maandag 31 december 2007

Op weg naar 2008

Alle bozen geesten zijn voor het begin van het nieuwe jaar uit deze buurt al verdreven. De rotjongens, achterbuurkinderen waaronder ook een paar meiden, staken al menig rotje, voetzoeker, grondbloem en wat dies meer zij, af. In onze put en ruim binnen mijn levensruimte. Ik wacht tot nu toe tevergeefs op een ijselijke gil. Ik zal koelbloedig en buurvriendelijk het getroffen wezentje naar de eerste hulp brengen.

Gisteravond maakten we, onder leiding van de huisfotograaf, de nieuwjaarskaart. Het idee was dat wij gevieren met sterretjes de letters HAPPY en de cijfers 2008 in de lucht zouden schrijven. Op de achtergrond de treurwilg en onze winterjassen. De sluitertijd bedroeg vier seconden en die werd voorafgegaan door een knipperend lampje. Tijd genoeg om de sterretjes aan te steken en op onze plekken te gaan staan. Dachten we.
Alle elementen spanden tegen ons samen. De aansteker was te zwak, de lucifers waaiden uit, het eerste sterretje was klaar voor het vierde was aangestoken, alle sterretjes waren aan toen de camera weigerde. En toen waren de sterretjes op. Met de modder aan de schoenen klosten we nog wat door het huis. We hebben het hele jaar nog niet zo gelachen.

Happy 2008!

donderdag 27 december 2007

De geest reist

Op de bovenste etage van het warenhuis is de start. Twee anderen doen met mij mee aan de wedstrijd. Tot de laatste seconde aarzel ik of ik wel mee zal doen. Ik weet niet eens meer of het één, twee of vijf kilometer is dat ik word geacht hard te lopen. Als eerste ben ik weg en ik zal vooraan blijven lopen. De weg wordt me gewezen door het winkelend publiek. En dan ben ik op straat, nog steeds op mijn Crocs. De punten slepen over de grond. Moe word ik niet, maar onhandig is het wel. De route is gemarkeerd door roze ballonnen. Niemand valt het op dat ik zo nu en dan een stukje met de bus ga, en ook het eigen geweten valt me er niet mee lastig. Ik draaf door twee kleine dorpjes. In eentje staat ex-collega Chris, volkshuisvester, aan iemand te vertellen over zijn moeder. Ze heeft het zwaar vanwege al die stukken die ze moet lezen als voorzitter van de vrouwenadviescommissie. De verbazing waarom hij opeens hier en nu opduikt maakt dat ik de finish niet bereik.

Men is naar mij op zoek. De nieuwe mogendheden. Helemaal in het wit gekleed en voorzien van de slimste opspoortechnieken. Collega John en ik zien mogelijkheden te ontsnappen. Daarvoor is het zaak dat ik zijn horloge omdoe, ter hoogte van een wasbak, midden op straat. We spreken af in V&D (hé, weer een warenhuis!). Hij wil eerst nog ondergoed kopen. De zaak is vergeven van vrienden en collega's, ook allen in het wit. Zij hebben niet door dat de wereld nooit meer dezelfde zal zijn. Ik schuifel met een leeg winkelwagentje rond. "Dus zo zie je eruit als je stress hebt" zegt iemand me vriendelijk. De redding zal van mij moeten komen. Dan blijkt de uitgang bewaakt door een enorme hoeveelheid, ook in het wit geklede, politieagenten. John nadert vanaf de andere kant van de zaak. Hij draagt inmiddels een donkere pruik en een rode hoed. Ik schuifel naar buiten. Ze bekijken iedereen nauwkeurig. Ik veins onbelangrijk zijn. Dat lukt. Het gaat goed komen.

maandag 24 december 2007

Wie schrijft ...

Het was een prachtig schrijfjaar. Het nanowrimo-boek, natuurlijk. De cursussen proza, poëzie en toneel. De meer dan 200 blogjes op dit weblog. De bijna 1000 (!) mails over schrijven, heen en weer en weer terug, met schrijfmaatje Aye. Het durven meedoen aan een wedstrijd, de nationale gedichtendag. En het gebruik van een eigen schrijfsel als cadeautje. Zo dichtte ik voor het afscheid van een geliefd (toen al oud-)collega, de heer P.B.. (Hij wil niet weten dat hij op bovenstaande foto, een product van Ed Giskes, in korte broek te zien is.)
De beste man, een van de meeste erudiete die ik ken, is secretaris van het Genootschap tot aanleg, instandhouding en exploitatie van enen electrischen tramlijn in de gemeente Deventer. Dat werd mijn inspiratiebron voor een sonnet.

Niet langer wilt u ‘hier Bandel!’ meer heten,
Nog immer jeugdig, maar de tijd schrijdt door.
't Genootschap der collega's laat u weten:
wij wisten ons bediend langs veilig spoor.

U leidde ons langs regels en langs wetten.
Geen wissel nam u fout, geen draad die brak.
U leerde ons geen trede fout te zetten.
Zo werd een helse job een speels gemak.

Uw doel, het eindpunt, naakt - met zacht geklingel,
terwijl wij achter blijven, zwaar onthand,
verdwijnt het laatste rijtuig langs de Singel.
U bent bij de remise aanbeland.

Wij lazen tempus fugit, panta rei, en
Dat nooit meer van u horen doet ons schreien.

zondag 23 december 2007

Pak me dan, als je kan

Neem mij nooit te snel mee op vakantie. Ik ben een stuk chagrijn op de stations, zie alleen maar de donkere zijde van de hotelkamer en ik verander in no-time in een racist, sexist en pessimist. En als je het lef hebt me dat hardop te melden, dan geef ik je een huilbui als toegift.
De vakantie-blues verdwijnt meestal wel, maar tergend langzaam. Voor vier dagen Parijs bijvoorbeeld, eigenlijk niet snel genoeg.

Deze veertien vakantiedagen wil ik zo snel mogelijk laten beginnen. De remedie tegen begin-van-de-vakantie-chagrijn bevindt zich nog in de testfase, maar de eerste resultaten zijn bemoedigend.
Zaak is bezigheden te kiezen waarbij weinig tot niet gedacht hoeft te worden. Met een tweeledig doel. Eén: ze spoelen de hersenen naar een rustiger en veiliger omgeving en Twee: ze zijn de opmaat naar met plezier in actie komen, de rest van de vakantie.

Ik stortte me op het online klaverjassen. Ik zal en ik moet op het scorebord. Op z'n Utrechts. Vier keer zelf troef kiezen, twaalf keer op de kleuren van de anderen reageren. Ina als Willemijn, tegen drie computers. Mijn maat kent de voorgeschreven seinregels niet, maar ik word niet boos en klik door. En na een uurtje: hoera, gelukt! Met bijna 2500 punten ruim bovenaan.
En ik las een driedubbeldikke boeketreeks. De Intiem-variant. Hoog spel. Stompzinnig, slecht vertaald en de ultieme ontsnapping. De laatste bladzijde is nog warm of het boekje ligt al bij het oud papier. Weer een stap dichterbij de zo gewenste vakantiemodus.

Ik denk dat ik aan het eerste vakantieklusje mag gaan beginnen: achterstallige rekeningen.
Heerlijk, vakantie.

zaterdag 22 december 2007

De een-na-laatste week

Ik heb een haat-liefde-verhouding met goede voornemens. "Als het zo simpel was als alleen maar zeggen dat je het anders gaat doen, dan had je het allang gedaan." Ik hoor het mezelf regelmatig zeggen. Tegen anderen.
Toch neem ik me op deze koude morgen (-6.5 graden aan de buitengevel) voor, om het volgend jaar hélémaal anders te gaan doen. In die een-na-laatste week. 't Is de week van 'nog even dit' en 'dit nog even afronden'. De week van eindejaarsborrels en schoolkerstdiners. En laat dat dan ook genoeg zijn. Nog één keer genieten van elkaars gezelschap, uitrollen in prettige sfeer en dan in met zelf gekozen vrienden en familie de vakantie in. En niet een paar dagen waarin we nog even alles willen proppen. Keeperstraining, cursussen, doktersbezoeken, verhuizen op het werk, functioneringsgesprekken, bruiloften, verjaarsfeestjes, kerstdiners. Met als triest dieptepunt dat ik voor een ander een kerstdiner heb uitgedacht en mijn eigen kokerij nog nauwelijks.
Volgend jaar doen we het helemaal anders.
Voetbal, zingen, toneel, gitaar: alle hobby's gaan voor een maandje niet op cursus. Te beginnen half december.
De laatste werkweek rollen we uit. Desnoods nemen we verlof. We zijn alle dagen om uiterlijk vijf uur thuis.
De kinderen staan nummer één. Het omzetten van muziek in F-sleutel, pizza's bakken en de goede wensen in ontvangst nemen van de krantenbezorgertjes gebeurt niet langer in draftempo.
En heel misschien gaan we dan ook weer kerstkaarten sturen.

zondag 16 december 2007

Dat zoeken we op

Het haar wordt weer langer en de krullen nog speelser als het opdroogt met voorbedachte rade. De kapper gebruikte kleine haarklemmetjes. "Handig, die heb ik thuis ook nog liggen!" Ooit lagen ze in het kastje boven de wasbak op de badkamer. Bijna zeker weten. Maar al wat ik vind, geen klemmetjes. Ik ben een kort momentje verdrietig van mijn onderontwikkelde linkerhersenhelft. Waarom ben ik geen geordende controlfreak? En hoe handig is het, als je niet heel makkelijk onthoudt waar iets ligt, om twintig boekenkasten en talloze stapels tijdschriften, kranten, beginnend proza tussen de administratie te hebben slingeren?
Om te voorkomen dat de lezer zou denken dat ik een chaoot ben, beperk ik me tot een top 3. De aantallen tussen haakjes zijn schattingen.

Dingen in dit huis aanwezig. Wie weet waar is een held:
Kompas (2)
Koortsthermometer (3)
Haarklemmetjes (16)

Dingen waarvan ik (tegen mezelf zeg dat ik) weet waar ze liggen, maar waarover ik eigenlijk geen flauw idee heb:
Verzekersingspolissen (5)
Adressen van vrienden en bekenden (25)
Aanstellingsbrieven (6)

Dingen waarvan ik weet waar ze liggen, maar die ik niet durf te zoeken omdat ik te bang ben ze niet te vinden:
Paspoort (1)
Codes van internetbankieren (2)
Diploma's (3)

Over een week begint de kerstvakantie. Alles zal goed komen.
Gezellig met vrienden en familie (4)
Uitslapen (16)
Zolder opruimen (1)

zondag 9 december 2007

't Is niet z'n broer


Hij wil mij best vertellen van zijn kind, zijn huis en zijn huwelijk. Want wij kennen elkaar. Hij kent mij omdat ik zijn broer ken. Zijn broer is mij dierbaar. Ik zie in hem waarom ik om zijn broer geef. Het vroeg grijze haar, de glimlach die al pratend ontstaat, de zorgvuldig gekozen woorden.
We treffen elkaar op het station, bij toeval, en reizen een half uur samen. Ik praat met hem en deel mijn dromen. Maar niet zo diep als ik met zijn broer zou doen. We herkennen in elkaar de herkenning. Zoeken het bekende en gaan het andere, het vreemde, uit de weg.
Zijn station. Dag. Tot ziens. Het beste. Dat zeg ik allemaal en duik in mijn boek. Een boek is eigenlijk ook altijd een broer van een zeer dierbare.

dinsdag 4 december 2007

De zak

Man:
Jij hebt uitgepakt!

Vrouw:
Ach, een lettertje hoort er toch bij. En wat grapjes. Kijk, vind je deze pyjama’s niet enig?
(tot zichzelf) Wat zat hier ook alweer in?

Man:
Voor wie is dat allemaal?

Vrouw:
Gewoon, voor ons thuis. Zou er op zolder nog inpakpapier zijn?

Man:
Eén pakje per persoon zouden we doen. Sinterklaas vieren we dit jaar sober, hebben we afgesproken.

Vrouw:
Ik heb Piet gevraagd morgenavond om half negen de zakken voor de deur te zetten. Met wat bonzen erbij.

Man:
Is Sint verhinderend?

Vrouw:
Piet van hiernaast. Wat doe je flauw. Wat is er?

Man:
Eén cadeautje per persoon is een leuke zak met twaalf pakjes. Ik hoor het je nog zeggen. En moet je die zak nu zien staan. De kinderen en ik hebben er nog niets bij gestopt, en het ding puilt al uit.

Vrouw:
Die zak houdt wel. Maak je niet druk. Bij alle pakjes komt een gedicht.

Man:
Maat houden. Ik heb het niet op je verlanglijstje zien staan.

Vrouw:
Ik begrijp dat jij je braaf aan de afspraken hebt gehouden? Geef dat plakband eens aan.

Man:
Ik heb me aan de afspraken gehouden. Neem me dat alsjeblieft niet kwalijk.
Nu sta ik voor gek met m’n drie pakjes.

Vrouw:
Elk jaar zeggen we dat we het sober doen en elk jaar hebben we twee zakken vol. Minstens. Vorig jaar drie. Er staat op de overloop al een halfvolle die de meiden aan het vullen zijn. Geniet er toch van. Doe ‘ns gek.

Man:
Ik had het prettiger gevonden als je me dat wat eerder zou hebben verteld. Dan had ik daar rekening mee kunnen houden.

Vrouw:
Jij moet ook alles voorgekauwd krijgen. Allemaal een verlanglijstje maken, anders weet pappa niet wat hij moet geven. Pappa kan geen verrassing voor ons verzinnen. En al helemaal geen twee!

Man:
Zullen we doen alsof alles van ons samen is?

Vrouw:
Zak.

zondag 2 december 2007

In de trein (9)

Het verhaal van haar over de verminderde meeropbrengst van oom agent bracht me onmiddellijk weer bij vorige week maandag. De eindtijd van de cursus in Amsterdam maakt het mogelijk om nog met tram, trein en auto naar huis te keren. Weliswaar met overstappen in Amersfoort, want de regio wordt sinds een jaar niet meer soepel bediend door de NS, maar toch, thuiskomen lukt altijd nog.
In elk onderzoek waar ik aan mee doe - en ik doe aan elk niet-commercieel onderzoek mee - geef ik aan: graag meer conducteurs in de late treinen. Te vaak heb ik al met joelende, dronken Tukkers of Groningers om me heen een roteinde van de avond gehad. Vooral de laatste trein is berucht, maar ook die paar ervoor zijn niet prettig. Ik ben al eens omwikkeld geweest met rollen toiletpapier. Gelukkig met drie mede-passagiers, maar leuk was anders. En keihard boeren schijnt zo wie zo volksvermaak te zijn dat je blijkbaar maar gewoon moet vinden. Zo ook kotsen in de prullenbakjes. Het feit dat ze vaak in Ajax-kledij zijn gehuld zou mijn irritatie kunnen verklaren, maar ook de afwezigheid van conducteurs verhoogt mijn stemming niet.

Ik heb wel eens midden in de nacht op het station in Deventer twee conducteurs uit staan schelden die opeens pontificaal op het perron stonden. Ik had ze liever het uur ervoor een paar keer gezien, terwijl ik van je hela hola geen ogenblik rust had gehad.
Maar au fond ben ik geen schelder en deel ik liever complimenten uit. Toen er dan ook een conductrice het rijtuig in stapte, om half twaalf 's avonds, keek ik blij verrast op. "Dat vind ik fijn, dat u ook in de latere treinen een ronde doet" sprak ik zo hartelijk mogelijk. Ze was me al half voorbij gebeend. Half opzij bitste ze:
"Ik heb geen dienst meer!"
 

blogger templates | Make Money Online