donderdag 11 januari 2007

Verliefd

Vandaag is er een weeralarm vanwege zware storm en ik ben verliefd op A.L. Snijders. Ik kocht zijn boek dat op de rug Ntnlzrsdnkn heet en op de kaft Belangrijk is dat ik niet aan lezers denk. Kloek, harde kaft, iets smaller en korter dan het gemiddelde werk. Hulde aan de uitgever. Het blijken honderden ZKV’s, zeer korte verhalen. Nadat ik er drie heb gelezen, weet ik zeker dat dit míjn boek moet worden. Frits Abrahams meets Hans Dorrestijn meets Wim T. Schippers. (Wij hebben hier thuis de gewoonte mensen als hutspot te beschrijven. Hans is in deze vergelijking natuurlijk de ui, wie de aardappel en wie de peen is, is me hier om het even. En ik zoek nog naar een vierde ingrediënt, als worst of als mosterd, met een literaire tint. Even denken. Jan Wolkers.)
De vrouw die met me afrekent reageert net als ik, enthousiast en hebberig. Ik troost haar dat er nog een exemplaar – de bovenste, bevingerde, dat wel, maar dat weet zij niet, al zal ze het wel vermoeden met haar ervaring als boekverkoper - op de tafel ligt.
Nu ben ik een lezer die geen
vorm zonder vent wil kennen. Nee, da’s niet waar, maar een door mij gewaardeerde vorm krijgt nog meer glans en diepgang als ik de vent erachter kan waarderen. En dus speur ik op het net naar informatie over de mij nog totaal onbekende schrijver. Het zal hem een gruwel zijn, mag ik aannemen na het beluisteren van door hem voorgelezen werk en vooral na het horen van het interview met Wim Brands, dat ik nu de neiging heb hem te schrijven of minstens te ontmoeten. In precies 30 minuten, zegt TomTom, kan ik bij zijn huis zijn en zien of zijn dak het houdt vandaag, met al die wind. Dan lees ik dat hij Ronald heet. Dat wil ik eigenlijk niet weten. Als dat me niet zou weerhouden is er nog altijd mijn fatsoen. Net als A.L. ben ik eerder precies dan rekkelijk en acht ik mij gehouden aan "dat doe je niet".


Kabouters

Voor kabouters moet je op campings zijn. In Bakkum
(vijfduizend gasten in zomerse piekweken) staat een
caravan die omringd is door grote kabouters. Soms
staat er ook een monster tussen dat schreeuwt en met
zijn ogen rolt als je door zijn elektronisch oog gesig-
naleerd wordt. Je schrikt door het onverwachte ge-
luid, maar deze zomer zag ik een driejarig jongetje
wel tien keer op het monster toelopen, en al die
keren schrok hij zich rot, zijn kleine lichaam sidderde
en schokte. Het verbaasde me dat hij de schrik zelf
zocht, maar toen ik me realiseerde dat er ook mensen
zijn die pijn lekker vinden, keek ik met vertedering
naar zijn elfde schrikgolf.

1 opmerking:

Ina zei

P.S. Hij heet helemaal geen Ronald, da's een andere, jongere columnist. Zo zie ik maar, research is ook een vak.

 

blogger templates | Make Money Online