Veertig jaar later besluit ik de plek waar mijn zusje en ik zijn geboren nog eenmaal van dichtbij te gaan bekijken. De jaren zestigflat wordt groots onderhouden op het moment.Veel flats staan te koop en een plaatselijke firma pakt de betonrot aan. Voor €1.20 mag ik een uur parkeren voor mijn geboortehuis waar nu L. van Capel en V. Tetteroo wonen. De kozijnen zijn inmiddels van kunststof en de ramen te hoog om naar binnen te kijken. Ik snuif, graaf, laat binnen waaien en pieker suf: maar nee, er komt geen enkele herinnering boven.
Ik probeer mijn moeder voor te stellen met een net lopend kind en een baby in de kinderwagen, worstelend met de voordeur. En mijn vader, die aan komt fietsen van zijn werk, met een bos bloemen of twee palingen bij zich. Ze verschijnen slechts met grote moeite voor mijn geestesoog op deze plek die bij mijzelf niet is ingesleten. Ik loop een rondje om het blok, zoekend naar mijn eigen voetstapjes. Het is een zaterdagochtend met de drukte die erbij hoort: boodschappen worden uit achterbakken gehesen, meisjes fietsen in hockeykleren voorbij. Niemand herkent me.
2 opmerkingen:
Herkenbaar. Ik durf ook niet zo goed naar de Van Heemstrastraat terug te keren, hoewel ik daar, nu ik bij UNESCO elk voorjaar colleges geef, vlakbij in de buurt ben. Zou de kleuterschool, waaraan onze achtertuin grensde er nog zijn? En de slager, waar we altijd langs kwamen op weg naar de Grote School, de deur open gooiden en dan 'hallo!!' naar binnen riepen en waar je voor 5 cent zo'n ijslollie kon kopen? Zou ik het huis van Rita en Bob nog herkennen, waar ik meerdere keren per week te vinden was en waar zijzelf ook alláng niet meer wonen?
Na jouw verhaal houd ik het voorlopig maar op mijn eigen herinneringen...
Het klinkt zo leuk en romantisch, teruggaan naar je geboortehuis... Maar ik ben benieuwd voor hoeveel mensen dat ook daadwerkelijk zo leuk en romantisch uitpakt...?
Een reactie posten