Waarin een klein land groot kan zijn. 's Hollands vergadercultuur is kleurrijk en divers. Er lijkt maar één adagium overal te gelden: als het maar lang duurt. En onze befaamde gastvrijheid uit zich ook in verschillende vormen. Niet elke organisator gaat op dezelfde wijze met onze dorst en trek om, die vanzelf ontstaat, zij het door het verstrijken van de tijd, zij het door groeiende verveling. Na twintig jaar, vooral in overheidsland, rond allerlei tafels te hebben gezeten heb ik het systeem achter de versnapering door.
1. Hedendaags/calvinistisch. Dit kan een gemeentehuis zijn in een groeikern, of in die nieuwe vleugel van het provinciekantoor in het westen of noorden van het land. U wordt onthaald met ... tja, met niks eigenlijk. Koffie kan u krijgen. 's Middags is er thee, 's ochtends alleen als het hoofd facilitaire zaken zelf niet zo van koffie houdt. Als er door een levend persoon wordt geserveerd, krijgt u één kopje, later nog precies één. De eventuele koffiekannen staan een tweede ronde voor de hele groep precies net niet toe. Uw suikerspiegel zult u op peil moeten houden met de inhoud van de zakjes die in niet daarvoor bedoelde schaaltjes of bakjes over de tafel verdeeld staan. Let op: de C staat doorgaans voor creamer.
2. Historisch/calvinistisch. Dat mooie gemeentehuis in een middelgrote gemeente, bijvoorbeeld. Of de rijksdienst die toevallig in een oud pand zit. Maar wel in het sobere deel van Nederland. Hier is het nog steeds niet ruim bemeten, de hoeveelheid koffie en thee, maar u krijgt er wel een versnapering bij. Koekjes, bij voorkeur van regionale oorsprong, die stevig in plastic of folie verpakt zijn. Belangrijke gezelschappen vinden zelfs flessen water op tafel. Die zijn dan voor de vergaderaars, niet voor de belangstellende of -hebbende burger.
3. Hedendaags/bourgondisch. De omgeving is niet om in feesten uit te barsten, maar we zitten hier nu eenmaal toevallig in Brabant of Limburg of een stuk Nederland dat daarop wil lijken. Hier naast voldoende koffie, thee en water voor iedereen, ook andere frisjes in kekke flesjes in kluitjes op de tafels. Er zijn verse koekjes. Als een vergadering na 15.30 eindigt is er verse jus en wijn in glazen. Bier op verzoek.
4. Historisch/bourgondisch. Of je nu om negen uur aanvangt, of om drie uur, er staat vers gebak klaar. Zeer machtig want met roomrijke vulling of flinke kandijklonten. In Maastricht past je vla niet eens op je bordje. De lunch is met moeite alcoholvrij te houden.
donderdag 18 januari 2007
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten