woensdag 20 december 2006

πάντα ρει και ουδέν μένει

Denkend dat we als afdeling nog één keertje gezellig door de stad zouden kuieren en 'onder het genot van' afscheid zouden nemen van drie tijdelijke collega's die de reorganisatie vooralsnog niet overleven, werd ik zelf toegesproken. En hoe. Over elf dagen ben ik niet langer het hoofd van deze heerlijke afdeling. RJ had passende teksten gezocht. Ons beider voorliefde voor de tale Kanaäns werd niet onvermeld gelaten. Het citaat, uit het 30ste hoofdstuk van het boek Spreuken, werd geleverd in de Willibrordvertaling. Ik ben zo trots op 'mijn' mensen. En vandaag mag ik het ook een beetje op mezelf zijn.
(Maar waarom heb ik daar een zakdoek bij nodig?)

Ode aan een sterke vrouw

Een sterke vrouw, wie zal haar vinden? Haar waarde gaat die van koralen ver te boven! Het hart van haar man vertrouwt op haar en het zal hem aan winst niet ontbreken. Zij brengt hem geluk, geen ongeluk, alle dagen van haar leven. Zij zoekt zorgvuldig wol en linnen uit en werkt ermee tot genoegen van haar handen. Zij is als het schip van een koopman en haalt haar voedsel van ver. Zij staat op terwijl het nog nacht is, deelt proviand uit aan haar familie en geeft haar dienstmaagden het deel dat hun toekomt. Zij bekijkt een akker en koopt die; met de vrucht uit haar handen plant zij een wijngaard. Zij omgordt haar lendenen met kracht en maakt haar armen sterk. Zij merkt dat haar ondernemingen slagen: ’s nachts gaat haar lamp niet uit.

(kunstwerk: Gerri Grijsen)

2 opmerkingen:

Anoniem zei

Die RJ toch... :-)
Wat verschrikkelijk lief, dat er op zo'n mooie manier "afscheid" van je genomen wordt!
(En "afscheid"... Gelukkig val je niet van de kaart af, en blijf je nog gewoon bij hetzelfde bedrijf werken toch? Blijf je toch nog een klein beetje bij ze!)

Anoniem zei

dat is nog eens toegesproken worden! en zeer passend, niet te vergeten.
wens je toe dat je iets leuks gaat doen.

 

blogger templates | Make Money Online