donderdag 21 december 2006

Ik probeer mijn pen als Roald Dahl

Hij wist niet wat ervoor gezorgd had dat hij opgeschrikt was uit zijn hazenslaapje, de nu felle, stekende pijnen in zijn voet en schouder of het feit dat er een man over hem heen stond gebogen. “De bedrieger bedrogen, hè?” gromde een sjofel geklede vijftiger met een mondgeur als was hij het voorportaal van de hel. Bas realiseerde zich, in zijn opluchting dat hij gevonden was, onmiddellijk dat hij voor een stroper werd aangezien. Met zijn rechterbeen in de ene en zijn linkerschouder in de andere vossenklem lag hij er hier op zijn rug verdraaid verdacht bij. “Ik zocht mijn kat … ” begon hij uit te leggen. Hij verschoof zo ver als mogelijk om niet langer een puntige tak onder zijn billen te voelen. Zijn trui die omhoog kroop bij zijn rug kon hij niet naar beneden trekken zonder zich nog meer pijn te doen. De man, met zijn rechterhand in zijn broekzak, deed twee stappen achteruit en lachte kakelend. Hij miste de helft van zijn gebit. Bas was nu weer helemaal wakker. Hoe lang zou hij hier nu al liggen? Een dreinerig regentje had hem, zelfs half onder deze oude beuk liggend, doorweekt. “Ik was al bang dat er niemand langs zou komen, zo ver van het pad”. Hij probeerde de chagrijnige kop van de man vriendelijk aan te kijken. “En nu verwacht jij dat Geert je wel zal bevrijden? Malle Geertje maakt stropertje los?” teemde de man. “Nou, Geert, dat zou me een lief ding zijn” antwoordde Bas zo zakelijk mogelijk. “Ook al ben ik geen stroper. Er liggen een stukje terug wat flinke takken langs de greppel. Als je met zo’n tak de klemmen wilt spreiden, dan ben ik zo weer los en hebben wij onze handen nog”. Bas begon rustiger te ademen bij het idee dat hulp nu zo dichtbij was. “Jij gaat helemaal nergens heen” klonk het hijgend en stoterig. Geert wendde zich van hem af en leek weg te willen lopen. “Geert! Mijnheer? Wat …?” Bas begon benauwd te worden. Aan de schaduwen te zien was het grootste deel van de middag voorbij. Dat iemand hem had gevonden voor het donker werd was een wonder. Hij had zich voorbereid op een treffen met de stroper die ongetwijfeld in de nacht naar zijn klemmen zou komen kijken. Plotseling draaide de man zich om en begon Bas te bevoelen. “Jammer, mooie mijnheer, Geertje laat je liggen. Amateur”. De man sprak in felle korte klanken. Onhandig sjorrend met zijn linkerhand ontdeed hij Bas van portemonnee en mobieltje. “Je hebt hier geen bereik” overwoog Bas te grappen, maar hij bedacht zich. “Mag je allebei hebben” zei hij, in de hoop gul te klinken. “Een flinke beloning lijkt mij hier wel op z’n plaats”. De man had geen aandacht meer voor hem. Hij duwde de spullen in een uitgelubberde zak van zijn morsige colbertjasje, draaide zich om en slofte weg. Vlak voor hij uit het zicht verdween haalde hij zijn arm uit zijn broekzak. Een arm zonder hand.

Geen opmerkingen:

 

blogger templates | Make Money Online