dinsdag 12 december 2006

Schatkisten

De aanblik van mensen op straat met muziekinstrument bij zich stemt mij immer vrolijk. Ingepakte muziekinstrumenten, wel te verstaan. Of dit nu een jonge vrouw is, in driekwartjas met een fagotkoffer, een vrouw van middelbare leeftijd op de fiets met een cello op de rug, of een man, hollend naar de tram, zwaaiend met vioolkist. Ze zijn op weg naar, of komen van, een plek waar hun kist open gaat en de schat onthult. Het instrument zelf, maar ook al het overige dat ze torsen.

Open uw kist en ik vertel u wat voor mens u bent. Na in tientallen ruimtes blikken te hebben geworpen in honderden kisten durf ik deze stelling aan. In een mooie ruimte van een echte concertzaal (waar overigens het koor een aparte kamer heeft), of op en onder vergadertafels in carrévorm, in de zijbeuk van een altijd tochtende kerk: de instrumenten kunnen niet tevoorschijn worden gehaald zonder meekijkers, gewenst of ongewenst.

De inhoud van een kist laat zich in drie categorieën delen: het instrument, de parafernalia en de souveniers.

Allereerst het instrument. Dat kan oud, gedeukt, waardevol, alledrie of geen van drieën zijn: in handen van de eigenaar is het altijd mooi. Dat maakt de kist niet meer of minder bijzonder.

De parafernalia kleuren de kist wel. De strijker neemt reservesnaren mee, en hars voor de strijkstok; de kist herbergt waarschijnlijk ook nog een kam. De koperblazer heeft minstens twee monstukken en vaak ook een sourdine bij zich; en natuurlijk een ragger voor het betere schoonmaakwerk. De rietblazers grossieren in rietjes; vooral de dubbelrietblazers koesteren deze kostbare - vaak zelfgemaakte - stukjes hout in diverse kistjes ín de kist. Eén van de leukste attributen vind ik het pakje vloeitjes van de hoboist.
Al die zaken voor dagelijks onderhoud van het instrument bevinden zich tussen het fluweel waarmee de doorsneekist gevoerd is. In de deksel, achter riempjes of in doosjes, open te maken nadat het instrument verwijderd is, of in etuis die naadloos in een daarvoor bedoelde holtes steken. De ene muzikant doet het met wat standaard wordt meegeleverd, de ander zweert bij huismerken, eigen fabrikaat of geeft een persoonlijke noot aan het geheel door bijvoorbeeld juist trombonevet bij de trompet te gebruiken of waar iedereen zweert bij samson-, juist de rizlavloei bij zich te steken.

Dat brengt me bij de derde categorie: de souveniers. Dit is een hobby waar vooral violisten zich mee bezig laten te houden. Niet zelden is het instrument extra omhuld door een eigen sjaaltje. Het zou functioneel kunnen zijn, temperatuur wordt nog beter bewaard, maar het doet vermoeden dat de eigenaar wil opvallen door een lap stof die de persoonlijkheid weergeeft. Een soort nonchalante grote zorg moet uitgestraald worden: het hoogst scoort een schoon, mooi, maar overduidelijk zeer oud lapje.
Dan zijn er de ansichtkaarten en de foto's. De ware exhibitionist gebruikt de deksel onmiddellijk als fotolijstje zodra het instrument is verwijderd. De jongste geliefde, het opgedoekte maar succesvolle kwartet of de gehele familie worden tentoongesteld. Ook een concertprogramma op flyerformaat wil nog wel eens de binnenkant van de deksel sieren.

Een beetje kist heeft plek voor meer en daarom kunnen er ook nog zaken worden aangetroffen als: bladmuziek, de spits of metro, een paperback (vooral bij koperblazers of anderen die delen van muziekstukken of concerten geen partij hebben, maar wel op het podium moeten zitten), of een stemvork.
Een kist kent zijn grenzen, letterlijk en figuurlijk. Zo heb ik nimmer aardse zaken als de boterham, de banaan of de autosleutels aangetroffen. Een kist kan onderweg dan ook altijd dichtblijven. Wat weer maakt dat wij nooit zeker zullen weten wat zich verborgen houdt.

maandag 11 december 2006

Samenzang

De trouwe lezer weet dat ik een zanger ben. Althans, ik zing graag. Als ik niet minstens een boek lees per week en niet naar mijn koortje ga, springt er een lampje op oranje. Oppassen nu! Leg ik de prioriteiten wel goed? Neem ik genoeg tijd voor mezelf?

Zingen doe ik in koorverband sinds mijn vierde jaar. Op het kerkkoortje in Ter Aar was mijn vuurdoop. Ik zal het eerste nummer nooit vergeten: Alles is eitel, Du aber bleibst, und wem Du ins Buch des Lebens schreibst. Zoiets. Het zit toonvast maar tekstueel fonetisch in mijn hoofd.

Daarna volgde nog vele koren. Vooral erg goede herinneringen heb ik aan het VU-koor en het USKO. Maar ook mijn huidige toonkunstkoor, Euterpe, is een warm bad. Wat maakt een koor bijzonder? Veel. Vandaag sta ik even stil bij wat zingen voor mij nog mooier maakt dan het al is: zingen naast een goede maat.

Elk koorlid zal het herkennen: het is heerlijk naast een goede zanger te staan. Als dat ook nog 'ns iemand is waarmee je kunt lachen, die jouw zangkunst ook kan waarderen en waar je kritiek van kunt verdragen en aan kunt geven, dan is er sprake van een echte zangmaat.

Ik heb bijna altijd geboft. Zo heb ik veel gezongen met mijn zusjes, allebei in hoge mate maten. Op het USKO, en later in de Kleine Johannes (ook een topkoor!), was het Lucine. Daar heb ik wat mooie muziek mee gemaakt! Het gedeelde gevoel als het klopt: perfect mengende stemmen, is verrukkelijk. De laatste jaren is het Cara. We begrijpen nog steeds niet waarom we de eerste maand - we kwamen tegelijk op ons koor - níet naast elkaar hebben gestaan. Sinds we elkaar ontdekt hebben houden we van elkaar, koorsgewijs gesproken. Of het nu is als leuner (Requiem van Verdi) of als steunpilaar (Hohe Messe van Bach), en ondanks de twintig centimeter die wij in lengte schelen, we zijn een hecht team.

Als alles vluchtig is, dan blijft toch het genieten.

donderdag 7 december 2006

Mevrouw de voorzitter


Geachte mevrouw Verbeet,

Mag ik u heel hartelijk feliciteren met uw nieuwe baan? Kamervoorzitter, ik ben kan me goed voorstellen dat dat inderdaad een droombaan kan zijn. Als mens in het land ben ik ook altijd benieuwd wie het gaat worden. (Ik kan me Anne Vondeling nog herinneren. En zoals dat ook gaat bij koninginnen en sinterklazen, zal de heer Vondeling voor mij de echte kamervoorzitter blijven. Maar dat terzijde.)
Ik heb de stemming met verbazing gevolgd. Niet dat ik niet heel blij ben dat u het bent geworden, dat zal ik hieronder uitleggen, maar het ging over zulke rare dingen. Of, beter gezegd, het ging over zulke rare dingen níet. Snappen die 149 anderen niet dat ze al die vergaderingen, vier jaar lang, naar iemand moeten luisteren? Dat het handig is dat iemand het regelement van orde van buiten kent en beleefd is tegen een ieder, en de oppositie niet in de watten of de kleine partijen niet in de luren legt, dat zal allemaal wel. Maar het moet toch ook een prettig geluid zijn dat de zittingen opent en weer sluit? Mevrouw Verbeet, daarin had u voor mij al gewonnen voordat het debat begon. U heeft een prettige, warme stem zonder onmiddellijke associaties met midwinterhoorns of blaaskappellen.
Ik heb uw (oude) site bezocht. Daarin kom ik te weten dat u erg van lezen houdt. Dat heeft u dan weer gemeen met uw vrouwelijke voorganger, Jeltje van Nieuwenhoven. En met mij. Ik mag u er nog meer om. U bent voor Ajax. Da's jammer. Maar goed, we hoeven niet gelijk vriendinnen te worden. U heeft nog iets dat ik niet eerder van u wist. U heeft - what's in a name, mevrouw Verbeet - een spleetje tussen uw voortanden! Wist u dat u daar geld mee kunt verdienen? In de winter van 1983 wedde ik met huisgenoten dat ik een rijksdaalder tussen mijn voortanden kwijt kon. Het lukte en ik mocht de rijksdaalder houden. (Jammer was wel dat het muntstuk vervolgens muurvast bleek te zitten en ik met -10 graden en open mond naar het VU-ziekenhuis moest rijden om het te laten verwijderen.) Maar mocht er dus een keer een vergadering opgeleukt moeten worden: gebruik 'm gerust (ik zou beginnen met een stuiver).
Ik wens u een prachtige tijd!

maandag 4 december 2006

Geen gezicht

Ik schrok van het gezicht van collega B. vanmorgen. Rode huid, dikke ogen, net iets te goed gewassen alsof hij verdriet had willen wegpoetsen. Ik ben er eentje van het snelle oordeel en dacht dus onmiddellijk LEED in de smiezen te hebben. Shit, ik wil geen leed; en zeker niet voor anderen. Als in een MTV-clip schoten overleden grootouders, verbroken relaties, zieke moeders, ruziënde vrienden en platte katten door mijn brein. Nooit peuren in verdriet, is mijn devies. Als iemand wil delen gebeurt het vanzelf. Maar doen alsof ik het rode hoofd met de gezwollen ogen niet zag zou ook weer hypocriet zijn. "Jò, onder de zonnenbank in slaap gevallen?" grapte ik maar. Dat kon hij - in het geval van ondeelbaar verdriet - altijd weglachen met "Ja, zoiets." Maar het verhaal liep anders. Hij was dit weekend Zwarte Piet. Het afschminken was nog een heel karwei geweest.

De enige echte

Wie herinnert zich niet de reclame voor Heinz tomatenketchup, waarin het rode spul vergeleken wordt met een ander merk? Een mevrouw en mijnheer aan tafel, die zich rijkelijk bedienen, en zichtbaar smullen van een patatje speciaal, kijken verstoord op van de voice over die roept dat Heinz beter is dan alle andere. Ze grijpen in. De mevrouw spreekt: "Wéllekuh ánderuh??" De man knikt tevreden en beiden vallen weer op de fles aan.

Al twintig jaar is Bram van der Vlugt onze echtste heiligman. Hij doet dat zeer knap. Gezag authentiek, stem okay, lengte prima, humor genieten. Bram is een overtuigende boekhouder. Toch is hij voor mij een hulpsint. Ik ben opgegroeid met Adri van Oorschot. Sinds 1965 kwam hij op TV-aan, liet hij zich toezingen 'van je bimmele bammele bom, zijt wellekom' en regelde hij een huis voor Annabel. Statig. Sonoor. Serieus.


Geloof is een zeker weten: Juliana is mijn koningin; Adri is mijn Sint.

zaterdag 2 december 2006

Smeer het maar in je haar

"Niet het chagrijn, de kwaadheid, de ergernissen, niet de grote levensvragen, de belangrijke geschillen." Zo introduceer ik deze weblog. En dus praat ik hier niet over de reorganisatie op mijn werk. Omdat ik daar hilarisch anecdotisch over kan doen. Of levensmoed uit kan tappen. Of geniet van creatievelingen. Maar het zal toch altijd een vleugje stemming weergeven van dat wat ik nou net niet hier wil delen.
Maar nu ik er toch over begonnen ben ... Ik heb nog een baan in 2007. En dat voelt toch als mooi meegenomen. Ik sluit zelfs niet uit dat het een hele leuke baan kan worden. Ik las de kranten dit weekend in ieder geval al een stuk geïnspireerder en identificeerde me zelfs met Joska van Vuure, de Deventenaar die zich diversionist noemt. Het zal me niet snel te dol worden.
Ik ben behept met een dosis empathie waar Klaas Vaak zelden tegenop gewassen is. Want ik heb dan wel werk, maar een hoop collega's hebben een 'nee' of een 'dit niet' te horen gekregen. En dus vertaalde mijn persoonlijke opluchting zich niet in een droomloze slaap, maar heb ik de nacht weer eens half wakend en druk dromend doorgebracht. Ruzie gemaakt met de hoogste baas over koffiemijnheren die hun werk niet snel genoeg deden en een Lief die een collega toespuugde hoezeer ik leed op weg naar excellente klantgerichtheid. Ach ja, de balsem van de nacht; ik geef het graag cadeau.
Tijd voor even iets heel anders. En dus stond ik op met maar één dwingende gedachte: het haar moest geverfd! En dat mocht best rigoreus. Na twee uur was ik alweer wat minder moedig en kwam met een weliswaar felgekleurd doosje uit de drogist, maar wel met spul dat er na 6 à 8 wasbeurten weer uit is. En daarom ben ik - twee bedorven handdoeken en heftig gepoets op het keramiek van bad en wasbak later - in het trotse bezit van een aubergine kop met krullen.
Ik krijg het gelijk een stuk rustiger: de jongste wil nu zeker niet meer dat ik hem naar school breng en de oudste suggereerde me tot de kerst binnen te blijven.

donderdag 30 november 2006

Blikopener



Eén van de grootste verrassingen in mijn leven is toch wel dat ik autorijden zo leuk vind. Als best-wel-milieufreak, lawaai-neuroot en ergeraar aan machismo had ik toch echt wat anders van mezelf verwacht. Maar sinds de eerste spoedles was ik verkocht. Instructeur Kees, die alleen tegen mij kon praten of ik 18 was en niet al te slim, kon het zelfs niet tegen maken. En zo werd ik op mijn veertigste de trotste bezitter van het rijbewijs.

Sindsdien rijd ik met veel plezier. Ik probeer niet al te veel kilometers te maken, het blijft tenslotte vaak pure luxe, milieuverpestend en ook anders op te lossen, maar ... ahum ... de sleet zit er aardig in. Dat ik nog niet zelf zo'n geval voor de deur heb staan beschermt me voor de echte excessen, maar het honderd-dagen-huurcontract stelt mij in staat vele meters asfalt te maken.

Gisteren ging er een onverwachte kogel door de kerk. Een collega vertelde enthousiast over de auto die hij had ontvreemd aan 'zijn beun' en hoe leuk hij het onderhandelingsspel vond. Voor ik het wist noteerde ik waaraan mijn eigen auto zou moeten voldoen, had collega de beun gebeld en is er sprake van een zoekopdracht.

"Niet gek staan te kijken als je volgende week opeens een auto hebt, hoor" waarschuwde de collega. Gek staan kijken? Naar iemand als ik die duizenden euro's uit gaat geven aan een stuk blik? Die tot twee jaar geleden zwoor bij alle vervoer dat openbaar was?

Ik sta voor de spiegel en oefen mijn geamuseerde blik.

zondag 26 november 2006

Ken ik jou niet ergens van?


Dachten wij bijna acht jaar geleden al dat we naar de eeuwige steppen verhuisden, blijkt pas nu dat je nog ruim anderhalf uur in de auto kunt zitten en dan nog maar in Sneek bent. Maar daar waren we dan ook voor een goede reden; en overigens kwamen wij nog van dichtbij. Velen hadden de tocht gemaakt uit de Randstad. Een familiefeest. Eens in de tien jaar heb ik daar zin in, vertelde ik één van de tallozen die ik vanmiddag gesproken heb. Mwah, zeg ik voorzichtig, misschien wel vaker nu ik weer zo heerlijk herkenning heb gevonden in tantes, ooms, neven, en nichten. Familie blijft toch een raar iets. Ben je koud een kwartier binnen sta je een zeer hartelijk gesprek te voeren met een kerel, nu meer dan een kop, zeg maar twee, groter dan ik, die neef Derk blijkt te zijn en ik twintig jaar minstens niet gezien heb. De tantes en ooms zijn nog als altijd: druk in gesprek, enthousiast over alles, maar inmiddels trouwens niet meer rokend. Van de 24 kleinkinderen van mijn grootmoeder waren er zeven. De oudste 42 (oui, c'est moi), de jongste 18 jaar. De volgende generatie was er ook al: 12, 10, 6, 5, 4 en 3 jaar oud. Grappig hoe er nog lijntjes hier en daar door de familie lopen. Zo past een neefje van 17 op de kinderen van zijn nicht, die vroeger nog op hem gepast heeft. En is er een Utrecht-clan die elkaar nog minder of meer regelmatig treft. En ikzelf heb met neef Tilburg en nicht Utrecht URL-contact. En natuurlijk gaan de niet-aanwezigen ook (liefdevol) over de tong. De terugreis door de polder en over de glanzend nieuwe A50 verliep voorspoedig. Ik heb al stiekem om me heen gekeken. Hoeveel famielje past in onze huiskamer?

donderdag 23 november 2006

Villa Zonneheuvel



Villa Zonneheuvel

De mensen beneden op mijn rooilijn
noemen het in een woord dat ik niet ken,
inbreiding. En tekenen lijnen in de lucht
met vlakke hand. Hoog boven mijn nok,
ver naast mijn goten.

Het luidt de komst van de grijper in
en kogels in mijn zij. Maar eerst
jaren gastbewoners, die kraakten
voordat ik dat deed.

Nog bedekt het hardboard
mijn verwoonde binnenkant.
De verwijderde trap
een litteken tussen behang.

Wat kwam als eerste gaat
als laatste. Skelet van hout,
huid van beton.

Zak door de knieën
Buig en barst
Stof tot stof

Likje honing

Pippi Langkous wist het al: weinig zo leuk aan schoolgaan als de vakantie. Voor haar - met eigen huis en tas vol goudstukken - dé reden om zich voor het schoolbord te nestelen. Ik zal niet beweren dat ik werk om te kunnen lunchen, maar de tussen de middagen met leukste collega zijn wel hoogtepunten van de week. We kleppen al wandelend over alles behalve over het werk of over niets anders dan werk. Niet zelden strijken we neer bij ons favoriete lunchcafé a taste of honey. Alles is daar leuk: André en Isabel, de prachtige tuin en de fantastische inrichting. Je kunt er trouwens ook best lekker eten. Mijn geluksnummer is O2, de bagel met zalm en verse spinazie. Waarna ik best nog een niet kinderachtige brownie opkan, maar dat laat ik omwille van goed fatsoen meestal maar zitten. Je krijgt bij het drinken een snoephartje, dat leukste collega en ik elkaar vervolgens cadeau doen. Tof! Hoera! Kanjer!

Naar de wc gaan is ook een feest: langs de jukebox en de zigeuner met traan, dan plaatsnemen op de glitterbril en schrijven op de deur. Waarna wij zo opgewekt en verkwikt zijn dat we wel een paard op zouden kunnen tillen.

dinsdag 21 november 2006

Gouden herinnering viert zilveren jubileum


Voor mij staat 21 november 1981 als een dag met een sterretje in mijn geheugen gegrift. Zeventien jaar was ik en zeer politiek bewust. Weken had ik naar de grote vredesdemonstratie toegeleefd. Liever een Rus in mijn keuken dan een kernkop in de tuin: ik leefde het, ik proefde het, en de man stond in mijn gedachten al jaren te gast te wezen aan ons aanrecht. Mijn herinneringen zijn niet anders dan die van anderen: aan de talloze mooie spandoeken, aan de kindertjes in gebreide kernwapenvrije truitjes (wel een beetje eng), het voetje voor voetje schuifelen en soms halve uren niet kunnen bewegen (soms meer dan een beetje eng), de prachtige schreeuwen door de massa, en vooral al die mensen. Mensen met stokken, met hele kleine kinderen, in rolstoelen, in pak met stropdas, blije mensen, vrolijke mensen, in een saamhorigheid waar ik posthuum nog makkelijk kippenvel bij kan oproepen. Ik heb nog nooit zoveel geloof gehad in de mensheid als op die dag. De wereld is maakbaar en de mens tot het goede geneigd: als die dag voor mij ergens het bewijs van was dan wel dit. Levend met deze herinnering is het niet al te moeilijk dit soms nog steeds te geloven...

zaterdag 18 november 2006

Een man in een regenjas had het wél geweten

Mijn collectie afbeeldingen van lezende vrouwen groeit gestaag en geeft me veel plezier. Ik kan ook zeer genieten van mensen - ook mannen, ik geef het eerlijk toe, misschien zelfs wel meer nog, van in het openbaar lezende mannen, maar daarover niet nu - die lezen en public.

Gistermorgen fietste ik langs een raam waardoor ik een vrouw twee of drie witte A-viertjes zag lezen. Ik ben nieuwsgierig wat er gelezen wordt. In de trein kan je nog quasi bukken om een blik op de kaft te slaan en op een terrasje is het een kwestie van geduld voor iemand z'n boek neerlegt. Wat las deze mevrouw?

Is haar werk ook in reorganisatie en had ze de voor haar interessante pagina's uit het functieboek in handen?
Heeft ze net een nieuwe dvd-speler en is zij één van de weinige Nederlanders die wel eerst de installatie-instructies leest?
Heeft ze haar dochter beloofd vanmiddag te overhoren en probeert ze zich te herinneren hoe die engelse onregelmatige werkwoorden ook alweer waren?
Is het haar nieuwe werkrooster en realiseert ze zich de rest van de maand geen avond meer voor zichzelf te hebben?
Heeft ze de nieuwe aanbieding van de zorgverzekeraar net in de bus gekregen?
Is het haar eigen huiswerk, voor de cursus Russisch, om met haar collega's te kunnen praten?
Ziet ze dat haar zoon zaterdag uit moet voetballen en dat ze verdikkie alweer in het rij-schema staat?
Heeft ze gisteravond de Sinterklaaslootjes getrokken en staat een eerste poging van een lang gedicht al op papier?

Aan haar gezicht kan ik niets aflezen, zoals ze daar rechtop, benen over elkaar geslagen, in slip en bh op haar kruk zit.

donderdag 16 november 2006

Zielsverwantschap

Ruimte om te ademen, mooie Appels. Zo vatte ik een half jaartje geleden per sms aan Jeroen mijn bezoek aan het Van Abbemuseum in Eindhoven samen. Terwijl man en zonen in Weert van Bospop genoten, een type plek die ik vanwege mijn zielenrust beter kan mijden, parkeerde ik op de stoep van het musem voor moderne kunst en wandelde een voor mij nieuwe plek binnen. Ik had er een paar heerlijke uren.

Als bewijs van betaling krijgt de bezoeker in dit museum, zoals op wel meer plaatsen, een sticker om op de kleding te hechten. Op deze zondag een rode. Met een deel van het logo, een gestileerde A. Ik vind het altijd wel grappige dingetjes, zulke stickers, omdat je ze in de omgeving van het gebouw op alle mogelijke en onmogelijke plaatsen terugziet. Op een verkeersbord, op prullenbakken, lantarenpalen, de museumkluisjes, een oude fiets, gewoon op de stoep, overal stickers in vijf of zes kleuren, afhankelijk van het aantal dagen dat het betreffende museum open is.

Om de rust en ruimte van mijn rode zondag nog wat bij me te dragen, heb ik de sticker op de achterkant van mijn mobieltje geplakt. Het blijkt een stevig ding, dat maar langzaam slijt. Soms bewust, soms per ongeluk, valt mijn oog op de rode plakker en komt er weer ruimte voor moois in mijn hoofd.
Gisteravond in Amsterdam legde medecursist A. haar portemonnee op tafel. Een lichtgroene Van Abbesticker, net ietsje meer gesleten dan de mijne, sierde het zwarte leren geval. Verrast en ontroerd legde ik mijn mobiel ernaast. Soms geeft het leven zomaar een cadeautje.

dinsdag 14 november 2006

Bio-sfeer


Zijn vragen "Zijn er veel mensen die dit een leuk vak vinden?" en "Heb je hier later nou nog wat aan?" hadden al verraden dat het hart van mijn oudste niet bij het vak biologie ligt. Toch bleef hij achter mij aan tafel stevig doorleren. Zijn zachte gerepeteer heeft iets gezelligs. "El Pee lucht-pijp - En Ha neus-hol-te - Es slok-darm" enzovoort en nog een keer. Zittend achter de computer luister ik niet echt. Mijn codewoord is 'overhoren'. Dan zal ik me omdraaien. Tot ik me realiseer dat ik een paar keer een woord opvang dat ik niet herken. "Tee Gee tong- been - Es Bee Hábsbinasie".
Wat is in vredesnaam Hábsbinasie? Ik kijk in zijn boek. Daar staat het, onder afbeelding 2.17 a:
sb Hap Spinazie
Zou dit niet gewoon een hapje groente kunnen zijn wat daar in de Kaa Haa keel-holte zit, een hap spinazie, zeg maar, in plaats van hábsbinasie? Stach haalt opgelucht adem; hij vond het al zo'n raar woord.
Ergens in ons land zit een redacteur die spijsbrok een te ingewikkeld woord vindt voor tweede klassers, maar zelf een legenda aanpassen een te grote opgave.

maandag 13 november 2006

Onder de indruk

In het programma Buitenhof wordt elke zondag een dichter uitgenodigd een vers aan de politiek te wijden. Gisteren mocht K. Schippers. Ik was zo zwaar onder de indruk van wat hij geschreven heeft, dat ik het van de site geplukt heb en hieronder weergeef. Als dit niet de bedoeling is, mijnheer Schippers, dan graag een seintje en ik haal het er weer af. Tot die tijd geniet ik er zelf nog even van.


Aan de politici

Wat blijft er van hun
bevuilde taal over, als die
in de was wordt gedaan?

te ver bij net
ook soms van te
de niet zo er

over dus nog aan
achter met dan te
toe en zo niet

met onder al wat
meer tussen toen of
naast sinds over om

*
langs uit door om
bij te bij te er van
niet langs in voor

nog hier tussen zo
uit maar deels te
hier wel nog wat

zo aan zo toe met
zo zo aan in bij
tussen te tussen ooit


al ooit of voor
bij te bij te er van
onder ten uit nu

onder ten uit dan
bij hier vast soms
naast wel deels achter

zo aan toe met
niet toch ooit van
bij ook soms naast

*
bij te uit of te voor
tussen te naast tussen
soms voor dus ooit soms

nog nog tot om
nog te tot daar
over te ook met

te soms naast zo
bij te bij te er van


meer deels van ook
er na ter uit of
naast er na ter

na wat niet door
bij te bij te er van
toe daar tussen wel

door niet naast van
op ook bij wat
waar nu nog mee

*
vaak dus deels bij
achter er na ter
bij te bij te er van

hier vast om te
of bij achter ooit
bij van vast te

in dan door met
met van ook te
te bij waar

K. Schippers

zondag 12 november 2006

Mannetjesmakerij


Het huiswerk voor volgende week voor de schrijfcursus begint met het maken van een tweetal personages. Hoe een karakter te verzinnen? Daar bestaan ongetwijfeld vele manier voor. In juni van dit jaar, tijdens mijn weekendje alleen op Buitenkunst, werd me een inspirerende methode aangereikt. Juffie gooide een flinke stapel postkaarten met personen op tafel. Grabbelen maar en achterblijven met de beeltenis van iemand die tot de verbeelding spreekt. Na de persoon een naam en leeftijd te hebben gegeven, dicht je hem of haar - net zoals in de film Amélie - drie voorliefdes en drie afkeuren toe. Tot slot bedenk je nog het 'schrijversgeheim'. Sindsdien verzoek ik via postcrossing kaarten van (not so) ordinary people. Vandaag heb ik deze twee uit de stapel gegrabbeld. Bas en Geert bestaan nu in mijn geest. Op naar het volgende deel van de opdracht, waarin zij ruzie gaan maken.

Bas van Eik (links) is 29 jaar. Hij houdt van buiten zijn in de kou als er regen of wind op komst is. Hij houdt ervan alleen te zijn. En hij houdt van het lichamelijk contact bij vechtsporten. Hij houdt niet van de uitdrukking 'dief van je eigen portemonnee'. Hij houdt niet van vogels die nog onrijpe bessen eten. Hij houdt niet van wegwijzers op driesprongen. Wat niemand van hem weet: Hij wil in z'n eentje een groot gezin met moeilijk opvoedbare kinderen stichten.

Geert Deurslag is 54 jaar. Hij houdt ervan poesjes te aaien als niemand het ziet. Hij houdt van lange wandelingen met opkomende blaren. Hij houdt van zijn haren föhnen na het douchen. Hij houdt niet van kleren kopen die in mode zijn. Hij houdt niet van adviezen in de gebiedende wijs. En hij houdt niet van bezoeken aan tandarts, dokter of oogarts. Wat niemand van hem weet: Hij is er al twintig jaar van overtuigd dat hij het einde van het jaar niet levend zal halen.

maandag 6 november 2006

Mijn zevende hemel is op aarde



Gevangen in een boek in een treincoupé

In het grote bed met de liefdesbetuigingen van de jongste

Voor de tent in het donker

Aan het lachen worden gemaakt door de oudste

In de Pieterskerk in februari, zingen op een kussentje

Hardop lachen met mijn liefste

Waar ik snel en slim mag zijn

zondag 5 november 2006

Er was eens ...


Ik volg sinds een paar weken een cursus aan de Schrijversvakschool in Amsterdam. Alleen het wekelijkse reisje naar Amsterdam is al een cadeautje. Nee, eigenlijk niet het reisje zelf, dat tot nu toe met ernstige vertraging op de terugweg zorgde voor aankomst op de donderdag in bed. De lol is het zijn in hartje Amsterdam. Ik probeer wat eerder van huis of werk te gaan dan strikt noodzakelijk om een stuk langs de grachten te kunnen lopen of een bezoekje te brengen aan Waterstones of (Bosman-uitdrukking:) Holkema, Bolkema en Lullewijn. Afgelopen woensdag heb ik tussen wat katten cosmopolitisch solo bij een duistere Griek inktvis versmuld. Ja, niks mis mee, zo'n cursus.
Van zeven tot tien wordt er driftig de pen geprobeerd. Het is nog te vroeg om over het (mijn) niveau te oordelen, maar heerlijk is het tot nu toe.
De afgelopen keer werden we uitgenodigd onze jeugd her in te treden. En wat daar niet bovenkwam, alleen maar door rond een bepaalde gebeurtenis jezelf de vragen te stellen: Wat rook/hoorde/voelde/proefde ik daar of had ik daar kunnen ruiken/horen/voelen/proeven?
In een oogwenk was ik weer zes jaar, daar op de stoep van Mijsstraat 18, rook ik de net gemaaide brandnetels, hoorde ik het vliegtuig op weg naar Schiphol, voelde ik mijn tenen op de rand van mijn te klein geworden sandalen en proefde ik de facetgeslepen kraal aan de ketting om de nek van het plastic popje dat me als gevonden voorwerp toegeworpen was door de mannen die met de zeis de brandnetels verwijderden.
Stof genoeg voor het volgende huiswerk.

zaterdag 4 november 2006

Achter het raam

Nog achttien dagen tot de verkiezingen en ik zie maar geen posters. Wel op de gemeentelijke aanplakbiljetten, maar niet achter privé-ramen. Is dat uit, publieke tonen waar je politieke voorkeur ligt? Of ben ik te ongeduldig en zullen ze de komende weken nog verschijnen?
Ik herinner me het verkiezingsjaar dat het CDA voor het eerst meedeed. De hele straat mocht weten dat wij daar maar gedeeltelijk blij mee waren. De ARP was okay, zo vonden mijn zeer politiek bewuste zusje en ik (maar wie was er niet politiek bewust in die tijd?), en alles links daarvan moest ook kunnen. Dus hingen achter de ramen van onze slaapkamers, boven de voordeur, posters van CPN, PSP, EVP, PPR, PvdA en een halve van het CDA. Een poster met een hardloper. D66 zal er ook nog wel tussengehangen hebben. De buren vonden het maar zozo en maakten er opmerkingen over tegen onze ouders. Dat die nog linkser waren dan hun kinderen hebben de buren nooit bevroed.

vrijdag 3 november 2006

Schrijvenderwijs

De afgelopen week heb ik mezelf opgesloten in een boshuisje. Ik heb alle verlokkingen van de onmiddellijke omgeving aan mij voorbij laten gaan. Geen zwembad, geen sauna en geen bowlingbaan van binnen gezien. Temidden van gezinnen met kleine kinderen, al dan niet aangevuld met een aantal grootouders, geen al te grote opgave. Ik bofte. Mijn huisje had volop uitzicht op het bos. Niet op langslopers of geparkeerde auto's, vuilnisbakken of lantarenpaal. En met alle zeven gordijnen dicht en de open haard vol brandende blokken was het ook gezellig. De bedoeling was dat er geschreven werd. Daartoe waren alle voorbereidingen getroffen. Nadat ik zaterdag nog het voetbal van de oudste had bezocht (Dronten verdiend opzij gezet), zondag huiswerk voor de schrijfcursus had geprint en maandag (o, foei!) nog even langs het werk was geweest om al die schijnbaar belangrijke zaken over te dragen, kon het maandagmiddag echt beginnen.
Ik ging in mijn schrijfhuisje en nam mee:
- de laptop
- het perfecte papier (zie boven)
- de perfecte pennen (twaalf stuks, gelpennen raken best snel leeg)
- literatuur, ter inspiratie, vier stuks
- boeken over schrijven, twee
- researchmateriaal voor het boek dat in mijn hoofd borrelt: een syllabus en een historisch geschrift.
Was het heerlijk? Ja. Was het saai? Ook, soms. Heb ik te weinig bewogen? Ja. Teveel gegeten? Ja. Heb ik veel geschreven: Ja. Was het genoeg: Nee. Smaakt dit naar meer: Ja!

Stemwijs



Als eeuwige zwever tussen hart en hoofd ben ik er nog lang niet uit welke knop ik aan zal tippen op 22 november. Als Wouter gaat zeggen 'No way dat ik ooit met het CDA ga regeren' dan had hij gelijk mijn stem (nou ja, niet hij zelf, want ik stem altijd een vrouw, maar zijn partij dan). Ik ben namelijk nog steeds wel een fan van paars. Ik vond in die tijd Nederland vernieuwender en de ministers aansprekender. Een links kabinet is een zoete droom, die ik ook wel dichterbij wil brengen. Al is het maar om eens te beleven of het kan werken. Zo is Paars toch ook ooit begonnen?

Ik heb advies nodig. En waar die beter te halen dan bij de online-stemwijzers? Ik begon bij de stemwijzer van het IPP. Die was helder: 1. GroenLinks, 2. SP en 3. PvdA. Nou ben ik geen SP-type. Ik ben er te optimistisch voor, denk ik. Maar veel van hun ideeën mogen op mijn sympathie rekenen. Voldoende om niet op Jan en de zijnen te stemmen zijn de lokale SP'ers. Nog nergens heb ik anders meegemaakt dan dat het een lachopwekkende one-issue-partij is. Zo zit hier ter stede een ontzettend lieve jongen in de raad, niet dom ook, en het enige waar hij over kan praten is de flora- en faunawet.

Nee, ik zweef al jaren tussen GroenLinks en PvdA. Niet onbelangrijk is het volgende detail: ik stem al decennia lang op de verliezende partij. Niet expres natuurlijk. Al lijkt het een reden om CDA te gaan stemmen :-)

Nog een adviesje ingewonnen. De Trouw-test, het kieskompas. Terwijl ik het invulde voelde ik GroenLinks een paar stappen dichterbij komen. Ik vulde in liever met Femke dan met Wouter een beschuitje te willen eten. Maar, o verrassing: stemadvies PvdA. Weer de handen in het haar.

Donderdag j.l. bood de Volkskrant weer een kans. Een culturele test, ditmaal. Hoera, een heerlijk tegengif tegen alle aandacht voor het economische. De test uit de krant en ook nog op het internet gedaan en met kop en schouders: GroenLinks.

Ik weet wat ik wil: GroenLinks stemmen. En dat de PvdA de grootste partij wordt en niet met het CDA gaat regeren. Dan hoef ik niks meer van Sinterklaas.

dinsdag 24 oktober 2006

Bemoedigend

Onze kinderen worden geestelijk en cultuurlijk vrijelijk en ruim, hoewel niet uitgebreid doordacht en vooropgezet, opgevoed. Van alles wat aangeboden wordt mogen ze zelf hun keuze maken. Enig - bewust, maar vast ook onbewust - opdringen kan ons niet ontzegd worden. Zo hebben ze buitenshuis al vaker een driegangenmenu weggewerkt dan een Big Mac. En ze kennen meer musea dan pretparken. Vivaldi wordt herkend en Orff wordt gedraaid. Dit laatste dan weer omdat een stukje Carmina Burana geleend was door de makers van de online game Runescape. De stedentrip is een succes; de strandvakantie een onbekende. De debatclub op school wordt (tot nu toe tevergeefs) groots aangeprezen, de bingo op de voetbalclub verboden. Als er snobs in de maak zijn, dan toch liefst wel breed georiënteerde.
Op het gebied van godsdienst is dit niet veel anders, al staan wij als ouders daar verschillend in. Hoewel ongelovig/heiden/opgestaan uit het geloof/pragmatisch agnost of hoe we ons ook willen afficheren, zijn wij niet beíden uitgesproken anti. Ook hier geldt: oppakken wat er langskomt, langs wetenschappelijke of gevoelsmatige meetlatten leggen en meenemen wat je waardevol vindt. Onze kinderen zijn hierin zeer verschillend. De jongste, nu 10, geeft nog het meest blijk van gevoel voor het bovennatuurlijke. Enige aardse leiding lijkt hij tot op heden niet te accepteren, maar wellicht is dat anders voor richting van boven. Vanavond klonk er van zijn kant in plaats van het zakelijke 'eet smakelijk' boven de hutspot:
Laat de goddelijke bloedheid ons bekrachtigde lijf overheersen!

's lands rijst


Gisteren trouwde een lieve collega met een man die al minstens één woord Nederlands kent. Zijn ja klonkt vol overtuiging en het paar straalde, dus dat zal wel goed komen. En met het Nederlands vast ook snel.
De trouwzaal was veel te klein, en te warm, voor de bijeengesnelde vrienden, familieleden en collega's. De plechtigheid verliep prettig chaotisch, alles staat minstens tien keer op de kiek en kleine jongetjes, al dan niet in keurige pakjes gestoken, gedroegen zich voorbeeldig. Met plezier heb ik de voor mij vreemde gebruiken gadegeslagen. Zo nam na afloop een aantal gasten plaats op de motorkop van de trouwauto en maakten pas aanstalten af te stappen toen er geld was gegeven. En vijf mannen doken in een rugby-scrum en scandeerden allerlei ... uh ... tja ... goede wensen? scrabeuze teksten? Een spoedcursus Turks voor het feest te volgen lijkt een aanrader.
Als Nederlanders hebben we dan toch weinig te bieden. Maar het voor ons folkloristische rijstwerpen viel in goede aarde. Ik was aangewezen als rijstcoördinator, mijn dag kon niet meer stuk, en heb alle aanwezigen de zak onder de neus gehouden. Alle stadia van inburgering heb ik mogen waarnemen: van onmiddellijk in de mond stoppen, via 'o ja doe mij ook maar', naar - het laatste stadium van nederlanderschap? - een handvol in de blouse van tante. Minder vrolijk werden onze overigens onvolprezen collega's van de bruiloftontvangst van mij. "Wij worden er niet blij van en het bruidspaar ook niet!". Dat wij én bezem én stoffer en blik al bij ons hadden wisten ze niet, maar toch vond ik de reacties op z'n zachtst gezegd matig getimed en overbodig. We hebben dan ook rijkelijk gestrooid. Met Surinaamse rijst!

donderdag 12 oktober 2006

Wachtwoord (5)

Het vorige wachtwoord was tunnelvision. Niet zo heel moeilijk, want nog meer net ervoor had ik er een blogje aan gewijd. Hiernaast de afbeelding van mijn computer-op-het-werk-wachtwoord voor de komende drie maanden. Raden staat weer vrij. Oplossing over drie maanden.

Dat dit plaatje eruit gegoogled kwam is wel errug leuk. Er kwamen maar vijf treffers, vier van de vijf naar mijn idee totaal niet op het woord slaand. Een doorschijnende foto van Katja S. was een andere. Dit wachtwoord zal niet worden geraden.

woensdag 11 oktober 2006

Nee, dan de Britten.

In Nederland maakt de jury van een prestigieuze literaire prijs er een spektakel van, van de uitreiking. Als de winnaar niet al van te voren uitlekt of er geen bommelding is, dan wordt de spanning toch zo lang mogelijk gerekt door de jury-voorzitter.
In de eerste zinnen wordt ingegaan op de zware last van de jury (Who cares! Ruilen?), het prachtige aanbod, de kenmerken van de longlist. Want wat hadden we veel Vlamingen, biografiëen, koloniaal geïnspireerde werken, dunne boekjes of mannen langs zien komen. Dan de shortlist. En het commentaar dat de jury er op heeft gekregen (nogmaals: who cares). Dan wordt afgepeld naar de winnaar. Na allerlei lovende woorden die nog op alle zes de genomineerden kunnen slaan volgt de zin: "De hoofdpersoon maakte op alle juryleden een verpletterende indruk". Eén van de genomineerden zakt zo inzichtbaar mogelijk in. Zijn werk bevat immers drie hoofdpersonen. Na nog wat prachtig volzinnen met talloze versierende bijwoorden valt 'de schrijfster'. Dat dunt lekker uit. De twee overgebleven mannen mogen nu ook tot de verliezers gerekend worden. Het beeld wordt nu in drie delen gehakt: we zien de drie vrouwen gemaakt ontspannen naar de voorzitter van de jury staren, de al zo vaak gelauwerde, de gedoodverfde winnares en de debutante. Dan volgt '.... waarin de lezer een brute confrontatie wacht met een tijdsbeeld waarin het afwijkende genadeloos ontkend wordt...'. Rumoer in de zaal. Dit kan niet meer slaan op het werk van zeer velen als winnaar getipte! We zien nu nog maar twee vrouwen in beeld. Duidelijk is dat de regisseur de speech al kende. Dan mogen we horen dat de jury unaniem was. Om de spanning op te voeren - of om ons af te leiden? - wordt lichtjes ingezoomd op de vrouw met een oeuvre-omvang dat in de buurt van haar kalenderleeftijd komt. Dat ze deze prijs al eens eerder heeft gewonnen, drukt de pret en de spanning enigszins, maar de waardering voor haar werk is er niet minder om.
'... de verrassende plotwendingen tegen de achtergrond van één van Nederlands fraaiste steden...' levert gegrinnik om de tafels op. De nog overgebleven boeken spelen zich in respectievelijk Zwolle en Utrecht af. Maar het hart van de debutante gaat nog sneller slaan. Zij weet dat de voorzitter van de jury uit Utrecht komt.
'... literaire ode aan wetenschap en gezin ...' brengt de verlossing. Nog voor de voorzitter is uitgesproken zwenkt de camera richting de tafel waar de voorbereidende bewegingen richting omhelzingen en hoera-gezwaai gemaakt worden.
'De AKO literatuurprijs 2008 gaat naar Ina de Br*** met Binnen !! '

Nee, dan de Britten. Gisteravond werd de winnaar van de Man Bookerprize bekend gemaakt. Voorzitter Hermione Lee maakte er precies één zin aan vuil: "I'm glad to announce that the winner of the Man Booker Prize 2006 is Kirah Desai for her novel The Inheritance of Loss."

dinsdag 10 oktober 2006

Eigenpijperij


De eerste keer dat ik hoorde dat iemand alleen in slaap kon vallen als hij ondertussen naar de radio luisterde, vond ik dat bizar en ongezond. Of ik bizar en ongezond ben, weet ik niet, maar feit is dat ik al jaren niets anders doe. In de tent of bij anderen slaap ik geruisloos in, maar in eigen sponde druk ik radio 1 voor een half uur of drie kwartier in. Meestal merk ik nog één keer dat de radio niet meer speelt om dan lekker in te slapen. (Sliep ik vervolgens maar eens zeven uur aan één stuk, zucht. Maar daarover niet hier.)

Altijd radio 1. Bij heel vroeg naar bed gaan pik ik nog een stukje sport mee. Soms neem ik een vroegertje juist als er voetbal is. Er gaat weinig boven voetbal luisteren. Maar meestal is het tussen half twaalf en twaalf dat ik te bedde ga. Om het mooiste programma van radio 1, Met het Oog op Morgen, te luisteren. Gisteren moest ik inslapen bij Goedele Liekens. Haar stem is prettig slaapverwekkend; haar teksten waren dat gisteravond niet. Zo heb ik moeten horen dat 1 op de 300 mannen zo lenig is dat hij zichzelf kan bevredigen. "Iedereen naar de yoga" moedigde presentatrice Mieke de mannelijke luisteraar nog even aan.
Dit alles ter introductie van een staaltje van eigenpijperij. Als ik het ophemelen van mijn eeuwige verloofde zo mag noemen. Jeroen maakt zijn hele leven al foto's. De laatste tijd is hij zeer enthousiast met zijn digitale camera in de weer. Het resultaat mag er wezen. Vindt hij; vind ik. Maar wat vindt de kijker? Om daar achter te komen staat een aantal fotoseries sinds kort op internet, speciaal om feedback te ontvangen. Van proffies en van langskomende bekenden, natuurlijk. Dus als je het leuk vindt: kom kijken en geef commentaar.
(foto: Jeroen)

maandag 9 oktober 2006

Wee de splinter

De prachtige bril, pas afgelopen januari aangeschaft, een heuse Alain Mikli blijkt een miskoop. De terugkerende hoofdpijnen blijken niet - alleen - aan stress te wijten te zijn. Nu ik steeds vaker mijn oude bril draag zijn de hoofdpijnen vrijwel verdwenen. Aan de glazen kan het niet liggen. Die zijn identiek. Maar een mens koopt niet voor niets een nieuwe bril. Op de oude was ik wel uitgekeken. En om die zomaar voor permanent weer uit de kast te halen? Even een nieuwe bril kopen vind ik te zonde voor woorden. Ik heb een dure smaak en dan voelt het toch als ettelijke honderden weggegooide euri.
Het alternatief werd steeds vaker de bril dan maar niet te dragen. Vooral achter het beeldscherm en boeken lezend gaat dat uitstekend. Maar buitenshuis heb ik toch behoefte aan scherp zicht.
Zaterdag heb ik in een opwelling één lens bij het kruidvat gekocht. Mijn rechteroog behoeft nauwelijks correctie. Links -1.25. Net genoeg. Of te weinig, naar believen. Voor €5.99 ben ik in het rijke bezit van een lapje plastic. De bijbehorende vloeistof is vrijwel gratis.
De waarschuwingen om vooral niet zelf te dokteren en professionele ogenmensen in te schakelen heb ik gelaten voor wat ze zijn. Sinds zaterdag draag ik met eigen wenschema het lapje.
25 jaar (echt al 25 jaar??) geleden droeg ik ook één lens. Een harde. Ik ben daar nooit vrienden mee geworden. Waarschijnlijk omdat er één droeg zag ik altijd de randen. Vooral fietsen in de buurt van lantarenpalen en een bioscoopbezoek boette aan lol in. Daar lijk ik met dit zachte, maar vooral grotere, exemplaar geen last van te hebben.
Wel heb ik angst voor de eerste Haar die zich onder het geval gaat nestelen. Of een Zandje, of een Mascarakruimel. In mijn herinnering gebeurt dit vooral midden op een kruispunt of bij het uitstappen van de trein. De pijn is hels. Het gedoe met lens uit en weer in ook irritant.
Ik houd het voorlopig dus maar op situationeel optisch gedrag. Bij zon de zonnebril. Die is op sterkte, dus niet te combineren met de lens. Binnen de lens. Behalve bij optredens waar de blits moet worden gemaakt (eerste kennismakingen, recepties, sollicitaties, concerten), dan mag Alain de neus op. In de auto ga ik voor het oudje; geen kans op Stof noch op hoofdpijn.
Het wachten is op de leesbril. Nu alleen nog nodig op late avonden in kleine letterboeken.
Ik hoor nog uitstekend, dank u.

donderdag 5 oktober 2006

Van A naar Beter

De Rijksdienst voor het wegverkeer is begonnen met het uitgeven van kentekens met een nieuwe combinatie van letters en cijfers. Het eerste kenteken van de serie is 01-VBB-1. Nu nog alleen voor lichte bedrijfswatens, maar over een jaar of wat krijgen alle auto’s zo’n kenteken.
We zijn al jaren gewend dat sommige letters niet meedoen, omdat ze te veel op andere letters lijken. Dat zijn de C, J, M, Q en W. En de klinkers laten we achterwege omdat er anders woorden kunnen ontstaat die de (achterop-)rijder onwelgevallig kunnen zijn. De griekse ei doet blijkbaar wel mee, want expliciet wordt in het persbericht vermeld dat het woord LYK te ongelukkig wordt gevonden om mee te mogen doen. En dat geldt ook voor de afkortingen NSB, TBS en GVD.
Gelukkig blijft er nog een heleboel leuks over. Waar hoopt u TZT in te rijden?
SVP, DVD, BZN, VVD, LPF, KVP, PPR, PSP, BKZ, NPS, BNN, RKK?
Of iets met een Y? GYL, GLY, KYK, RYK?
Laattie FYN ZYN!

woensdag 4 oktober 2006

Ober

Meesterlijke en vele topmomenten, gisteren in filmhuis de Keizer. Een nieuwe Van Warmerdam is altijd een feest. De top vijf van het grote genieten:
5. Met man en oudste zoon naar zo'n film. Een volgende stap in het opvoeden en loslaten. Stoer jong, met bril op, vele blikken kreeg hij, zo jong als hij er uitziet. Hij vond het absurdistische ingewikkeld en soms ook raar, maar begrijpen deed hij alles. En ook hij heeft genoten.
4. Een rode bal die aan komt stuiteren van een duin. Fotografisch beeldschoon en precies de juiste non-suspence.
3. -Wat wil je eten? -Schnitzel -Wienerschitzel of zigeunerschnitzel? -Zigeunerschnitzel. Kom 'ns? (in oor:) Ik ben heel erg geil -O. Salade?
2. Pierre Bokma. In elke scene. Wat een acteur! En geflankeerd door Kees Prins en Alex van Warmerdam helemaal ijzersterk.
1. Met stip. Het inpakken van de pijlen. Om tien, nee honderd, nee duizend keer te herhalen. Als ik ooit zomergast word, dan weet ik het wel.

maandag 2 oktober 2006

Bij de beesten af

Ik knijp geen katjes in het donker. Ik probeer een slak te ontwijken met mijn fiets. Ik eet geen rund en geen varken en geen niet-biologische kip. Ik zoek bij voorkeur vis die niet gekweekt is. Ik heb al jaren geen eendenlever en geen lammetjes meer gegeten.
Toch zou ik mezelf geen dierenvriend willen noemen. En dat is een understatement. Wetende hoe de trouwe viervoeter, komend in de gedaante van cavia, robuuste labrodor of eigenwijze poes, geliefd kan zijn bij passant en eigenaar, doe ik er het zwijgen toe als de dierenliefde tentoongespreid wordt. Geduldig zit ik mijn tijd uit als een poes gezéllig op schoot komt zitten. Opgewekt roep ik 'Wat Saai!' als een hondenbezitter mij al van verre toeroept 'Hij doet niks, hoor!'. Een aantal keren ben ik door honden gebeten. Het heeft me voor de rest van mijn leven allergisch gemaakt voor de teksten datdoettieandersnooit en zeruikendatjebangbent. Mensen met dieren, je kunt er maar beter niet in de buurt komen. Zelfs toen een collega naar mijn stervende moeder informeerde, om vervolgens omstandig te gaan vertellen hoe vervelend haar vakantie wel was geweest, haar poes was bijna dood gegaan, heb ik niets gezegd. Een kloof van onbegrip scheidt mij van de dierenvriend. Het moet van twee kanten komen, beste mensen. En van mijn kant zeg ik: laat maar.
Slechts één maal per jaar uit ik mijn desinteresse hardop. En dat is tijdens de jaarlijkse collecte voor de dierenbescherming. Laat anderen de dierenambulance steunen. Geef mijn portie maar aan Fikkie.

donderdag 28 september 2006

Het ligt op het puntje van mijn tong ...

In het voorjaar van 1988 fietste ik met een vriendin naar mijn zusje die toen in Lille woonde. We waren vroeg op pad gegaan, hadden de trein naar Vlissingen genomen, overgestoken naar Breskens en reden nu over de betonplaten door Vlaanderen. We bespraken onder andere de voetbalwedstrijd van de vorige dag. Een Europese wedstrijd van Ajax. We deelden onze bewondering voor de invaller. Kom, hoe heettie die nou? Na uren peinzen wisten we alles over de man: in welke minuut hij was ingevallen, zijn rugnummer, voor wie hij in de plaats kwam, welke prachtige bewegingen hij had gemaakt, wat de verslaggever van 'm vond, dat hij pas op z'n zeventiende voor het eerst had gevoetbald en wat zijn vorige clubs waren. Maar hoe heette hij nou?? Nog meer gepeins leverde op dat zijn achternaam bijna-zeker-weten met een M begon, zijn voornaam vast-en-zeker met een H. Het puntje van onze tong maakte overuren.
Dit was nog in het pré-mobiel tijdperk. En opbellen uit het buitenland, dat deed je niet zomaar. Mijn zusje had de wedstrijd niet gezien. Het antwoord zou dus echt uit onszelf moeten komen. Ik herinner me niet meer bij wie hij binnen viel, maar een paar dagen was hij er opeens: Hennie Meijer!

Sindsdien heet zo'n kwestie bij ons thuis een Hennie Meijer. Als we ergens niet op kunnen komen, dan zeggen we tegen elkaar. 'Zeg, ik heb een Hennie Meijer'. Ik heb al meermalen overwogen een Hennie Meijer-hulpdienst op te richten. Want de ergernis over die ene naam waar je niet op kunt komen is universeel.

En dan mag een hulpvraag best meermalen gesteld worden. Ik heb zelf een terugkerende Hennie Meijer: Carol van Herwijnen speelt in een stuk van Wim T. Schippers 'We zijn weer thuis" en notaris. Zijn naam staat in paars neon op zijn zogenaamde kantoor. Volgens mij is dat het VU-hoofdgebouw aan de Boelelaan, maar dat terzijde. Volgens mij een korte naam, met een dubbelzinnig lading. Henk als voornaam? Born als achternaam? Henk Born?? ... ik ben er bijna ... 't ligt op 't puntje van mijn tong ...

woensdag 27 september 2006

92nd street

Zes minuten fietsen, zes minuten skiën, iets met de armen en dan een soort roeien, de benen zo'n zestig keer een beetje een apparaat laten wegdrukken, op een bal liggen draaien, zes minuten traplopen, buikspieroefening - godlof met een apparaat, wat vergeet ik nog? O ja, zo'n stang omlaag trekken, ook zestig keer.
Ik ben weer aan de fitness. Node. Een rondje van 66 minuten is me aangemeten. Door Dick. Geen kwaad woord over Dick. Amerikaans in zijn enthousiasme. "Ik ga je zien! Je was gezellig!!"
Zonder bril kan ik de televisies niet goed zien, dus afgeleid worden door een spannende pot voetbal is er niet bij. Zweten zal ik. En er drup voor drup bij zijn.

Lichtpunt: alles gaat met schema's die digitaal worden aangeboden. Op een sleutel staat nu mijn hele hebben en houden opgeslagen. Sleutel in het appraat ... en de instructies volgen. En aan het einde van de les nog even kijken of je braaf bent geweest. Een pi van 14? "Die wil ik op 20 zien!".
Maar wel 474 calorieën weggepuft. En als ik de marathon van New York was begonnen? Dan had ik al bij 92nd street gelopen.

dinsdag 19 september 2006

Hoedje van plezier

Fietsend naar het werk kwam mij vanmorgen nog voor acht uur een autootje tegemoet met daarin vier dames. Allen getooid met een grote rode hoed. "Hallo, hebben we niets beters te doen!?". Vergeef me, het was mijn eerste gedachte. Ijdelheid en nutteloosheid, ik kan er zo slecht tegen. Zeker als ik zelf op weg naar wat op dit moment nou niet een tópbaan is. Maar de dames zagen er zo prettig gespannen en vrolijk uit, en ze vielen echt op, met die flinke hoofddeksels, dat ik er nog een gedachte aan wijdde. Heb ik niet een keer in NRC een stuk gelezen over vijftig plussers die de bloemen buiten zetten? En dat pas durven als ze zich kunnen verschuilen onder een rood hoofddeksel? Was er niet iets met een paarse jurk ook? Even googelen in eigen brein leverde de red hat society op. Het plaatje viel weer op z'n plaats. Niet alleen jongeren mogen plezier maken, ouderen mogen dit óók. Zeker, ja júist vrouwen die dit niet met de paplepel ingegoten hebben gekregen. Want mochten zij ooit eerder ijdel zijn? Zomaar lol hebben? Nee toch zeker. Nu met een brede glimlach keek ik het autootje na.
Later op de dag viel nog een volgend kwartje. Ze gingen natuurlijk naar prinsjesdag! Nog even surfen... ja, hoor, de Deventer dames hadden vandaag Den Haag op het programma staan. Ik hoop dat ze veel plezier hebben gemaakt.

woensdag 13 september 2006

Gelijk de zatte bij

De herfst nadert en daarmee komen de insecten het huis weer in. De voorhoede wordt gevormd door een legertje langpootmuggen. Altijd wel gezellig, die beesten. Beetje zweven, beetje tegen de lamp. Nu is ons huis niet het schoonste onder de gebouwen. Ook voor de slechte zoeker zijn er voldoende stofnesten en spinnenragsels te vinden in onze woonkamer. Dit nu is geen sinecure voor de gemiddelde langpootmug. Met enige regelmaat horen we dan ook een woest getik onder de bank of bij de voet van de lamp vandaag komen. Om even later een hooiwagen met een dot stof of een dor blaadje aan zijn poot in de lucht voorbij te zien worstelen, slechts met grote moeite hoogte winnend. Om Bloem te parafraseren: Gelijk de zatte bij, zwaar van d'aardse honing.

vrijdag 1 september 2006

Thirty-something

Dertig jaar op aarde is hetzelfde als één jaar op Titan.
Het is de maximale looptijd van een krediet.
Het is de tijd dat er geen zeehonden in de Biesbosch zaten.
Het is zolang als Met het oog op morgen te horen is.
Het is langste tijdelijke straftijd.
Het is hoe lang de Golf GTI bestaat.
Het is hoe lang ik mijn vriendinnetje Elma niet heb gezien.

In Titantijd nog een paar uur, en dan zien we elkaar weer.

dinsdag 29 augustus 2006

Thuisbios

Weer of geen weer: kinderen vermaken zich in de vakantie altijd opperbest. Althans de onze. Gisteren kwamen we thuis van ons werk. Een memorabele dag, want het uiterlijk van de oudste is voor de komende twee jaar gewijzigd. Een beugel siert zijn bovengebit. Ik ben niet on-trots dat ik achter mijn eigen kiezen heb gehouden hoe hij er op gekomen is voor groene brackets te kiezen.
De jongste vroeg ook aandacht. Hij had een thuisbioscoop in elkaar geknutseld. En zoals we hem kennen, met altijd goed open ogen en oren, was het tot in de details in orde. Een heus programma, met aanvangs- en (hoe handig!) ook eindtijden laat zien dat we de komende vier dagen geen buitenlucht nodig lijken te hebben. Kaartjes bemachtigen is nog even een klusje. Er dienen punten verzameld. Deze punten heeft hij op allerlei plaatsen in het huis verspreid. Gelukkig had ik er gisteren al twee gevonden en heb ik samen met de filmhuisdirecteur zelf, de openingsfilm bekeken. Ik mocht tussendoor zelfs nog het journaal zien. Waar vind je dat!? Ook in ander opzicht is het een prima filmhuis: de interessantste films draaien net als je er niet bent ...

donderdag 24 augustus 2006

Al is de leugen nog zo snel ...

"Hoe was je voetreis naar Istanbul?" informeerde een stille lezer/collega liefjes.
Zut alors, ik heb dus wél gevlogen dit jaar! Een verhaal over een aflaat met een leugen. Dat durf je toch alleen per ongeluk. Per omgaande heb ik dit weer goed gemaakt bij klimaatneutraal reizen. En om niet kinderachtig te zijn heb ik alle gassen gecompenseerd, dus niet alleen CO2. Ter geruststelling van alle bomen kan ik nog melden dat ik deze vliegreis dermate onprettig vond dat ik me heilig voor heb genomen dit vervoermiddel voorlopig niet meer te kiezen.
Maar evenzogoed: voor € 16,82 is mijn geweten weer kraakhelder.

maandag 21 augustus 2006

Nummer 100

Na een krap jaar webloggen is dit mijn 100ste post. Toen ik een jaar geleden begon had ik geen flauw idee hoe het zich zou ontwikkelen en hoelang ik het vol zou houden. Al met al ben ik erg blij met mijn probeersels. De beslissing hier niet te simmen of te schelden is een beste geweest. Er valt zoveel te genieten ondanks domheid en kortzichtigheid.
Gaandeweg werd ik me meer bewust van de lezers. Sommigen geven regelmatig commentaar op de weblog zelf, anderen IRL, van weer anderen weet ik dat ze lezen maar hoor ik zelden iets. Ik blijk het allemaal best te vinden. Mijn onderwerpskeuze wordt er niet of nauwelijks door beïnvloed. Mijn taal misschien iets, maar niet zo dat ik me schrijvend op de vingers gekeken voel.
Ik ben nog lang niet opgedroogd (zo ook niet de tent na een week Elp, maar daarover dus niet hier). Ik verheug me op de volgende honderd.
Voor deze keer dan: de Lezer zij gegroet!

Aflaat na uitstoot


Bijna twee jaar rijd ik nu auto. En hoewel ik er nog geen heb aangeschaft, veroorzaakt 100 dagen per jaar huren toch flink wat schuldgevoel. Was ik hier niet ooit tegen, deze milieuverpestende mobiliteitsdrang?

Ik trof laatst een advertorial over klimaatneutraal vliegen en rijden. Vliegen heb ik het afgelopen jaar niet gedaan, autokilometers gemaakt wel. Ik ben met de billen bloot gegaan en ontving het volgende oordeel:

"Uw autogebruik veroorzaakt een co2-uitstoot van 2.22 ton per jaar. Om deze uitstoot op te nemen moeten 110 bomen een jaar lang groeien. "

Gelukkig biedt deze site ook genezing. Voor €34,34 heb ik mijn uitstoot gecompenseerd. Ik heb het per omgaande overgemaakt. En ziehier, mijn eerste aflaat.

In bars en in bodega's

(foto: Jeroen)

Jaren geleden had het stafcabaret van het Geografisch Insituut in Utrecht een liedje over het tegenkomen van bekenden op vakantie.
Ik herinner me nog een flard van het reffrein.

Daar gaat weer zo'n collega!
In of ik nou naar zee ga
of met safari mee ga.
In bars en in bodega's
je ziet ze altijd.

We namen de engelse rondleiding in de Falun kopermijn deze zomer. Braaf om precies half één aanwezig bleek ons gezin het enige dat zou deelnemen. Zestiger Olle vond het wel leuk, zo'n geïnteresseerd klein groepje.We hesen ons in oranje capes, zetten een dito helm op en daalden per lift af naar zestig meter onder de grond. Zeven graden boven nul, veel duisternis, gedrup langs de wanden, al snel kleiachtige sporen aan schoenen en broekspijpen: ook zonder de toelichtingen en anecdotes van Olle had ik het gevoel dat er een herinnering werd geboren, zoals we daar in ganzenpas achter hem aan liepen. We mochten zelfs een stukje van een gang in die nog niet voor toeristen was geopend.
Na een minuut of twintig - we kregen net het verhaal van petrified Pete te horen - kwam uit een gang die we nog niet hadden gezien een collega-gids tevoorschijn. Ze wisselde wat zinnen zweeds met onze Olle en kondigde toen in het engels ons de komst van 'a few late people' aan. Tuurlijk, jammer, maar kom er bij. In het schemerduister kwamen twee grotere en twee kleinere, ook allen met oranje helm en poncho, onze kant op. Pas toen in een kakkineus engels aan Olle werd uitgelegd waarom ze hem gemist hadden, boven, herkenden Jeroen en ik tegelijk wie dit waren. Onze vrienden Jan en Jessica en hun jongens. Wie durft me nog een keer uit te leggen dat toeval niet bestaat?

Snus

Het zag er aantrekkelijk uit: de ronde plastic blikjes in koelvitrines nabij de kassa. Cool design, hoge aaibaarheidsfactor. Daar zou vast iets lekkers inzitten. De informatie op de zijkant bood niet voldoende informatie. General. Original portion. Dat soort woorden. Ik denk door het woord portion dat ik op het kaviaarbeen werd gezet. Niet voor niets is dat spul in Zweden in elke supermarkt volop te krijgen. En ook omdat een blikje maar 25 SEK kostte (omgerekend een kleine € 3) deed ik een impulsaankoop bij de campingwinkel.
Aangekomen bij de tent pakte ik alvast een lepel. Dit werd genieten! Het dekseltje bovenop leek nep. Er verscheen slechts een holte in de eigenlijke deksel, die er in het geheel afgewurmd diende te worden. En toen werd me duidelijk - ik rook het nog eerder dan dat ik het zag - wat er werkelijk inzat. Pruimtabak. In een soort mini-theezakjes verpakt. De geur is om te kotsen. Ik ben de beroerdste niet. Slakken, oesters, kikkerbillen, kalfshersenen: het is mijn huig allemaal al gepasseerd. En strikt genomen hoeft (moet?) pruimtabak niet eens doorgeslikt, maar No Way dat ik dit ga proberen. Die lucht! De holte in de deksel begreep ik nu ook: daar kan het spul in bewaard worden, zoals mijn vriendinnetje tijdens het middageten haar kauwgom op de vensterbank veilig stelde.
Snus (prachtig woord!) kan niet zomaar aangeschaft worden, anders dan in Zweden zelf. Intrigerend. Het zal wel met douane-voorschriften te maken hebben. Maar mooi dat ik een blikje heb. Liefhebbers mogen zich melden. Het is tot negen oktober op z’n best. Maar ook in Zweden wordt u gewaarschuwd: Denna tobaksvara kan skada din hälsa och är beroendeframkallande.

zondag 20 augustus 2006

Mislukte Loesje (uit Elp - zijproduct)

Eerste poging tot theaterdialoog (uit Elp)

[Rita en Bas vullen voor het eerst samen het belastingformulier in. Digitaal. Allebei gescheiden. Bas heeft twee kinderen die niet bij hem wonen.]

Rita:
Schuif eens een stukje op, ik kan zo niet lekker typen.

Bas:
Zal ik het doen?

Rita:
Nee, 't gaat toch goed?

Bas:
Okay. En dan hier invullen hoeveel ik voor Denise en uh..dinges..Bradley kwijt ben.

Rita:
Maar dat klopt niet, joh, jij bent niet de opvoeder.

Bas:
Ach, wie weet dat nou? Ik wil wel wat terug voor al dat gedoe.

Rita:
Kijk, hier staat het: "Aanvrager zorgt voor meer dan 50 procent van de tijd voor wettige kinderen jonger dan 27 jaar".

Bas:
Die regels interesseren me niet. Wie controleert dat nou?

Rita:
Ik vind 't niet kloppen.

Bas:
Wat maakt jou dat nou uit? Het zijn toch míjn kinderen?

Rita:
Ja, hállo. We vullen het wel samen in. En, hoezo jouw kinderen? Je hebt ze zit jaar precies twee keer gezien.

Bas:
Lieverd, wat is er? Waar gaat dit over? We zijn een belastingformulier aan het invullen. Jij sleept er weet ik niet wat bij.

Rita:
Ik sleep er niks bij. Jij wilt kinderen verzinnen die je niet eens hebt.

Bas:
Ik heb geen kinderen? Natuurlijk heb ik kinderen!

Rita:
Die je nooit ziet.

Bas:
Dat is niet mijn keuze.

Rita:
Dat betwijfel ik ondertussen wel een beetje, Bas. Weet jij nog wie er gisteren jarig was? Nou?

Bas:
...

Rita:
Uh-dinges-Bradley, die was jarig. En heb jij daaraan gedacht? Nou? Nou?? Nee, hè? Heb je een kaartje gestuurd, opgebeld, cadeautje gekocht?? Nee, hoor. Mijnheer heeft gewacht op de derde zondag van de even maand. Z'n bezoekdag. En deze keer - hoera! - een keer geen reden gevonden om niet te hoeven gaan.

Bas:
Rita, lieverd, dat zijn toch niet jouw problemen. Het enige dat ik van je vraag is om zo nu en dan een dagje met ons naar de dierentuin te gaan.

Rita:
Wat mijn probleem is, Bas, is dat jij zonder kinderen kunt leven, jouw eigen vlees en bloed. En dan opeens, als het om geld gaat, dan heb je zo opeens nodig. Nee, niet nodig, dan komen ze je uit. Heb je er gemak van. Ik word hier heel ... heel ...

Bas:
Zal ik in plaats van naar de dierentuin dan naar de uroloog?

Rita:
Laat mijn kinderwens hier buiten, verdomme! Ik heb voor jou gekozen, je doorgeknipte zaadleiders inbegrepen. Ik ben verliefd geworden op een man met een plan, met een leven dat soepel liep. Nu zie ik dat jij je leven soepel laat lopen door mensen - je eigen kinderen ...! - opzij te schuiven.
Ik schrik hier van, Bas.

Bas:
Ja. Nou. Sorry. Dat belastinggedoe werkt een beetje op onze zenuwen. Zullen we het morgen afmaken?

Rita:
... Ik vertel jou dat ik van je manier van leven schrik. Ik, de vrouw op wie je verliefd bent. En jij wijt het aan belastinggedoe?

Bas:
Dat is het toch ook?

Rita:
Bas, ga je nog met me praten? Of schuif je mij ook opzij?

Bas:
Vul hier dan maar niks in.

[Rita slaat met twee vuisten op het toetsenbord en verlaat de kamer.]

Bas: [leest van het scherm]
Ongeldige invoer.

Elp, 13 augustus

Schoolreisje


Na een halve dag in een oude bus in de regen kwam iemand op het idee de chauffeur om een wisser te vragen. Tot die tijd waren vooral mouwen en sjaals gebruikt om het condens van de ruiten te vegen. Een excursie voor geografen in opleiding verdroeg zich slecht met het ontbreken van uitzicht.
De derde dag werd er een tweede wisser gekocht, zodat elke paar minuten de ramen althans aan de binnenzijde van vocht konden worden ontdaan.
Na vijf dagen was de halve groep verkouden, na een week iedereen. Een prijs werd uitgeloofd voor degene die het honderdste pakje zakdoeken uit de gezamenlijk aangeschafte voorraad kwam halen.
Na nog een dag werd het programma aangepast. Wandelingen, lezingen en veldwerk in de open lucht werden uit het programma gehaald. Uit armoe kwamen er zelfs toeristische elementen voor in de plaats.
De geur van vijftig natte jaargenoten in een roquefort-kelder is toch een dierbare herinnering.

Elp, 14 augustus

zaterdag 19 augustus 2006

Zonder titel uit Elp (2)

Hier zou ik kunnen slapen.
Deze greppel in dit heitje wordt mijn bed.
Ruim een halve meter breed, drie lichaamslengtes lang.
Modder en gras als matras. Deze ruimte te delen met het lange dunne gras en de kiemplantjes.
Een torretje is er al te gast. Het kruipt over een zacht wiegende steel. Een worm heeft z'n huis onder half vermolmde bladeren. Ook hier nog een verdwaald rood besje, verloren door een te gulzige vogel.

Dan rol ik met een zwoele windvlaag mee, loom de diepte in. Ik pas precies.
De zeggehalmen die lang uit de greppel komen, draaien slome rondjes. De blauwgrijze lucht verschiet naar warme kleuren als ik mijn ogen sluit.
De geur van verse aarde strijkt neer op mijn wangen en voorhoofd. Een ekster in een nabije boom hoort alleen zichzelf.
Hier ga ik slapen, eeuwig slapen.

Elp, 17 augustus

Zonder titel uit Elp (1)



- Goedemiddag.

- Goedemiddag.

- Lukt het vandaag een beetje?

- Jawel. Hier meestal wel.

...

...

- Houdt u van wijn?

- Nee, maar ik vind groene flessen het mooist.
Wilt u een stapje opzij doen? Ik ga gooien.

- Heeft u al eens een antwoord gekregen?

- Mijn flessen spoelen weg, nooit aan.

- Maar er zit ook niets in!

- Ze komen toch niet aan.

Elp, 18 augustus

zondag 23 juli 2006

Hit any key to continue

In minstens één opzicht ben ik een doorsnee Nederlander: ik begin enthousiast in elke handleiding, om na drie pagina's te denken 'laat ik het maar proberen, we zien wel waar het schip strandt', de handleiding in de hoek gooiend. Naast deze eigenschap ben ik inventief, tamelijk makkelijk, niet al te dom en met behoorlijk wat doorzettingsvermogen. Kortom, ik kom er meestal wel.

Omdat ik mijn beperkingen ken, stort ik mij niet in zeer technische klussen. Een auto, de fiets, de computer: ze doen of ze doen het niet en als ze het niet doen dan is daar het mannetje of de zolder. Zen noch motor cycle maintenance lijken aan mij besteed.

Soms ontkom ook ik niet aan wat handwerk. Als ik er niet onder uitkom, of als ik het té genant vind om het aan een ander over te laten wil ik dan nog wel een band plakken of wat software installeren. Dit gaat dan meestal wel in twee of drie keer goed. Zo heb ik gisteren na slechts wat lichte haperingen de tomtom zover gekregen dattie begrijpt dat er ook naar Scandinavïe gereisd kan worden en dat er nieuwe wegen in Nederland bij zijn gekomen.

Jammer dat ik voor €135 nieuwe software heb moeten kopen omdat de originele van twee jaar terug op zolder onvindbaar bleek.

Hoe dan ook: onze terugkeer lijkt gegarandeerd. Tot over ruim twee weken.

donderdag 20 juli 2006

Wachtwoord (4)

Het is weer tijd voor de verversing van het wachtwoord op de werk-computer. Als ezelsbruggetje of leuk voor later google ik er een plaatje bij. Het wachtwoord dat ik kies gebruik ik om mezelf bij de les te houden, op te beuren en koers te zetten. En dat elke drie maanden in een nieuwe stemming. Hierbij verklap ik ook de vorige (zie wachtwoord (3)): dat was 'bondgenoten'. Het afgebeelde schilderij bij die blog heet overigens 'bondgenoten in opstand'.

maandag 17 juli 2006

In Memoriam

Ze was trots op haar intelligentie maar zo bang arrogant te zijn.
Ze kon lezen als geen ander: onverzadigbaar, altijd en overal.
Een trek aan een sigaret werd afgesloten met een aai van de lip met de ringvinger.
Ze kon niet koken en kleding moest vooral functioneel zijn. Speciale kleding was ook goedkoop, en van nylon.
Wanneer zij een club binnenstapte was ze binnen het half jaar voorzitter, secretaris of penningmeester. Of alledrie.
Ze was zo empathisch dat ze meer kon lijden onder het lijden van anderen dan die ander zelf.
Alle andere mensen waren aardig; en als ze niet aardig waren was dat omdat ze zielig zijn.
Ze was de meesteres van het zelfgeborduurde cadeau.
Spullen die we niet meer gebruikten werden niet weggegooid: daar wist ze nog wel iemand voor.
Spullen die we nog wel gebruikten konden ook zomaar worden weggegeven.
Als ze gelijk had maar het niet kreeg kon ze heerlijk mopperen, afgesloten met ‘guh-puh-huh!’
Haar trouw aan vriendinnen, kennissen en familie was grenzeloos.
Ze had altijd iets te eten bij zich, vanwege de hongerwinter.
Ze at geen beschuit met kaas; dat herinnerde aan de muizensoep.
Ze buffelde zich door het gehate huishouden, verrichtte eindeloos en perfect vrijwilligerswerk, had daar de grootste lol in. Leek het allemaal ‘zomaar’ te doen. Om dan plotseling en fel om erkenning te vragen. En terecht.
Ze zou vandaag 72 jaar geworden zijn. Ze heeft de zestig niet gehaald. Ze is – de Engelsen zeggen het zo mooi – sadly missed.

zaterdag 15 juli 2006

Alles onder één dak

Ik ben een geboren kampeerder. Dat enkele feit kan me gelukkig maken. Nog heerlijker is dat man en zonen de liefde delen. Sinds ik zonder ouders op vakantie ging doe ik dat per tent. De enkele keren dat niet onder doek werd overnacht, was omdat het hartje London was, of januari. Of allebei.
Niets heerlijker dan de geur van gras, het moe-zijn 's avonds van alleen maar buitenlucht, een sterrenhemel tijdens een nachtelijke plaspartij. Ik heb inmiddels overal wel gestaan: op superdeluxe campings, op een knollenveldje bij de boer, op gras, op rotsen, in de duinen, hutjemutje, in het niks, tegenover een vallende boom, naast een inslaande bliksem, op stromen regenwater, in regen, zon, wind, mist, alleen in de tent, met twee, met drie, met vier. Ik heb - vooral midden in de nacht - poesjes te gast gehad, en egeltjes en één keer een miljard of wat mieren.
Het is allemaal wel steeds minder primitief geworden. Twintig jaar geleden een slaapmatje nog een te grote luxe, laat staan een stoel of tafel. De laatste jaren was ik wel in bezit van een zelfopblaasbaar ding dat ik bijna bed zou willen noemen en een stuk stof dat dit matje in een stoel kon omtoveren. Dit jaar gaan we voor het tweede jaar met de auto op vakantie. En nu gaat het hard met de parafernalia. Dekbed in plaats van slaapzak, hoofdkussen, stoeltje, kampeertafel en .... een tent waarin gestáán kan worden.
We hebben flink wat opzien gebaard met onze Toermalijn Luifel van de Zwerfkei, de laatste tien jaar. Vooral als we er 's ochtends alle vier fris en fruitig uit kwamen kruipen en we 's avonds ook nog culinair waren en als enige op het veldje een kurketrekker bij ons bleken te hebben. De laatste jaren hadden de jongens al een apart slaaptentje. Dat maakte de toermalijn een ruime luxe tent-voor-twee. Ideaal, op de hoogte na. Het gaat na al die jaren toch vervelen om altijd bukkend of op de rug rollend de kleren aan te moeten trekken. Bovendien is een echte tent-tent saai als het regent: ritsen dicht en maar naar het doek staren. Dus toen Stach een paar weken geleden met pré-puberale onhandigheid door het kleine tentje viel en een stok het doek scheurde, besloten we twee vliegen in één klap te slaan en te gaan voor één grote nieuwe tent.
Gisteravond hebben we 'm proef opgezet, onze Eureka! Tunnel Vision Cotton. In deze tijd van ambtelijke ontkokering een cadeau, zo'n naam. En hoe groot (genánt groot vindt Stach) en hoe gezellig (met z'n vieren in één tent, héérlijk) en wat lekker veel ritsen. Nog tien dagen, dan staan we ergens in Zweden.

zondag 2 juli 2006

Culinair educatief

Het verjaarsfeestje eindigde in El Toro in Zwolle. Een niks-mis-mee Argentijns restaurant. Kinderen van tien en elf blijken nog gewoon voor het kindermenu te kiezen. Als je twaalf bent lonkt de 'echte' kaart. Stach gaat al een tijdje voor een goeie biefstuk en klassificeert de malsheid. Vriendje T. is - nog - wat minder culinair nieuwsgierig, ondanks zijn zeker aanwezige aanleg voor smulpaap. Zodra de maaltijden op tafel verschenen werd er druk naar elkaars bord gekeken en spareribs en kipfilet vergeleken. Maar er is meer dat jongetjes van deze leeftijd bezig houdt. Met nog hoog gegiechel passeren tegenwoordig in elk gesprek regelmatig lichaamsdelen in het algemeen en die van meisjes in het bijzonder. Als ouder soms wat vermoeiend als je net meende een leuk onderwerp bij de kop te hebben zoals in dit geval lekker eten. Met volle mond smeedde T. de onderwerpen enthousiast aaneen: "Weet je wat mijn vader laatst gegeten heeft? Eendetiet!"

zaterdag 1 juli 2006

Strafwerk



Schrijf 1000 maal: Zwijnen eten parels noch ezels

dinsdag 13 juni 2006

This side up

Toen ik op mijn veertiende de avondvierdaagse liep, kon ik niet vermoeden dat ik twintig jaar later met een net vierjarige kleuter weer mee zou doen. Waarschijnlijk nam ik aan dat het mijn laatste ooit zou zijn. In mijn herinnering werd ik meegestuurd voor de gezelligheid of als chaperonne voor mijn jongste zusje.
Het was 1978, tijdens het wereldkampioenschap voetbal. Hevig chagrijnig dat ik geen televisie kon kijken had ik een radiootje meegenomen. Een reclamedingetje met een zwakke ontvangst vol ruis. Om ook maar iets aan geluid op te vangen moest het blikje op ongeveer 1 meter hoogte geheel rechtop worden gehouden. Tien kilometer lang heb ik scheef hangend de wedstrijd proberen te volgen. Gelukkig werd ik beloond met een winst - en een forse! - van het Nederlands elftal. De Oostenrijkers werden verslagen met 5-1. Het was een genoegen de meelopende vaders keer op keer te informeren over weer een succesmoment.

(Pas gisteren heb ik begrepen dat ik niet de enige ben die aan deze wedstrijd cum vierdaagseavond een herinnering heeft. Dank, Sjaak, voor je commentaar op mijn blogje Oranjegevoel.)

Kroos

Nu de jongste voor z'n vijfde medaille gaat - wat een zesje was geweest als we niet een jaar niet hadden gelopen vanwege de MKZ-crisis - gaan mijn gedachten terug naar mijn eigen avondvierdaagses.

Tot en met 1973 liep ik de vierdaagse in Ter Aar. Ik denk dat ik deze een keer of twee, drie heb gelopen. De route voerde op één van de avonden langs de Koeleman-fabriek. Daar werden alle lopers getrakteerd op een zure bom. Een forse was het, nauwelijks te omvatten met twee kinderhanden. Hoe lekker de gratis traktatie ook gevonden werd, velen kregen het geval met geen mogelijkheid op. En blijven lopen met een zuur kleverig stuk augurk, dat werd steeds minder aantrekkelijk. Gelukkig verdween de gulle gever allengs uit zicht en boden de hoge sloten de mogelijkheid je van het geval te ontdoen. Ik hoor het nog, het pu-dóm waarmee de bom in de sloot terechtkwam. Ik zal acht of negen jaar geweest zijn toen ook ik het gegeven paard (en, o! wat voelde dat slecht) na nog snel een hap genomen te hebben met een zwaai het water in gooide. Ik voelde me betrapt en gestraft toen ik merkte dat een hoektand in de zure bom was blijven steken en onder het kroos was verdwenen.
 

blogger templates | Make Money Online