vrijdag 31 augustus 2007

Qual piuma al vento

De zomer is echt voorbij als de wereldkampioen darten bekend is. Maar de aanvang van de vaderlandse voetbalcompetitie is ook een moment waarop duidelijk wordt dat we weer een vers jaar in gaan. Als echte fan geniet ik volop van de aanvang van 2007/2008 en daar is heus niet alleen leedvermaak bij.
Zo ben ik ook benieuwd hoe de vrouwencompetitie zich gaat ontwikkelen. De eerste beelden waren hoopgevend. Maar zelfs als er geen media-aandacht zou zijn: als 95.000 vrouwen deze sport beoefenen, dan wordt een nationale competitie toch hoog tijd?
Voor wie het nog niet wist: binnenkort start ook de Champions League weer. Hierin doet ook een (één) Nederlandse club mee. Maar dat terzijde. We zullen weer heel wat voor de buis hangen en de Europese topclubs zien spelen. Al combineer ik zo'n avondje meestal met was opvouwen, telefoneren of een blog schrijven. Heerlijk behang, dat voetbal, mínstens.
Blijkbaar is niet iedereen zo actief. Onder het motto "Til je reet eens van de bank" (vertaling van mezelf) heeft de Europese Commissie samen met de UEFA een filmpje laten maken opdat wij wat meer gaan bewegen. Het zal ons misselijkmakend vaak onder de ogen worden geduwd, voor en tijdens de wedstrijden.
Het is een heerlijk filmpje geworden. Hier is met liefde aan gewerkt. Het speelt goed in op de meest luxe leunstoelen die we tegenwoordig bezitten. Mooiste moment: de man die de bal stopt onder zijn stoel en de bal vervolgens kwijt is. F-jes-topniveau. En een jong jochie, nog keurig op gewicht, als waarschuwing ertussen door.
Zei ik dat *wij* meer moeten bewegen? Blijkbaar toch alleen de mannen. Geen vrouw schuift in de dertig seconden door het beeld. Maar schijn bedriegt. De achtergrondmuziek is van Verdi. Natuurlijk. Al menig lekker in het gehoor liggend deuntje van Guiseppe is door amateur mannenkoren met sjaaltjes en bier vermorzeld. Uit Rigoletto is ditmaal een bekend moppie geknipt. La donna è mobile: wie lalalaat het niet na één keer mee? De vrouw is beweeglijk als een veer in de wind. Humor van de reclamemakers. En zo ook de keuze van de zanger.

woensdag 29 augustus 2007

Wie zullen we nu weer eens bellen?

Toen ze zondagavond naar huis reed, zag ze een papiertje wapperen onder de ruitenwisser. Vast een afscheidsgroet van de schrijfclub, dacht ze. En besteedde er verder geen aandacht meer aan. Tot dinsdagavond. Ze fietste langs haar auto die door de week een stilstaand bestaan leidt en dacht aan de papieren boodschap. Ze stapte af en peutertje het onder de wisser vandaan. Een stukje dikkig tijdschriftachtig en deels gekleurd papier. Met daarop een telefoonnummer. Uitsluitend en alleen een 06-nummer.

A) Snotjegat, er is iemand tegen mijn auto aangereden, of erlangs geschuurd en ik heb schade!

Dat was haar eerste gedachte. Maar dat zou haar toch opgevallen zijn? Ze liep een rondje om de auto. Op het eerste gezicht niets alarmerends te zien.
B) Dit is een grap terug! Ze hopen natuurlijk dat ik dit nummer bel en dan kunnen ze lachen.
Dit weekend had ze vier vrienden van ooit ontmoet. Toen vrijdagavond nog maar drie van de vier op de camping stonden hadden ze - met haar mobiele telefoon - nummer vier een dikke poets gebakken. De hele zaterdag had hij lopen speuren naar de lieftallig Jenneke die hem zo graag weer wilde zien. Misschien waren de druiven toch nog zuur en zon hij op wraak. Of hadden de andere drie de smaak te pakken en was zij nu als slachtoffer aan de beurt. Toch leek dit niet waarschijnlijk. Want ze zouden niet weten of zij dit nummer echt zou bellen. En hoe niet leuk zou het zijn als ze gewoon één van hen aan de lijn zou krijgen?
C) Ik heb een aanbidder.
Die gedachte bleef niet lang hangen. Ze was maar drie keer in de beurt van haar auto geweest, dat weekeinde. Het tentje en de anderhalve tas had ze uitgeladen en twee dagen later weer ingepakt. Tussendoor had ze de auto nog één keer als kamerscherm gebruikt, toen ze nodig moest plassen. Wie zou weten dat dit haar auto was?
D) Het is een afscheidsbriefje van de schrijfgroep.
Natuurlijk. Dat was ook haar eerste gedachte geweest. De schrijvers hadden de zondag besteed aan het thema afscheid. 's Middags had ze gezien dat briefjes van allerlei formaat aan de inpakkende theatermakers, zangers en schilders werden overhandigd. Nu had zij er ook één gekregen. Dus tóch een practical joke.

Maar helemaal overtuigd is ze nog niet. Vanavond zal ze het briefje nog eens tevoorschijn halen, met de telefoon naar een rustig plekje lopen en het nummer intoetsen. Of anders morgen.

maandag 27 augustus 2007

Alweer bijna september blues

Duizend schitterende zonnen van Khaled Hosseini sloeg ik vandaag dicht. Het is een prachtig boek.
Het afvallen heb ik weer opgepakt na een paar dagen met heerlijk bier; de resultaten van de afgelopen weken waren hoopvol.
De nieuwe collega's op het werk lijken prettig gezelschap.
Het weekend met vier vrienden van weleer was meer dan gezellig.
Pelle doet al meer dan een week z'n best op school en vindt het nog leuk ook.
Ik heb nog talloze mooie boeken om te lezen.
De trein reed vanmiddag weg toen ik twee seconden aan boord was.
Volgend jaar bestaat Buitenkunst ook nog.

Niet meer zeuren daarom.

donderdag 23 augustus 2007

"Toch wel leuk om die voorkanten nog even te zien"

Ik vind het zelf een uitermate plezierig karweitje. Maar ja, een moeder moet ook opvoeden. En daarom heb ik dit jaar nog maar één boek voorgedaan en zoonlief verder zelf laten worstelen. In net geen vier uur heeft hij de klus geklaard. "Past dit wel?" "Ja, hallo, zo lukt het natuurlijk nooit!" "Gatverdamme het schiet weer los". Op geen enkele noodkreet heb ik gereageerd. Straks voorzichtig vertellen dat er nog wat hij (met een hollandse aa en een verschoven klemtoon) labéllen noemt geschreven en geplakt moeten worden.

maandag 20 augustus 2007

Kom je ook? Het wordt vast gezellig!

Of ik aanleg voor wiskunde heb? Ik zal er niet snel meer achterkomen. De middelbare schooljaren heb ik eindeloos bijlessend doorgebracht. Bij de wiskundestudent wist ik alles, om op school weer een 3 te scoren. Braaf doen wat de bedoeling is viel me zwaar. Althans, ik meende dat ik gehoorzaam mijn weg baande langs raaklijnen en cosinussen, maar mijn bewijzen scoorde toch zelden voldoende. Uit arremoei heb ik het vak maar laten vallen. Dat kon toen nog, hetgeen de motivatie van de docent waarschijnlijk ook vroegtijdig deed dalen.
In de klas mocht ik geen vragen meer stellen. Dat hield maar op. "Wat kun je er mee?" informeerde ik telkenmale beleefd. Of: "De oplossing van welk maatschappelijk probleem komt hiermee dichterbij?" De echte wiskundigen houden niet van dat soort vragen. Ze snappen het niet. ("Geeft niks, jij kunt andere dingen vast heel goed.")

Gisteren was Alexander Rinnooy Kan, qua uiterlijk een kruising tussen mijn leraar Latijn en mijn oom Jan, zomergast. Verlekkerd sprak hij over zijn liefde, de wiskunde, en de grootheid Paul Erdös. We kregen een filmpje voorgeschoteld waarin werd betoogd dat als op een feestje mensen rondlopen die elkaar niet kennen én mensen die elkaar wel kennen, het bij een gezelschap van zes feestgangers al onmogelijk is, dat er géén drie mensen zijn die elkaar óf wel kennen óf niet. Gastheer Joris Luyendijk begreep de wirwar van driehoeken ook niet. Misschien dacht hij dat 'best out of five' toch ook drie is? Of hield hij zich net als ik bezig met de echte prangende vragen?

Wat als ik op een feestje ben met Joris, en ik hem wel ken, maar hij mij niet en er zijn maar vier andere gasten?
Wat doen mensen op een feestje waar ze de helft van de mensen niet kennen?
Is de situatie bij binnenkomst van alle gasten getest (en kwamen ze dan tegelijk)?
Hoe leuk is een feestje als je elkaar na afloop nog niet kent?

P.S. Mijn Erdösgetal is 3 of 4, hóóguit 5. De volgende keer toch maar weer naar de reünie van de middelbare school.

donderdag 16 augustus 2007

She's Not You

"Erg, hè?"
Marit kwam met haar fiets aan de hand de schuurdeur uit. Ze had - terecht - verwacht dat ik er al zou staan, en duidelijk had ze zich verheugd op dit moment. Met mij het 'hele erge' te delen.
"Nou, zeker" probeerde ik voorzichtig.
Het was het begin van de tweede klas. En hoewel wij niet langer bij elkaar in de klas zouden zitten, hadden Marit en ik toch de gewoonte opgepakt om samen naar school te fietsen. Marit had een oudere broer, een werkende moeder en sprak voor een dertienjarige fantastisch Engels. Maar het meest keek ik tegen haar op omdat ze op de hoogte was van wat er in de wereld gebeurde. Zij mocht wel alle televisieprogramma's kijken en de interessante bladen werden niet alleen bij de kapper gelezen. Dankzij haar kwam ik er achter wat ik moest weten om mee te kunnen praten.
Vaak sprak ze op een zuchtend toontje tegen mij. Ze had duivels goed in de gaten als ik het spoor weer eens bijster was. Dan legde ze ongeduldig maar glashelder uit hoe dat ging: haren verven, een panty aantrekken of je ouders betrappen tijdens je-weet-wel-...-sex.
"Mijn moeder is er kapot van."
O jee. Nu werd het serieuzer. Zou het iets in de familiekring zijn? Had ik gemist dat het pleintje uit was gelopen omdat hun kat was overreden?

Als huidige vrienden sceptisch kijken wanneer ik vertel over mijn wereldvreemheid als meisje van 13 (en 14, en 15, en ...) overtuig ik hen nog altijd hiermee: Toen Elvis Presley 30 jaar geleden overleed, had ik geen flauw idee wie hij was.

woensdag 15 augustus 2007

Op de volkstuin

Bas:
Hé Freek, daar ben je. Schep lekker op. Goddellijke slakkensalade. Eigen recept. De huisjes graag bewaren, daar plavei ik mijn tuinpaadje mee.

Freek:
Ik kwam hier niet om te eten. Ik kom over je slakken praten. Die mijn watermeloenen niet met rust kunnen laten.

Bas:
Doe je ze ook uithollen? En dan met kaarsjes erin, en gezichten snijden, voor Halloween?

Freek:
Ik win prijzen, buurman, als jouw slakken tenminste ...

Bas:
Het moet ook mooi zijn als ze kapotvallen. Van grote hoogte. Of nee! Kapotschieten, dat lijkt me tof. Die oude man hier even verderop heeft een windbuks. Is dat niks voor jou? Kun je gelijk op mijn naaktslakken schieten.

Freek:
Steek de gek niet met mijn hobby! Alsof jij zo normaal bent met die slakken. Ik zie heus wel wat je daarmee doet. 's Ochtends vroeg over alle tuintjes verdelen, hè? Ik wil jou niet meer in mijn tuin zien!

Bas:
Ze zijn al bijna groot genoeg om te oogsten, dacht ik zo. Kijk eens wat een mooie ik vanmorgen uit je tuin haalde. Zin in een dessert?

Freek:
Jij hebt met je poten van mijn ... van mijn ... spullen af te blijven!

Bas:
Gestolen spullen, dan toch zeker. Interessant, hoor, wat er allemaal in zo'n meloen gepropt kan worden. Mooie glimmertjes. Nog niet eens allemaal geslepen, zag ik. Ik heb ze een veilig plaatsje gegeven.

Freek:
Waar ik mijn moeders juwelen bewaar, dat is mijn eigen zaak. Maar ik denk dat mijn broers het geen prettig idee vinden dat jij je neus in onze zaken steekt.

Bas:
Je moeders juwelen zijn bij mij in goede handen. Jouw zorgen zijn over. Dat ene hapje slakkensalade had je niet moeten nemen.

Elp, 6 augustus 2007
Het gras is altijd groener ...

dinsdag 14 augustus 2007

Het zweet mijns aanschijns

Hoe het moet, dat weet ik wel. Hoe het vol te houden, da's mijn probleem, het mag voldoende bekend zijn. Misschien moet ik eens op zoek naar de oorzaak van de onmogelijkheid mijn rug recht en mijn mond dicht te houden. Voor die tijd toch nog één poging om weer in gezondere garelen te belanden zonder psycholoog.
Ditmaal zonder te sporten. Na 43 jaar durf ik hardop te stellen: ik heb er een hekel aan. Die douche na afloop is nog wel lekker en goed zweten heel soms ook, maar dat gestuntel met een bal of een loopband of een tegenspeler. Ik fiets vier keer per week van de Vijfhoek naar station Deventer. En terug! Dat moet het dan maar zijn. Nou, vooruit, ik neem me voor wat vaker de trap te nemen en lopen en fietsen niet uit de weg te gaan.
Om de moed erin te houden heb ik schema's gemaakt. That's me, folks. Schema's met beloningen en bestraffingen. Elke kilo die verdwijnt wordt beloond en bestraft. Beloond omdat het eindelijk dan toch maar gelukt is. En bestraft, omdat ik a) eigenlijk die kilo er helemaal niet áán had moeten laten komen en b) opdat ik op die manier geestelijke ballast kwijtraak. Want wat zijn zoal de straffen? Vooral het bijwerken van achterstallig onderhoud, er moet geklust worden! En gezwommen of gefietst, want beweging zie ik toch als straf. De beloningen zijn ook op mijn lijf geschreven: een boek (maar alleen dan!), een saunabezoek of een portie sushi.
Als mijn Body Mass Index eenmaal exact 25 is, dan pas ik niet alleen alle kleren weer die al weer jaren uit de mode liggen te raken in mijn klerenkast, maar is die kast ook opgeruimd. En zo ook de zolder. En heb ik een prachtig ingerichte schrijfplek. Mijn vrijwilligerswerk is geadministreerd, mijn bookcrossingboeken gearchiveerd, en wat ik niet meer nodig heb is weggegeven of weggegooid. Ik voel me al ponden lichter worden.

maandag 13 augustus 2007

Dan liever de lucht in

We hebben dus weer een week tussen de creatieve medemens gebivakkeerd, de zonen en ik. En onszelf ook niet onbetuigd gelaten. Toch zagen wij met verbazing en afgunst wat anderen vermochten. Laten we maar niet eens beginnen over wat menigeen wist te knutselen met metalen platen, stapels hout en een verroeste cirkelzaag. Of hoe maskers in elkaar werden genaaid en gehamerd. Ons vielen vooral de circustalenten op. Minstens drie éénwielers kwamen regelmatig langs de tent vliegen. Acrobaten waren onder ons en zelfs een vuurspuwer. We hebben ons voorgenomen volgend jaar ook een kunstje te kunnen. Pelle gaat zich bekwamen met de diabolo, Stach en ik willen dan kunnen jongleren. Nu nog iemand vinden die het ons kan leren.

zondag 12 augustus 2007

Omdat ik het waard ben

Els:
Ik moest zo nodig, dat de straal op het betonnen wegdek klettert en mijn broekspijpen nat worden. Ik zit gehurkt tussen de portieren van mijn auto. Ik verzet mijn linkerschoen wat. Ik had de stroom niet goed ingeschat. Zit het leven niet altijd vol verrassingen?
"Mijn lijf is als van Julia Robberts; mijn hoofd is voor wie van een uitdaging houdt." Of: "Lelijkheid went; schoonheid verveelt". Al op zoveel manieren heb ik mezelf in evenzovele advertenties omschreven. Maar nog geen man die niet op me afknapt.
Een vriendin gaf me de naam van een plastisch chirurg, een bijzonder goede, in Frankrijk. 't Is nog een eind rijden. Mijn TomTom is de weg kwijt en daar zit ik nu, achter deze supermarkt op dit lege parkeerterrein. Ik verlies mijn evenwicht en val achterover. De achterportier biedt onvoldoende steun. Ik sta op, klop het straatvuil van mijn billen en hijs mijn broek uit de plas.
Het vet uit mijn linkerbeen moet voldoende zijn om één borst te vergroten en een zwembandje rond mijn heupen te maken. Ik zal een buikje krijgen. De huid van mijn scheenbeen zal op mijn armen terecht komen, moeilijk bereikbaar voor het scheermes. Twee tenen zullen verhuizen naar de rechterkant. Dan kan het been worden afgezet. Aan mijn hoofd zal niet worden gesleuteld. Mijn karakterkop, zoals mijn vader 'm noemt. Die kop krijgt eindelijk het lichaam dat het verdient. Ik krijg het lichaam dat ik verdien. Dan ga ik een automaat rijden. En in de advertentie zet ik "gehandicapte vrouw zoekt lieve man".

Elp, 5 augustus 2007
monoloog in benarde situatie

I am beside myself

Er zijn van die dagen dat het klopt. Een niet al te groot groepje, wilde zangmedewerker Mariëlle hebben. En een beetje ritmisch inzicht en kennis van het notenschrift was wel handig. Even later stonden we met z'n veertienen in de tent, die de bassen snel half open maakten, zodat we het bos toe konden spreken. Vier sopranen, vier alten, drie tenoren en drie bassen. Perfect.
We namen een spreekkoor van Ernst Toch onder handen met de titel "Valse". Ernst noemde zichzelf al de meest vergeten componist van de twintigste eeuw, dus een al te grote schande zal het niet zijn dat ik nog nooit van hem gehoord had.

Een spreekkoor, da's een kwestie van goed tellen, zorgen dat je je stem niet forceert en veel plezier maken. Valse is een social talk in driekwartsmaat. Toch zou tijdens een kroegbezoek geïnspireerd zijn geraakt door het gebabbel aan de bar. De stemmen kaatsen in ijltempo heen en weer terwijl wij naarstig ons best doen de Éen-twee-drie van de wals in stand te houden. We fluisteren, roepen, mopperen, kwelen. Zoals zo vaak mogen ook van Toch de sopranen uit het dak: Isn't it beautiful? Completely mad! I am beside myself!!

Twee keer twee uur hard werken en toen mocht 's avonds het publiek het stuk van vier minuten beluisteren. Weer in het bos, op een open plek ditmaal, stonden we in een dichte kring, ruggen naar het publiek. What a dance!

Naschrift: Nog geen geluidsopname of filmpje op het wereldwijde net kunnen vinden. Wel op youtube een ander, soortgelijk werk van Ernst Toch. Voor wie een indruk wil krijgen van een spreekkoor van deze componist: de geografische fuga.

zaterdag 4 augustus 2007

Kom dan bij mij


Als het koud is in je ziel
En je weet niet wat te doen
Kom dan bij mij

zingt Brigitte Kaandorp.

Dit lied laat ik uit de auto-speakers knallen elke keer als ik het terrein van Buitenkunst achter me laat. Het is een belofte aan mezelf om terug te keren. Terug naar de plek waar mijn batterij zich oplaadt, een mini-wereld zonder cynisme. Waar ik ongekend creatief ben, vol energie. Zo'n plek achter je laten stemt melancholiek. Maar als een muntje dat ik in de fontein gooi, klinkt dan dit lied.

Op de heenweg moet een ander nummer mij in de juiste stemming brengen. De laatste vijf minuten van de reis naar het terrein toe, grotendeels over een kronkelend geel zandpad, draai ik van dezelfde CD Leven zonder angst. Als een opdracht aan mezelf om me de komende week niet te verschuilen. Een opdracht om te schitteren, te ontdekken, te zijn, te leven. Het gaat me eigenlijk vanzelf af, daar, maar Brigitte zet me zo lekker gelijk op de goede weg.

Ik ben daar klaar als ik de opdrachten aan mezelf om kan draaien. Als ik pas dan daar heen wil, heen moét, als het koud wordt om mijn ziel. En - vooral - als ik weet hoe te schitteren, hoe creatief en vol energie te zijn buiten het Uteringskamp. Ik mag weer een week gaan verzinnen hoe dat moet.

donderdag 2 augustus 2007

Wat vliegt daar?

Op een mals stuk gras bovenop een steile klif zitten enkele tientallen mensen. Ze kijken, wijzen en fotograferen. En alles zwijgend. Er heerst een serene, haast devote stilte. De regenkleding, vooral tegen de wind, ritselt. De camera's klikken. Een enkele tas kraakt open of dicht. Het zijn vooral 45-plussers. En een enkel gezin. Een dertienjarige die opgewekt het weitje af komt huppelen krijgt sssst! naar zijn hoofd.

Als je op de camping in Runde kampeert kom je er niet onderuit. Alles ademt puffin, wat wij weten te vertalen als papegaaiduiker. Bij het inchecken krijgen we een kaartje mee, waarop een cirkel en een tijd zijn getekend. Rond negen uur 's avonds, moeten we zéker de heuvel over en naar de andere kant van het eiland, om de bijzondere vogels gaan bekijken. We moeten ons er echter niet teveel van voorstellen, waarschuwt de campingbaas. In deze tijd van het jaar zijn het er hoogstens 200.000.

Een half uurtje klimmen over drassige grond hadden we er voor over. De vogels zijn grappig. Ze maken nauwelijks geluid en komen heel dichtbij. In de diepte zien we kleine bootjes, waarop ook kijkende mensen. Jeroen maakt ook hier prachtige foto's.


(Niet alleen je kinderen houden nauwkeurig bij wie meer en minder aandacht krijgt, zo bleek ons later die avond. Terug bij de tent scheet een ongetwijfeld jaloerse meeuw op pagina 584 van Harry Potter and the Deathly Hallows. Of was het een uil?)

woensdag 1 augustus 2007

In de trein (4)

De man in de trein naast me kijkt blij opzij. Hij is net in Apeldoorn ingestapt, buigt zich over me heen en zet z'n drinkflesje aan het raam. Het flesje staat voor mij. Het staat er niet voor mij, vermoed ik. Hij pakt zijn laptop uit. 't Is een grote man, in dik zwart pak met dunne krijtstreep. Zijn gebaren zijn breed. Zijn arm komt tussen mijn ogen en mijn boek. Dat is het moment waarop hij opzij kijkt en lacht. Geconditioneerd als ik ben produceer ik een flauw grijnsje. I&A is onderweg haar visie te realiseren, lees ik van zijn beeldscherm. En dat beleid mogen Pieter en Marceline gaan evalueren. Sinds wanneer is visie hetzelfde als beleid, vraag ik me af, maar om half acht ga ik daar de discussie niet over aan met Pieter. Want ik denk dat hij Pieter is. Die schrijft namens Claudia. Claudia vertelt de leden van het managementteam dat die zich luisterend gaan opstellen. En dat ze zich verheugen op de resultaten.
 

blogger templates | Make Money Online