Beste ex-oud-collega,
Je viel me de eerste dag al op. Toen ik elf maanden geleden weer begon te forenzen zag ik je gelijk. Hé daar is J., de oud-collega! Tijd niet gezien! Ik zie je 's ochtends en 's middags. Je werkt ook in Utrecht. Je doet of je me niet ziet. Of je weet echt niet meer wie ik ben. Dat kan. Natuurlijk, dat kan. Al vind ik het wel een beetje raar. We deden niet veel, maar wel eens wat, samen, in onze vorige banen. En nu groet je niet meer. Nog geen flauwe glimlach. Noch een knikje, een twinkeltje in je ogen.
Ben je bang dat ik bovenop je spring? De foto's van mijn zonen en vakanties onder je neus duw? Met je wil terugkijken op woelige gemeentejaren? Dat wil ik allemaal helemaal niet. Gewoon 'hoi', soms, is genoeg.
Okay, je kent me niet meer. Dat kan. Zo erg is dat ook weer niet.
Maar ik ken jou nog wel. Dus dat ik je gisteren liet slapen, terwijl de trein al aan ons perron stond, en ik naast jou in het gangpad in de rij bij de deur stond te wachten, dat was niet aardig van me. Sorry.
Een oud-ex-collega
dinsdag 29 januari 2008
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
1 opmerking:
serves him right! ;-)
Een reactie posten