dinsdag 29 juni 2010

We spelen tegen de Slowaken

Ik las dat de milt een sponsachtig lichaam is. Die spons breekt hier en daar wat lichaamseigen areaal af en behoedt voor kwaden van buiten. Ik las ook dat je zonder milt kan leven. Ik heb een milt in mijn hoofd.

Zodra het kwik boven de zeg 23 graden celsius dreigt te komen dan verwordt mijn grijze massa tot iets dat voor mijn ik – die dus duidelijk niet in mijn hoofd woont – niet meer van nut is. Sterker nog, die me tegenwerkt. Gedachten worden gedempt, slaan onverwachte doodlopende paden in.

Het zijn niet de dagen voor de vlijmscherpe analyses, voor de omstrengelingen met de geliefden, voor de breipartijen, voor zesentachtig nieuwe ideeën, voor buiten zijn. Het zijn geen dagen om te leven.
Met de ogen dicht wachten tot het overgaat, da’s nog het beste. Als het kan binnen, ajb binnen.

Rest alleen nog de vraag waarom ik me niet over geef ? Waarom bescherm ik de komende week mijn kopspons niet, tegen de o zo boze buitenwereld? Waarom trek ik niet een koel laken over me heen en wacht op het moment dat ik plat op straat in de regen mag gaan liggen?

Om de vijf minuten open ik een oog, of als het geluidniveau van de commentator omhoog schiet. We schijnen gewonnen te hebben.

zondag 27 juni 2010

Elfduizend


11.000 postbodes wil TNT ontslaan. Dat mag niet ongemerkt gebeuren. Ik ben (soms best wel) voor (een heel klein beetje) marktwerking, maar dit gaat de goede kant niet op.
Studenten, ZZP'ers zonder pensioen, bijbeuners op milieuvervuilende brommertjes: wie gaan er mijn dagelijkse kaarten bezorgen? Vast niet zo stipt op tijd en prompt als de TNT'ers die nu aan de dijk gezet gaan worden.
Daarom betuigen de postcrossers van Nederland steun aan de postbodes (de postcrossers pur sang, laten we wel wezen).
Op 1 juli steuren wij de TNT'ers een kaartje. Als dankje. Als hart onder de riem.

Doe gerust mee.

vrijdag 25 juni 2010

We spelen tegen de Kameroenezen


De oudste vraagt hoe inwoners van Kameroen heten. Volgt een discussie over Hagenaars en Hagenezen. De gastvrouw breit een patroon van Ribbels. Sommigen bewonderen en zien hardop de wording van een te gek vest voor zich. De dochter die al slaapt mag binnenkort afzwemmen, de onderwatercamera wordt gedemonstreerd. De Turkse hapjes zijn pittig, en we vragen ons even af of een mix van de sausjes ook mag. De vakantie naar Zweden is aanstaande; we praten over Selma Lagerlöf en waar haar gans ook alweer vloog. We halen op wanneer de witte stoel in het leven van de vrienden kwam. We vragen ons af of Femke Halsema bewust weer spreekt over Paars Plus in plaats van Paars Groen. We merken op dat we op de bank zitten met een Marc van 43 jaar die niet bij zijn moeder woont.

Voorkeuren

Als je me in jouw profiel meldt dat je van konijnen houdt, en van roadside attractions en dat geen kaart je te gek is, dan zoek ik niet eens meer op wat roadside attractions precies zijn. Dan krijg je deze kaart, Violet uit Seattle.

zaterdag 19 juni 2010

We spelen tegen de Japanners


Begin jaren '80 deed ik mijn zangoefeningen in de trein. De reis van Amsterdam naar Enschede was lang, en de trein na Apeldoorn nagenoeg leeg. Zodra ik echt de enige was zong ik mijn tertsen, kwarten en kwinten. Zo kwam het vriendje zingend dichterbij.
Kom er heden ten dage nog maar eens om, om een lege trein. Daarvoor moeten we toch minstens ... een voetbalwedstrijd spelen.

School gaat gewoon door, WK of geen WK. Vandaag de beoordeling. Mag ik naar het tweede jaar door? Ik mag. Met respect voor hoe ik het allemaal in mijn leven gepropt krijg, dat enthousiasme en die leergierigheid. Dat horen we graag, maar niet teveel of te lang, want hoe eerder ik in de trein zit, hoe groter de kans dat ik deze wedstrijd nog nét een stukje op de buis kan zien.
Dus weer met de radio in het oor met de onvolprezen Jack van Gelder. Ik stap de trein in tijdens het Wilhelmus. Pas na geëerd ga ik zitten. Ik brei en luister. Even na Stroe mag ik opveren. YES!!
Niemand hoort me.

Weer een reputatie gered.

vrijdag 18 juni 2010

Handelingen 20:35


Steekmarkeerders, een rolcentimeter, bamboe rondbreinaald, keltische harpmzuiek (!), en wel zo'n 600 gram prachtige wolletjes. Voor mutsjes, sokken, een sjaal. Ben ik jarig?

Koningin Beatrix zat mis, o zo mis, toen ze afgelopen kerst orakelde dat de virtuele contacten leeg zijn, en onecht. Als Boekgrrl, Bookcrosser, als Postcrosser, en als Ravelry-enthousiast ontmoet ik de meest krachtige, creatieve, warme en gulle mensen. Kom daar maar eens om, in de forensentrein of de rij naar de kassa!
Ik heet er Willemijn, of Browniepoint, en soms ook Ina, en ben er meer mezelf dan op menige werkdag.

Vandaag ontving ik de Voor Elk Wat Wils Doos. Boordevol breispullen. Om uit te graaien, en om in terug te stoppen. Om alle gulle gevers te laten zien wat ik uit de doos haalde, deze foto. Harstikke bedankt, allemaal!

(Dat kan ook op de site zelf, ik weet het. Maar ik ben denkelijk net zo weinig handig als onze majesteit.)

woensdag 16 juni 2010

stop gil ik


Naar buiten wilde ik, acuut. Maar waarom? De klus was nog niet klaar. Zou ook niet af komen, want ik had ruzie met veel te veel spreadsheets en een aantal bestanden stond op de computer thuis. Maar een uurtje had ik er toch nog aan willen werken. Al was het maar omdat ik beloofd had dat het vandaag af zou zijn.

Toch stond ik opeens na een versneld uitgevoerd ritueel (wc – computer uit – rondje prettige avond mompelen - radio in het oor) bij de liften. Ik had geen enkele reden. Voetbal hoefde ik vandaag niet te zien, er was geen noodzaak een onweersbui voor te zijn, kinderen op te vangen, nog een boodschap te doen. Bovendien bleek mijn timing onmogelijk: ik zou minstens 20 minuten op een trein moeten wachten.

Beetje verdwaasd en verbaasd loop ik de bekende saaie route naar de tram. Vlak voor de oversteek met de trambaan passeert mij een blonde vrouw, met blackberry aan het oor. Aan de overkant staat de spitstram richting station klaar. Die gaan we missen, maar de volgende komt binnen een paar minuten. Van links komt de tram richting Nieuwegein, lief klingelend.

Dan stapt de vrouw de trambaan op.
'STOP' gil ik.
Ze doet een stap terug, kijkt wazig om. ‘Ik zag ‘m niet,’ zegt ze.

Daarom misschien.

maandag 14 juni 2010

We spelen tegen de Denen

Ik ben niet het type dat onderuit zit en zo nu en dan nou nou of poe poe of joepie zegt. Op het puntje van de stoel zit ik, ik spring op, stamp voet, of beer ijs.
Het schuim staat me regelmatig op de lippen. Menig lelijk woord rolt langs mijn ivoren wachters. Mijn zonen zou ik terecht wijzen, maar voor mij is het leed dan al geschied. Drie of meer letters: netjes is het niet wat ik zeg als Kuyt hard onderuit gehaald wordt, of als Olsen kan juichen.
In 1978 gooide ik een stokbroodje camembert tegen de verse kleurentelevisie. Dat zal ik zo snel niet herhalen, maar ik kan niet beloven dat ik niet met vuisten zwaai. Ook bij een rustige wedstrijd ben ik zeer aanwezig. Goedbedoelde adviezen, haarscherpe analyses, venijnige aanmoedigingen: ik roer me. Hard.

Kortom, het lijkt mij voor het verdere verloop van mijn carrière niet verstandig als ik temidden van 300 collega’s naar Nederland-Denemarken ga zitten kijken. Ik zit achter mijn bureau. Met een radio in mijn oor, dat dan weer wel.

vrijdag 4 juni 2010

Komt dat zien, komt dat zien




('t was zo'n gepeuter om bovenstaande afbeelding zichtbaar te krijgen, dat ik nu de tekst onderstreept krijg, en niet meer weg. Nou, zo zien mijn breiwerkjes er dus ook vaak uit.)
 

blogger templates | Make Money Online