donderdag 31 mei 2007

Eeuwige lente

Als lezer zal ik naar de dichter eeuwig smachten
die schoonheid doel en middel maakt
die erf’lijkheid omarmt, en vrije wille laakt
die beelden der natuur me brengt, met karrevrachten!

De klank van ziedende zeeën en diepe gedachten
waar vorm en inhoud samen gaan
waar trots en kalme glorie niet vergaan
brengt mij naast vreugd’ toch ook die één’ gedachte:

Ik proefde nauw’lijks werk, na Gorter, Kloos, Verweij
Een ieder werd gemeden, na Perk en na Van Eeden
Dan knaagt er soms een draakje aan mijn borst

Doe ik mezelf tekort, ben ik te snel tevreden?
Dat ik niet ook naar laat’re dichters dorst?
En wil ik toch ook weten: Wie sloot de deur achter Mei?

woensdag 30 mei 2007

In de trein (3)

Iemand in het vierzitje tegenover me meldt per mobieltje hoe laat hij thuis zal zijn. Het gaat het ene oor in en het andere weer ... hé, blijkbaar doet de klank van de stem mij toch opkijken. En als ik de tekst die is uitgesproken in gedachten nogmaals beluister blijf ik met de prangende vraag zitten: wie heeft deze vrolijke krullenbol - standaard forensenuiterlijk - van midden dertig gebeld?
Het kind van zijn geliefde?
Zijn petekind, wier vader met hem contact zoekt?
Zijn moeder?
Zijn vrouw, om zijn inwonende vader via haar op de hoogte te stellen?
Zijn eigen kind? (Maar hoe noemt die hém dan?)

Dag schat. Wil je tegen pappa zeggen dat ik om zes uur thuis ben vanavond?


Update: een lunchbabbel met een hooggewaardeerde, inmiddels ex-, collega leverde nog een scenario op:
De man is eenzaam en houdt voor de medereizigers de schijn op dat hij mensen heeft die op hem wachten. Of wellicht zit er echt een steekje ls en sprak hij zijn eigen antwoordapparaat in om die blij af te luisteren, later.

dinsdag 29 mei 2007

Zal ik je insmeren?

De opdracht op pinkstermorgen was duidelijk: schrijf een griezelverhaal. Na met de twaalf andere schrijvers bedacht te hebben wat griezelig zou kunnen zijn en wat eerste zinnen te hebben uitgewisseld, bleef nog precies een half uur over om iets op papier te zetten. Je kunt dan natuurlijk bedenken dat dat te kort is voor iets fatsoenlijks. Maar je kunt ook beslissen je pen op het papier te zetten en aan te nemen dat er allicht iets ontstaat. En zo geschiedde.
's Middags werd mijn verhaal uitgangspunt voor maar liefst vier schilders om ermee aan de slag te gaan. Da's een cadeau! Het schilderij dat ik het mooiste vond lag maandagmorgen na afloop van alle workshops tussen een grote stapel schijnbaar achtergelaten kunstwerken. Mijnheer van achter in de veertig met zwartgrijs haar en vrolijke lach: ik heb het meegenomen. Ik hoop dat je het als een compliment beschouwt.





Een dagje naar het strand

"Zal ik je insmeren?" Het klinkt bijna dreigend. Met haar ogen dwingt ze Rudolf op de handdoek te gaan liggen.
"Heerlijk, Saskia, graag."

Haar handen voelen koel en bedreven. Ze smeert me in, van top tot teen, met stevige, bijna pijnlijke greep. Nu al rozig lig ik op het zand.
Er verschijnen rode vlekken op mijn benen en armen.
'De zevende ziekte', grapt Saskia.
De vlekken kriebelen als muggenbulten. Verbaasd staar ik naar mijn vingers. Ik krabde net nog aan het donkerbruine plakkaat dat mijn buik is geworden; nu verschijnen geel-bruine korrels op de plek van mijn vingers. Opeens zijn ook mijn tenen verdwenen. Verschrikt kijk ik Saskia aan. Ze glimlacht naar me. Mijn armen liggen nu, los van mijn lichaam, naast me in het zand. Ik knipper met mijn ogen en ze zijn verdwenen. 'Kijk je uit voor een zonnesteek?' vangen mijn oren nog net op voor ook die in het zand vallen.
Ik ben ooit ingegraven door mijn broertjes; alleen mijn hoofd stak nog boven het zand uit. Maar dit is anders. Langzaam verdwijnt mijn lichaam. Als laatste mijn hoofd. Ik draai naar rechts. Ik kom nog even oog in oog met een perfect roze schelpje.

"Het spul werkt sneller dan ik dacht' mompelde Saskia. Ze raapte Rudolfs zwemshort en zijn handdoek op, gooit ze samen met haar handschoenen in de dichstbijzijnde prullenbak en verlaat het lege strand.

maandag 28 mei 2007

Cross-overs

Buitenkunst gaat over inspireren, over openstaan voor nieuwe dingen, over creëren, over samenwerken in onverwachte combinaties. Het is vooral het proces dat telt, en minder het resultaat. Door in de buitenlucht te durven wat je thuis niet durft, te doen wat je thuis niet doet, kom je op ideeën om thuis wél te doen en wél te durven.
Het proces wordt versneld en beter begrepen als twee kunstvormen of -stijlen elkaar ontmoeten. In lelijk hedendaags wordt dit een cross-over genoemd.
Theater met muziek, dans met beeldend, zang met percussie: alle combinaties werken. Het zijn de workshops waar ik me altijd het meest op verheug.
Deze pinksterzondag was het de combinatie schrijven & beeldend. Al eerder was dit een topervaring.
's Ochtends schreef ik een griezelverhaal, dat in de middag tot inspiratie moest dienen voor een groep schilders. Die op hun beurt 's ochtends iets op het karton hadden gekliederd, waar wij schrijvers in de middag op mochten reageren.
Ik koos een schilderij dat mij onmiddellijk aan Noorwegen deed denken. Ik dacht twee uur te hebben om tot een verhaal te komen. Maar nee, na drie kwartier associëren en een paar regels die liepen, kwamen we al bijeen om elkaar te laten lezen en daarna met de schilders elkaars werk te aanschouwen en aan te horen.
De ontmoeting met de vrouw die 'mijn' schilderij maakte was ontroerend. We waren zeer van elkaars werk onder de indruk. Ik las in haar ogen dezelfde prettige verbijstering, dat dat zo heerlijk is, onder druk inspireren en creëren. En dat het nog tot wat leiden kan ook. Hoe grof opgezet het ook kan zijn. En al zijn het maar drie strofe'tjes die schreeuwen om meer.

Het water hier is brak
voedend zout
louterend zoet
in vloeiend samenspel.

Water geschapen
om een beeld te geven
aan mijn opnieuw
ontdekte schoonheid.

Hier is het laatste oordeel al geweest
en ik
ik die hier ben
ik ben akkoord bevonden.

donderdag 24 mei 2007

De mens die ik hier ben



mijn jeugd was paradijs noch hel
met wel een zeker weten
van een voorland

van twee stokken slechts,
wat touw, tien haringen
en een katoenen doek

van een hemel
geplaveid met gras

waar zittend op een boomstronk
bij een smeulend vuurtje
het zweet des aanschijns droogt

waar het water uit de pomp
niet de smaak draagt
van kamervraag of bonuskaart

o, zo te mogen zijn
die achtenveertig andere weken

woensdag 23 mei 2007

Niet alles is roze

Dit jaar mochten de kinderen van groep 6 zelf het thema van het jaarlijkse schoolfeest verzinnen. De meisjes, in getal en volume in de meerderheid, waren er snel uit. Dit jaar zou de pony het thema zijn. En al snel gingen ze aan de slag met posters, verzamelingen caps en laarzen, kammen en borstels. Ze schreven over concoursen, plakten de zoetste plaatjes en de mamma van Lara regelde dat een levend diertje geknuffeld kon worden.
De jongens, twaalf in getal, stonden erbij en keken ernaar. De juf had al twee maal straf uitgedeeld omdat er brilletjes op ponyfoto's werden getekend.
De pappa van Joost, de enige mannelijke leesmoeder op school, vroeg aan de juf of hij misschien iets met de jongens mocht gaan doen rond het thema? 'Graag', zei de juf, die net had bedacht dat een tekening op het bord haar een nagel zou kosten, 'misschien iets met tekenen op het bord?'

En zo werd het toch nog een mooi jaarfeest. Tussen al het roze lag een werkstuk over het opzetten van grote zoogdieren. De banken uit het gymlokaal vormden samen met de stoelen een parcours van hindernissen, die door de ouders springend genomen mochten worden. Lars en Sjoerd waren de jury.
En er werden hapjes geserveerd. Van paardenvlees.

dinsdag 22 mei 2007

Snobisme oblige

Negen dingen die een snob moet weten:

  1. Een instelling voor hoger beroepsonderwijs is een school, waar je schoolgaat.
  2. Morma Liter kennen we niet.
  3. Als iemand zegt onder Rotterdam te wonen, reageer je met: "Wat leuk, in de metro?"
  4. De uitdelers van Spits en Dag groet je vriendelijk, met een glimlach naar je boek.
  5. Marco Borsato heet Marco ... wie?
  6. De Tweeling, Max Havelaar en De da Vinci Code hebben we gelezen, niet gezien.
  7. Een glas wijn serveer je niet met een hand om de kelk.
  8. Foutieve contamisamentrekkingen als "ik zie de bui al vallen" mogen uitsluitend expres gebezigd worden.
  9. Extra is geen ander woord voor expres.

zondag 20 mei 2007

Op de zeepkist (9)

Spelletjes op zondagmiddag

Wat is er heerlijker dan in goed gezelschap de kastjes met de blauwe deurtjes open te trekken en een spelletje eruit te halen? De afgelopen uren speelden mijn jongste zoon en ik respectievelijk SET (ook online te spelen, maar op tafel veel leuker) (Ina) , Mastermind (Pelle), een suf verkeersspel uit de jaren zeventig zonder spelregels (Ina) en Mollenmania (Pelle). In goede harmonie konden we uit elkaar gaan, gelijk als de stand was. We hadden nog graag gekwartet, maar ja, da's met twee nou eenmaal niet zo leuk.
Bij vlagen ben ik een fanatiek speler. De krakers Monopoly en Kolonisten van Katan, natuurlijk, maar ook meer obscure spelletjes als Splitten en Hottenschotten. Een aanrader, die laatste, ook voor in de Thalys, te spelen op twee uitgeklapte tafeltjes.
Nostalgisch blader ik nog even door de moeder aller kwartetten: het verkade kwartet. Er blijken er twee te bestaan, een bruine met dieren en de grijze met verkadeproducten. Die laatste ken ik al sinds mijn eerste kwartetherinneringen. Bijna veertig jaar geleden had ik al geen flauw idee hoe Keps (Minta, Sinaasappel, Gember en Advocaat) smaakten. En carton schreef ik allang niet meer met een c.
Het kost me niet zoveel moeite meer te doen alsof mijn vader knikkebollend in de bank hangt, ik met mijn zusjes in zondagse jurkjes Stap Op zit te spelen en de trap hoor kraken. Mijn moeder komt naar beneden van haar middagdut. We krijgen straks wat drinken en een biskwietje. Met een stukje chocola erop.

vrijdag 18 mei 2007

Koning, keizer, ijdeltuit



Lieve Matthijs,
Het gaat niet langer. Er is geen sympathieke manier je dit te vertellen. Vergeef me de stinkende wond. Hier komt het, met de deur in huis: Niet langer zal je 'Mijn Matthijs' meer heten.
Veel heb ik van je gepikt. Hoe Knock Out ik ook ging van je looks, je humor, je tempo van spreken, altijd was er die twijfel. Is het niet allemaal een beetje té? Te kekke bloesjes, te veel niet over jezelf willen praten, te wat zit ik hier mooi te wezen. Voor deze vrouw gewoon te macho?
Hoezo dit nu opeens? hoor ik je vragen. Het blad, ex-mijn Matthijs, het blad. Eenmalig ben jij Linda. Eenmalig, inderdaad, het had nog erger kunnen zijn. In de inleiding verklaar je al waarom je hier aan meewerkte: Koning, keizer, ijdeltuit? vraag je je af. De vraag stellen is 'm beantwoorden.
Doe maar lekker je ding, tussen tientallen mannengeurtjes en je altijd dezelfde vriendjes. Maar zonder mij dan, jongen. 't Zal even pijn doen. Maar je komt er wel overheen.

donderdag 17 mei 2007

Scheep gaan


Als ik een rode sloep had

met donkerblauw dekzeil,

zou ik die dan Boris noemen?

Of El Salvador?

dinsdag 15 mei 2007

In de trein (2)


Laf.

Ik zou heel graag aan jullie willen vragen om stil te zijn in het gedeelte van de trein waar op elk raam silence en stilte staat geschreven, maar dan gaan jullie verongelijkt zitten zwijgen en dat houdt me ook wakker.

zondag 13 mei 2007

Kom 'ns met je oor?


Is een geheim nog een geheim als je het hebt gedeeld? Ooit was ik zo stom een geheim aan twee mensen tegelijk te vertellen. Binnen no time was het doorverteld. En de bron? Tja, de één wees naar de ander en de ander niet naar zichzelf. Nooit doen dus. Geheimen zijn er voor jezelf. Lekker toch, iets dat niemand van je weet?
Dat vindt blijkbaar niet iedereen. Er zijn hordes mensen met een zeer bezwaard gemoed. De aloude behoefte aan opbiechten, schoon schip maken, zal er ook wel mee te maken hebben. Op twee sites, een Amerikaanse en een Nederlandse, lees ik al een tijdje met de opgebiechte zondes mee. Elke zondag verse. Om te lachen, te gieren en te brullen. Soms om te bibberen en een enkele keer zeer verontrustend.
In the US of A larderen zo zo'n site natuurlijk met allerhande hulpdiensten, maar de bezoeker kan ook op de geheimen van anderen reageren. En er gaat kennelijk troost uit van iemand die zegt dat je het niet moet doen, zelfmoord plegen, omdat het leven zo mooi is. Ja, plattitudes en open deuren worden niet gemeden. En overduidelijk wordt ook dat, hier en overzee, de verwachtingen hoog gespannen zijn: we moeten liefdevol zijn, en sexy, en monogaam, en kinderrijk en creatief,en bloedmooi en oja, we zijn zelf ook nog iemand. Maar gelukkig valt er ook veel te lachen. Zoals bovenstaande kaart. Die angst herken ik. Al hoopte ik niet op de komst van HP deel zeven, maar van het WK voetbal of de eindexamenfeestjes.

zaterdag 12 mei 2007

Hij deed 't weer



Per Kirkeby (1938-
Zonder titel
1994

Geen stedentrip zonder metro en kunst. Hoe leuk ook, ik lever het eten, mensen kijken, shoppen, allerhande andere musea, pleinen en wat de stad nog meer te bieden, in, mits er veel metro en veel kunst te genieten is. Architectonische hoogstandjes, beeldende kunst in de openbare ruimte en levende kunst in metrogangen en op centrale pleinen pik ik in het voorbijgaan mee. Maar de musea voor de kunsten worden altijd opgezocht.
Vijf dagen zijn we in Parijs geweest en ik ben volledig aan mijn trekken gekomen. Fantastisch voorbereid door Jeroen en me badend in de voorpret van de 11- en de 12-jarige, had ik me niet bemoeid met 'waar de reis naar toe zou gaan', als we eenmaal in de mega-stad zouden zijn aangeland.
We hadden gezamenlijk De Da Vinci Code als film gezien. En dan wil je naar het Louvre. We verdwaalden in het inmense gebouw. De Fransen zijn niet met lege handen uit Egypte gekomen. Hoe (en waarom) hebben ze die indrukwekkende en indrukwekkende hoeveelheid spullen mee naar huis gekregen? En waarom wordt het niet terug gegeven, op een certain moment? Hoe dan ook, zeker genoten van een paar zalen Egypte.
Een dag later Musée d'Orsay. Al doet kunst je geen bal, dan nog is dit gebouw, om met de Michelingids te spreken, 'worth the trip'. Dit museum begint zo'n beetje halverwege de negentiende eeuw. Het was heerlijk om met de jongens langs grootheden als Monet, Renoir en Rodin te lopen. Elkaar aanwijzen wat we waarderen (en wat niet) en waarom.
Hoe mooi ook, dit is voor mij slechts de opmaat naar het echte werk. Zo vanaf 1920, met de latere Mondriaans, begint voor mij het echte genieten. Ooit aangestoken door La grande parade is het vuurtje voorde hedendaagse kunst eeuwig brandend. En dan moet je in Frankrijk naar Centre Pompidou. De eerste keer dat ik er was, in 1977, was het nog maar net opgeleverd en een trekker van formaat. Toen vond ik het al een bijzondere plek en dat is het nog steeds. Ik kom er bij elk Parijs-bezoek. Al blijft het een raadsel dat ze nog steeds het klimaat niet weten te beheersen in de plastic doorzichtige kokers waar aan de buitenkant van het gebouw de roltrappen doorheen glijden.
Twee verdiepingen zijn museum voor moderne kunst. De zesde is vanaf 1920 tot zo'n beetje 1960. Daar zijn we rap doorheen gewandeld. Na vier dagen Parijs wisten we niet meer in welke schoenen we geen blaren hadden en soms is het het feest der herkenning dat je langzamer doet lopen, maar soms is het juist dat wat je doet denken 'dat komt nog wel een keer'. En Pelle en ik (de rest was elders grote stad aan het genieten) vonden het boven snel genoeg. Maar de vijfde, met werk vanaf 1960, hebben we helemaal gesnoten. Het kan ons allebei niet gek genoeg zijn, met geverfde handschoenen, gouden sarcofagen, compleet paarse vlakken, heel veel stoelen die niet om op te zitten zijn.
En toen - wat ik al gehoopt had, maar waar ik door gebrek aan eigen voorbereiding niet zeker van kon zijn - , toen deed hij het weer. Ik had nog maar een paar stappen in de prachtig lichte en brede middengang gedaan, met kunstwerken links, rechts én in het midden, toen ik naar de linkerwand, het vijfde kunstwerk, werd getrokken. Het zou toch niet ... ?? Jawel, het was er één, een Kirkeby.
Mijn liefde voor het werk van deze man zal nooit helemaal verklaard worden. Niet door mijzelf in ieder geval. Feit was dat het weer gebeurde. Terwijl mijn eerste reacties was 'brrr, wat een sombere dit' en mijn feitenkennis over zijn werk het onmiddellijk klassificeerde als een 'waarschijnlijk titelloze uit de jaren negentig', greep het me, zoals bijna al het schilderwerk van Kirkeby me doet.
Mijn adem stokt en komt maar langzaam weer op gang, haperend, hoog. Ik kijk en kijk en kijk en moet blijven kijken. Ik ben me bewust van mijn staren, maar niet lang. Tijd, licht, gezelschap: het valt weg. Het schilderij en ik. Alles neem ik op: de lagen over lagen, de kleuren, ik ontdek afbeelding na afbeelding, ik verbeeld me te zien wat in één keer op het doek stond en waar hij heeft fijngeslepen, ik voel de klodders verf, de scherpe randen van het paletmes met mijn ogen, ik snuffel in gedachten alle 60.000 vierkante centimeters van het doek af.
Dan trekt Pelle mij weer de werkelijkheid in. Ik neem node afscheid.

vrijdag 11 mei 2007

Ik heb intuïtie, toevallig!

Ik heb weer gedaan. Voor de tweede keer in mijn leven heb ik geschilderd. En weer naar genoegen. Naar eigen procesgenoegen, althans. Lekker gekliederd, genoten van alle geluiden om me heen van collega's die smeerden, spetterden en zelfs gooiden. Ik hield het beschaafd met als summum (relatief dan, hè, voor iemand die nog geen rechte lijn op papier kan zetten en vanwie zelfs een wolk op een schaap lijkt. Of andersom) het plakken van reepjes wc-papier op het doek, om die er later weer af te halen. Vieze handen vind ik zonder zweet en bukken in ieder geval niet erg.

Het doek moet mee terug naar kantoor. Da's jammer, want het staat hier eigenlijk wel mooi te wezen op de dekenkist in de hoek. Laat ik het minimaal vereeuwigen met de camera, dacht ik net. En toen zag ik het pas. De kleuren die ik gemengd heb zijn exact (en als ik bedoel exact, dan bedoel ik ook echt ongelooflijk precies en exact exact) de kleuren van mijn hangmat.

dinsdag 8 mei 2007

Raindrops on roses

Nee, dat verhaaltje van gisteren, dat beviel me toch niet. Ik zou cynisch kunnen worden, maar dat is wel het laatste dat ik wil. En ik heb mezelf beloofd: op mijn weblog onderdruk ik de neiging te simmen. Geen negatieve energie hier.

Tijd voor tegengif.

Raindrops on roses. Als je nu spontaan gaat zingen of neuriën, dan begrijp je dat ik troostgoederen zoek. Gejat heb ik deze titel, trouwens, maar ik vind 'm te goed om niet te gebruiken.

Vandaag de dag wordt mijn leven een stuk aangenamer door:
  1. de geur van een houten finse sauna
  2. momenten van zielsverwantschap
  3. de aanblik van mensen met muziekkoffers
  4. schilderijen van Per Kirkeby
  5. een fis" zingen met Cara
  6. de eerste 100 meter op de fiets in de vroege morgen
  7. mijn opschrijfboekje (V&D, €3,50)
  8. een postcrossingkaart op de deurmat
  9. schemering boven de hangmat
  10. j.s. bach

maandag 7 mei 2007

...hoop ik.

Beste organisator van de cursusdag waar ik best zin in had,

De tram, die volgens www.9292ov.nl elke tien minuten rijdt, liet vijfentwintig minuten op zich wachten. Dat het regende dat het goot, waardoor lopen geen optie was, ook dat wil ik u ook niet aanrekenen. Ik kwam vijf minuten te laat, maar u was al begonnen. Niets dan lof, daarvoor. En er was toch nog plek, dank.
Dat ik vrijwel gelijk met mijn buurvrouw begon te smiespelen was niet omdat wat u vertelde oninteressant was. Althans, wij namen aan dat zin en doel van de dag net in die vijf minuten aan de orde waren geweest toen wij nog niet binnen waren. Neem ons niet kwalijk dat we zo moesten lachen. Maar de buurman was van mening dat uw collega de Balkenende-generator had ingeslikt. Ze heeft in vijftien minuten precies niks gezegd met evenzoveel worden. En nog steeds was de doel van de dag me niet duidelijk. En ik, newby, durfde niks te vragen. Ook niet waarom mijn ervaren collega's ook zo glazig keken.
Dat ik uw oog raakte met de after dinner mints was echt per ongeluk. Maar goed opgevoed als ik ben liet ik de snoepjes liggen tot na de lunch. De sheets waren al uitgedeeld, dus schrijven hoefde niet, en ik wilde toch iets met mijn handen doen. En zeg nou zelf, postbode-elastiekjes op tafel laten slingeren, da's toch wel een beetje de kat op het spek binden?
Mijn buurman at zijn frustratie weg (dat zult u mij in gezelschap nou nooit zien doen) met een stapel van huis meegebrachte boterhammen. Ik kon nog net voorkomen dat hij aan zijn sinaasappel begon, dat zou u en mij teveel gestoord hebben, vermoedde ik. Mijn snelle greep naar het fruit moet vanuit uw gezichtspunt op een worp hebben geleken, zo begrijp ik achteraf. Gelukkig raakte ik niet tweemaal hetzelfde oog.
Over ogen gesproken, ik moet echt weer eens naar de oogarts. Of een cursus snellezen volgen. Of allebei. Dat ik de nummers op de sheets hardop voorlas, was een oefening. Jammer dat u zich erdoor opgejaagd voelde. Zesenveertig volgetypte sheets kunt u er als ervaren spreker vast normaalgesproken wel in een uurtje doorheen draaien. Ook zonder alle verduidelijkende vragen. 't Was niet echt een intelligente groep vandaag, vond u ook niet?
Stom dat ik dacht dat het laatste onderdeel, de evaluatie, over u zou gaan. Mag ik u nogmaals bedanken voor de feedback die ik mocht ontvangen? De overige 24 werkuren deze week zal ik me netjes gedragen ...

dinsdag 1 mei 2007

Tale of a city

In 1977 was ik voor het eerst, in 1992 was ik er voor het laatst. Beide keren in oktober. De eerste keer ter ere van de 15-jarige trouwdag van mijn ouders en de laatste keer ondanks hun 30-jarige trouwdag. De laatste keer ging ik met de Kleine Johannes, het prachtige koor(tje) waar ik deel van uitmaakte en waar voor de gelegenheid mijn jongste zusje aan toegevoegd was. We gaven twee concerten in de lichtstad. Brachten Bach naar les banlieues.

Ik heb niet zo bar veel met Parijs. Een keer of acht was ik er, maar ik heb de stad nooit de kans gegeven me meer te bieden dan de standaard toeristische plekken. Waar ik genoot, maar die ik ook weer vergat. Misschien was ik morgen liever naar Londen gegaan, voor de tigste keer. De stad waar ik ooit twee weken was en liep en liep en liep. Misschien wel de garantie om verliefd te kunnen worden op een stad. Al helpen boekwinkels met boeken in een taal die je goed kunt lezen, mij ook. En mijn frans is nooit meer geworden wat het op het eindexamen geweest is.

Mijn mooiste Parijse herinnering is in de bus die de Kleine Johannes terugbracht naar huis. Nog maar net op weg, wilde de alto (zodra ik me zijn naam weer herinner zal ik 'm hier opschrijven) de dirigent en de groep bedanken dat hij mee had mogen doen. Hij had zijn solo's prachtig gezongen en in de bus bereidde hij ons een heerlijk toetje. De lichten werden gedempt en terwijl wij nog binnen de bebouwde kom in de file stonden zong hij Summertime van Gershwin, spatzuiver en gevoelig. Langs de zijruit gleed vanachter de hand van mijn zusje naar mijn schouder. Een knijpje was voldoende om dit moment voor eeuwig vast te houden.
 

blogger templates | Make Money Online