vrijdag 25 april 2008

Italië (2)


Venetië was vol en warm; de vaporetti overvol en bloedheet. Het openbaar vervoer over het water kon de toeristenstroom niet aan. Het gezin verliet opgelucht het bootje. Tijd voor een krentenbol. Wie had de rugzak?
De jongste keek naar haar zus, de vader naar de moeder, de moeder naar de dochters en toen keek iedereen naar de boot die alweer bij de volgende halte aanmeerde. Er was nog niet gesproken. De oudste dochter begon met de opsomming die ze gezamenlijk afmaakten.
de I-pod
een mobieltje, nee twee
de sleutels van de hotelkamers
drie flesjes water
twee fototoestellen
de filmcamera
een trui
acht krentebollen
Vloeken had geen zin, maar luchtte wel op. De vader bevoelde voor de vijfde keer de paspoorten en de vliegtickets in zijn binnenzak. Belde toen met zijn mobieltje naar de rugzak.
'Pronto?'
Een blauw rugzakje? Jazeker, die was gevonden. Af te halen bij het eindpunt. È niente. Niets te danken.

De biblio

Even niet kunnen slapen ’s nachts is één ding, maar al een uur klaarwakker liggen is een ander. Dan maar de computer aan. Al snel zie ik wat me bezighield, al kon ik dat nog niet weten: zij had me een stokje toegeworpen.
Snel dan, de auto vertrekt over 26 uur.

1. Grijp het dichtstbijzijnde boek dat meer dan 123 bladzijdes telt.
Vingers van Marsepein van Rascha Peper gaat niet mee op vakantie. Idealiter komt het nog uit voor de reis. Ik ben op bladzijde 172, dus dat zal niet gaan lukken. Haasten is zonde, zoals dat het ook is om het gebonden boek met kaft in de boekenkrat te proppen. Maar wat een heerlijk gevoel dat het op de terugkomst gaat liggen wachten.

2. Open het boek op pagina 123 en zoek de 5de zin.
Die schijn je dan niet over te mogen typen, maar dat doe ik natuurlijk wel:

Of haar moeder zelf had kunnen lezen en schrijven herinnerde ze zich niet; ze dacht haar geen van beide ooit te hebben zien doen.

O, heerlijk, een zin met een puntkomma; ik ben een groot fan van de puntkomma, ook in het niet-Grieks.

3. Post nu de volgende drie zinnen.
Ready for impact? Dat zal ik net hebben, dat ik met bijbelteksten mag zwaaien:

Voor hen stond op een houten standaard een in simpele, grote schrijfletters geschreven voorbeeldtekst: ‘In den beginne schiep God den Hemel en de aarde. De aarde nu was woest en ledig en duisternis was op den afgrond; en de geest Gods zweefde op de wateren. En God zeide: Daar zij licht!’

Voor wie wil weten hoe dit afloopt: Genesis 1.

Ik bedenk opeens (het is inmiddels tien voor vijf) dat het boek dat ook letterlijk het dichtst bij ligt mijn eigen manuscript is. Daarom als toegift en tot slot (ik gooi hier thuis geen werk over de schutting, wie dit stokje over wil nemen: be my guest) drie zinnen van mijn eigen pagina 123:

Na twee nachten nauwelijks te hebben geslapen was de divan van het hotel pure luxe. Hij sliep tot zijn verbazing diep en droomloos en werd pas wakker toen het ontbijt al niet meer verkrijgbaar was. Zijn onderbroek was zo goed als droog.

donderdag 24 april 2008

Er was eens

Er was eens een vrouw die zichzelf tot doel had gesteld: twee publicaties in 2008. Het was haar diep in de maand april nog niet gelukt. Maar de schrijfjuf van ruim een jaar geleden was haar nog niet vergeten. En zo kwamen een paar van haar zinnen in print.
Voor de liefhebbers: het hele sprookje.
En voor degenen die 'zij laat zich inspireren door' niet gelijk kunnen plaatsen: ik ben To niet. En het applaus is ook verzonnen...

Italië (1)



We moeten gegeten hebben. Ik zou niet meer weten waar en wat. We hebben er geslapen. Ik herinner me vaag een hotelkamer met vier of vijf bedden. Er was een groepsproces. We waren zestien en zeventien jaar. Er moet veel groepsproces zijn geweest.
Ik herinner me de stukken zuil, de fundamenten van ooit een paleis. Mijn benen, bungelend over de rand van een caldarium. Mijn hand die langs een mozaiek gleed toen even niemand keek. Ik ontmoette Paulus, Tiberius en Cicero. Tweeduizend jaar oude schaduwen die ik om de ingezakte hoek zag verdwijnen. Het was 1980 en ik zou terugkeren, want ik gooide een muntje in de fontein.

zondag 20 april 2008

Battery low

vermijd snelwegen
park + museum
langs de lijn op radio 1
zon met wind en lucht
notitieboek vol
witte fiets
alleen
the place to be
lezende vrouwen
waar is het wild?
verboden voor losse honden
stille japanners en engelsen
van gogh
3-0
vers notitieblok
ogen dicht en nog geen vogel te horen
kirkeby in baksteen

Opladen voltooid

vrijdag 18 april 2008

Aagje leest mee (4)

Zijn trouwring zit om de ringvinger van de rechterhand. En ook vanwege zijn keurige korte kapsel, het geperste pak en gemoedelijke uitstraling gokt Aagje: protestant. Deze man van een jaar of vijftig naast haar haalt nog op het station van Utrecht een stapeltje papier uit z’n eenvoudige leren tas. Aagje leest Rascha Peper, boeiend genoeg, maar het is te makkelijk om niet ook zijn leesvoer te snuiten.
Aagje zit naast een bobo van de Christelijke Muziekvereniging DAP! Hij leest een mail met ferme taal van Sjoukje. Sjoukje wil ballen kopen, en twaalf stokken. En hoe zit het met haar reiskostenvergoeding? Ze wil heel graag iets maken van de Show- en Marchingband. Ze schrijft er anderhalf kantje over vol.
Bobo begint ijverig aantekeningen te maken. Punt 1, schrijft hij voluit. Punt 2 volgt onmiddellijk. Helaas, Aagje kan zijn handschrift niet lezen. Maar dat Sjoukje een reactie krijgt, daarvan is Aagje zeker. Aagje denkt dat de vereniging haar handjes dicht mag knijpen voor zulke Sjoukjes. Maar niet te stevig, anders gaat de knop van de stok zweten.
Daarna leest Bobo een beleidsstuk met een vragende ondertitel met een keuze. Aagje krijgt altijd een raar gevoel in haar onderbuik van vragende ondertitels met een keuze. Een smekkie in alle smaken van zure melk. Kwaliteitsverbetering: must of onbetaalbaar? Voor een maandsalaris van Aagje kan de vereniging heel wat kwaliteiten verbeteren. Bobo is vast penningmeester; ijverig begint hij te cijferen.
Aagje kan aan Bobo niet aflezen of hij verontrust is, of teleurgesteld, of blij. Hij leest en schrijft rustig, tot Aagjes spijt nog steeds onleesbaar. Zou het een trompettist zijn? En verruilt hij in het weekend zijn zwarte broek en grijs colbert voor een knap uniform?
Na Amersfoort gaat Bobo de Metro lezen. Aagje buigt zich weer over haar vingers van marsepein.

woensdag 16 april 2008

Drie lepelkes

Ik kan kiezen uit drie ouders waarmee mijn zoon terug uit Frankrijk kan rijden. Hij zit nog maar net op z'n nieuwe sport en nu al een weekend op toernee naar het buitenland! Ik sta op een zanderige grasvlakte op een sportcomplex. Op welke sport zit hij eigenlijk? Een clubgebouw, oud, in het midden. Wat afgeragde auto's eromheen. Blijkbaar straal ik onrust uit, want de trainer herhaalt nogmaals hoe betrouwbaar de rijdende ouders zijn. Is dit het goede moment om te vragen wat hij als Belg hier te zoeken heeft?
Terug in bed bedenk ik dat er natuurlijk nog wel een nieuw voorportier moet komen. Dat zal ik moeten doen. De fabriek levert zeer rap wat ik nodig heb. Ondertussen voegt zich een kennis, die ik niet eerder in bed heb ontmoet, bij mij en mijn geliefde. Onverwacht, maar niet onprettig. Ik schurk me warm als middelste lepeltje.
Via mijn mobiel wordt nogmaals een vader aangeprezen als veilige thuisbrenger. Door een vrouw ditmaal, ook in het Vlaams. Maar waar blijf ik met mijn autodeur?
Ik ben ook gek dat ik niet zelf even naar Frankrijk rijd.

donderdag 10 april 2008

AN 056081

Zo simpel was het dus.
Lootje kopen. Winnen. Prijs ophalen. Baan opzeggen. Of wacht. Baan opzeggen nog niet. Luisteren naar het advies van de lotenclub.
Ga jezelf gerust te buiten aan die luxe auto, een nieuwe Tomtom of dat schitterende horloge. Maar neem geen majeure beslissingen. Niet de eerste drie maanden. Pas daarna, weloverwogen, een kasteeltje kopen. Paardenstallen bouwen. Of de baan opzeggen.
En vertel het aan geen mens. Pas na drie maanden. Als je hebt bedacht wat je wel en wat je niet gaat doen. Met bedelende goede doelen. Met verwachtingen van je vrienden. Dan kun je het vertellen.
Zo zou ze het doen.

dinsdag 8 april 2008

Vice-premier


Eindelijk is alsnog het tweede kabinet Den Uyl in de maak. Ik vervul een aantal rollen tegelijk. Ik ben onderhandelaar, persvoorlichter en persoonlijk assistent van de aankomend premier. Vice-premier! Zeg ik het weer fout. Joop - die ik natuurlijk geen Joop durf te noemen - verbetert me nu al voor de zoveelste keer.
Dan is het zover. Het moment waar ik het meest tegenop heb gezien. Het is aan mij om Wim Kok te informeren over de gelukte formatie. Bibberend druk ik een nummer. Een zware stem kondigt hem luidt aan:
- Krajicek!
- Goedendag, mijnheer Kok. Het doet me deugd u te mogen meedelen dat dhr. Den Uyl ook in het nieuwe kabinet … vice-premier zal zijn.
Joop zit onderuitgezakt naast me en knikt me goedkeurend toe.

Niet verstuurde brief (3)

Beste Frank,

Het wordt aanstaande donderdag een rommeltje rond maat 65 in het zesde deel. De midi-files schieten in een onaangekondigde halvering van het tempo. De brave oefenaars die slecht noten kunnen lezen zullen jouw aanwijzingen niet kunnen volgen. Dat je het maar vast weet.
En dat je nu dus weet dat ik aan het oefenen ben. Na jaren Bach, wat in mijn USKO-tijd op de harde schijf is gebrand, Mozart, dat ik van blad las, en Verdi, waarbij ik op de zangmaat leunde, moet ik er nu weer aan geloven.
Frank, ik vind Haydn's Jahreszeiten niet te pruimen. Ik doe mijn best. Ik wil geloven dat de wereld rond 1800 behoefte had aan een nieuw elan, aan vrolijkheid, aan deze hopsasa. Maar man, wat een triestmakende vrolijkheid. Een kwestie van wennen. O, vast. En ik heb mezelf voorgenomen: geen gezeur over Haydn op donderdag. Mijn excuses dat ik afgelopen repetities 'Twee ogen zo blauw' door de ruimte liet schallen. Maar dat is echt gejat van 'Komm, holder Lenz'.
In juni ga ik, op Buitenkunst, een weekend voorslagen en versieringen oefenen. Da's nog ruim op tijd voor het concert. Zie je wel dat ik mijn best doe?
Maar hoef ik het dan asjeblieft niet mooi te vinden? Mag ik gewoon terugverlangen naar Bach, en me verheugen op Britten die ooit gaat komen, en Verdi revisited?
Mijn muziekliefde heeft gewoon een gat. Laat 1775 tot 1875 maar zitten. Ik pak 't wel weer bij Mahler op.
Hoe dan ook, ik zit achteraan, ik heb geoefend en ik zal niet al te lastig doen.
Tot donderdag,
Ina

P.S. Niet de troepen scheiden en dan wij met jou en de mannen met de Bernadette laten oefenen, hè? Noch andersom. Alsjeblieft! Ik heb geoefend (soort van). Dat doe ik anders nooit meer!

zaterdag 5 april 2008

Gebiedende wijsjes

Ik zou elke knoop die ik vond oprapen, wassen en op een laken naaien. Dan zou ik met een laken vol bij Stuif-es-in komen. Maar ik kon niet naaien.
Ik zou elke kam van straat rapen en daar iets heel leuks mee doen, ik wist nog niet wat. Dat vond mijn moeder een vies idee.
Ik wilde dat ik had bedacht om foto's te nemen van jaartallen op boerderijen, viaducten, stoomgemalen. Maar dat deden vrienden al.
Ik kocht een auto met HS in het midden op de nummerplaat en noteer sindsdien soortgenoten in een excel-bestand. Maar echt lollig wordt het niet.
Ik verzamel geschreven berichtjes uit treinprullenbakken, maar was te laat daar iets mee te doen. Het is al geboekstaafd, onder de prachtige titel P.S. u wordt vanaf de platenwinkel in de gaten gehouden!
Ik passeer al ruim veertig jaar platgereden handschoenen, sjaals in struiken en rollende wantjes met het idee er iets prachtigs mee te maken. Maar dan denk ik aan de zoekende moeder die de handschoen achterna gaat en ik wil geen dief zijn.
Ik lees handgeschreven briefjes achter ramen met ontroerende teksten als Fietsen aan de overkant, GVD! of De deur klemt. Loopt achterom. De hond. Pas op. Daar ga ik voortaan foto's van maken. En die publiceer ik op een nieuw subweblog Gebiedende wijsjes.

vrijdag 4 april 2008

Aufen! Aufen!

Als het hek opengeklapt tegen de muur van de gymzaal stond wist ik dat ze zouden komen. In een grote witte wagen. Het woord camper kende ik nog niet. Bijna de hele klas werd twee aan twee, alfabetisch, naar binnen gedwongen. Ik nam op het bankje aan de korte kant plaats en luisterde, de ogen stijf dicht, hoe Rudi Broer mishandeld werd. Rudi had geen tanden, hij had dropjes. Ik had witte tanden die twee keer daags werden gepoetst en zelden suiker beroerden.
Nog voor ik schoolging was ik al een keer bij de tandarts geweest. Op schoot bij mijn vader. "Ik kijk alleen even" zei de dikke man in de witte jas. En hij trok een kies. Het bloed drupte op mijn vaders overhemd. Toen hij zijn zakdoek uit zijn broekzak haalde viel ik bijna op de grond.
In de eerste klas moest ik naar de schooltandarts. Vier gaatjes. Onverdoofd uitgeboord en gevuld. Het was speelkwartier. Het mini-tubetje tandpasta bood geen enkele troost. Een half jaar later moesten we niet bang zijn. We poetsten nu toch goed en we waren een half jaar geleden nog geweest. Ik had weer vier gaatjes.
Het kwam niet meer goed tussen de Pools (Duits? Chinees?) sprekende tandtechniekers en mij. Ik werd en bleef bang. En altijd had ik gaatjes. Twaalf jaar lang twee maal per jaar gemartel. En altijd deed het boren verrotte pijn.

Toen ik het huis uitging nam ik drie goede voornemens mee: Nooit meer voor 12 uur naar bed, elke dag boterhammen met hagelslag en nooit meer naar de tandarts. Laat naar bed en hagelslag gingen snel vervelen; tandartsloos door het leven gaan beviel uitstekend. Soms moest ik dat uitleggen en toonde men zich bezorgd. "Ik ga wel als ik schreeuwend van de pijn niet meer weet waar ik het zoeken moet" nam ik me dan hardop voor. En toen ik daar niet mee wegkwam: "Ik ga later wel weer, met m'n kinderen mee, als ik die ooit krijg. "

Na vijftien jaar jaar was het zover. Nooit had ik kiespijn gehad en ik ging vrijwillig in de stoel liggen. Een heldin met zweethanden. Eén kies moest danig onder handen worden genomen, waar ik na een enkele prik niets meer van voelde en er werd wat steen weggekrabbeld. De tandarts sprak een taal die ik verstond. Was de techniek na al die tijd zo verbeterd of was ik destijds echt gemarteld? Ik houd het op beide.
Ik ga sindsdien braaf halfjaarlijks en de zonen gaan fluitend mee. Het jeugdtrauma is sentiment geworden.

Tot vorige week de witte bus van de jeugdtandverzorging naast de sneltram tot stilstand kwam. De spieren rond mijn schouderbladen schoten in een kramp die twee dagen duurde.

woensdag 2 april 2008

Vloerkleed kamerbreed

De jongste heeft een aankoop via internet gedaan. Met mijn creditcard. Het is een verrassing. Hij schrikt van mijn schrik. Voor het bedrag had ik een kleine auto of een half dak zonnepanelen kunnen kopen. En ik heb dat geld maar tenauwernood. Of eigenlijk helemaal niet.
't Is een tapijt. Een groot, geel tapijt met wat abstracte figuren. Zogenaamd handgeknoopt. Ik zie de eerst lus in gedachten al loshangen.
Ik vertel wat me is overkomen op het zangkoor. "Zes bij tien meter?? Hoe past dat in jouw bungalow?" snibt een donkerharige vrouw. "Ik heb een grote hoekwoning." Mijn verdedigende houding snap ik zelf niet.
"Hoe laat ga jij naar huis?" vraag de vrouw die naast me zit en die met mij mee zal rijden. Ik zie haar schouders hangen.
"Na de pauze?" opper ik.
Ze barst van opluchting in huilen uit. Ook zij is moe.

dinsdag 1 april 2008

1 april

Collega G. en ik vonden dat het tijd was voor een goede grap. En ja hoor, altijd leuk, er stonken mensen in. De grootste grap is natuurlijk dat hoe meer men erin stinkt, hoe bozer men na afloop is.

Beste ,
Zoals jullie weten is er in onze nieuwe behuizing in Westraven veel aandacht voor cleandesk-werken. Dit gaat dan zowel over het flex-concept als over de hygiëne in dit pand. Diverse tussentijdse evaluaties en klachten hebben er al voor gezorgd dat er beter wordt schoongemaakt. Uit een voorevaluatie van het schoonmaakcontract heeft de ARBOdienst ingebracht, dat in flexkantoren onhygiënische situaties ontstaan, zoals bacteriën, etensresten en vetvlekken op de tafels. Nogmaals willen we er jullie dan ook op wijzen dat de bureaus bij het verlaten van je werkplek opgeruimd achter moeten worden gelaten.
Daarnaast vragen we jullie aandacht voor het volgende:
Omdat het niet in het contract met de schoonmaakdienst is opgenomen is ervoor gekozen alle medewerkers een schoonmaakdoekje en een schoonmaakspray te geven, en een borsteltje voor de bureaustoel. Vanaf volgende week zal op onze verdieping iedere dinsdag op elke werkplek een schoonmaakpakket worden aangeboden. Een instructie over hoe de spray veilig te gebruiken gaat erbij. Het is de bedoeling dat een ieder zijn/haar werkplek behandelt op de voorgeschreven wijze. Dit kost per keer slechts enkele minuten van je tijd.
Het is de bedoeling dat zo ook de medewerkers bijdragen aan een schone en veilige werkomgeving.
Mocht je om gezondheidsredenen niet in staat zijn hieraan medewerking te verlenen, dan graag een mailtje naar mij. Ik verzamel de reacties en sluis deze door naar het Steunpunt Veilig Werken.
Alvast bedankt voor jullie medewerking,
 

blogger templates | Make Money Online