zondag 20 november 2011

En jawel hoor: het paste eveneens


Dit is de aspergepan. De aspergepan wordt niet vaak gebruikt, omdat het
1) een pan is met maar één functie en
2) niet zo lang aspergetijd is
Daarom staat de pan achterin de trapkast, aan het voeteinde van het bed, zeg maar, als Harry Potter bij ons zou wonen.
Ingevroren asperges zijn in november nog goed te eten, en daarom graaide ik over de oude kranten, schoonmaakemmer, wc-papier, afvalplastic, en wat dies (veel) meer zij, naar de speciale pan. Hoera gevonden. Maar de deksel bleef verstopt.

Cees Buddingh' schreef het onvolprezen gedicht Pluk de Dag. Dit type levensvreugde, dáár zouden we bij Albert Heijn voor in de rij moeten staan, in plaats van voor die (alweer plastic!) spaarfiguren.

Vast dankzij Buddingh' greep ik naar deksel van ons kleinste kookpannetje. En jawel hoor.

****

zaterdag 19 november 2011

Reformatorisch OK


De foto is van André Dorst, laat ik niet vergeten dat in ieder geval te melden.

Moest ik nu met mijn benen onder de tafel omdat ik geen rok droeg, of is dat ouderwets stigmatiserend gedacht? Waarom trekt mijn rug zo statig recht als ik mijn buik inhoud? Waarom houd ik ùberhaupt mijn buik in, onder tafel?
Het duurt maar een half uurtje, inclusief koffie drinken, zo'n fotograaf over de vloer. Daarna kostte het me langer om al die kaarten in de doosjes terug te frutten.

Menig lezer zal zich tot het eeuwige afvragen:
- Waarom zijn de gordijnen niet wat verder opengetrokken?
- Welk muziekstuk staat op de piano?
- Waarom zijn de tuinstoelen nog niet opgeruimd in november?
- Waar kocht ze die kaartenmolen?

Het artikel verscheen op donderdag, een kolom lang. De andere vijf kolommen gaan over TBS'ers. Dat maakt ouderwets nederig.

***

zondag 13 november 2011

Jammer maar helaas

De handdoek is in de ring gegooid. Geen nanowrimo-winner dit jaar. Want het moet wel een feestje blijven. Deze november is er teveel. Teveel leuks om dit leuk te houden.
Het is niet anders. Om met Gertrude Stein te spreken: Rose is a rose is a rose.
Of om mezelf te citeren: Tante pis.

***

zondag 6 november 2011

Schoenengek




Zondagmorgen. Ik luister naar Vroege Vogels. Luisteren is een groot woord. Het is mijn behang terwijl ik mijn zondagmorgendingen doe. Als eerste op, altijd. Beetje surfen, postcrossingkaartjes sturen, hier en daar wat opruimen, plannen maken voor de rest van de dag, mailtje, ontbijtje.

Ik hoor Vivaldi en denk aan een dirigent van 20 jaar geleden, met wie ik onder andere het Gloria van Vivaldi zong. Het zou grappig zijn als hij het gedirigeerd zou blijken te hebben, denk ik nog. Ik denk er niet bij na waarom juist hij in mijn hoofd komt. Als ik mezelf ernaar gevraagd had, dan zou ik denken dat het te maken moet hebben met de vriendin van uit die tijd, met wie ik ook zoveel zong, die ik onlangs weer zag.
Dit alles verklaart niet dat dezelfde man vijf minuten later op de Fenolijn te horen is. Overigens ook nog met een waarneming die ik zelf ook deed: jonge eendjes.
Wat is toeval toch leuk.

Mijn geest draait overuren. Misschien altijd wel, maar in ieder geval in november als ik weer eens een boek schrijf. Karakters moeten verzonnen, de karakters moeten kleren dragen, hobbies hebben, een verleden, rare gewoontes, moeilijkheden om te overwinnen. Na een paar dagen blijk ik het veel over schoenen te hebben in mijn boek. Zo schrijft mijn hoofdpersoon een column in Ouders van Nu, waarin een schoenengek een prominente rol vervult. Diederik is schoenenimporteur en tevens haar echtgenoot.
Al eerder deze week googelde ik langs de schoenen van Kobi Levi. Zijn ontwerpen zijn werkelijk fenomenaal. Voor iemand die niet met schoenen heeft (of moet ik zeggen: dacht te hebben), heb ik er erg lang op rondgekeken, op zijn site. 

Eerder dit jaar kocht ik een auto. Ik ben er blij mee, maar natuurlijk heb ik geen topkoop gedaan. Ik weet er gewoon te weinig van, van auto's, ik ben geen keiharde onderhandelaar met mijn eigen geld, en dan wil ik ook zo'n jonge verkoper nog pleasen. Een paar weken later bleek de jonge verkoper er niet meer te werken. Er werd niets gezegd, maar ik kreeg het idee (en de rest verzon mijn geest er bij) dat hij niet uit zichzelf was vertrokken.
Gisteren bracht ik een paar schoenen naar de schoenmaker. Hé, een nieuwe zaak in de stad. Schoenenwinkel annex schoenmakerij. Ik loop langs de rekken en bedenk dan dat mijn pumps met het losse klittenband nog thuis liggen. Terwijl ik mij omdraai wordt een andere klant benaderd door de winkelbediende. Mag ik u van dienst zijn? Het is mijn automan.

Uitvlucht, zijweg of ei van Columbus


Margriet Buitenpost blijkt een schrijfster. Een sappelige. Columpje hier, enkel kort verhaal daar. Wel een vaste rubriek in een gratis krant. Daarin beschrijft ze briefjes die ze in de openbare ruimte ziet hangen. In een boek over haar mogen al deze pennenvruchten niet ontbreken!

zaterdag 5 november 2011

November boekenmaand


Ik doe voor de vierde keer in acht jaar mee aan Nanowrimo. De eerst keer strandde ik al na een paar dagen, de tweede en de derde keer leverde een heusch boek op. Dit jaar moet het derde boekenkind geboren worden. De eerste twee dagen liepen als een zonnetje.
Margriet Buitenpost maakt gelijk nogal wat mee. Ze moet vast in het echt bestaan, dus als ze zichzelf ook googelt (en wie doet dat niet?) dan weet ze nu dat er een boek over haar geschreven wordt. Ze is in therapie, en krijgt de meest absurde opdrachten. Het houdt me lekker van de straat.
De jongste zoon doet dit jaar mee.  Hij gaat, hoewel pas 15 jaar, voor de grootste uitdaging van de 17-jarige: 25.000 woorden in 30 dagen. Hoewel drie keer zo oud, geldt voor mij slechts het dubbele. Het zijn een hoop woorden.
 

blogger templates | Make Money Online