Nervus ulnaris
Joost was binnen twee maanden van studierichting gewisseld. De trompet hing hij aan de wilgen. Slagwerk bleef hij doen, maar nu in combinatie met compositie. Zijn voorliefde voor elektronica kon hij in beide vakken ruimschoots kwijt. Hij knutselde allerhande instrumenten die hij gebruikte voor zijn projecten. Het meest opzien baarde iets dat nog het meest op een spijkerbed leek, maar bij nader inzien uit een plank met flexibele staafjes bestond. Aanraking leverde verscheidene typen geluid, afhankelijk van het materiaal waarmee de staafjes beroerd werden. Zijn composities, in een zelfverzonnen schrift dat de leraren tot wanhoop dreef, stonden vol aanwijzingen als nervus ulnaris en lingua. Muziek maken met het telefoonbotje of de tong beschouwde Joost niet als hilarisch. De confrontatie met zijn recalcitrantie ging geen leraar aan, onder de indruk als ze waren van zijn ideeënrijkdom en de kwaliteit van zijn producten.
En toen hij een wand van vier bij vier meter had opgericht, in ongelijke ramen verdeeld, opgevuld met snaren, gooiden ook de docenten de door Joost verstrekte sleutelbossen op de maat naar de wand.
donderdag 3 januari 2008
Een voorproefje
Het manuscript moet een boek gaan worden. Aldus heb ik besloten. Een project voor 2008. Een paar boffers (bofferinnen, vooral) hebben de eerste ruwe versie mogen proeflezen. Voor alle anderen een amuse.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
3 opmerkingen:
O dzjee, waar gaat het heen met Joost? Hij mag het weten ;o)
Ben heeeeel benieuwd! En ontzettend knap dat je het volgehouden en gedaan hebt. Bewonder je!
Geweldig Ina, ik wens je heel veel succes met het (vervol)maken van je boek!
Een reactie posten