vrijdag 30 november 2007

Ik heb een boek geschreven

Ik ben bevallen. Zo voelt het. Mijn kind ligt hier voor me op tafel. Een roman met de titel Tot hier, 233 pagina's.
Op de achterkant zou kunnen komen te staan:
Als zijn vader overlijdt ziet Tam eindelijk kans uit zijn ouderlijk huis te ontsnappen. Anderen zullen nu de zorg voor zijn fobische moeder op zich moeten nemen.
Ik kan de 50.000 woorden, die tot stand zijn gekomen in de trein, 's avonds laat en tussendoor, hier al beginnen af te kraken. Verhalenlijnen die onnavolgbaar zijn, talloze typfouten en rare zinnen beginnen me nu al onzeker te maken. Maar daar ga ik me niet aan overgeven.
Trots heeft nu de overhand. Besluit ik.
De handleiding van het onvolprezen Nanowrimo, de site zonder welke ik dit project nooit tot een goed einde had gebracht, zegt nu het volgende:
Laten liggen, je kind. Minstens een maand. Dan weer eens lezen. Ben ik dan nog blij? Dan kan het omwerken tot een publiceerbaar boek beginnen. Dat kost een jaar werk.
Ondertussen geldt wat mij betreft: voor bezoek graag even bellen.

donderdag 29 november 2007

Hoor wie versiert daar

Ik ben dit kalenderjaar meer ziek geweest dan ik me van welk jaar dan ook kan herinneren. Fikse verkoudheden met keelellende, daar blijft het gelukkig toe beperkt. Deze slappe vaatdoek waagde weer een paar stapjes buiten vandaag. Om tot de conclusie te komen dat het nationale versierdag was. De nog niet gevulde tekstballonnen hangen weer in de winkelstraten, de bomen op de Brink zijn bekleed met lampjes, het winkelcentrum op de hoek heeft de glimmende sneeuwkristallen weer van stal gehaald. Ik begin te snakken naar het einde. Van dit jaar, dan.

zondag 25 november 2007

Eindsprint


Is er al een term bedacht voor een stapel deadlines? En voor zelfopgelegde stress? En voor een stapel deadlines van zelfopgelegde stress?
De national novel writing month nadert z'n voltooiing. En dus zo ook mijn boek. Nog vijf dagen en 7.500 woorden te gaan. Het zou moeten kunnen. Dinsdag en vrijdag zijn werkvrije dagen deze week. Nu nog zorgen dat het plot tegen die tijd verzonnen is en niet een minder aantal woorden behoeft.
De toneelmeester geeft ook huiswerk. Het was deze week niet simpel om van de proza-modus in een toneel-tekst te schieten. Ik moet maar tevreden zijn met dat ik nog iets bedacht heb, ook al zegt de gewaardeerde huisgenoot 'mmm, beetje John Lanting'.
En dan hebben we nog de Sint. Komend weekend mag dit gezin een surpriezetje of acht opleveren. O ja, en de kerst? Ik had gedacht een blijspel in 13 bedrijven te maken. Voor de gezelligheid. En laat de gasten zelf maar geen dinergangen meenemen. Dat levert zo'n gedoe op.

vrijdag 23 november 2007

Ik was toch 19 jaar lid van die club

Tegen de tijd dat mijn kinderwens daar was, bestond de dienstplicht niet meer. Ik kon veilig gaan baren, zelfs zonen. Nog geen paar weken wist ik zwanger te zijn of er schoven nieuwe donkere wolken boven de opvoeding van het ongeboren kind. Het was 1993 en we luisterden nog wat naar de radio voor het slapen gaan. Het radiojournaal meldde de invoering van basisvorming. Ik raakte in paniek. Ook voor mij is kansen bieden aan een ieder een groot goed. Dat te bewerkstelligen door iedereen tot z'n zestiende in dezelfde klas te laten zitten is een gotspe. Nog voelde ik de geestelijke ruimte toen ik eindelijk de brugklas achter me kon laten.

[Terwijl ik dit zit te schrijven zit de jongste, groep 8, zijn veters te strikken. En vragen te stellen.
"Hoe wordt de grootste satelliet die om de aarde draait genoemd?"
Een strikvraag tijdens het veteren.
"De maan?"
Hij kijkt waarderend op.
"Bij mij in de klas zeggen ze dan 'Ja, hoe moet ik dat weetuh!'"]

Ik zocht Jeroens ogen en zag ik in zijn hoofd ook menig doemscenario rondspoken. Het idee viel ons tegelijk in. Onze gezichten kwamen tot rust. "Zwitserland" knikten we naar elkaar en konden rustig gaan slapen.

Het liep gelukkig zo'n vaart niet. Althans, hoeveel in de loop der tijden kapot is gemaakt mag op dit moment een commissie uitzoeken. Mijn kinderen lijken de polonaise te ontspringen. Gisteren brak er een wilde staking uit op de middelbare school van de oudste. Het aantal uren, 1040 per jaar, zou véél te veel zijn. Mijn zoon deed niet mee.

dinsdag 20 november 2007

Ein Schluck Erde

Jeroen was in Berlijn en nam chocolade mee terug. Hij is dol op 't spul. Hoe donkerder hoe beter. De donkerste stukken van de grootgrutter, met 70% cacaomassa, liggen standaard op voorraad in onze keukenkast. Voor het vervolg van dit verhaal is het misschien aardig om te weten dat - naar Europese maatstaven - chocola met minstens 35% cacaobestanddelen al puur mag heten.
Hij ging naar Berlijn en kwam terug met een stuk van 85% en eentje van maar liefst 99%.
Dit bleek kost voor gevorderden. De Edelbitter Extra Kräftig komt met een Verorberhandleiding. Opbouwen is het sleutelwoord. Goede koffie zetten, er lekker voor gaan zitten en genieten maar.
Begin met een stuk van 70%. Niet te grote happen. Langzaam op de tong laten smelten. De rijkelijk aanwezige bittere en vruchtentonen mengen zich aangenaam met het zoet (naar alle waarschijnlijkheid de overige 30 procent). Nog een slok koffie. Dit kennen we. Dit is lekker. We zijn klaar voor de tweede ronde.
We vallen aan op de stukjes 85%, door de gulle gever in blokjes van twee vierkante centimeter gebroken. We laten smelten, laten de tong rollen, smakken lichtjes. We lezen elkaars gezichten af. Was dit okay? Ja, zijn we geneigd te zeggen. Stevig, zeker. En zou een glaasje water naast de koffie misschien een goed idee zijn? We oordelen dat deze chocola zeker grote liefhebbers moet kennen.
Dan de sprong naar het grote onbekende. Op het derde schoteltje liggen flintertjes van het zwaarste spul. De gouden binnenwikkel ligt voor ons op tafel. We voelen ons Sjakie die de fabrieksgeheimen krijgt onthuld. Een schema, op het goudpapier gedrukt, bereidt ons voor op de aankomende smaaksensatie. De zuurgraad zou bij aanvang heel hoog zijn. Dan gaan zich vruchten en bitter laten proeven en cacao, in stijgende, stijl stijgende lijn.
Een eerste communiegang kan nauwelijks plechtiger zijn. We bedienen onze tongpunt. De tong wordt al snel alle bewegingsruimte ontnomen. We bollen de wangen om niet teveel te hoeven proeven. Het is alsof ik een hap aarde heb genomen. Ik breng met moeite mijn tong naar buiten en pak het stukje van mijn tong. Ik gooi het in de afvalbak en spoel mijn mond nog lang, lang na.

zondag 18 november 2007

En dat is zeven

We werden ingedeeld bij Ravenklauw. De sorteerhoed, hier van het type Amerikaanse tapdans, had gezwegen, maar de parttime-heks was onverbiddellijk. Pelle in ik overlegden en vonden dat het geen ramp was. Tien voor twaalf en wij hoorden bij de laatsten die in de winkel werden toegelaten. We stommelden in het halfduister via de kinderafdeling naar achter in de winkel om toch nog een goed plekje te hebben op de omfloerste stem van boven.
De theatermaker uit het dorp had z'n best gedaan op een heuse Harry Potter Quiz. Helaas voor ons. Ik heb hem wel eens geslaagdere voorstellingen zien en horen geven. Ruim 150 mensen die hun bedgang uitstellen of onderbreken, aangenomen mag toch worden dat dit types zijn die deel één tot en met zes zo niet uit het hoofd kennen, dan toch minstens gelezen hebben.
"Woont Harry bij de familie Ellendeling of de familie Duffeling?" Het publiek stak als één man het juiste papiertje omhoog. "Heet de huiself Tubby of Dobby?" Dat niveau. Pelle en ik besloten het geduldig uit te staan. En hoewel we sterk de neiging hadden, hebben we niet flauw gedaan. Geen enkele vraag vulden we aan met en in welk hoofdstuk gaat-ie dood??

P.S. En dankzij ijzersterk samenspel - stapel boeken en kassa waren zeker vijf meter van elkaar verwijderd - stonden we mét boek als een van de eersten weer buiten. Een Ravenklauw waardig.

vrijdag 16 november 2007

Veilig verkeer

De omgeving van de waterplas tussen Utrecht en Nieuwegein was een ontmoetingsplek voor homo's. Veiliger kon je als vrouw niet zijn. Toch vond ik het nooit echt een pretje om in het donker van huis naar werk of vice versa te fietsen. Dat veranderde toen ik een kind kreeg.
Ik kon mezelf met angstig gemak bang maken, dat de man die mij op de fietsbrug over de A12 tegemoet kwam het misschien op mijn portemonnee of erger had gemund. Maar toen ik eenmaal een fiets met een kinderzitje had, kon ik me niet meer voorstellen dat er ook maar één reden zou zijn mij een haarbreed in de weg te leggen. En helemaal als ik luiers bij me had. Dan voelde ik me 100% onaantastbaar.

Op kraamvisite gaan bij een 18 dagen jonge moeder vraagt om iets anders dan het standaardcadeau. De kleertjes zijn ruimschoots binnen, zo mag worden aangenomen. Rammelaars en knuffels zullen intussen ook wel in voldoende mate aanwezig zijn. Soms neem ik dan iets mee dat overduidelijk niet voor de nieuwgeborene bedoeld is. Maar als je bent vergeten of het kind in een huis met bad is geboren valt grotemensenbadschuim af. En lezen is leuk, en een boek nooit verkeerd, maar wellicht een tikje sadistisch. Ik besloot tot een pak luiers.
Ze waren goedkoper dan ik me herinnerde. Toen schoot me te binnen dat ik luiers nooit met euro's had betaald. Bij de kassa kon ik zonder commentaar van de zwangere vrouw achter me afrekenen. Ik droeg het pak als een trofee. Inpakken deed ik het natuurlijk niet. Wel vulde ik een envelop met de tientallen merkjes van de pakken luiers die ik ruim 13 jaar geleden ben begonnen te kopen. Alle acties zijn aan me voorbijgegaan. Te druk met heen en weer fietsen, vermoedelijk.

woensdag 14 november 2007

In de trein (8)

Drie keer heen en drie keer terug. Voor de zesde maal deze week heeft mijn trein vertraging. Ik ben het zat en vloek inwendig afwisselend op de NS, Prorail, privatisering in het algemeen, nogmaals Prorail, de omroepster en op mezelf omdat ik zo humeurig ben. Naar buiten probeer ik niets te laten merken. Ik knoop een praatje aan met een medeforens uit Apeldoorn. We delen opgewekt het leed dat veel erger kan. Dan komt eindelijk de trein toch nog en ik vind een zitplaats.
Zie je wel, het kan veel erger.
Ik klap mijn laptop open om mijn dagelijkse 2.000 woorden te gaan schrijven. Naast me komt een vrouw van middelbare leeftijd met een boek. Ik houd mijn plezierige toon nog even vast.
"Beter laat dan nooit, hè?"
De vrouw blikt verschrikt opzij.
"Pardon?"
"Beter laat dan nooit, hè?"
Ze blijft schichtig kijken.
Ik vervolg mijn roman waarin iemand op het punt staat een trap onder te kotsen. In een poging tot concentratie kijk ik om me heen. Nu zie ik welk boek de vrouw naast me leest.
Als verdwenen vaders terugkeren.

maandag 12 november 2007

De nieuwe man


(normale gesprekstoon)
Hé, fijn dat ik met jullie mee terug naar huis kan rijden. ´t Is net te ver om te fietsen, hè? Normaal haalt Erik me altijd op, maar… nou ja, da’s vanavond wat moeilijk.
Je rijdt zeker over de Rodelaan en dan linksaf bij de begraafplaats? Dan stap ik bij de bushalte uit.

(gaat fluisteren)
Ik ga Erik straks zeggen dat ik weg ga. Vanavond ga ik het zeggen. En ik ga vanavond weg.
(…)
Het is echt een fantastische vent, wat ie niet doet voor de buurt en zo actief met de hockey, trainer en begeleider, en alles. En met de meiden…

(normale gesprekstoon)
Jullie lijken me echt gelukkig!

(weer terug naar fluisterend)
Ach, misschien lijk ik dat ook wel.
(…)
Elke avond, hè, dan blijf ik beneden tot ik zeker weet dat hij slaapt. En zo stil mogelijk glijd ik dan naast hem in bed. De hele nacht, elke keer dat hij beweegt, word ik wakker. En dan doe ik of ik slaap. En ’s ochtends doet mijn schouder zo’n pijn, omdat ik de hele nacht naast die man heb moeten liggen.
Die slappe wangen, dat kwijl uit die mond. Ik walg ervan.
Ik word zo misselijk van zijn adem. Als ik die voel al. Tegen mijn achterhoofd. Of langs mijn arm die boven de dekens ligt. Dan schuif ik nog dichterbij de rand.
’t Is gelukkig een tijd geleden dat hij tegen me aan kroop. Ik wil niet zo’n oude vieze slappert die alleen doet wat hij wil. Ik bepaal wanneer het moment goed is. Toch? Zoals vier maanden geleden. Die ene keer nog.

(normale gesprekstoon)
Hier naar links, toch? O ja, je gaat achter het winkelcentrum langs.

(weer terug naar fluisteren)
Ik heb al een nieuwe man. Die groeit in mij. Die wordt alleen van mij. Over vijf maanden ben ik uitgerekend.
Vorig jaar was het ook gelukt. Ik had de koffers al gepakt, net als ik gisteravond heb gedaan. Maar toen bleek uit de vlokkentest dat het een meisje was. Die abortus heb ik van mijn eigen geld betaald.
En nu is het een jongen. Mijn nieuwe man. Uit mij gemaakt. Die gaat precies doen wat ik wil. Die wil precies wat ik wil. Die mag wel in mijn bed slapen.
(…)
Zeg, zouden jullie een oogje op Erik willen houden als ik weg ben? Ik vertrouw ’t toch nooit zo, een man alleen ….. met dochters.

(normale gesprekstoon)
Bedankt! En ook voor de lift.

vrijdag 9 november 2007

Pas de deux

Een collega vertelde dat hij een jaar lang dansles heeft gehad om zijn dochter op haar bruiloft te kunnen verrassen. Ik ben zwaar onder de indruk van zoveel vaderliefde. En had hij het leuk gevonden, die lessen? Zijn antwoord liet aan eerlijkheid niets te wensen over. Nee!

Op zondag zap ik de laatste weken - en vanaf overmorgen niet meer toevallig - langs Strictly come dancing op de BBC. Een paar handenvol beroemdheden doen elke week wie het minst slecht een tango of een wals op de vloer kan leggen, onder leiding van een professional. Op een enkele uitzondering na ken ik deze celebrities niet. Dat maakt dat ik het eigenlijk wel geinig vind om naar te kijken.

De masterclass adviseren behelsde oefenen met een acteur. Mijn optreden werd geëvalueerd. Goed adviseren is eigenlijk als een dans. Ik had zo enigjes de bewegingen gemaakt. En zo fijn samen.

Als er gedanst moet worden in real life weet ik niet hoe snel ik naar de bar moet hollen. En stijldansen? Ik ben er niet in opgeleid en het trekt me totaal niet. Als puber stond het idee me tegen zo dicht bij een man te moeten verkeren en vastgepakt te worden. Voor slechts een dansje. En eigenlijk voel ik dat nog steeds zo.
Blijft het feit dat ik binnen twee weken over dansen blijf struikelen. Drie keer is scheepsrecht zou ik in onzekerder tijden denken. Dit komt niet voor niets op mijn pad. Blijkbaar moet ik iets met dansen. Gelukkig heb ik het leven stevig vast. En daar wil ik van alles mee. Maar niet dansen.

woensdag 7 november 2007

Gast aan tafel

Het meisje stapt een studentenhuis in, bewoond door alleen maar jongens. Ze schuift aan de enorme tafel in de keuken, en probeerde weg te vallen tegen de keukenkastjes en de stapel televisietoestellen. Ze zwijgt, lacht vriendelijk mee met onbegrijpelijke teksten van de kerels en kijkt haar ogen uit. Het meisje uit het meidengezin geniet van deze wereld die zij niet kent. En waarin zij, hoewel niet onwelkom, niet nodig is. Ze geniet.
Vijfentwintig jaar later is het meisje niet onwelkom in de testosteron-tempel die garage heet. De tafel met blauwe overalls tussen de 20 en de 65 jaar dansen hun rituele ochtenddans met koffie, veel suiker, sigaretten en reusachtige brooddozen. Ze zwijgt en kijkt en hoopt te verstaan wat tegen haar gezegd wordt in het mengsel van dialect en jargon. Haar ogen zien het moois in kalenders, asbakken en rouwranden. Ze knikt bewust niet-begrijpend als ze te horen krijgt dat het (de?) gasklephuis weer in orde is. Al haar stress sijpelt weg over de betonnen vloer.
Ze denkt aan de vergadertafels waar ze tussen hordes mannen zit. Moet ze ook daar zwijgen, vriendelijk lachen en onwetendheid veinzen om zo gelukkig te zijn?

maandag 5 november 2007

Vol verwachting

Nog nauwelijks november of we voelden al de behoefte om de kerstdagen te regelen. Tijdens de zaterdagavonddis werden de ideeën in de gezinsgroep gegooid. We waren er al snel uit. Gelijk ook maar oud&nieuw geregeld. Nu nog wat uitnodigingen de deur uit en de rest van de wereld teleurstellen en dat decembervarkentje is weer gewassen.
Zondagavond kwam de jongste gelijk maar met de lootjes voor de Sint op de proppen. Tot ons aller verbazing leverde de tweede ronde al geen "ik heb mezelf" meer op. Dus laat die goedheiligzak ook maar komen.
Het virus was nog niet uitgewoed. Vanmorgen op het werk kwam de organisatie van de kerstborrel ter sprake. Nee zeggen kan ik steeds beter, mits er iets gevraagd wordt.
"Jij zou toch zingen, Ina?"
"Uh ... nee."
Maar op ongestelde vragen niet los gaan, daar moet ik nog eens voor op cursus. Toen de organisator uit ons midden al was aangewezen stormden de plannen mijn hoofd binnen. Een zangworkshop misschien? Christmas Carols zingen als oefening in samenwerking?
En er kwam een naam bij me op van iemand die misschien wel zo'n workshop zou willen geven. Hij woont in Utrecht, da's handig. Hij is meestal in het grijs gekleed, lange vent, voor z'n leeftijd een tikkeltje ouwelijk kapsel. Een prettig tenorstem. Ik kon me maar één ding niet voor de geest halen. Hoe kon ik hem bereiken?
Toen viel het kwartje en kreeg ik een vervreemdend kijkje in mijn multi-taskende hoofd. Ik was Gerard Reve op zoek naar het telefoonnummer van Frits van Egters.

zaterdag 3 november 2007

Kijken kijken kopen

Het huiswerk van de toneelcursus voor deze weken: Lees een toneelstuk en vind er wat van. Ik heb wel een aantal toneelstukken in de kasten op zolder staan. Maar verse in huis halen is toch het leukste. Op naar de bibliotheek.
De bibliotheek heeft aan mij een goede. Trouw betaal ik jaar in jaar uit mijn contributie, terwijl ik er hooguit vijf boeken leen. Er zijn twee soorten boeken die ik uit de bieb wil halen. Het eerste soort is wat wij vroeger 'secundaire literatuur' plachten te noemen. Studieboeken, achtergrondmateriaal. Maar daar is dit stadje en dus haar bibliotheek gewoon te klein voor en het internet te ruim. Als ik in Den Haag zou wonen, ja, dan zou ik kind aan huis zijn bij de KB. En ook de hoofdvestigingen van de grote steden zullen over ieder gewenst onderwerp niet een paragraafje in één boek, maar wel vijf kloeke werken in de kast hebben staan.
Het andere soort is het boek dat ik hooguit één keer wil lezen. Tja, een boek dat ik hooguit één keer wil lezen, dat wil ik vaak helemaal niet lezen. Slechts bij hoge geldnood besluit ik niet tot aanschaf, maar tot lening (en dan nog eerder van het geld om het aan te schaffen dan van het boek).
Langzaamaan komt er een derde reden bij om vaker naar de bieb te gaan. Wat moet ik met al die gekochte boeken? Ook al denk ik dat ik ze nog wel eens wil lezen. Wanneer doe ik dat? En in welke kast passen ze nog? Leve de bookcrossing, for a start. Maar al dat papier ... het kost wel bomen.
Zoals ik vol plannen kan zitten om me aan een dieet te houden, en nu echt!, met een volle maag, zo besluit ik terugkomend van de boekhandel dat ik voortaan naar de bibliotheek zal gaan.

Dit alles als inleiding op mijn aanschaf van gisteren. Op weg naar de Brink moet je wel langs de lokale fraaie boekhandel. Alleen maar even kijken, dan. In een rechte lijn liep ik naar een schitterend uitgegeven boek van iemand die ik niet eens ken als toneelschrijver. Ik sloeg het boek open. Las over een personage Ina en een personage Do. Ik sta deze dagen op en ga naar bed met een Do. Dit boek moest van mij worden. 't Was wel duur. Net goed.

vrijdag 2 november 2007

Misschien als titel

In de tijd van de badhuizen waren bezoekers blijkbaar gewoon het poedelen gepaard te laten gaan met al te luidkeels gezang. Dit bordje hing in de openbare wasplaats aan de Rotterdamse Bruynstraat. Ik zou er een grage gast zijn geweest. Ik ben dol op stilte. Misschien dat één van mijn (over)grootouders er ooit niet gezongen heeft.
Ook het aan jezelf opleggen dagelijks 1.667 woorden te schrijven gaat prettiger bij stilte en door geen tijd te verspillen aan zingen. Dat laatste is overigens een te grote opgave. Zeker nu mijn koor aan het werk voor volgend jaar is begonnen: De Johannes Passion van J.S. Bach. Gisteren heb ik al wenend onder Zijn kruis gestaan, Hem rust toegezongen en het publiek uitgenodigd naar ons verhaal te luisteren. De bekende van het werk, of van Zijn Werk, zal begrijpen dat van enige chronologie nog geen sprake was bij het oefenen.

NaNoWriMo is gestart. Ik schrijf deze maand een boek. Ik heb drie round characters, een tiental plattte, wat Willen, een Conflict. En al bijna 3.000 woorden. Helaas nog geen Plot. Daar probeer ik al schrijvend achter te komen. De omgeving wordt er eentje met veel muziek. Zo kan ik van mijn leven buiten het schrijven mijn veldwerk maken. Twee komende zaterdagen zit ik bij de stemtesten, als notulerend koorlid. Wee de dirigent en de zangpedagoge, die onwetend zijn dat deze schrijfster hen als Muzes zal uitbuiten.

Beleefd verzocht. Stilte.
 

blogger templates | Make Money Online