Het meisje stapt een studentenhuis in, bewoond door alleen maar jongens. Ze schuift aan de enorme tafel in de keuken, en probeerde weg te vallen tegen de keukenkastjes en de stapel televisietoestellen. Ze zwijgt, lacht vriendelijk mee met onbegrijpelijke teksten van de kerels en kijkt haar ogen uit. Het meisje uit het meidengezin geniet van deze wereld die zij niet kent. En waarin zij, hoewel niet onwelkom, niet nodig is. Ze geniet.
Vijfentwintig jaar later is het meisje niet onwelkom in de testosteron-tempel die garage heet. De tafel met blauwe overalls tussen de 20 en de 65 jaar dansen hun rituele ochtenddans met koffie, veel suiker, sigaretten en reusachtige brooddozen. Ze zwijgt en kijkt en hoopt te verstaan wat tegen haar gezegd wordt in het mengsel van dialect en jargon. Haar ogen zien het moois in kalenders, asbakken en rouwranden. Ze knikt bewust niet-begrijpend als ze te horen krijgt dat het (de?) gasklephuis weer in orde is. Al haar stress sijpelt weg over de betonnen vloer.
Ze denkt aan de vergadertafels waar ze tussen hordes mannen zit. Moet ze ook daar zwijgen, vriendelijk lachen en onwetendheid veinzen om zo gelukkig te zijn?
woensdag 7 november 2007
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
2 opmerkingen:
Als ze én gelukkig én geaccepteerd wil zijn zonder dat er ooit iets gebeurt wat zíj wil...
@elsje: LOL. Mijn gasklephuis sputtert in ieder geval niet meer.
En om een medecursist van deze week te citeren: "Is geduld een competentie? Dan wil ik dat wel ontwikkelen."
Een reactie posten