep

Zij: (09.39) Volgens de website van annexwinno rijdt de gvu niet.

Hij: (10.19) Welleke website?

Zij: (10.21) Connexxion, maar dat begreep je wel. Streekbus naar Zeist voor jou?

Hij: (10.24) Nee streekbussen vind ik misselijkmakend. Maken de echte mannen een flinke sneeuwpop? X j

(Dienstmededeling: vanaf hier besloot deze schrijver de tamelijk waarheidsgetrouwe sms-wisseling tamelijk waarheidsgetrouw te gaan weergeven op haar weblog. Dit heeft ongetwijfeld de aard van haar teksten beïnvloed.)

Zij: (10.26) Ze slapen nog! Wat ga je doen, lopen?

Hij (10.29): Even kijken, plassen, koffie en dan terug. Fotootje hier, Fotootje daar, naar huis en mailen dat ik thuis werk.

Zij (12.05) eta?

Hij (12.07) 1315 als er niets tussen komt. Nu in de trein naar polen.


Enter Hij om 13.19. Tja, niet Alles is materiaal natuurlijk.

Dit dan (3)

Als je bij de hoogbejaarde achterbuurvrouw hebt aangebeld, om te vragen of je soms een boodschap voor haar kunt doen, en als zij aangeeft dat boodschappen voor haar gedaan worden en dat ze - zeer bedankt, hoor - overigens ook geen nood heeft wat via sneeuwwegen door een ander geledigd kan worden, heb je dan een goede daad verricht?

SPAM: kom naar de boekgrrls

Ze moest minstens de klok rond geslapen hebben. De nooduitgangverlichting gaf een groen schijnsel, en er kwam al wat grijs licht door de hoge vuile raampjes. De geit was onrustig. Ze briesde, en schuifelde heen en weer. Liggen, staan, en weer liggen.
'Wat is er, meisje?', fluisterde Rachelle. 'Wil het niet zoals jij wilt?'
Plotseling zag ze de kop van een lammetje, en onmiddellijk daarna plofte vier stakige pootjes met een lijfje ertussen, op het stro. De geit begon als een bezetene te likken. Het lam probeerde op te staan. Rachelle giechelde. Het was geen gezicht. Er kwam nog een jong, zag ze. Wat leuk, een tweeling. Weer likte de geit. Het lam bewoog door de stevige tongstrelingen, maar niet uit zichzelf. Rachelle kroop dichterbij en streelde het geknakte koppetje. De geit liet toe dat haar eerstgeborene begon te drinken. Rachelle had vooral oog voor het tweede jong. Zo prachtig, zo af. Een bokje. Een bokje dat nooit zou bokken. Rachelle nam het dode beestje op. Het nog deels bebloede beestje bevlekte haar jas. Ze kroop over het hek. De staldeur kraakte en schoof over minstens een decimeter sneeuw. Rachelle stond in de deuropening. Ze drukte het bokje wat dichter tegen zich aan. In welke kerstkaart was ze nu terecht gekomen?

~*~


Benieuwd hoe dit verder gaat?
Hoe je van lezen? Ben je vrouw?
Aarzel niet langer en kom 'ns langs bij de boekgrrls.
Vol tips over lezen. Vol meningen over boeken.
We wachten op jouw tips, op jouw meningen!

donderdag 10 december 2009

zondag 6 december 2009

Op weg

Na de tandarts, de tranen om een onvoldoende (bij mij dan, niet die onvoldoende, maar de tranen, nou, omfloersde ogen, maar toch), een onnozel achterlampje met nozele rekening, afgeraffeld maar toch inspirerend huiswerk is het o zo o zo o zo heerlijk in de trein stappen op een vrijdagmiddag.
De reguliere parafernalia (portemonnee, sleutels, mobiel, draadje bij de mobiel, toilettasje (over de inhoud daarvan wellicht ooit later, maar sluiten doettie niet goed meer), leesboek, breiwerk, schrijfboekje, drie pennen, klein leefgruis overig) gaan ook de schoolspullen mee (zo'n map met 12 handige tabjes waarbij dat wat je zoekt nooit eerder dan achter het achtste tabje schuil gaat en een moleskine hardcover schrift), en omdat het vrijdagavond leesblok is, ook een dikke pil die de lezer in mij moet ontwikkelen, als aankomend schrijver niet te verontachtzamen, het belang van lezen. En dus omdat het vrijdagavond leesblok is, en zaterdag school, en het geheel zich in Amsterdam afspeelt, gaat er overnacht worden. Vandaar de pyjama, de tandenborstel en de handdoek. (Het is een jeugdherberg, dus eigen handdoek mee.)
De hele meuk wordt bij aankomst in de stay-okay in een kast geschoven, ik maak een onderbed op, leg tandenborstel en pyjama neer op plekken die op de tast gevonden kunnen worden, en met het hoogstnoodzakelijke nog even de stad in. Winkels kijken, volle trams voorbij zien schuiven, stapeltje postcrossingkaarten kopen en bij je zelf bedenken: de volgende keer ook een paraplu meenemen.
Het geroezemoes bij Wagamama is oorverdovend. Meer dan te doen als je zelf geen geluid wilt maken, anders dan een bestelling doorgeven. Chilli squid, een hypergezond groentevers soepje, twee japanse bieren, en de witte chocolade kwarktaart met gembercaramelsaus. Nog twee zwarte koffie en mijn verplichte leeskost voor de avond die over een uurtje begint, is uit.
Het is donker geworden. De school hier nog geen tien minuten vandaan. De plassen zijn fikse poelen inmiddels, de kerstverlichting is aan, er valt nog een hoop naar huis of elders te spoelen. Straks zit ik binnen, op een goedkope schoolstoel en ik zal hoorcollege krijgen van het fraaiste soort. Ik zal me drie zalige uren nietig en begrepen weten. Ik zal nieuwsgierig worden en de rest van mijn leven niets meer willen doen dan leren, lezen, leven.
Het bier heeft erin gehakt. De plassen worden golven bij elke passerende auto, juist bij de voetgangersoversteek. De lichtjes in de PC Hooftstraat branden alleen voor mij (zonder bril). Ik mag naar school.

vrijdag 20 november 2009

Tikje


In de trein is ze al een bezienswaardigheid. Klein, krom, dikke bril, tastende dunne handen, keer op keer, in haar tas. Ik ben vast niet de enige forens die zich zorgen maakt of deze broze dame in de efficiënte massa veilig thuis zal komen. Haar handen maken met een beverig tikje duidelijk dat ze er in Deventer uit wil. Ik ben vandaag met de auto naar het station gereden. Zal ik haar een lift aanbieden?
Het boodschappen doen in de stationshal kost me een paar minuten. In de parkeergarage tref ik haar aan. Is ze verdwaald? Ze zal toch geen auto rijden? Toch loopt ze richting betaalautomaat. Schuin achter haar staand, zie ik de fraaie halve maantjes haar dikke bril sieren. Het kaartje wil niet in de betaalgleuf, het geld past niet in de ruimte voor het kaartje. Bovendien hangen de aanwijzingen te hoog. Ik help haar.
Ik geloof niet dat ik hier eerder geweest ben, zegt ze.
Moet ik nu kijken of ze zonder brokken de garage uit komt? Ik kijk de schuifelende vrouw na, en stap dan zonder verder te kijken in mijn eigen auto.

Een paar dagen later, 's avonds best laat. Weer tref ik haar in de garage, maar nu duidelijk zoekend. Er staan nog ongeveer tien auto's in de grote ruimte. Ik betaal en spreek de dame aan.
Moet u nog betalen?
Opgelucht kijkt ze me aan. Het kaartje komt moeilijk uit haar vaste greep, maar soepel haalt ze geld uit haar jaszak.
Wel thuis, wens ik haar.
Ze kijkt zoekend rond. Ik ook.
Op goed geluk wijs ik naar een rode kleine auto van een jaar of tien oud.
Is die rode van u? Best donker hier, hè?
Ze knijpt haar ogen samen en haalt haar schouders op. Ze loopt richting de auto. Wat gepruts, en dan gaat de deur open.
Mijn auto staat een stuk verderop. Toch ben ik eerder de garage uit. Een rare bocht, langs de taxi's, linksaf en voorsorteren voor het verkeerslicht. Via de achteruitkijkspiegel zie ik haar naderen. Het rode auto'tje tikt mijn grotere groene aan. Beverig zachtjes.

woensdag 11 november 2009

Verheug (4x)








Na de poëzie volgt het toneel. Leren schrijven doe je door te leren lezen en te leren kijken. Vandaag las ik Frühstück No Future, van Ronald Giphart en Gerard van Kalmthout. Ik genoot vooral van the making of, die uitgebreid beschreven wordt. Er borrelde dankzij dit boek inspiratie voor mijn huiswerk van deze week. Want we hebben natuurlijk schrijfhuiswerk, naast leeswerk (een toneelstuk per week) en kijkwerk (een toneelstuk per week). Het toetje is in Amsterdam, volgende week ga ik in Utrecht. Voor Deventer kocht ik vier kaartjes. Zie de afbeeldingen. Herkent u iets dat reeds lang in het Westen te zien is geweest?
Als het blogwaardig is, dan leest u er hier meer over, te zijner tijd.


dinsdag 10 november 2009

Beauty is in the eye of the beholder


Links Hanneke Groenteman (voor) en rechts Hanneke Groenteman (na). Haar karakter is ongewijzigd, vertelde ze bij Matthijs van Nieuwkerk. Nog steeds kijkt geen man naar haar om. Maar hoe blij is ze met zichzelf. Ze durft nu op televisie zelfs achter de tafel vandaan, om haar hele slanke zelf te laten zien.
Hanneke, beste meid, over smaak valt te twisten. Wat vond ik je altijd mooi, en wat vind ik je nu eng.

maandag 9 november 2009

Dit dan (2)

Dat papier met een blauw hondje. Honderden hondjes per rol. Zacht zal het zijn. Het vervult de doelen waar het voor bedoeld is. Maar dat hondje? Voor de achterkant is tot daar aan toe. Maar voor mijn voorkant? Het staat met steeds meer tegen.

vrijdag 6 november 2009

Dit dan (1)

Ik betrap me elk jaar op deze, dezelfde gedachte:
Het kan niet waar zijn dat al die bladeren die uur in uur uit, dagenlang, wekenlang, naar de grond dwarrelen, aan die paar bomen hebben gezeten.

zondag 1 november 2009

Kleintje

Ik was het tot 6 augustus 1965, maar geheel onbewust.
Ik was het daarna heel lang niet meer.
Pas in het begin van de jaren negentig was het, een paar jaar, weer zover. Maar ook toen heb ik er niet zo over nagedacht. Een vrij standaard heterosexuele situatie, de onze.
Vanaf 12 juni 1994 was ik het overduidelijk niet meer. Heb ik er toen over nagedacht dat die situatie ooit weer in zou treden? Anderhalf jaar later leek de status quo - als ik er al over na had gedacht - zich te versterken.
Tot deze week. Wie de eerste was is niet meer te achterhalen. Spruit twee, gok ik. Het feit is in ieder geval daar: de man was het al; nu zijn de jongens het ook: langer dan ik.
Ik ben de kleinste in huis.

zondag 25 oktober 2009

Heel druk

Hij klikt met z'n pen. Aan. Uit. Aan. Uit. De vergaderstukken liggen breed uitgespreid voor hem. Hij schikt en herschikt. En klikt met zijn pen. Zijn stoel schuift hij wat dichter bij de tafel. In drie hupjes. En terug schuift hij weer, zuchtend. Zijn neus laat hoorbaar veel lucht door. Stoel. Pen. Vergaderstukken. Neus.
Ik ken hem niet. Het lijkt me een aardige man, ook al drinkt hij thee. De vergadering duurt lang. Elke keer als hij thee wil, schuift hij zijn stoel piepend achteruit, stampt door de zaal, fluistert zeer hoorbaar een vraag, en stampt met waterkan weer terug. Stoel in drie hupjes, zuchten, dop valt op tafel, theezakje plonst. Slurpje thee. Pen erbij. Aan. Uit. Aan. Uit.

Ik maak aantekeningen met een soepel lopende pen. De bladzijde van mijn schriftje sla ik langzaam en geluidloos om. De koffie schenk ik met precies de minst geluid makende snelheid in. Mijn schouders verkrampen - onhoorbaar - tijdens een stoelgeschraap die ik niet aan hoorde komen.

De vriendelijke man heeft stevige tekst. Elke derde woord met een klemtoon krijgt een vuist op tafel. Ik ben het met hem eens. Ik kijk naar die vuist. Hoor het kopje dat scheef op het schoteltje staat sprongetjes maken.

Ik weet me vier uur lang in te houden. Ik deel geen zakdoekje uit. Ik vraag niet, zelfs niet vriendelijk, of de pen wat minder mag. Mijn hand, die zijn vuist wil troosten, bedwing ik.
Wat kun je een hoofdpijn krijgen van een vriendelijke man.

maandag 12 oktober 2009

Toepad

Het gaat geen punten scoren in de poëzieklas. Een enkel zinnetje haalt een modern gedicht van mijn hand. Misschien. Ooit. Voor de neven en nichten en van vaderszijde, dit kijkje in ons gedeeld verleden. Klik vooral op de link, voor het echte drama.


Cadence perdu

Na de kerk en de cake en de kip
het hele gezin in de zwarte Dauphine
om de vader van pa en de moeder van pa
en de neven en nichten te zien

Zingen we canons en psalmen in koor
de heer is mijn herder, de morgen breekt aan
‘Net goed’, zegt de man met de hoed in zijn hand
als wij met pech aan de kant komen staan

Twee kabouters niet thuis in de bocht in de weg
Over de Maas waait een stinkende wind
Mijn laars krijgt een kraagje van zondagse kous
Toepad is daar, met het erf van kastanjes en grind

Wie nog geen zes is die mag op de koe
We besluipen de kuikens in grazige wei
Een oudere nicht die komt nat uit de bron
Een neef met een spijker vol roest in z’n zij

Kijken bij oma naar kaas in de kelder
Opa jaagt spreeuwen omhoog uit de boom
Het vlees in de soep kauw ik zwijgend tot gummie
Een knipoog van links, en ik spuug in de hand van mijn oom

Om vijf over vijf spreekt de man in zwart wit
nul – nul en een één en een drie
Terug in de auto met appels op schoot
en ieder van ons met een reepje cacoafantasie

zondag 11 oktober 2009

Cognac

Je probeert eens wat, als aankomend schrijver. De hoofdwet van het moderne creatieve schrijven luidt Show, don't tell. En dus bekwaam ik me met tien anderen elke zaterdag in de juiste vergelijkingen, de prachtigste metaforen. De zintuigen draaien overuren.
In het korte verhaal over een leraar de midden in een drukke winkelstraat een jonge moeder tegenkomt, schreef ik:
De hand van het meisje voelde als een glas goede cognac na een perfecte maaltijd.
De meester en de klas waren unaniem: too much. Ik wierp nog zwakjes tegen dat het wel de manier was om duidelijk te maken dat de ik-figuur een puike amateurkok is. Zwakjes, want ik was het wel eens met de kritiek: tikje ranzige connotatie licht op de loer, en dat wilde ik niet.
Vrijdag kreeg ik sinds lang Hersenschimmen van Bernlef in handen. De treinreis is lang, het zelf meegebrachte leesvoer uitgeput en ik had naar het boek van de scholier naast me gegrepen. Wat lees ik op pagina 58?

Hoe dun haar vingers aren viel me pas op toen ze me bij de koffie en cognac had ingehaald. Ze hield het glas vast als was het een babyhandje.

donderdag 1 oktober 2009

Jij kunt beter

Mijn grootmoeder was schrijfster van wat destijds 'jongemeisjesboeken' heetten. Hoe Hanneke een vriendinnetje kreeg is net geen klassieker geworden. Louise Charlotte vond ik persoonlijk wel één van de toppers, al haalde het niet bij het meest bekende De Valckeniertjes. Het woord kende ik nog niet, maar ik vond het altijd supercool dat mijn oma 'echte boeken' had geschreven. Mijn moeder - zelf niet vies van een fraai sinterklaasgedicht of een hartelijke brief - vertelde met graagte deze anecdote:

Ooit moest ze een opstel schrijven, ik meen in klas vier van het gymnasium. Zij vroeg haar moeder dit voor haar te doen. Of - het zou zo maar kunnen, bedenk ik achteraf - haar moeder bood aan het opstel te schrijven. Zo geschiedde. Het opstel kwam terug. Eronder stond geschreven: Je kunt beter, Herma! Haar moeder, de schrijfster, mijn grootmoeder, was naar verluidt pislink.

Zestig jaar na dato komt mijn zoon thuis met een beginnetje van een verhaal, met de opdracht het verhaaltje af te maken. 't Begin is van Jeannette Winterson, 't vervolg van de kleindochter van de schrijfster. (2009 is niet meer hetzelfde als 1949. Mijn versie wordt 'sorry, hoor' ff flink geëdit.)

De drie vrienden


Er waren eens twee vrienden die een derde vonden. Omdat ze niemand in de hele wereld aardiger vonden, beloofden ze plechtig dat ze in één paleis zouden wonen, op één schip zouden varen en één gevecht zouden leveren met gelijke wapens.

Na drie maanden besloten ze op een zoektocht te gaan.

‘Wat zullen we gaan zoeken?’ vroegen ze elkaar.

De eerste zei: ‘Goud.’

De tweede zei: ‘Vrouwen.’

De derde zei: ‘Dat wat onvindbaar is.’

Ze waren het er allemaal over eens dat dit laatste het beste was, en zo gingen ze fraai uitgedost op stap. De eerste droeg duikkleding, de tweede een imkerspak en de derde een parachute.

De eerste vriend nam het schip mee en zocht onder water. Hij dook in rivieren, in plassen en in de Stille Oceaan, maar wat hij vond, niet dat wat onvindbaar is.

De tweede vriend zocht in alle bijenkasten van de wijde wereld, en in de paleistuin. Hij vond honing, veel honing, en één keer werd hij gestoken, op zijn linkerhand. Maar al wat hij vond, niet dat wat onvindbaar is.

De derde vriend zocht in de lucht. Hij vloog en sprong, vloog en sprong, maar al wat hij inademde en al wat hij zag, niet dat wat onvindbaar is.

Moe, boos en verdrietig kwamen ze weer terug in het paleis.

De eerste zei: ‘Jullie hebben niet goed gezocht.’

De tweede zei: ‘Eén van jullie heeft het gevonden, en houdt het voor zichzelf’.

De derde zei: ‘Ik heb toch liever goud en vrouwen, dan jullie als gezelschap.’

Ze zeiden nog veel meer, en steeds harder. Ze schreeuwden door elkaar. Hoe wijder hun monden open gingen, hoe dichter hun oren gingen zitten. Toen de zon weer opkwam waren ze alledrie hees. Ze fluisterden plechtig dat ze nooit meer in één paleis zouden wonen, op één schip zouden varen en dat één gevecht met gelijke wapens genoeg was geweest.

De verloren vriendschap bleef onvindbaar.

maandag 28 september 2009

Domweg gelukkig, vooral in de trein

Deadline woensdag aanstaande:
Verhalenwedstrijd Trouw ‘wortels’.

Deadline vrijdag aanstaande:
Herschrijven huiswerk poëzie week 3 ‘Ijskast’.
Herschrijven huiswerk poëzie week 4 ‘Dag’.
Alsnog doen huiswerk schrijftraining week 4 ‘Dialogen’.
Huiswerk poëzie week 5 ‘Kaart van mijn belevingswereld’.
Huiswerk schrijftraining week 5 ‘Scenes.’

zondag: beginnetje met kaart van de belevingswereld, een flink beginnetje.
maandag: dialogen geschreven.
dinsdag: 'dag' herschreven.
ook dinsdag: besloten niet aan verhalenwedstrijd Trouw mee te doen.
ook dinsdag: zakatlas van de belevingswereld in de tas gestopt, voor woensdag in de trein.

zondag 20 september 2009

Lettervreter

Ik lees alles. De verpakking van de handzeep, drie maal daags. Of vier keer, als ik vier keer naar het toilet ga. Reclames, naambordjes, krantenkoppen, vertrekstaten: alles waar mijn oog op valt wordt gelezen. Volstrekt ongemerkt, en even dwangmatig.

Ben ik nou de enige die ziet wat ik zie, op deze marsreclame? Beste mensen reclamemakers, In Succes Joris zit géén hoofdletter T, géén hoofdletter V, geen d en geen g.
Lettervreters.

Het is de dag (1)

Het is de dag voor nieuwe dingen. Het is de dag dat vooropgezet en bewust deze nieuwe dingen gedaan zullen gaan worden. Dat zet de handvol zintuigen op scherp. Op weg naar de nieuwe dingen komen er dus nieuwe dingen op mijn pad.

De sok voor de aanstaande jonge vader wil niet echt vlotten. Het einde van de zwangerschap wel, dus enige haast is geboden. Een hip jeansblauw geval met kabeltjes. Kabeltjes, hoe gingen die ook alweer? In de trein blijk ik een kabelnaald vergeten. Geen nood, ik improviseer wel wat. Twee steken achterhouden (of juist voor), twee steken gewoon breien, de achtergehouden steekjes weer proberen op te halen... Het wordt een fiasco.
Ik ken de man niet. Hoe erg vindt hij slordig gebreide sokken?

Twintig minuten overstaptijd is lang. Dit lijkt het moment om de vooroordelen van anderen over Starbucks (eindeloze rijen, vieze slappe koffie) te testen. De angst dat de veramerikanisering geen grenzen kent, zet ik even opzij.
Ik sluit achteraan aan. De enorme lijst met koffievarianten kan ik niet lezen. Geen nood, ik improviseer wel wat. Al halverwege de rij wordt mij (in mijn moers taal, godlof) gevraagd wat ik wil. Een espresso graag.
'Solo of doppio?'
Toe maar, gaan we duur doen? Ik wil wel een dubbele.
'Next call!', roept de bestelopneemster achter de kassajuffrouw langs. De man achter de bekers stapt naar achter om mijn bestelling te horen. Ik betaal, kom voor de man met de bekers te staan. Hij verwijst me door naar achteren. Ik doe twee stappen. Zie koffie langskomen die niet voor mij is.

De mevrouw van de sokkenwinkel op station Utrecht Centraal denkt met mij mee. Dun rietje, tandenstoker, iets stevig duns ronds? heeft ze dat voor mij? Ze graait in een la onder de toonbank. De paperclip is een vondst.

Het bekertje is cute, het dekseltje idem. Te laat las ik dat ik ook nog een 'extra strong shot' had kunnen vragen. Dat zou niet nodig zijn geweest. De koffie is meer dan goed.

Ik brei de eerste perfecte toeren en drink de zuivere koffie. Dit wordt een mooie dag.

dinsdag 15 september 2009

Lilly van Utrecht

zij zuigt jouw geur
tot eeuwige herinnering
vleit je neer
lekkende borsten
bloedende schoot
een naam
geeft zij jou mee

daar lig je
gewiegd door gras

zo gewenst
kind
voor een ander

Lilly



Op zondagmiddag 13 september is bij het ziekenhuis Diakonessesenhuis in Utrecht een baby te vondeling gelegd. Het meisje werd gevonden door twee voorbijgangers. Naar omstandigheden gaat het goed met de baby van een paar dagen oud, aldus de politie. Bij de baby werd een briefje gevonden, waaruit blijkt dat het meisje Lilly heet. In het briefje wordt verzocht goed voor haar te zorgen. De baby ligt in de couveuse. Wie de moeder is van het meisje is niet bekend.

zondag 13 september 2009

9/11

kom dan groot vliegtuig
boem
au
help vuur
joehoe ik spring

krak krak
plof
tadu tadu

rommel
blokken
doos

stofwolk

vliegtuig weg
pappa weg

***

(Jantine en Ina gaan de laatste tien minuten van de poëzieles even lekker los)

donderdag 10 september 2009

Sudderen

Voor moeders pappot werd de tijd genomen. Het sudderplaatje en de hooikist waren prominent aanwezig. De hooikist was overigens geen echte hooikist. Zodra de rijst kookte, ging mijn moeder op een holletje de trap op. De dekens van haar kant van het echtelijk bed werden teruggeslagen, de pan erin gezet, hoofdkussen erop en dekens er weer overheen. Als de groente en het vlees op het fornuis platgekookt waren, dan konden we aan tafel.

In mijn keuken zijn deze attributen niet meer te vinden. Blijkbaar ben ik meer van de gauw-gauw-gauw en/of vooral van het continue aandacht schenken aan dat wat ik aan het koken ben. Ik ben wel een mentale sudderaar. Geef mij een opdracht en ik laat het eerst een tijdje broeden. Als ik wil, of als ik moet, of als ik wil omdat het moet, dan knal ik eruit wat nodig is. Geen centje pijn. Meestal.

Het eerste huiswerk van de schrijversvakschool is binnen. Twee vakken, dus twee opdrachten. Deadline: zaterdagochtend kwart over zeven, want het moet in twaalfvoud mee de trein in. Zaterdag, dat is overmorgen. Al mijn eerdere huiswerk – toen ik nog cursussen volgde, en nog niet De Opleiding - ging moeiteloos. Al tijdens het verstrekken van de opdracht ontkiemde een ideetje, dat op dinsdag, uiterlijk woensdag, tot de eerste probeersels op papier leidde. Donderdag was het af, en doorgaans naar tevredenheid. Ik heb deze week nog niet veel meer op papier dan een achterkantje met wat krabbels.

Waarom gingen niet ook de groente en het vlees het bed in? Ik begrijp het nu pas. Twee sudderingen tegelijk; het werkt niet. Ik moet erbij blijven, het actief mijn volle aandacht schenken. Niks van ‘het komt vanzelf wel goed’. Zitten en schrijven moet ik willen. Gauw-gauw-gauw.

vrijdag 4 september 2009

De zaterdag voorbij


Morgen begin ik als student aan de Schrijversvakschool in Amsterdam. Voortaan start ook mijn zaterdag op het station. Van zeven tot zeven van huis, om getraind te worden in de schrijverij. Het eerste huiswerk is gemaakt. Ik popel.
Alle zaterdagen van huis zijn, dat betekent natuurlijk wat. Veel zaterdagse besognes moeten op een ander moment in de week of gewoon (?) niet. De markt is er ook op vrijdag. Cadeautjes kunnen ook op andere momenten gekocht. Weekendjes weg, dat wordt lastig, maar het zij zo. Ook deze opleiding heeft wel eens vakantie. Dan maar met de meute mee. De halfjaarlijkse zussendag gaat naar de zondag, onder licht (of hier niet gehoord) protest. De eerste zondag plannen is acuut een logistieke puzzel, maar de zussendag gaat niet verloren. Er wordt niet meer gesport op de zaterdag, dus er hoeft niet meer gereden. Boodschappen doen, kaarten sturen, boeken lezen, wassen vouwen, huiswerk overhoren: het kan allemaal op andere momenten, tussen het huiswerk maken door. Voor feestjes of films zal ik op zaterdag misschien niet alle puf meer hebben. Het voelt als een offer dat billijk is.

Er is maar één ding dat ik echt ga missen. De Tros Nieuwsshow, zaterdag van 8.30 tot 11.00 uur op Radio 1. Vaste luisterprik. Het eerste uur in een nog verder stil huis. Het laatste vaak onderweg naar de vuilstort, de boekhandel, de markt. Elk kwartier een actueel of actueel te maken onderwerp met een interessante gast. Veel kunst, veel wetenschap, en heel veel literatuur.
Ik ben dol op Mieke op de radio, Peter is ook zwaar okay. De combinatie is echt top. Ik mailde ooit zelfs naar Radio 1 toen het duo uit elkaar gerukt leek te zijn en we het moesten doen met Victor Deconinck (o gruwel! maar daarover niet hier). Gelukkig, Peter bleek slechts een sabbitacalletje te hebben.

Mijn nieuwe telefoon heeft een radio, met ontvangst tot in de rijdende trein. Hoera. Maar de boekbesprekingen (uitgerekend de boekbesprekingen!) zijn na tien uur te horen en dan zijn de lessen begonnen.
[Note to self: ik mag een dag vrij van school als mijn roman wordt besproken.]

Ik kan gaan leren podcasten. Maar da's toch niet het echte werk. Het is tot mij doorgedrongen: de zaterdag zal nooit meer hetzelfde zijn.

woensdag 2 september 2009

Goud van ooit


Uit een Zwitserse bak met koopjes nam ik een enkel bolletje garen van het merk Lang mee, type Thalja. Tachtig procent plastic en twintig procent wol, mohair nog wel. Met zo'n enkel bolletje doe je niet veel. En dus wordt het een vlaggetje. Het breit heerlijk. De blauwe mohair verdwijnt en verschijnt tegen een gouden achtergrond. Waar had ik eerder zo'n glimmend gouddraadje in handen?

De vraag komt een keertje in me op, en blijft onbeantwoord. Dan komt de vraag nog een keer, en nog een keer, en het begint te knagen. Ik wil het weten. Ik zal er achter komen.
Ik had eerder zo'n soort draadje in handen, lang geleden, maar wat was het? Iets uit mijn kindertijd? Van speelgoed? Een draadje om in het haar te doen? Nee, ik droeg nooit iets in mijn haar. Zat het aan een sleutelhanger? Er komt niets boven. Vlechten misschien, of die draadjes die een paar jaar geleden zo populair waren, dat skubidu? Nee, het voelt als langer geleden. Het was van plastic, het was dun, het was er. Ik weet het zeker. Maar wat?
Niet aan denken. Juist aan denken. Hoe voelde het? Een tikje rekbaar. Daar is opeens een clou. Wat ik zoek is een tikje rekbaar. Maar wat was het?
Het heeft de kleur van mijn Crocs. Exact de kleur van mijn crocs. Weet ik nu eindelijk waarom ik van mijn crocs houd? Nee, dit spoor loopt dood. Blijven denken. Ernaast denken. Op een zijspoor zetten. Voelen. Proeven. Wol proeven is niet fijn. Dit wolletje is tegengesteld aan wat ik zoek. Glad zoek ik, en ik moet voorzichtig zijn, want het is een beetje scherp. Waar komt dat inzicht vandaan? Maar wat het is, weet ik na een uur in de trein, breiend
("Kun je weet ik niet wat gaan doen in de trein, ga je breien!", riep mijn collega verbaasd uit. Ach ja, masturberen valt me net iets teveel uit de toon.)
nog steeds niet.

Ik heb vertrouwen in mijn hersens, maar spreek ze toch nog even toe. "Je weet het. Rustig maar, het zit ergens. Het komt er wel uit. Blijven denken. Dan komt het echt goed."

's Avonds op de bank, breien en denken. Het gaat komen, ik wil het. En daar is het, daar is het gewoon, alsof het er nooit niet is geweest. Iets van meer dan 16 jaar geleden. Het plastic goudkleurige platte reepje waarmee ik de wikkel van mijn pakjes Malborough Light haalde.

Een denkend hoofd. Overtuig me van groter genot.

dinsdag 1 september 2009

De chauffeur


Een parade van 18 auto's, kriskras op een grasveld geparkeerd. Elk voertuig is een theater. Publiek kiest welke voorstelling in welke auto('s) het wil bezoeken. Totale voorstelling: 45 minuten. Onderstaande monoloog heb ik een keer of 12 gespeeld.

[Chauffeur opent rechterachterportier. Anderen laten zichzelf in. C. neemt plaats achter het stuur. Monoloog richt zich tot persoon rechts achterin. Contact via achteruitkijkspiegel, een enkele blik achterom. De rit vangt aan. Veel stiltes. De chauffeur dult geen inmenging. Indien toch gereageerd wordt: nee, laat mij maar even vandaag of ik ben nog niet klaar of zeg maar niks, ik hoor het al]

U ziet er weer keurig uit.
Als ik zo vrij mag zijn.
Strak blauw voor zakenlui is zó 2008.
Deze outfit kleedt u goed af.
Succes verzekerd.

Wat u ruikt is polish.
Ik ben net even door de wasstraat geweest.
Volgetankt.

U weet zeker dat u geen stropdas wilt dragen vandaag?
U heeft wel een ontmoeting met mevrouw Jongerius.
Nou lijken die FNV-lui heel casual, maarre .... hè?
Ik maak zo wel even een omweg.
Mijn zwager heeft een uitstekende kledingzaak.

De afspraak met de minister was een succes, neem ik aan?
Heeft u die ijsbreker gebruikt die ik u meegaf?
Sexistische moppen doen het altijd goed bij mannelijke ministers.
O, uw vrouw belde.
Of ze de vakantie naar de Seychellen kon boeken.
Ik heb het afgezegd.
Daar vindt u niets aan.
Ze heeft trouwens in de gaten dat uw trouwbelofte, zal ik zeggen ... wat rékbaar is?
Als ik u mag adviseren, misschien moet u mevrouw Manon maar niet meer meenemen als er camera's zijn.
Ze valt toch op, hè, met die flinke jongens.

Ik heb een cadeautje voor uw vrouw gekocht.
't Zit in uw tas.
Geef het vanavond maar.
Tijdens Pauw en Witteman.

Als u uw mobiel zoekt, die heb ik bij me gestoken.
Uw vrouw belt me net te vaak, en net te vaak ongelegen.
U had een voicemail van ene Jan-Peter.
Heb ik gewist.
We hebben het veel te druk.

Waar was u toch zonder mij?
U mag me wel eens opslag geven.
Wat zeg ik, ik zou het zelf niet slecht doen als CEO.

Zo we zijn er.
Stropdassenwinkel.
Koop wat fatsoenlijks.
Groen staat je niet.
En nou d'r uit.

vrijdag 28 augustus 2009

Mattheus 19:26


Zonder afzender bij ons in de bus gedaan. Door een aardse helper van de Almachtige, naar wij vermoeden. In de met veel plakband weer dicht gemaakte envelop van de verjaarskaart voor de oudste zoon, die ruim twee maanden geleden verjaarde.
Niks is onmogelijk. Vertel ons wat. Je kunt dus een kaart krijgen die niet voor jou bestemd is, die open maken, twee maanden laten liggen en dan aan de rechtmatige eigenaar doen toekomen.
De jongste zoon is deze week met Grieks begonnen. De taal van (onder andere) het nieuwe testament. Ook voor hem zat er een quote bij: God is de alfa en omega het begin en het einde.
De achterkant van het notitieblaadje biedt nog meer. Als een lekkende kraan nog een citaat: Jezus is de heelmeester. Neem Hem aan en eeuwig leven is gegarandeerd.

Het meest intrigeert me de 4 in Sorry 4 het openmaken. Het handschrift suggereert een ouder iemand, maar deze sms-taal ertussen? All things are possible!

dinsdag 18 augustus 2009

Wakker in een vreemde wereld


Het nog niet ontdekte Umbri-volk leeft uit de zon. De zon wordt als de duivel beschouwd, met de maan als zijn nachtelijke kwaadaardige maatje. De wezenlijke zaken in het leven spelen zich in het donker af: eten, spelen, vrijen.
Bij daglicht valt de Umbri-man of –vrouw positief op door een lichte huidskleur. De lelieblanke neus is het ultieme schoonheidsideaal. Ter bescherming dragen velen dan ook een neuskap. Het ontwijken van zonlicht brengt de Engelse ziekte met zich mee, al zal het op hun eiland niet zo heten, want waar wij hen niet kennen, zullen zij onbekend zijn met de Engelsen. Een stevige wandelstok is dan ook een noodzakelijk attribuut. Volwassen is men zodra het gezichtsteken is toegebracht. De inkeping in het gelaat wordt bewust tot hevig pussen en etteren gebracht, zodat een levenslang litteken gewaarborgd is. Aan dit teken herkent men elkaar in de donkerte.

De opdracht van de eerste buitenkunstdag luidde:
Verzin een onontdekt volk met eigen gebruiken. Tot zover geen probleem. Maar dan: Geef vorm aan de specifieke gebruiksvoorwerpen/kledingstukken/rituelen van het volk. Materiaal vrij.

Mensen met weinig ervaring in de beeldende kunst vallen op doordat ze figuratief werken en veel, te veel, oog voor detail hebben, vertelde een kunstgenoot mij later in de week. Ik ben een wandelend voorbeeld. Waar de rest van de ruim twintig mensen met gips en klei en stukken touw driftig aan de slag gingen, en tot onbegrijpelijk fraaie voorwerpen kwamen, knutselde ik een niet te herkennen neuswarmer. Die vervolgens weigerde te blijven zitten op het stuk karton. Een stuk karton dat ik met gevaar voor al mijn vingers met een afbrekend mesje in een gezichtsvorm had gehakt. Waarom weigert lijm bij mij zijn functie te vervullen? Tot na de lunch trok ik de vellen alleslijm (ha!) van mijn handen. De feedback van de meester was mild maar genadeloos. Waar dat touw voor diende? Ja, hallo, het ding moet toch opgehangen worden? Ik zou misschien nog iets met twee handen kunnen doen? Eéntje dan, vooruit. Die omkrulde als was het sigarettenvloei. De rest van de middag vermeed ik de meester. Ik schuilde achter de bomen, spoelde eindeloos de kwasten, en zeulde ver voor sluitingstijd de banken weer terug naar de grote tent.

Ik was weer terug in 1969. Ik wist het toen nog niet, maar ik smachtte naar het woord. Letters in rij en gelid, verhalen vormend. Voor mij, door mij. Maar ik moest mijn duim diep in een homp weerbarstige klei drukken. Ik moest kuikentjes prikken, zwarte pietjes uit wc-rollen toveren, kleurpotloden slijpen. Het werd mijn wereld niet. Ik vond dat ik het echt probeerde, maar de frustratie van het niet begrijpen en niet begrepen worden was groot. In de hoek moeten staan omdat je naast je lijmmatje hebt gelijmd, of omdat je efficiënt in één rats het kuikentje met de prikpen uit het karton snijdt, mijn dysknutselarie werd niet erkend.

Veertig jaar later en ik deed nog een keer een poging. Een pinguin in de Sahara ben ik. Hier wordt geen grens verlegd.

zondag 16 augustus 2009

Ajax is een schoonmaakmiddel

We schreven volgens de methode van de writing machine. Vijf minuten non stop schrijven. Pen op het papier en niet meer loslaten. Schrijven wat in je opkomt. Desnoods vult het blad zich met bla bla bla ik weet niks meer wat schijnt de zon fel.
Ter inspiratie hadden we onze handen, neus, ogen en oren gebruikt aan/in/met een keur aan schoonmaakmiddelen. In de originele verpakking, overgegoten in bakjes, aangevreten door gebruik, afwasborstels, vuilniszak, brillo-sponsje. Hoe ruikt het? Wat komt in me op?

Mijn resultaat was een litanie tegen het 020-clubje. Over de teleurstelling die je kunt voelen als een nieuw verworven kennis voor die club is. Over het verraad van zussen die met Amsterdammers trouwden. 's Avonds mocht ik presenteren. Om kwart over tien in het donker nog even mogen schreeuwen, na bijdragen van anderen, mono- en dialoog over huidschilfers onder nagels, menstruatiebroekjes en kieteldood: het was weer niet uit te leggen bijzonder.

Alleen op reis krijgt eigen rituelen. In het donker van de tent speel ik dat ene dagelijkse potje Snake op de computer, en vraag ik met mijn fossiele mobieltje het laatste nieuws op. Nog nagenietend van de beleving op het toneel van graszoden lees ik:
NIEUWS: Politie zet ongeveer 100 Ajax-supporters stad uit wegens wangedrag. Voetbalfans zouden zich hele avond hebben misdragen.

zaterdag 15 augustus 2009

Week 160

Jaren ben ik onderzoeker geweest. Deze methode is nieuw voor me. Een groep mensen die de hele week samen is geweest, maar elke dag diverse workshops heeft gevolgd, in retrospectief aan laten geven welke dag men waar mee bezig was. Eigenlijk moesten we heel stil zijn.

Het zou geen buitenkunst zijn als het ook geen kunstproject was. Of we stil wilden zijn (dus) en zo veel mogelijk wilden filmen. Hierbij mijn resultaat. De rest is op Youtube te bekijken. Ook vanaf de tribune.

't Voelde bijzonder onvolwassen om vanmorgen te lopen janken over de zandpaden. Tant pis. Volgend jaar ga ik twee weken.

woensdag 5 augustus 2009

Van het één ...


'Ik dacht eigenlijk aan de andere wand.'
'Niet tegen de buitenmuur? Okay, kan ook.'

De drievoudige boekenkast moet verkleind tot een tweeledige, of een enkele. Die megacactus in de hoek verplaatsen we naar de erker. Dat moet samen, en met behulp van een sjaal om het gevaarte, om niet geprikt te worden. Vader en zoon klaren de klus. Boeken sjouwen, heel veel boeken sjouwen. En CD's, heel veel CD's. De oudste ruimt vast wat behangsnippers van zijn kamer, daar gaan we morgen wel weer verder. De moeder begint aan haar kasten 'Engels'. Er moet ruimte komen voor de nieuwe schoolboeken. Overal wordt oud stof bruut van de plaats gezogen en geveegd. Nu we toch bezig zijn, dan ook maar die muur even sausen? Haha.

Drie keer op en neer naar Albert Heijn voor dozen. Mag de Wuppie weg? Ogen dicht en naar de container. Met skatebeschermers voor peuters, met sjaals uit de jaren tachtig, met een ooit mooie doos van een kerstpakket. De boeken stapelen zich op. Sommige mogen naar zolder.

'Mag dit semi-antieke krukje weg?'
'Van mij wel.'
'O. Ik zet hem nog wel even hier neer.'

Dan is de wand bloot en spreken we serieus over de lelijkheid van het bouwbehang. Gebroken wit? Even gauwgauw, later voor het echie? Maar tja, dan moeten we echt nieuwe gordijnen, want die steken dan nog viezerder af. Mams naar de Hema. Vijf weken levertijd, maar ze komen, de gordijnen. Thuis zakt die ene overgebleven kast tot een griezelige ruit. De Gamma levert genoeg verf en afdekfolie.

Waar eindigt dit?

Voor de lezer interessanter: waar begon dit? Dat weten we. Vrijdag komt-ie: 1 meter 48 breed, die niet op de tocht mag, en een sieraad in je kamer moet zijn. De piano.

(De jongste heeft oorontsteking en mag doen waar hij zin in heeft. "Stop eens!" commandeert hij. De vader staat stil. "Is hetgeen ik waarneem niet slechts licht, en dus geen materie? Kun je in werkelijkheid niet al 5000 kilometer verderop zijn?" "Jazeker", zegt de vader, "of al jaren dood".)

zaterdag 18 juli 2009

Terra cognita

Roger Federer is het eerste dat in me op komt. Aangeharkte openbare ruimte. Een straat in Lugano waar ik van had durven eten. Plastic sandaaltjes waarop ik door de sneeuw liep, 28 jaar geleden. De wolwinkel, door velen drie suisjes genoemd. Een grote klok, in Bern, op een rare straathoek. Een vieze zielige beer in een kuil. Het is het land waarheen de Von Trapps vluchten, de jongste op de rug van de vader. Chocola natuurlijk! Milka. Toblerone ook? Het land van vier talen. Van het nog nooit bewust gehoorde Retroromaans. Van een vignet om doorheen te mogen rijden. Van best dichtbij, in vergelijking met Italië of Zuid-Frankrijk. Ik weet dat er de hoogste bergen en de zuiverste lucht zijn. Dat er de prachtigste treintochten te maken zijn. Dat er gletschers zijn, waar ik niet op ga. Die snoepjes met al die kruiden op de verpakking, en raclette, kaasfondue en Werther's echte. Ik weet nog van een pension met gasten die binnen een paar dagen namen droegen als Claudius, en De Schommelstoel. Van een veldboeket, geplukt voor haar 47ste verjaardag.
We keren terug. Nieuwe herinneringen ophalen.

donderdag 16 juli 2009

woensdag 15 juli 2009

Vanitas vanitatum

Mijn hobby’s beleef ik passievol, en tijdelijk. Op het moment van het naderend hoogtepunt van de hobby zul je bij mij geen gehoor vinden dat deze hobby ooit niet meer zo’n grote hobby zal zijn. Toch dooft de liefde, vroeg of laat. Om plaats te maken voor een prachtige nieuwe Hobby.
Zo startte ik als één van de eerste in Nederland met bookcrossing. Mijn startpagina was het Nederlandse forum. Er ging geen week voorbij of ik liet wel één of twee boeken los. Broches maken, heb ik ook gedaan. Knippen en plastificeren. Wekenlang niets anders. Ik leerde nieuwe instrumenten spelen: trompet, hobo. Na een tijd of tijdje doofde de liefde, of kwam er een baby tussen. Ik kan zo nog zeker tien voorbeelden (drie dan: fitnessen, postcrossing, webloggen.) Alles is ijdel.
Eén van de geneugten van een Grote Hobby zijn de spullen die ervoor nodig zijn. Dat schaartje met die perfecte scherpe punt, alle werktuigen om zelf hoborieten te snijden, een kaartenmolen.
Op dit moment beleef ik een hyperbreiperiode. En net als altijd kan ik me niet voorstellen dat ook dit zal verflauwen, of zelfs stil zal komen te liggen. Dan is weer een deel van het overvolle huis voller geworden: met een zak vol resten wol, en naalden (met knop, dubbelpuntige, rondbreiers, bamboo).

Zonder veel zelftherapie accepteer ik mijn tijdelijke passies en de ontrouw die er op volgt. Ik heb maar één vraag: wat zullen de volgende Hobby’s worden? Dat ik opsta met een warme gedachte: Hoera! Ik mag weer …. Of dat ik een stedentripje maak en allerlei winkels afloop op weg naar: … Of dat er een verjaardag is en ik niet over mijn werk praat, maar natuurlijk over: ….

Pianospelen?
Italiaans?
Vliegeren?
Borduren?
Boekbinden?
Darts?

zondag 12 juli 2009

Praise the Lord

Ik kan me niet herinneren dat ik het eerder heb gedaan. Gewoon naar Leicester Square, zeggen wat je wilt en met een kaartje de deur uit lopen. The feel good event of the year riepen alle reclamebordjes langs de metroroltrappen me toe. Dat trok me. Lion King en zo nog een vijftal overbekende trekken vooral niet, moet ik zeggen.
't Is nog een hele happening, zo'n musical. Mien uit Assen en Jan met de pet uit Frankrijk, Duitsland, Nederland en vooral Amerika (US of I presume) zijn breed vertegenwoordigd. Ik probeerde mijn omgeving te blokken en mijn aandacht op het toneel gevestigd te houden. Op rij U, als ik goed tel rij 21, nog best een opgave. Het licht was fantastisch, het zingen meer dan okay, de verhaallijn zuigt, maar op die slak moetje geen zout leggen. Ik miste de actualiteit - waarom deed geen van de dansers/zingers nou even een moonwalk?

In het programmaboekje gaan de advertenties ervan uit dat je nu toch minstens óf in de Heer geraakt bent óf meer gospel wil horen. Dat laatste altijd, Heer, altijd. We can go to heaven. Tenzij daar ritmisch meegeklapt wordt door Mien en Jan.

zaterdag 11 juli 2009

Shop till you drop (2)


Eén van de aantrekkelijke kanten van London is dat het allemaal van die grappige kleine dorpjes aan elkaar zijn. Een soort zevenoog, of zo je smakelijker vindt, een margrietwiel - een brood dat we twintig jaar geleden op zaterdagochtend op de Nobelstraat in Utrecht kochten.

Ik metro'de en buste vandaag naar Putney en naar Angel. Zeven uur op de voeten met zo nu en dan even op het pluche zitten. Mijn teennagels zijn spontaan alle het vlees in gekruld, de kuiten geïmplodeerd en de rug een wrak, maar wat was het weer heerlijk, dat rondsjouwen. In volstrekt eigen tempo naar volstrekt eigen bestemmingen. (Had ik al verteld dat in Putney en Angel leuke wolwinkeltjes zijn?) En net als je denkt niet gelukkiger te kunnen worden, met een flinterdunne drizzle op mijn coupe dix doigts, kom ik een afgelegen Waterstones tegen en zijn de cadeautjes voor de zonen ook binnen.

En dan moet mijn 'feel good experience of the year' nog komen!

vrijdag 10 juli 2009

Met stip in de top 3 van lekker toetjes


White chocolate and ginger cheesecake served with a chilli toffee ginger sauce. Werkelijk onovertroffen. Stom genoeg had ik geen fototoestel bij me, maar het internet staat weer voor niets. Nooit geweten dat gember zo lekker kon zijn. Ik heb uitgebreid de complimenten gedaan. Niet echt nodig, want het was bij Wagamama, een keten, en dus overal dezelfde kaart.
Toen ik een minuut later de handenblower in het toilet gebruikte ging een loeihard alarm af. Ergens was brand. We stoven gedisciplineerd naar buiten. Ik was blij voor de bediening dat ik in ieder geval al betaald had.

In dit geval een kam


Je vergeet altijd wel iets mee te nemen.

Shop till you drop



Zaterdagmorgen had ik voor het shoppen bedacht. Met een plotseling vrije vrijdagmiddag waren de winkels te verleidelijk. Waterstones en die ene wolwinkel, door de Londense Stitch 'n Bitches hartelijk aangeraden. Morgen ga ik echt los. Dit is nog maar een beginnetje :-)

Nee heb je


Het is natuurlijk een flinke gok. Vorig najaar reisde ik naar Hummlebaek voor de overzichtstentoonstelling van Per Kirkeby in één van de mooiste musea die ik ken. Dezelfde tentoonstelling zou gaan reizen, en als eerste naar Tate Modern in London. Dat wilde ik wel weer zien. Achteraf luidt de wijsheid: dat kan alleen maar tegenvallen.
In oplopende volgorde van erg:
3. Er waren in slechts twee van de elf zalen bankjes. Toen ik voor één van de doeken op de grond ging zitten, werd mij verzocht om te gaan staan. Mijn 'no thanks' werd gelukkig wel geaccepteerd. De bankjes in de zalen 3 en 11 waren knullig geplaatst. Op geen enkele manier kan je recht voor een schilderij gaan zitten.
2. De bankjes waren er al een teken van, maar het geldt ook voor de rest van de tentoonstelling: het geheel was liefdeloos ingericht. De teksten zakelijk en summier, een oersimpele chronologische indeling, zonder enige motivatie. Het licht was goed en de verdeling over de muren aardig, meer lovends kan ik er niet over zeggen.
1. Maar het ergste was natuurlijk dat de tentoonstelling niet compleet was. Knippen in een overzichtstentoonstelling, dat kan alleen maar garant staan voor een debacle. Ik miste niet alleen mijn lievelingswerk (zie boven), maar kreeg nu iets voorgeschoteld dat ik met Grote Stappen Snel Thuis zou willen kenmerken.

Op zich wordt dit allemaal goedgemaakt door de rest van het museum, de onvolprezen museumshops (meervoud!), de wandeling over de northbank en de mileniumbridge er naar toe, en het nog steeds heerlijke wandelweer toen ik - uren eerder dan ik had verwacht - weer naar buiten kwam.Maar een beetje jammer was het wel.

Ramptoerist


Ik had al heel wat sirenes gehoord terwijl ik etage 5 t/m 1 van Waterstones snoot. Buiten zag ik waarom. Pikzwarte wolken kwamen voorbij drijven. Daar was ergens een megafik! Ik heb vijf minuten de ramptoerist uitgehangen, een fotootje gemaakt en ben toen maar weer doorgelopen, mijn eigen heilige vuur achterna.
In de wolwinkel kwam de buurman van yogawinkel de eigenaresse informeren. Een kantorenblok aan Dean street, had hij horen zeggen.

De o ja experiences

Vanmorgen, straks, na het ontbijt, het hoogtepunt van mijn reis. In ieder geval het doel waarom ik hier ben gekomen. De tentoonstelling van Per Kirkeby bezoeken in Tate Modern. Eenmaal in London zou ik het vergeten en bedenk ik: ik had ook moeten gaan als er helemaal geen tentoonstelling is. Wat een heerlijke stad is het toch. Twee aha-erlebnissen:


The underground, what a place to be. Ze zouden me vier dagen in het systeem mogen opsluiten. Ik reed al weer op the Circle, the Hammersmith, the Central en de Metropolitan line. Die laatste per ongeluk (O, wacht even, verkeerde kant op - geloof ik ...), maar dat geeft helemaal niks. Geen haast hebben en je laten leiden.

Om het hoekje van het hotel zit een supermarktje. Open van 7 uur 's ochtends tot 11 uur 's avonds. Vet handig. Dus moeten er crisps. De prawn flavour was op, maar ik kwam naar buiten met de onion&cheddar en de niet te versmaden thaise variant. With real ingredients!

donderdag 9 juli 2009

Stitch'n Bitch London




Zo zit je in hartje Zutphen temidden van mede-breisters en zo zit je twee avonden later in hartje London. Deze dames, gemiddeld zo'n 30 maar liefst, komen elke week op een andere plek bijeen. Wel altijd dicht bij een metrostation. Ahum, 't is maar wat je dichtbij noemt, tien minuten lopen. Gelukkig zijn alle Engelsen die ik de weg vraag overvriendelijk en brengen me tot aan de tafel van het café.

De overeenkomsten zijn groter dan de verschillen: we voelen aan elkaars garen, we bewonderen elk individueel product, we praten over andere hobbies, over maffe patroontjes, over onze mannen die gelukkig hele dure hobbies hebben (dat laatste was dan niet mijn onderwerp).

Mijn manier van breien wordt 'throwing' genoemd. Highly inefficient noem ik het. Ik word niet tegengesproken.

Dan zie ik een Noord-Londense (maar ze hoeft maar 5 kwartier in de bus te zitten, hoor) een sok breien. Is dat niet ....? En ja hoor, van de 12.000 sokkenpatronen die op Ravelry staan kozen Iris in ik dezelfde:


The cupboard under the stairs


Altijd fijn, alleen reizende gasten. Zo raak je als hotel je minikamertjes aan het einde van de gang nog eens verhuurd. Maar de ramen kunnen open en de badkamer is bijna nog groter dan de ruimte met het erg korte bed.

You cannot go wrong, zei de vriendelijke jongen bij het inchecken, toen ik naar het internet op de kamers informeerde. 't Is nog waar ook!

Alleen reizen geeft een heerlijk globetrotterig gevoel. In een paar uur door vier landen! De baas van de trein naar Brussel sprak haar mededelingen zelfs in vijf talen: Nederlands, Frans, Duits, Engels en als toetje Vlaams. De Fransen hebben geen eigen woord voor pickpockéts, maar de Vlamingen een prachtige: gauwdieven.

Ik kocht al een kaart voor drie dagen onbeperkt metro, tot ver buiten de stadsgrenzen. Helemaal niet nodig, maar 't voelt heerlijk, al die onnodige mogelijkheden. Even langs King's Cross, voor het gevoel ook nog naar Hogwarts af te kunnen reizen.

Het onderweg gelezen boek (de eerste helft) is aantrekkelijk. Een citaatje van pagina 37:
Later that night, she said,'Talk to me in Dutch', and I did. 'Lekker stuk van me' . I growled. 'On second thoughts,' she said, 'don't talk to me in Dutch'.

London by the hour


Ik beken: ik twitter nog niet.
Maar het thuisfront wil wel op de hoogte gehouden worden van mijn doen in Londen. De mobiel is een vrijwel onverwoestbare Nokia uit de vorige eeuw. Het 'vrijwel' komt langzaam in beeld. Laat het hotel nou gratis internet toegang hebben, op alle kamers!
Houd me hier in de gaten, de komende dagen, en reis met me mee.

zondag 5 juli 2009

Van de appel, de boom, en een mislukt beest


Ik kom uit de tijd dat de meisjes handwerken kregen en de jongens handenarbeid. Ik stuntelde wat in de rondte met haaknaalden en merklappen, terwijl ik de jongens bezig hoorde met zaag en hamer. Op de middelbare school was iedereen weer gelijk, maar toch niet helemaal. De jongens moesten een robot knutselen. De meisjes een pop. Ik leverde mijn gebreide meterlange pop in die ik op de lager school nog gemaakt had. Daarna moest er een tekkel gefiguurzaagd, en daartoe kregen we maximaal tien figuurzaagjes van school. Was je dan nog bezig met zaagjes laten breken, dan moets je vijf cent per zaagje betalen. Toen de tekkel klaar was moest ik ƒ3,95 afrekenen.
Toen ik aan moest geven in welke tweede klas ik graag geplaatst wou willen worden kruiste ik gymnasium aan en motiveerde dit met omdat je dan geen tekenen en handenarbeid meer hebt.
De oudste gaat met vooral zevens en achten, en zelfs met negens, over naar de vierde klas van het gymnasium. Veel geleerd heeft hij niet, bekent hij nu, nu alles achter de rug is. Er was wel iets met klei die niet deugde en een beest dat eigenschappen moest hebben maar dan anders. Zijn prachtige lijst wordt gesierd ontsierd met een 5 voor handvaardigheid.

De jongste stond voor de onmogelijke opgaven in de laatste drie maanden meer onvoldoendes weg te werken dan zijn hand vingers telt. Voortschrijdende gemiddeldes, ook dat nog. Veel buikpijn leverde wiskunde op, en latijn. En ook frans, en nederlands. Eigenlijk alle vakken wel (behalve engels, zal hij nu willen dat ik schrijf). Maar de meeste buikpijn leverde handvaardigheid. Nog in de laatste weken moest er een mislukt beest worden gepapiermasjeet. We helpen hem met het logboek. Dan blijkt dat het mislukt beest een creatie van Niki de Saint Phalle zou moeten voorstellen. Dankzij postcrossing heb ik wat kaarten die de collage kunnen sieren. Die vallen bij juf goed in de smaak. Maar het beest blijft mislukt.
Frans en latijn worden stralend opgehaald, alle magere zesjes worden overtuigender. (Engels blijft geweldig.) Wiskunde net niet, maar niet erg. Resteert handvaardigheid. Anno 2009 mag je over met een 4 voor handvaardigheid.

zondag 28 juni 2009

Precies wat je wilt

De zoon groeit als een asperge. De eerste huiswerkvrije dag gaat hij met z'n moeder t-shirts kopen, en een broek, en schoenen. De toffe jongemensenwinkel het eerst. De zoon loopt als in een museum rond. Een niet al te interessant museum, waar je de kaartjes niet gaat lezen. De moeder wil actie, en kopen. Vind je dit een leuk shirt? En deze? Kijk, deze 'ns? Deze dan? Welke kleuren wil je eigenlijk? Maakt het je nog wat uit, v-nek of zo'n rondje hals? Nee, nee, neuh, nee, weet niet, weet niet. Meer krijgt ze niet uit 'm. Wellicht uit medelijden met de moeder gaat hij akkoord met één exemplaar.

De schoenenwinkel dan. Twee scholieren sloffen als nep-verkopers op hun All Stars door de zaak. Hebben jullie deze kleur, maar dan een maat groter? vraagt de zoon, na slechts één aanmoediging, terwijl hij zijn broekspijp optilt. Die hebben ze niet, wel een ander soort grijs en die is dan anderhalve maat groter. Hij past en even later lopen ze met de aankoop aan beide voeten de deur uit. Dit vind ik een fijne winkel, zegt de zoon, er staat lekker weinig in, maar ze hebben precies wat je wilt.

zaterdag 27 juni 2009

Thriller

Ik zou misschien nog tijden niet aan hem gedacht hebben, of misschien wel nooit meer, ware het niet dat Michael Jackson gisteren overleed.
We woonden in hetzelfde studentenhuis. Ik was de jongste, Koen drie jaar ouder en de op een na jongste. Hij vond zichzelf stoer, woest aantrekkelijk en een echte bèta. Zijn studie scheikunde kon niet voorkomen dat er weinig (lees: geen) chemie tussen ons was. Hij droeg strakke truitjes met V-nek. Zijn vriendin was een half hoofd groter dan hij al lang was. Over de daad sprak hij in sporttermen. Daar moest hard bij gewerkt, en flink bij gezweet worden.
Hij was de grootste fan van Michael Jackson die ik kende. Al weken praatte hij in de gemeenschappelijke keuken over niets anders dan het aankomende album. Het zou alle records gaan breken. Hij had al wat voorproefjes ergens mogen horen (want superstoere mannen hebben connecties in the states?) en het was in één woord geweldig.
Wij jonkies woonden beiden aan de noordkant van de flat, hij één of twee hokjes naast mij. Vanaf tel één stond Thriller op hard. Ik heb wekenlang niets anders gehoord. De eerlijkheid gebied me te zeggen, ik vond het niet eens onaardig, en in een poging tot conversatie zal ik dat hem verteld hebben.
Stond hij daarom opeens voor mijn deur en in één stap in het smalle halletjes tussen natte cel, inbouwkasten en deur naar mijn kamer? Zijn zwarte haar had die net iets te zorgvuldige volle coupe. De aftershavelucht was overweldigend.
Zijn sleutel lag op zijn kamer. Of hij even via mijn balkon naar de zijne over mocht stappen.
 

blogger templates | Make Money Online