De aanblik van mensen op straat met muziekinstrument bij zich stemt mij immer vrolijk. Ingepakte muziekinstrumenten, wel te verstaan. Of dit nu een jonge vrouw is, in driekwartjas met een fagotkoffer, een vrouw van middelbare leeftijd op de fiets met een cello op de rug, of een man, hollend naar de tram, zwaaiend met vioolkist. Ze zijn op weg naar, of komen van, een plek waar hun kist open gaat en de schat onthult. Het instrument zelf, maar ook al het overige dat ze torsen.
Open uw kist en ik vertel u wat voor mens u bent. Na in tientallen ruimtes blikken te hebben geworpen in honderden kisten durf ik deze stelling aan. In een mooie ruimte van een echte concertzaal (waar overigens het koor een aparte kamer heeft), of op en onder vergadertafels in carrévorm, in de zijbeuk van een altijd tochtende kerk: de instrumenten kunnen niet tevoorschijn worden gehaald zonder meekijkers, gewenst of ongewenst.
De inhoud van een kist laat zich in drie categorieën delen: het instrument, de parafernalia en de souveniers.
Allereerst het instrument. Dat kan oud, gedeukt, waardevol, alledrie of geen van drieën zijn: in handen van de eigenaar is het altijd mooi. Dat maakt de kist niet meer of minder bijzonder.
De parafernalia kleuren de kist wel. De strijker neemt reservesnaren mee, en hars voor de strijkstok; de kist herbergt waarschijnlijk ook nog een kam. De koperblazer heeft minstens twee monstukken en vaak ook een sourdine bij zich; en natuurlijk een ragger voor het betere schoonmaakwerk. De rietblazers grossieren in rietjes; vooral de dubbelrietblazers koesteren deze kostbare - vaak zelfgemaakte - stukjes hout in diverse kistjes ín de kist. Eén van de leukste attributen vind ik het pakje vloeitjes van de hoboist.
Al die zaken voor dagelijks onderhoud van het instrument bevinden zich tussen het fluweel waarmee de doorsneekist gevoerd is. In de deksel, achter riempjes of in doosjes, open te maken nadat het instrument verwijderd is, of in etuis die naadloos in een daarvoor bedoelde holtes steken. De ene muzikant doet het met wat standaard wordt meegeleverd, de ander zweert bij huismerken, eigen fabrikaat of geeft een persoonlijke noot aan het geheel door bijvoorbeeld juist trombonevet bij de trompet te gebruiken of waar iedereen zweert bij samson-, juist de rizlavloei bij zich te steken.
Dat brengt me bij de derde categorie: de souveniers. Dit is een hobby waar vooral violisten zich mee bezig laten te houden. Niet zelden is het instrument extra omhuld door een eigen sjaaltje. Het zou functioneel kunnen zijn, temperatuur wordt nog beter bewaard, maar het doet vermoeden dat de eigenaar wil opvallen door een lap stof die de persoonlijkheid weergeeft. Een soort nonchalante grote zorg moet uitgestraald worden: het hoogst scoort een schoon, mooi, maar overduidelijk zeer oud lapje.
Dan zijn er de ansichtkaarten en de foto's. De ware exhibitionist gebruikt de deksel onmiddellijk als fotolijstje zodra het instrument is verwijderd. De jongste geliefde, het opgedoekte maar succesvolle kwartet of de gehele familie worden tentoongesteld. Ook een concertprogramma op flyerformaat wil nog wel eens de binnenkant van de deksel sieren.
Een beetje kist heeft plek voor meer en daarom kunnen er ook nog zaken worden aangetroffen als: bladmuziek, de spits of metro, een paperback (vooral bij koperblazers of anderen die delen van muziekstukken of concerten geen partij hebben, maar wel op het podium moeten zitten), of een stemvork.
Een kist kent zijn grenzen, letterlijk en figuurlijk. Zo heb ik nimmer aardse zaken als de boterham, de banaan of de autosleutels aangetroffen. Een kist kan onderweg dan ook altijd dichtblijven. Wat weer maakt dat wij nooit zeker zullen weten wat zich verborgen houdt.
dinsdag 12 december 2006
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten