zondag 2 maart 2008

Vriend, god en minnaar

Als ik schrijver wil worden, dan rest mij niet veel anders dan met mijn roman in één keer door te breken. Want dat schrijven in opdracht me niet bevalt, dat merk ik dit weekend weer. Een woordje vooraf in het boekje dat ons concert opleukt, zo ingewikkeld kan dat toch niet zijn? Het is het wel. Ik aarzel tussen blasfemisch, intellectualistisch en ronduit saai. Geen van drieën zal in de smaak vallen, vrees ik. Mijn vrees is dan weer dat ik aan een combinatie van twee van de drie elementen niet zal ontkomen. Want ik wil een citaat van Mauricio Kagel laten landen in mijn woordje namens de voorzitter. Deze 20ste eeuwse componist sprak de prachtige woorden:
Es mag sein, dass nicht alle Musiker an Gott glauben, an Bach jedoch alle.

Mijn liefde voor Bach beleed ik al vaker. Hij is mijn vriend, mijn god, mijn minnaar heb ik regelmatig verzucht. Om te chockeren, natuurlijk om te chockeren. Maar ook (tóch, zouden gelovigen zeggen, maar tóch) in het besef dat het voor mij waar is. Zijn muziek is fantastisch behang voor een gezellig avondje, evenzeer als de punt op de i bij vreugde en malaise. En als ik het slotkoraal van de Johannes Passion zing, dan weet ik zeker dat het ook mij gaat gebeuren. En moet ik mijn best doen de emotie aan de volle kerk te laten, en niet zelf de tranen te laten stromen:

Alsdenn vom Tod erwecke mich,
Daß meine Augen sehen dich
In aller Freud, o Gottes Sohn,
Mein Heiland und Genadenthron!
Herr Jesu Christ, erhöre mich,
Ich will dich preisen ewiglich!

Deze week kwam in het nieuws dat Caroline Wilkinson, forensisch antropologe, de schedel van wijlen Johann Sebastian professioneel omgeknutseld heeft tot zijn ware gezicht. En wat een gezicht blijkt dat te zijn geweest!


Deze bruingebrande betonijzervlechter, zoals de huidige bewoners van Eisenbach hem typeren, nu ze geconfronteerd zijn met de versie van Wilkinson, wat moet ik daar nu toch mee? Wég is de saaie bepoederde pruikdrager die me al veertig jaar aanstaart vanaf muziekboekjes en concertposters. De man van wie ik me voor kan stellen dat hij tientallen CD's vol kon laten tokkelen, strijken en kwelen. Maar deze hier? Dat is een man met twintig kinderen en een drankprobleem (ik las dat Wilkison zijn door brandewijn getekende neus een tikje vriendelijker in zijn gezicht heeft geplaatst). Een man van vlees en bloed. Wat valt dáár nou over te schrijven?

4 opmerkingen:

Sjaak zei

Tsja wat moet je met zo'n plaatje? Duhuh; lekker belangrijk zouden de kinderen zeggen. En dan nog: Bach was ook een betonvlechter: zo degelijk staan zijn bouwwerken. Ook over 200 jaar wordt hij nog bewonderd. Na de Johannes gisteren in Oud Avereest weer eens zo intens genoten van je minnaar. Wordt nog verblogd.

Jan van Coeverden zei

ik dacht chockeren,schrijf je dat zo. van het witte boekje mag shockeren (van shock bezorgen denk ik) en van het groene boekje is het choqueren (een Franse slag toebrengen). dus jouw gebruik is een samentrekking. ik moest denken aan wat je vroeger nog met een auto kon: choken, maar dat heeft weinig met Bach te maken. de blog lijkt me overigens, op een enkele taalkundige aanpassing na, in zijn geheel geschikt als voorwoord voor het boekje. maar dat advies is vast te laat.

Ina zei

@jan: ik ben een taalpuritein die regelmatig taal- en stijl- en spelfouten maakt. Mijn leven is een hel, je zegt het.
Er zijn overigens nog kaartjes! Zondag 16 maart, 14.00 uur, Bergkerk.

Anoniem zei

Bedankt voor een interessante blog

 

blogger templates | Make Money Online