maandag 28 september 2009

Domweg gelukkig, vooral in de trein

Deadline woensdag aanstaande:
Verhalenwedstrijd Trouw ‘wortels’.

Deadline vrijdag aanstaande:
Herschrijven huiswerk poëzie week 3 ‘Ijskast’.
Herschrijven huiswerk poëzie week 4 ‘Dag’.
Alsnog doen huiswerk schrijftraining week 4 ‘Dialogen’.
Huiswerk poëzie week 5 ‘Kaart van mijn belevingswereld’.
Huiswerk schrijftraining week 5 ‘Scenes.’

zondag: beginnetje met kaart van de belevingswereld, een flink beginnetje.
maandag: dialogen geschreven.
dinsdag: 'dag' herschreven.
ook dinsdag: besloten niet aan verhalenwedstrijd Trouw mee te doen.
ook dinsdag: zakatlas van de belevingswereld in de tas gestopt, voor woensdag in de trein.

zondag 20 september 2009

Lettervreter

Ik lees alles. De verpakking van de handzeep, drie maal daags. Of vier keer, als ik vier keer naar het toilet ga. Reclames, naambordjes, krantenkoppen, vertrekstaten: alles waar mijn oog op valt wordt gelezen. Volstrekt ongemerkt, en even dwangmatig.

Ben ik nou de enige die ziet wat ik zie, op deze marsreclame? Beste mensen reclamemakers, In Succes Joris zit géén hoofdletter T, géén hoofdletter V, geen d en geen g.
Lettervreters.

Het is de dag (1)

Het is de dag voor nieuwe dingen. Het is de dag dat vooropgezet en bewust deze nieuwe dingen gedaan zullen gaan worden. Dat zet de handvol zintuigen op scherp. Op weg naar de nieuwe dingen komen er dus nieuwe dingen op mijn pad.

De sok voor de aanstaande jonge vader wil niet echt vlotten. Het einde van de zwangerschap wel, dus enige haast is geboden. Een hip jeansblauw geval met kabeltjes. Kabeltjes, hoe gingen die ook alweer? In de trein blijk ik een kabelnaald vergeten. Geen nood, ik improviseer wel wat. Twee steken achterhouden (of juist voor), twee steken gewoon breien, de achtergehouden steekjes weer proberen op te halen... Het wordt een fiasco.
Ik ken de man niet. Hoe erg vindt hij slordig gebreide sokken?

Twintig minuten overstaptijd is lang. Dit lijkt het moment om de vooroordelen van anderen over Starbucks (eindeloze rijen, vieze slappe koffie) te testen. De angst dat de veramerikanisering geen grenzen kent, zet ik even opzij.
Ik sluit achteraan aan. De enorme lijst met koffievarianten kan ik niet lezen. Geen nood, ik improviseer wel wat. Al halverwege de rij wordt mij (in mijn moers taal, godlof) gevraagd wat ik wil. Een espresso graag.
'Solo of doppio?'
Toe maar, gaan we duur doen? Ik wil wel een dubbele.
'Next call!', roept de bestelopneemster achter de kassajuffrouw langs. De man achter de bekers stapt naar achter om mijn bestelling te horen. Ik betaal, kom voor de man met de bekers te staan. Hij verwijst me door naar achteren. Ik doe twee stappen. Zie koffie langskomen die niet voor mij is.

De mevrouw van de sokkenwinkel op station Utrecht Centraal denkt met mij mee. Dun rietje, tandenstoker, iets stevig duns ronds? heeft ze dat voor mij? Ze graait in een la onder de toonbank. De paperclip is een vondst.

Het bekertje is cute, het dekseltje idem. Te laat las ik dat ik ook nog een 'extra strong shot' had kunnen vragen. Dat zou niet nodig zijn geweest. De koffie is meer dan goed.

Ik brei de eerste perfecte toeren en drink de zuivere koffie. Dit wordt een mooie dag.

dinsdag 15 september 2009

Lilly van Utrecht

zij zuigt jouw geur
tot eeuwige herinnering
vleit je neer
lekkende borsten
bloedende schoot
een naam
geeft zij jou mee

daar lig je
gewiegd door gras

zo gewenst
kind
voor een ander

Lilly



Op zondagmiddag 13 september is bij het ziekenhuis Diakonessesenhuis in Utrecht een baby te vondeling gelegd. Het meisje werd gevonden door twee voorbijgangers. Naar omstandigheden gaat het goed met de baby van een paar dagen oud, aldus de politie. Bij de baby werd een briefje gevonden, waaruit blijkt dat het meisje Lilly heet. In het briefje wordt verzocht goed voor haar te zorgen. De baby ligt in de couveuse. Wie de moeder is van het meisje is niet bekend.

zondag 13 september 2009

9/11

kom dan groot vliegtuig
boem
au
help vuur
joehoe ik spring

krak krak
plof
tadu tadu

rommel
blokken
doos

stofwolk

vliegtuig weg
pappa weg

***

(Jantine en Ina gaan de laatste tien minuten van de poëzieles even lekker los)

donderdag 10 september 2009

Sudderen

Voor moeders pappot werd de tijd genomen. Het sudderplaatje en de hooikist waren prominent aanwezig. De hooikist was overigens geen echte hooikist. Zodra de rijst kookte, ging mijn moeder op een holletje de trap op. De dekens van haar kant van het echtelijk bed werden teruggeslagen, de pan erin gezet, hoofdkussen erop en dekens er weer overheen. Als de groente en het vlees op het fornuis platgekookt waren, dan konden we aan tafel.

In mijn keuken zijn deze attributen niet meer te vinden. Blijkbaar ben ik meer van de gauw-gauw-gauw en/of vooral van het continue aandacht schenken aan dat wat ik aan het koken ben. Ik ben wel een mentale sudderaar. Geef mij een opdracht en ik laat het eerst een tijdje broeden. Als ik wil, of als ik moet, of als ik wil omdat het moet, dan knal ik eruit wat nodig is. Geen centje pijn. Meestal.

Het eerste huiswerk van de schrijversvakschool is binnen. Twee vakken, dus twee opdrachten. Deadline: zaterdagochtend kwart over zeven, want het moet in twaalfvoud mee de trein in. Zaterdag, dat is overmorgen. Al mijn eerdere huiswerk – toen ik nog cursussen volgde, en nog niet De Opleiding - ging moeiteloos. Al tijdens het verstrekken van de opdracht ontkiemde een ideetje, dat op dinsdag, uiterlijk woensdag, tot de eerste probeersels op papier leidde. Donderdag was het af, en doorgaans naar tevredenheid. Ik heb deze week nog niet veel meer op papier dan een achterkantje met wat krabbels.

Waarom gingen niet ook de groente en het vlees het bed in? Ik begrijp het nu pas. Twee sudderingen tegelijk; het werkt niet. Ik moet erbij blijven, het actief mijn volle aandacht schenken. Niks van ‘het komt vanzelf wel goed’. Zitten en schrijven moet ik willen. Gauw-gauw-gauw.

vrijdag 4 september 2009

De zaterdag voorbij


Morgen begin ik als student aan de Schrijversvakschool in Amsterdam. Voortaan start ook mijn zaterdag op het station. Van zeven tot zeven van huis, om getraind te worden in de schrijverij. Het eerste huiswerk is gemaakt. Ik popel.
Alle zaterdagen van huis zijn, dat betekent natuurlijk wat. Veel zaterdagse besognes moeten op een ander moment in de week of gewoon (?) niet. De markt is er ook op vrijdag. Cadeautjes kunnen ook op andere momenten gekocht. Weekendjes weg, dat wordt lastig, maar het zij zo. Ook deze opleiding heeft wel eens vakantie. Dan maar met de meute mee. De halfjaarlijkse zussendag gaat naar de zondag, onder licht (of hier niet gehoord) protest. De eerste zondag plannen is acuut een logistieke puzzel, maar de zussendag gaat niet verloren. Er wordt niet meer gesport op de zaterdag, dus er hoeft niet meer gereden. Boodschappen doen, kaarten sturen, boeken lezen, wassen vouwen, huiswerk overhoren: het kan allemaal op andere momenten, tussen het huiswerk maken door. Voor feestjes of films zal ik op zaterdag misschien niet alle puf meer hebben. Het voelt als een offer dat billijk is.

Er is maar één ding dat ik echt ga missen. De Tros Nieuwsshow, zaterdag van 8.30 tot 11.00 uur op Radio 1. Vaste luisterprik. Het eerste uur in een nog verder stil huis. Het laatste vaak onderweg naar de vuilstort, de boekhandel, de markt. Elk kwartier een actueel of actueel te maken onderwerp met een interessante gast. Veel kunst, veel wetenschap, en heel veel literatuur.
Ik ben dol op Mieke op de radio, Peter is ook zwaar okay. De combinatie is echt top. Ik mailde ooit zelfs naar Radio 1 toen het duo uit elkaar gerukt leek te zijn en we het moesten doen met Victor Deconinck (o gruwel! maar daarover niet hier). Gelukkig, Peter bleek slechts een sabbitacalletje te hebben.

Mijn nieuwe telefoon heeft een radio, met ontvangst tot in de rijdende trein. Hoera. Maar de boekbesprekingen (uitgerekend de boekbesprekingen!) zijn na tien uur te horen en dan zijn de lessen begonnen.
[Note to self: ik mag een dag vrij van school als mijn roman wordt besproken.]

Ik kan gaan leren podcasten. Maar da's toch niet het echte werk. Het is tot mij doorgedrongen: de zaterdag zal nooit meer hetzelfde zijn.

woensdag 2 september 2009

Goud van ooit


Uit een Zwitserse bak met koopjes nam ik een enkel bolletje garen van het merk Lang mee, type Thalja. Tachtig procent plastic en twintig procent wol, mohair nog wel. Met zo'n enkel bolletje doe je niet veel. En dus wordt het een vlaggetje. Het breit heerlijk. De blauwe mohair verdwijnt en verschijnt tegen een gouden achtergrond. Waar had ik eerder zo'n glimmend gouddraadje in handen?

De vraag komt een keertje in me op, en blijft onbeantwoord. Dan komt de vraag nog een keer, en nog een keer, en het begint te knagen. Ik wil het weten. Ik zal er achter komen.
Ik had eerder zo'n soort draadje in handen, lang geleden, maar wat was het? Iets uit mijn kindertijd? Van speelgoed? Een draadje om in het haar te doen? Nee, ik droeg nooit iets in mijn haar. Zat het aan een sleutelhanger? Er komt niets boven. Vlechten misschien, of die draadjes die een paar jaar geleden zo populair waren, dat skubidu? Nee, het voelt als langer geleden. Het was van plastic, het was dun, het was er. Ik weet het zeker. Maar wat?
Niet aan denken. Juist aan denken. Hoe voelde het? Een tikje rekbaar. Daar is opeens een clou. Wat ik zoek is een tikje rekbaar. Maar wat was het?
Het heeft de kleur van mijn Crocs. Exact de kleur van mijn crocs. Weet ik nu eindelijk waarom ik van mijn crocs houd? Nee, dit spoor loopt dood. Blijven denken. Ernaast denken. Op een zijspoor zetten. Voelen. Proeven. Wol proeven is niet fijn. Dit wolletje is tegengesteld aan wat ik zoek. Glad zoek ik, en ik moet voorzichtig zijn, want het is een beetje scherp. Waar komt dat inzicht vandaan? Maar wat het is, weet ik na een uur in de trein, breiend
("Kun je weet ik niet wat gaan doen in de trein, ga je breien!", riep mijn collega verbaasd uit. Ach ja, masturberen valt me net iets teveel uit de toon.)
nog steeds niet.

Ik heb vertrouwen in mijn hersens, maar spreek ze toch nog even toe. "Je weet het. Rustig maar, het zit ergens. Het komt er wel uit. Blijven denken. Dan komt het echt goed."

's Avonds op de bank, breien en denken. Het gaat komen, ik wil het. En daar is het, daar is het gewoon, alsof het er nooit niet is geweest. Iets van meer dan 16 jaar geleden. Het plastic goudkleurige platte reepje waarmee ik de wikkel van mijn pakjes Malborough Light haalde.

Een denkend hoofd. Overtuig me van groter genot.

dinsdag 1 september 2009

De chauffeur


Een parade van 18 auto's, kriskras op een grasveld geparkeerd. Elk voertuig is een theater. Publiek kiest welke voorstelling in welke auto('s) het wil bezoeken. Totale voorstelling: 45 minuten. Onderstaande monoloog heb ik een keer of 12 gespeeld.

[Chauffeur opent rechterachterportier. Anderen laten zichzelf in. C. neemt plaats achter het stuur. Monoloog richt zich tot persoon rechts achterin. Contact via achteruitkijkspiegel, een enkele blik achterom. De rit vangt aan. Veel stiltes. De chauffeur dult geen inmenging. Indien toch gereageerd wordt: nee, laat mij maar even vandaag of ik ben nog niet klaar of zeg maar niks, ik hoor het al]

U ziet er weer keurig uit.
Als ik zo vrij mag zijn.
Strak blauw voor zakenlui is zó 2008.
Deze outfit kleedt u goed af.
Succes verzekerd.

Wat u ruikt is polish.
Ik ben net even door de wasstraat geweest.
Volgetankt.

U weet zeker dat u geen stropdas wilt dragen vandaag?
U heeft wel een ontmoeting met mevrouw Jongerius.
Nou lijken die FNV-lui heel casual, maarre .... hè?
Ik maak zo wel even een omweg.
Mijn zwager heeft een uitstekende kledingzaak.

De afspraak met de minister was een succes, neem ik aan?
Heeft u die ijsbreker gebruikt die ik u meegaf?
Sexistische moppen doen het altijd goed bij mannelijke ministers.
O, uw vrouw belde.
Of ze de vakantie naar de Seychellen kon boeken.
Ik heb het afgezegd.
Daar vindt u niets aan.
Ze heeft trouwens in de gaten dat uw trouwbelofte, zal ik zeggen ... wat rékbaar is?
Als ik u mag adviseren, misschien moet u mevrouw Manon maar niet meer meenemen als er camera's zijn.
Ze valt toch op, hè, met die flinke jongens.

Ik heb een cadeautje voor uw vrouw gekocht.
't Zit in uw tas.
Geef het vanavond maar.
Tijdens Pauw en Witteman.

Als u uw mobiel zoekt, die heb ik bij me gestoken.
Uw vrouw belt me net te vaak, en net te vaak ongelegen.
U had een voicemail van ene Jan-Peter.
Heb ik gewist.
We hebben het veel te druk.

Waar was u toch zonder mij?
U mag me wel eens opslag geven.
Wat zeg ik, ik zou het zelf niet slecht doen als CEO.

Zo we zijn er.
Stropdassenwinkel.
Koop wat fatsoenlijks.
Groen staat je niet.
En nou d'r uit.
 

blogger templates | Make Money Online