soms is de geurvan gras nietgroen genoegdan ruistde zeezo feldan brultmijn lijfde dondermag ik dandicht bij jou?
woensdag 31 januari 2007
kannie slape
dinsdag 30 januari 2007
Op de zeepkist (0)
Onder de titel op de zeepkist zal ik mijn weblog gaan benutten om met hartstocht, passie, waarden en normen, calvinistisch gedram, al naar gelang, hartstochtelijk, passievol, moralistisch en wijsvingerig vóór iets te zijn. Ik ben erg vóórlijk en van mening dat er niet genoeg op de zeepkist gestaan kan worden. Jullie zijn dus gewaarschuwd.
Zo ben ik erg vóór aankondigingen. Ik ben overigens ook erg vóór verrassingen. Algemeen bekend is dat in misère de mens toch de voorkeur geeft aan informatie en niet verrast wil worden. En hoe specifieker, meetbaarder, realistisch en tijdgebonden we deze informatie krijgen, hoe eerder we geneigd zijn het te accepteren.
De Nederlandse Spoorwegen weten dat als geen ander. En als het even kan, brengen ze de informatie op een positieve manier. Vorige week werd 400 meter voor Amersfoort CS omgeroepen: "u zult het niet willen geloven, maar we zijn te vróeg aangekomen en wachten nog even op een plaatsje aan het perron". Nu ken ik ook de nieuwe dienstregeling al aardig van buiten en constateerde dat dit een dikke leugen was. Maar wel eentje die een glimlach om de lippen bracht. Ik ben ook vóór het leugentje om bestwil.
Vertraging kent de NS niet meer. Sinds enige tijd hoor je niet langer "De intercity met als eindbestemming Enschede heeft een vertraging van 10 minuten". Nee, tegenwoordig klinkt door de intercom: "De intercity met als eindbestemming Enschede zal over ongeveer 15 minuten vertrekken". Dat is nog eens een vooraankondiging.
Zo ben ik erg vóór aankondigingen. Ik ben overigens ook erg vóór verrassingen. Algemeen bekend is dat in misère de mens toch de voorkeur geeft aan informatie en niet verrast wil worden. En hoe specifieker, meetbaarder, realistisch en tijdgebonden we deze informatie krijgen, hoe eerder we geneigd zijn het te accepteren.
De Nederlandse Spoorwegen weten dat als geen ander. En als het even kan, brengen ze de informatie op een positieve manier. Vorige week werd 400 meter voor Amersfoort CS omgeroepen: "u zult het niet willen geloven, maar we zijn te vróeg aangekomen en wachten nog even op een plaatsje aan het perron". Nu ken ik ook de nieuwe dienstregeling al aardig van buiten en constateerde dat dit een dikke leugen was. Maar wel eentje die een glimlach om de lippen bracht. Ik ben ook vóór het leugentje om bestwil.
Vertraging kent de NS niet meer. Sinds enige tijd hoor je niet langer "De intercity met als eindbestemming Enschede heeft een vertraging van 10 minuten". Nee, tegenwoordig klinkt door de intercom: "De intercity met als eindbestemming Enschede zal over ongeveer 15 minuten vertrekken". Dat is nog eens een vooraankondiging.
maandag 29 januari 2007
Meisje van 13
Vandaag precies 29 jaar geleden, ging ik met mijn ouders naar het Appeltheater in Scheveningen. De Oresteia van Aischylos werd opgevoerd. Diep onder de indruk was ik van spel, requisiten en ambience, en genoot volop. Nog altijd als ik Sacha Bulthuis of Aus Greidanus zie of hoor ben ik betoverd. De inhoud, laat staan de diepere betekenis van een groot aantal scenes, ontging me evenwel vrijwel totaal. Toen de leraar Latijn aan mij vroeg of het wel 'kon', dit stuk, antwoordde ik, één van de meest naïeve tweedeklassers, bevestigend. De vierde en de vijfde zijn naar dit stuk gegaan, waarna het klachten regende van bezorgde ouders. Naar welk een schandalig blote en erotische voorstelling waren hun bloedjes gestuurd! Pas jaren later viel bij mij het kwartje, toen de leraar maar bleef vragen of ik nog wel eens van een verboden vrucht snoepte.
zondag 28 januari 2007
He ho
Ik heb nog niet eerder in een etalage gelegen. Het ligt onverwacht comfortabel. Ondanks de drukte van de zaterdag en de vele blikken die op mij zijn gericht probeer ik de helende werking van de wijsheid tot mij door te laten dringen. Ik lig immers gestrekt op de aanjezelfwerkdivan van de Deventer kunstenaar Marianne de Bakker. De divan is bedekt door een sprei van honderden boeken met titels als De ondraaglijke lichtheid van het bestaan, Wees blij dat het leven geen zin heeft en Niet morgen maar nu. Dat laatste was precies de aansporing die ik nodig had toen ik nog aarzelde voor de ruit van de boekhandel. Het kunstwerk staat er nu veertien dagen tentoongesteld en het heeft geen haartje gescheeld of voor de zoveelste keer zou ik niet hebben gedurfd wat van De Bakker gewoon mag: voorzichtig neervlijen. Niet morgen maar nu las ik hardop, gaf de tas met marktaankopen in bewaring aan mijn zoon en zakte op het bed neer.
Twee boekverkopers maken aanstalten om achter de verkoopbalie vandaan te komen. Net op tijd herinneren ze zich waarschijnlijk dat op hun site te lezen is dat je welkom bent, ook op dit bed. Ik probeer mijn zoon te negeren die de appels, broccoli, kaas en bloemen naar de kinderleeshoek schuift en krampachtig probeert niet bij mij te horen.
Via al mijn poriën zal wijsheid tot in het diepst van mij doordringen, uitgestald als ik lig op boeken die zingeving ademen. Onmiddellijk verschuiven mijn normale zaterdagse hersenspinsels naar de achtergrond. Niet langer maak ik me druk over het menu van de zondag of de gang naar de sportschool. Hier lig ik en hier lig ik goed.
Frisse gedachten maken zich van me meester. Zou niet een ieder dit gegund moeten worden, aanjezelfwerken terwijl je horizontaal mag, toch één van de meest geliefde houdingen van de mens? Ik stel me George Bush voor die fantasierijker en creatiever opstaat na een nachtje op De wereld volgens Garp. Jacques Chirac zorgt vast met meer liefde voor zijn nation als Madame Bovary een nacht zijn bed heeft gedeeld. En Wijffels met de onderhandelaars rondom het nieuwe kabinet? Als zij naast een vaste vergadertafel nu ook eens een divan meeslepen? Liggend op Zeven jongens en een oude schuit komen ze vast tot heldhaftige daden. En hun werk krijgt inhoud, induttend op Sneeuwwitje en de zeven dwergen. In een droom vliegt het motto van Balkenende IV binnen. He ho, he ho, je krijgt het niet cadeau.
Niets te verliezen maar toch bang begint ongemakkelijk in mijn rug te prikken. Ik scharrel zoon en tas bijeen en verlaat de zaak. Ik moet een verkwikte indruk maken. Wanneer ik nog even door het raam naar binnen kijk zie ik dat het bed alweer bezet is.
Twee boekverkopers maken aanstalten om achter de verkoopbalie vandaan te komen. Net op tijd herinneren ze zich waarschijnlijk dat op hun site te lezen is dat je welkom bent, ook op dit bed. Ik probeer mijn zoon te negeren die de appels, broccoli, kaas en bloemen naar de kinderleeshoek schuift en krampachtig probeert niet bij mij te horen.
Via al mijn poriën zal wijsheid tot in het diepst van mij doordringen, uitgestald als ik lig op boeken die zingeving ademen. Onmiddellijk verschuiven mijn normale zaterdagse hersenspinsels naar de achtergrond. Niet langer maak ik me druk over het menu van de zondag of de gang naar de sportschool. Hier lig ik en hier lig ik goed.
Frisse gedachten maken zich van me meester. Zou niet een ieder dit gegund moeten worden, aanjezelfwerken terwijl je horizontaal mag, toch één van de meest geliefde houdingen van de mens? Ik stel me George Bush voor die fantasierijker en creatiever opstaat na een nachtje op De wereld volgens Garp. Jacques Chirac zorgt vast met meer liefde voor zijn nation als Madame Bovary een nacht zijn bed heeft gedeeld. En Wijffels met de onderhandelaars rondom het nieuwe kabinet? Als zij naast een vaste vergadertafel nu ook eens een divan meeslepen? Liggend op Zeven jongens en een oude schuit komen ze vast tot heldhaftige daden. En hun werk krijgt inhoud, induttend op Sneeuwwitje en de zeven dwergen. In een droom vliegt het motto van Balkenende IV binnen. He ho, he ho, je krijgt het niet cadeau.
Niets te verliezen maar toch bang begint ongemakkelijk in mijn rug te prikken. Ik scharrel zoon en tas bijeen en verlaat de zaak. Ik moet een verkwikte indruk maken. Wanneer ik nog even door het raam naar binnen kijk zie ik dat het bed alweer bezet is.
Neem eens een hobby
Niets zo ontspannend als een heerlijke hobby. Bovendien onlast het je van hobbies die 'moeten', zoals in mijn geval alles met bewegen. Ik ben dezer dagen zo in de schrijfmania beland, dat ik overal papier en pen mee naar toe sjouw. Mijn hoofd zit vol halve zinnen, karakters die alleen nog maar een verhaal zoeken lopen zich warm, en dan schrijf ik ook nog in opdracht. Dat laatste neemt nu substantiële vormen aan. De cursus column schrijven vraagt om een eerste product over precies zes dagen. Het idee is er, de plot nog niet helemaal, een alinea of twee staat in de steigers. Ik zou er graag voor gaan zitten. Maar beter is het met het huiswerk voor de cursus proza verder te gaan. De juf was zo enthousiast dat ze niet één, maar twee porties mee naar huis heeft gegeven. De eerste (betrekkelijk eenvoudige) helft is af. De tweede helft - een verhaal of een stuk ervan -, daar moet ik nodig aan beginnen.
Oeps. Zei ik 'moet'?
Oeps. Zei ik 'moet'?
zaterdag 27 januari 2007
Of all places
We moesten nodig weer eens uit, besloten we vanmiddag. Enig gegoogle bracht ons in Raalte, waar Kees van Kooten, door de muziek van Corrie van Binsbergen en haar mensen heen, zou voorlezen. Jammer dat hij inmiddels wel erg op een baas van ooit is gaan lijken, maar gelukkig schaterbuldert Van K. niet door mijn emoties heen. Het was een zeer plezante avond in het Hoftheater. Wij hadden nog nimmer van deze uitspanning gehoord. Waar zei je dat hij speelt? In Raalte, of all places? Jeroen twijfelde aan mij en aan TomTom toen we zelfs ten noorden van het spoor terecht kwamen, tussen de weilanden zonder lantarens. Maar schiet ons maar lek, daar opeens stond een zwaar opgekalefaterd buurthuis dat een heus knus theater herbergt, waar 285 mensen een zitplaats kunnen hebben. Conversaties in dialect toegestaan, stelt de website gerust.
Voor de pauze een humorcollege rondom zijn verhalen uit Mijn Plezierbrevier en na de cassis (tonic niet voorradig) vertelde Van K. vooral uit zijn binnenkort te verschijnen bundel Episoden. Laat ik vast verklappen dat het veel opa-kleinkind-verhalen zijn en dat de kleine Roman hem Epi noemt. En dat alles beklemtoond en gelardeerd door fraaie muziek van vijf musici. Een aanrader. Voor Ommen ben je al te laat, maar hij speelt nog in Den Haag, Zoetermeer en Amstelveen.
Voor de pauze een humorcollege rondom zijn verhalen uit Mijn Plezierbrevier en na de cassis (tonic niet voorradig) vertelde Van K. vooral uit zijn binnenkort te verschijnen bundel Episoden. Laat ik vast verklappen dat het veel opa-kleinkind-verhalen zijn en dat de kleine Roman hem Epi noemt. En dat alles beklemtoond en gelardeerd door fraaie muziek van vijf musici. Een aanrader. Voor Ommen ben je al te laat, maar hij speelt nog in Den Haag, Zoetermeer en Amstelveen.
vrijdag 26 januari 2007
Ik dichtte voor gedichtendag 2007
De stoeltjes, per vier aaneengeklonken, bijeengedreven
tot een slordige rechthoek op te vaak geboend linoleum.
Is dit mijn laatste rustplaats voor mij de dood wordt aangezegd?
Het meisje trekt de moedermouw staccato bedelend omlaag.
Peuterzacht onthult ze dan haar snoepje. “Wacht u allang?”
krijgt geen reactie. Een gesprek dat eindigt voor dat het begon.
De klok tikt geluidloos de seconden weg. Het gestuukt beton
in groen dat rust moet geven dient als hoofdkussen. De zon schuift
langs, beroert mijn voet. Die geeft de angst een zetje
, die langs de kast met folders rolt, de kale man aantikt, tegen de
plastic planten kaatst en tot stilstand komt bovenop de stapel met
wat hier lectuur heet. Dat noodt tot bladeren, niet lezen.
Bestaat er een kledingvoorschrift bij slecht nieuws? Hij is in ‘t wit,
ik ben in ‘t pak van pijn gehesen. Mijn trommelvliezen wachten
als strakbespannen paukenvellen op de klap.
donderdag 25 januari 2007
Actie is reactie
Een mens van deze tijd groeit op feedback. Die krijg ik dan ook graag. Reacties heet dat op mijn weblog. Leuker zou wellicht zijn: Zwaai hier! De afgelopen tijd hoor ik dat het soms niet lukt commentaar kwijt te raken onder de blogjes. Daarom heb ik iets nieuws toegevoegd (dank u, ik vind het zelf ook heel knap). Er is nu de mogelijkheid mij te mailen via - je moet er maar opkomen - stuur me een mail.
Sprinkhaantje speciaal
Toen Pelle onlangs elf jaar werd stonden nichtjes Margot en Vera in de rij om hem allerlei cadeautjes te geven. Prachtige tekeningen, een blik snoep en ook iets dat hen van voorpret deed giechelen. M'n zus waarschuwde Pelle bij het uitpakken dat hij het niet leuk hoéfde te vinden. We werden steeds nieuwsgieriger.
Uit een museum in Leiden hadden ze lekkers meegenomen. Sprinkhanen en meelwormen, gefrituurd en in chocola: voor elk wat wils. Pelle griezelde en de nichtjes giechelden nog harder.
Geeft ons nog tien jaar, zegt Arnold van Huis (Wageningen Universiteit) en we vinden het doodgewoon om insecten te eten. We zullen trouwens wel moeten. Andere eiwit-leveranciers raken op. En de aarde raakt zo dichtbevolkt dat we geen ruimte genoeg hebben om al die koeien te herbergen die voor onze biefstukjes en hamburgers moeten zorgen. Bovendien zijn insecten lang zo'n aanslag niet op het milieu. Ze produceren geen lichaamswarmte, dus dat is lekker effectief eten, voor die beestjes zelf. Een koe vreet per kilo vlees zelf tien kilo andere eiwitten, bij veel insecten is deze conversiefactor (zo heet dat, zelf opgezocht!) maar 1:1. En eiwitten hebben we toch nodig.
In de tropen, of eigenlijk overal behalve in Europa en Noord-Amerika, is het heel gewoon om insecten op het menu te hebben staan. En heus niet alleen als rauwe boon die zoet wordt door de honger; men vindt het gewoon lekker. Er schijnen 1400 eetbare soorten te zijn, dus keus zat. Waar wachten wij kaaskoppen nog op? Waar je dobbers en goudvissen haalt, zijn ook meelwormen te koop. Of geniet eens buitenhuis: El Pequoño in Den Bosch heeft insecten op het menu.
Hier is de cheddar cheese original worm inmiddels beproefd. Als eerste door Margot van acht, met een nu bloedserieus gezicht. De sprinkhanen zijn ondanks de kruiderij van bacon & cheese wel erg herkenbaar en dat vormt een drempeltje dat nog genomen moet worden. De smaak van de wormpjes? Een mini-chipito met een beetje een, tja, melige nasmaak.
Uit een museum in Leiden hadden ze lekkers meegenomen. Sprinkhanen en meelwormen, gefrituurd en in chocola: voor elk wat wils. Pelle griezelde en de nichtjes giechelden nog harder.
Geeft ons nog tien jaar, zegt Arnold van Huis (Wageningen Universiteit) en we vinden het doodgewoon om insecten te eten. We zullen trouwens wel moeten. Andere eiwit-leveranciers raken op. En de aarde raakt zo dichtbevolkt dat we geen ruimte genoeg hebben om al die koeien te herbergen die voor onze biefstukjes en hamburgers moeten zorgen. Bovendien zijn insecten lang zo'n aanslag niet op het milieu. Ze produceren geen lichaamswarmte, dus dat is lekker effectief eten, voor die beestjes zelf. Een koe vreet per kilo vlees zelf tien kilo andere eiwitten, bij veel insecten is deze conversiefactor (zo heet dat, zelf opgezocht!) maar 1:1. En eiwitten hebben we toch nodig.
In de tropen, of eigenlijk overal behalve in Europa en Noord-Amerika, is het heel gewoon om insecten op het menu te hebben staan. En heus niet alleen als rauwe boon die zoet wordt door de honger; men vindt het gewoon lekker. Er schijnen 1400 eetbare soorten te zijn, dus keus zat. Waar wachten wij kaaskoppen nog op? Waar je dobbers en goudvissen haalt, zijn ook meelwormen te koop. Of geniet eens buitenhuis: El Pequoño in Den Bosch heeft insecten op het menu.
Hier is de cheddar cheese original worm inmiddels beproefd. Als eerste door Margot van acht, met een nu bloedserieus gezicht. De sprinkhanen zijn ondanks de kruiderij van bacon & cheese wel erg herkenbaar en dat vormt een drempeltje dat nog genomen moet worden. De smaak van de wormpjes? Een mini-chipito met een beetje een, tja, melige nasmaak.
dinsdag 23 januari 2007
Gute Nacht, Freunde
Gij zult niet te zelfverzekerd worden over uwe rijvaardigheden. Ik mag het sinds gisteravond op een tegeltje zetten. Komend uit Amsterdam nam ik - daarbij geholpen door een rij pilonen die er normaal echt nooit staat! - de afslag naar Almere in plaats van 100 km de A1 af te blijven zakken. Ik had het snel door, dat dan weer wel, en zag een mogelijkheid tot correctie. Die zag ik niet (alleen) zelf, mijn Bram van de firma TomTom staat mij terzijde, ook als ik zo onwijs ben zelf te gaan denken. Daarom de doorsteek (zie ik nu op de kaart, dat het een doorsteek was) genomen richting Gooimeer. Achteraf: handig! Ondertussen: help! donker! loopt dit niet dood? waar eindigt dit? ik zie geen bliksem. weer een bocht. niet oversteken, konijntje! waarom kom ik niemand tegen? gelukkig kom ik niemand tegen! waar ben ik? wat is het hier donker!!
Tijs bleef het Oog presenteren, ik reed kronkelend door de duisternis blijkbaar de goede kant op, en even later zat ik weer op de A1. Geen centje pijn.
Tijs bleef het Oog presenteren, ik reed kronkelend door de duisternis blijkbaar de goede kant op, en even later zat ik weer op de A1. Geen centje pijn.
Vraag het dan niet
Geachte Albert Heijn-mensen,
De olijven van uw huismerk (smal potje, € 1.09) heeft u in twee soorten: zonder pit (heel) en in partjes. Het uitlekgewicht verschilt per potje, dat spreek voor zich. Maar kunt u mij uitleggen waarom het aantal calorieën zou verschillen? De olijven in plakjes bevatten, aldus het etiket 155 calorieën/100 gram en de olijven zonder pit 180 per 100 gram.
Geachte mevrouw,
Wij hebben navraag voor u gedaan binnen de organisatie en kunnen u het volgende meedelen dat dit komt door de spreiding tussen de olijven. Bij olijven met plakjes is er iets meer uitwisseling met opgiet, vandaar dit verschil. Wij hopen u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben.
Klantenservice AH.
Ik vermoed een grootaardig germanisme in de kreet 'uitwisseling met opgiet', maar ook in goed Nederlands zal het wel te chemisch voor mij zijn om echt te begrijpen. Om slank te blijven het water rond de olijven maar niet drinken, dus. Tenzij dat om de hele olijven? Toch nog even de klantenservice mailen om te vragen hoeveel calo's in het afgietsel zitten?
zondag 21 januari 2007
Gymschoenen
Als columnist kom je nog eens ergens. Dat mag ik begrijpen uit een bundeling columns van Frits Abrahams, Een onvergetelijke thuiskomst. Frits is de huisstukjesschrijver van NRC/Handelsblad. Nu mijn cursus(je) columns schrijven gestart is, vond ik gelijk een excuus me onder te dompelen in het werk van mijn favoriete columnist. Rechtzaken lijken altijd wel tekst op te leveren. Tentoonstellingen zijn een goede tweede. En het doet het ook goed om op ludieke wijze te reflecteren op een artikel van een collega. Wat er meestal toe leidt dat de mening van de collega (nog echte journalist?) dunnetjes wordt overgedaan. En tot slot blijft het huiselijk lief en leed in een column niet onvermeld.
Hoog tijd dat ik ook eens ergens kom. Een pakje dat maar niet op de post wilde geraken, zou ik ik langs gaan brengen in Nieuwegein. Dan doorrijden naar Utrecht, om research te doen voor mijn roman in de dop (in de kop, more like). En wie weet struikelde ik gaandeweg wel over materiaal voor een stukje!
Ik wandelde een uurtje door de binnenstad van wat 15 jaar 'mijn staadsie' was. Ik constateer dat de angst voor teloorgang van de leefomgeving er goed in zit. Een oud autootje meldt op een stuk papier achter de voorruit Ik ben leeg en de radio kan er "niet" uit. Een beetje dief voelt een uitdaging in de aanhalingstekens, ben ik bang voor het wagentje. De Kromme Nieuwegracht vreest de komst van een danscafé. Geen discotheek op KNG 16-18. Pas op voor Grolsch! Intrigerend. Het fototoestel laat ik in de tas. Ik slurp liever indrukken met mijn handen in de zakken, slenterend tussen studenten op rammelfietsen en groepjes middelbare goedgekleden. Een kop thee in de Winkel van Sinkel is thuiskomen. Nog steeds dezelfde gekmakende akoustiek, nog altijd een kwartier wachten tot je bestelling wordt opgenomen en nog steeds zo warm dat het buitenkomen daarna onaangenaam is. Maar de wc's in de krochten zijn nog steeds prachtig, het publiek beschaafd en goedgeluimd en als eenling ben je welkom en word je ongemoeid gelaten. Is dat Marieke, die serveerster met paardenstaart? Of wil ik zo graag een bekende tegenkomen dat ik mijn jongste nichtje spiegel op elke achttienjarige? Als de omvangrijke schare aanwezige kinderen besluit een soort Ballorig van de Winkel van Sinkel te maken, sta ik snel weer buiten.
Dan gebeurt waar ik op wachtte. Ik struikel over het ware leven! De bewoner van Choorstraat 9A heeft blijkbaar niet altijd zin drie trappen naar beneden te klossen om het bezoek binnen te laten en gooit daarom de sleutel aan een veelkleurig lapje richting gast. Deze keer is het lapje in de gemeentelijke kerstversiering terecht gekomen, die nog steeds over de straat hangt. Met behulp van twee gymschoenen wordt getracht de sleutel te bevrijden. Dat is nog niet eenvoudig, hoewel de jongen niet slecht gooit. Menig voorbijganger constateert - hardop, maar dat helpt de jongen niet - dat er een sleutel aan het lapje zit. En dat hij misschien wat hoger moet gooien, of van verder af, of er juist onder moet gaan staan. Hij blijft bewonderenswaardig kalm. Zo te zien zijn het zijn eigen schoenen niet en ik had er allang een richting kijkers gegooid. Oeps! Sorry!
Ik had dit verhaal graag besloten met twee schoenen die op de richel boven de ramen op de eerste verdieping terecht kwamen en een sleutel die nog steeds in het kerstgroen hing. De afloop heb ik echter gemist omdat ik op tijd thuis wilde zijn. Heilig ontzag voor vrede aan het thuisfront. Dat deel ik alvast met Frits.
Hoog tijd dat ik ook eens ergens kom. Een pakje dat maar niet op de post wilde geraken, zou ik ik langs gaan brengen in Nieuwegein. Dan doorrijden naar Utrecht, om research te doen voor mijn roman in de dop (in de kop, more like). En wie weet struikelde ik gaandeweg wel over materiaal voor een stukje!
Ik wandelde een uurtje door de binnenstad van wat 15 jaar 'mijn staadsie' was. Ik constateer dat de angst voor teloorgang van de leefomgeving er goed in zit. Een oud autootje meldt op een stuk papier achter de voorruit Ik ben leeg en de radio kan er "niet" uit. Een beetje dief voelt een uitdaging in de aanhalingstekens, ben ik bang voor het wagentje. De Kromme Nieuwegracht vreest de komst van een danscafé. Geen discotheek op KNG 16-18. Pas op voor Grolsch! Intrigerend. Het fototoestel laat ik in de tas. Ik slurp liever indrukken met mijn handen in de zakken, slenterend tussen studenten op rammelfietsen en groepjes middelbare goedgekleden. Een kop thee in de Winkel van Sinkel is thuiskomen. Nog steeds dezelfde gekmakende akoustiek, nog altijd een kwartier wachten tot je bestelling wordt opgenomen en nog steeds zo warm dat het buitenkomen daarna onaangenaam is. Maar de wc's in de krochten zijn nog steeds prachtig, het publiek beschaafd en goedgeluimd en als eenling ben je welkom en word je ongemoeid gelaten. Is dat Marieke, die serveerster met paardenstaart? Of wil ik zo graag een bekende tegenkomen dat ik mijn jongste nichtje spiegel op elke achttienjarige? Als de omvangrijke schare aanwezige kinderen besluit een soort Ballorig van de Winkel van Sinkel te maken, sta ik snel weer buiten.
Dan gebeurt waar ik op wachtte. Ik struikel over het ware leven! De bewoner van Choorstraat 9A heeft blijkbaar niet altijd zin drie trappen naar beneden te klossen om het bezoek binnen te laten en gooit daarom de sleutel aan een veelkleurig lapje richting gast. Deze keer is het lapje in de gemeentelijke kerstversiering terecht gekomen, die nog steeds over de straat hangt. Met behulp van twee gymschoenen wordt getracht de sleutel te bevrijden. Dat is nog niet eenvoudig, hoewel de jongen niet slecht gooit. Menig voorbijganger constateert - hardop, maar dat helpt de jongen niet - dat er een sleutel aan het lapje zit. En dat hij misschien wat hoger moet gooien, of van verder af, of er juist onder moet gaan staan. Hij blijft bewonderenswaardig kalm. Zo te zien zijn het zijn eigen schoenen niet en ik had er allang een richting kijkers gegooid. Oeps! Sorry!
Ik had dit verhaal graag besloten met twee schoenen die op de richel boven de ramen op de eerste verdieping terecht kwamen en een sleutel die nog steeds in het kerstgroen hing. De afloop heb ik echter gemist omdat ik op tijd thuis wilde zijn. Heilig ontzag voor vrede aan het thuisfront. Dat deel ik alvast met Frits.
zaterdag 20 januari 2007
Schat van een vrouw
Het leven heeft haar het talent gegeven met ieder kind aangenaam te kunnen communiceren. Ze kiest altijd de goede toon en het juiste onderwerp. Of ze nu met een 14-jarige spreekt in de wachtkamer van de tandarts, of met een bijna-kleuter die zijn boodschappenwagentje tegen haar kuiten rijdt. Haar woordkeus en de melodie in haar stem nemen ieder kind voor haar in en doen verlangen naar meer. Dit verlangen is echter niet wederzijds. Zij houdt zelf helemaal niet van kinderen. Gelukkig is haar eigen drietal goed te pruimen, al heeft ze zichzelf met een slok op wel eens horen opbiechten dat de eerste en de derde ongelukjes waren geweest. Het leraarschap was geen gelukkige carrièrekeuze. Al snel heeft ze de overstap naar het volwassenenonderwijs gemaakt, waar ze haar uiterste best moet doen om te voorkomen dat haar talent ingezet wordt ten behoeve van minderjarige asielzoekers. Sinds haar scheiding gaat ze elk jaar twee weken op reis, zonder kinderen, met wat in het jargon alleengaanden heten. Daar maakt ze op de laatste avond furore met haar monoloog over het opgroeiende kind. Wat een schat van een vrouw, zeggen de mensen.
vrijdag 19 januari 2007
Janus
Hij is een man met twee gezichten. Met het ene gezicht oogt hij vriendelijk. Met het andere nors. Met het vriendelijke gezicht komen de mensen naar hem toe. “Ach, wilt u die fles uit dat hoge schap voor mij pakken?” “Gaat dit gedeelte naar Rotterdam?” Dan kan hij mensen helpen en dat vindt hij aangenaam. Met het vriendelijke gezicht lijkt hij soms onzichtbaar. Dan gaan de vervelende klussen op het werk naar hem toe. Lopen mensen de lift in, terwijl hij er nog uit wil.
Met zijn norse gezicht heeft hij kleine aanvaringen. Dan botst er iemand met het winkelwagentje tegen de zijne zonder sorry te zeggen. En roept een man op straat met piercings en tattoo’s “Heb ik wat van je an?”. Hij wordt met zijn norse gezicht soms juist met rust gelaten. Er komen geen mensen naast hem zitten in de trein. Op straat wordt niet gevraagd of hij van wereldvrede houdt. Dat vindt hij ook aangenaam.
De man weet niet waarom hij soms aangename dagen heeft en soms nare. Maar dat komt dus door die twee gezichten.
Met zijn norse gezicht heeft hij kleine aanvaringen. Dan botst er iemand met het winkelwagentje tegen de zijne zonder sorry te zeggen. En roept een man op straat met piercings en tattoo’s “Heb ik wat van je an?”. Hij wordt met zijn norse gezicht soms juist met rust gelaten. Er komen geen mensen naast hem zitten in de trein. Op straat wordt niet gevraagd of hij van wereldvrede houdt. Dat vindt hij ook aangenaam.
De man weet niet waarom hij soms aangename dagen heeft en soms nare. Maar dat komt dus door die twee gezichten.
donderdag 18 januari 2007
Kletskoppen
Waarin een klein land groot kan zijn. 's Hollands vergadercultuur is kleurrijk en divers. Er lijkt maar één adagium overal te gelden: als het maar lang duurt. En onze befaamde gastvrijheid uit zich ook in verschillende vormen. Niet elke organisator gaat op dezelfde wijze met onze dorst en trek om, die vanzelf ontstaat, zij het door het verstrijken van de tijd, zij het door groeiende verveling. Na twintig jaar, vooral in overheidsland, rond allerlei tafels te hebben gezeten heb ik het systeem achter de versnapering door.
1. Hedendaags/calvinistisch. Dit kan een gemeentehuis zijn in een groeikern, of in die nieuwe vleugel van het provinciekantoor in het westen of noorden van het land. U wordt onthaald met ... tja, met niks eigenlijk. Koffie kan u krijgen. 's Middags is er thee, 's ochtends alleen als het hoofd facilitaire zaken zelf niet zo van koffie houdt. Als er door een levend persoon wordt geserveerd, krijgt u één kopje, later nog precies één. De eventuele koffiekannen staan een tweede ronde voor de hele groep precies net niet toe. Uw suikerspiegel zult u op peil moeten houden met de inhoud van de zakjes die in niet daarvoor bedoelde schaaltjes of bakjes over de tafel verdeeld staan. Let op: de C staat doorgaans voor creamer.
2. Historisch/calvinistisch. Dat mooie gemeentehuis in een middelgrote gemeente, bijvoorbeeld. Of de rijksdienst die toevallig in een oud pand zit. Maar wel in het sobere deel van Nederland. Hier is het nog steeds niet ruim bemeten, de hoeveelheid koffie en thee, maar u krijgt er wel een versnapering bij. Koekjes, bij voorkeur van regionale oorsprong, die stevig in plastic of folie verpakt zijn. Belangrijke gezelschappen vinden zelfs flessen water op tafel. Die zijn dan voor de vergaderaars, niet voor de belangstellende of -hebbende burger.
3. Hedendaags/bourgondisch. De omgeving is niet om in feesten uit te barsten, maar we zitten hier nu eenmaal toevallig in Brabant of Limburg of een stuk Nederland dat daarop wil lijken. Hier naast voldoende koffie, thee en water voor iedereen, ook andere frisjes in kekke flesjes in kluitjes op de tafels. Er zijn verse koekjes. Als een vergadering na 15.30 eindigt is er verse jus en wijn in glazen. Bier op verzoek.
4. Historisch/bourgondisch. Of je nu om negen uur aanvangt, of om drie uur, er staat vers gebak klaar. Zeer machtig want met roomrijke vulling of flinke kandijklonten. In Maastricht past je vla niet eens op je bordje. De lunch is met moeite alcoholvrij te houden.
1. Hedendaags/calvinistisch. Dit kan een gemeentehuis zijn in een groeikern, of in die nieuwe vleugel van het provinciekantoor in het westen of noorden van het land. U wordt onthaald met ... tja, met niks eigenlijk. Koffie kan u krijgen. 's Middags is er thee, 's ochtends alleen als het hoofd facilitaire zaken zelf niet zo van koffie houdt. Als er door een levend persoon wordt geserveerd, krijgt u één kopje, later nog precies één. De eventuele koffiekannen staan een tweede ronde voor de hele groep precies net niet toe. Uw suikerspiegel zult u op peil moeten houden met de inhoud van de zakjes die in niet daarvoor bedoelde schaaltjes of bakjes over de tafel verdeeld staan. Let op: de C staat doorgaans voor creamer.
2. Historisch/calvinistisch. Dat mooie gemeentehuis in een middelgrote gemeente, bijvoorbeeld. Of de rijksdienst die toevallig in een oud pand zit. Maar wel in het sobere deel van Nederland. Hier is het nog steeds niet ruim bemeten, de hoeveelheid koffie en thee, maar u krijgt er wel een versnapering bij. Koekjes, bij voorkeur van regionale oorsprong, die stevig in plastic of folie verpakt zijn. Belangrijke gezelschappen vinden zelfs flessen water op tafel. Die zijn dan voor de vergaderaars, niet voor de belangstellende of -hebbende burger.
3. Hedendaags/bourgondisch. De omgeving is niet om in feesten uit te barsten, maar we zitten hier nu eenmaal toevallig in Brabant of Limburg of een stuk Nederland dat daarop wil lijken. Hier naast voldoende koffie, thee en water voor iedereen, ook andere frisjes in kekke flesjes in kluitjes op de tafels. Er zijn verse koekjes. Als een vergadering na 15.30 eindigt is er verse jus en wijn in glazen. Bier op verzoek.
4. Historisch/bourgondisch. Of je nu om negen uur aanvangt, of om drie uur, er staat vers gebak klaar. Zeer machtig want met roomrijke vulling of flinke kandijklonten. In Maastricht past je vla niet eens op je bordje. De lunch is met moeite alcoholvrij te houden.
dinsdag 16 januari 2007
Het gedicht dat ik niet instuurde
Dit gedicht stuurde ik niet in voor de lokale wedstrijd ter gelegenheid van de gedichten3daagse. Thema: Poëzie en stilte.
- Hé, pst.
- Ssst! Ik slaap al.
maandag 15 januari 2007
Rielerweg (3)
Naar huis fietsen doe ik zelden alleen. Nog voor ik vanaf de Brinkgreverweg rechtsaf de Rielerweg op draai, zit Miesje Masochisje al op schoot, met beide handen aan het stuur. De Rielerweg is een fietsstraat. Miesje en ik weten wat een fietsstraat is. Op een fietsstraat heeft de fiets voorrang. En dus blijf je als automobilist achter fietsers rijden, haal je niet in, en rijd je 30 kilometer per uur, áls je de weg al voor jezelf hebt. Helaas, zo niet hier. Zo absoluut niet hier. De straat waarvan het fietsbezit van bewoners en bezoekers waarschijnlijk het laagst is van heel Deventer, moet een paradijs voor de tweewieler zijn. Het is al vanaf het begin een dorado voor Miesjes. Zij stuurt ons langs portieren die voor onze neus dreigen opengezwaaid te worden, zorgt dat we in het midden blijven rijden als er een auto in wil halen en remt niet onmiddellijk als er een wagen keert zonder kijken. Kirrend van genot wijst ze naar de dubbelgeparkeerde mercedessen aan beide zijden en probeert ze een sliding door een partij rotte paprika's midden op de weg. Pas als ik 300 meter verderop ter hoogte van de brievenbus ben, weet ik Miesje richting hondenuitlaatveldje te duwen. Onmiddellijk neemt Saartje Sadistje haar plek in. We naderen de kruising met de Veenweg. De Rielerweg zit sinds kort in de voorrang. Let op de woorden sinds kort en voorrang. Saartje en ik stuiven op de kruising af. Ons record is acht piepende banden. Vandaag kon ze een joehoe niet onderdrukken, toen we niet alleen vier auto's lieten remmen, maar ook een afslaander van de overkant tot wachten dwongen. Dan mag ik weer alleen verder. Helemaal in balans ben ik.
zondag 14 januari 2007
Tantezeggertjes
Ik droomde vannacht dat ik met mijn zussen op een vlonder zat, midden in het Naardermeer. We speelden een mij onbekend gezelschapsspel. Ik draaide de kaart "Vertel welke tante je het meest bijzonder vond toen je tien jaar was, welke toen je twintig jaar was en welke nu." Een aantal ingrediënten kan ik plaatsen, maar waar die tantes nou opeens vandaan kwamen?
Familieziek ben ik niet, maar vele bloedverwanten zijn me zeker dierbaar. Ik kauwde vandaag op de vraag die me door mijn onderbewuste gesteld werd. Ik heb daar geen antwoord op. Wel schoten mij uitspraken van een drietal tantes te binnen die blijkbaar zoveel impact op me hadden dat ik ze altijd heb onthouden.
Tante Annie
Ik was een jaar of vijftien en met een nichtje op Tienertoer. We logeerden bij familie en kennissen, elke nacht op een ander adres. We zochten met zorg een cadeautje voor onze gastvrouwen uit, lieten ons ophalen bij een station of busten naar ons logeerbed, en vertrokken de volgende ochtend weer vroeg. Bij tante Annie in Veenendaal was het gezellig. We poetsten onze tanden boven de wasbak in de kamer waar we sliepen en zaten al aan de ontbijttafel voor ieder ander. Mijn tante kwam naar beneden en merkte op dat wij de badkamer ongemoeid hadden gelaten. "Jullie zijn vieze meisjes, hoor. Zo wil ik jullie niet nog eens te logeren hebben."
Tante Agnes
Ik logeerde dikwijls bij tante Agnes en haar vier dochters in Leiden. Die nacht mocht ik op de studeerkamer. Ik was een jaar of dertien. 's Nachts had ik geprobeerd de krolse katten in de tuin het zwijgen op te leggen. Ik had de balkondeuren geopend, een paar onschuldige zaken naar beneden gegooid en hier en daar ergens tegenaan geschopt, onderwijl "ksst! stil!" sissend. Mijn tante was er wakker van geworden en uitte 's ochtends haar verbazing over mijn gedrag. "Sinds ik Minoes heb gelezen, vind ik het enig, die pratende katten."
Tante Wil
Met mijn neus bovenop het mes keek ik als elfjarige naar mijn tante Wil die een groot blok ijs in negen stukken probeerde te snijden. Ik constateerde dat de porties van ongelijke grootte waren en zei dat natuurlijk hardop. Tante Wil verzuchtte al hakkend "Als ik ergens een hekel aan heb, dan is het wel aan eerlijk delen."
Familieziek ben ik niet, maar vele bloedverwanten zijn me zeker dierbaar. Ik kauwde vandaag op de vraag die me door mijn onderbewuste gesteld werd. Ik heb daar geen antwoord op. Wel schoten mij uitspraken van een drietal tantes te binnen die blijkbaar zoveel impact op me hadden dat ik ze altijd heb onthouden.
Tante Annie
Ik was een jaar of vijftien en met een nichtje op Tienertoer. We logeerden bij familie en kennissen, elke nacht op een ander adres. We zochten met zorg een cadeautje voor onze gastvrouwen uit, lieten ons ophalen bij een station of busten naar ons logeerbed, en vertrokken de volgende ochtend weer vroeg. Bij tante Annie in Veenendaal was het gezellig. We poetsten onze tanden boven de wasbak in de kamer waar we sliepen en zaten al aan de ontbijttafel voor ieder ander. Mijn tante kwam naar beneden en merkte op dat wij de badkamer ongemoeid hadden gelaten. "Jullie zijn vieze meisjes, hoor. Zo wil ik jullie niet nog eens te logeren hebben."
Tante Agnes
Ik logeerde dikwijls bij tante Agnes en haar vier dochters in Leiden. Die nacht mocht ik op de studeerkamer. Ik was een jaar of dertien. 's Nachts had ik geprobeerd de krolse katten in de tuin het zwijgen op te leggen. Ik had de balkondeuren geopend, een paar onschuldige zaken naar beneden gegooid en hier en daar ergens tegenaan geschopt, onderwijl "ksst! stil!" sissend. Mijn tante was er wakker van geworden en uitte 's ochtends haar verbazing over mijn gedrag. "Sinds ik Minoes heb gelezen, vind ik het enig, die pratende katten."
Tante Wil
Met mijn neus bovenop het mes keek ik als elfjarige naar mijn tante Wil die een groot blok ijs in negen stukken probeerde te snijden. Ik constateerde dat de porties van ongelijke grootte waren en zei dat natuurlijk hardop. Tante Wil verzuchtte al hakkend "Als ik ergens een hekel aan heb, dan is het wel aan eerlijk delen."
zaterdag 13 januari 2007
Vrouw in duplo
Ik heb een dubbelganger. Ze woont op De Worp, hemelsbreed zo'n zeven kilometer hier vandaan. Ik ken haar niet. Maar ik weet dat ze bestaat omdat er veel mensen in Deventer zijn die haar kennen en mij niet. En die mij dan zien en denken dat ik haar ben. En dan dichterbij komen en zien dat ik haar niet ben. En dan verbaasd kijken. Of lachen. Eerst dacht ik dat ik een foute bril had. Of dat er iets uit mijn neus hing. Toen kwam ik hier vlakbij huis een man tegen die tegen mij begon te praten. In plat Deventers. Pas toen ik drie keer had gezegd dat ik echt Ina was en niemand anders, en dat in Hooghollands, hield hij op mij te overtuigen dat ik Truus was. Of Petra. Of Moniek. Hij heeft toen een naam genoemd, die ik helaas weer ben vergeten. 'Maar kom je niet van De Worp weg?' was zijn laatste poging.
Vanmorgen had ik het weer. Een zeventiger met een fiets aan de hand kwam mij op de nog rustige markt tegemoet. Klaar om te groeten. Gezien zijn leeftijd dacht ik dat een koorgenoot op mij af kwam, maar nee, ik kende hem echt niet. Hij leek zelfs niet op iemand die ik ken. De man keek, en keek nog eens, en ging in het voorbijgaan zelfs licht door de knieën om mij recht in de ogen te kunnen zien. Vast expres niet zachtjes mompelde hij "Prfhg! Nou, dan niet!!". Arme Truus.
(Afbeelding: Wim Zurné, Twee vrouwen)
Vanmorgen had ik het weer. Een zeventiger met een fiets aan de hand kwam mij op de nog rustige markt tegemoet. Klaar om te groeten. Gezien zijn leeftijd dacht ik dat een koorgenoot op mij af kwam, maar nee, ik kende hem echt niet. Hij leek zelfs niet op iemand die ik ken. De man keek, en keek nog eens, en ging in het voorbijgaan zelfs licht door de knieën om mij recht in de ogen te kunnen zien. Vast expres niet zachtjes mompelde hij "Prfhg! Nou, dan niet!!". Arme Truus.
(Afbeelding: Wim Zurné, Twee vrouwen)
vrijdag 12 januari 2007
Bewust (on)bekwaam
Each player of this game starts with the 'Six weird things about you'. People who get tagged need to write a blog post of their own 6 weird things as well as state this rule clearly. In the end, you need to choose 6 people to be tagged and list their names. Don’t forget to leave a comment that says 'you are tagged' in their comments and tell them to read your blog.
Ik ben stokstijf blijven staan en heb me laten tikken. Door nicht E. Die net als ik niet van sport houdt, wel van auto's en pijn kan krijgen van taalvouten. Als ik nu hier besluit dat helemaal niet gek te vinden kan ik andere kanten van mijzelf laten zien.
Om vooraf de regels al verder met voeten te treden: ik ga niemand opzadelen met de verplichting gekke kanten van zichzelf te delen. Wie wil, mag zich uitgenodigd voelen. Ik hoor het wel graag, als je het doet. Want ik ben dol op gekkigheden, ook bij een ander!
Wat er gek is aan mij?
Eerlijk gezegd vind ik steeds minder gek. In ieder geval aan mezelf. Ik zit gek genoeg best lekker in veel vel. Ik vind het goed met mezelf te leven. En al ruim twintig jaar samenwonend, durf ik de stelling aan dat ik niet de enige ben die het wel met mij uit te houden vindt. Maar ik krijg wel eens gevraagd of ongevraagd feedback op wat zaakjes die ik zelf heel normaal vind. En ik ken mezelf ook goed genoeg om te weten dat ik soms wel eens expres gek doe. Daarom, vooruit, de eerste zes zaken die me op deze vrijdag te binnen vallen.
Eerlijk gezegd vind ik steeds minder gek. In ieder geval aan mezelf. Ik zit gek genoeg best lekker in veel vel. Ik vind het goed met mezelf te leven. En al ruim twintig jaar samenwonend, durf ik de stelling aan dat ik niet de enige ben die het wel met mij uit te houden vindt. Maar ik krijg wel eens gevraagd of ongevraagd feedback op wat zaakjes die ik zelf heel normaal vind. En ik ken mezelf ook goed genoeg om te weten dat ik soms wel eens expres gek doe. Daarom, vooruit, de eerste zes zaken die me op deze vrijdag te binnen vallen.
1
Als ik uitga is mijn eerste drankje een glas tonic. Een herinnering aan mijn moeder, die er dol op was.
2
Ik ben dol op stilte. En heb daarom een zeer grote hekel aan wat ik ‘overbodig lawaai’ noem. Neuzen die worden opgehaald, deuren die hard dichtgaan, papieren zakjes, klappende ballonnen (en daarom: ballonnen), krassende stoelen, muziek in de lift, vuurwerk, fluitende conducteurs, brommers, scooters & motoren, zwembaden, lepeltjes in kopjes koffie, ventilatoren (o, het gevoel van genot als om half zes op het werk de machinerieën plots zwijgen!), tikkende klokken, borende buren: ik sidder. Overbodig om te vertellen dat alle lawaai voor mij overbodig is. En maak daar op sommige dagen maar van: alle geluid.
3
3
Ik heb nog nooit in een polonaise gedanst en zal dit ook nooit doen. In hetzelfde rijtje hoort ritmisch meeklappen en bingo spelen. Ik laat mijn hersenen uitsluitend door de tijd verweken.
4
Als ik in de trein tussen Rotterdam en Dordrecht reis, ga ik altijd aan de kant van de Kuip zitten.
5
Ik mijd de zon. Automatisch steek ik straten over en verschuif ik stoelen om maar niet in de zon te hoeven zijn. Niet omdat ik snel verbrand, wat ik wel doe, ook niet omdat ik bang ben voor enge ziektes, wat ik wel ben, maar puur omdat ik niet tegen zonnewarmte kan. Ik word er fysiek ziek van en extreem chagrijnig. Ik kan zeker genieten van iedereen die blij wordt en naar terrasjes stuift zodra de koperen ploert haar opwachting maakt, maar zelf doe ik er niet aan mee. Bewolkt, 21 graden celsius, da’s mijn weer.
Ik mijd de zon. Automatisch steek ik straten over en verschuif ik stoelen om maar niet in de zon te hoeven zijn. Niet omdat ik snel verbrand, wat ik wel doe, ook niet omdat ik bang ben voor enge ziektes, wat ik wel ben, maar puur omdat ik niet tegen zonnewarmte kan. Ik word er fysiek ziek van en extreem chagrijnig. Ik kan zeker genieten van iedereen die blij wordt en naar terrasjes stuift zodra de koperen ploert haar opwachting maakt, maar zelf doe ik er niet aan mee. Bewolkt, 21 graden celsius, da’s mijn weer.
6
Ik heb nog nooit een aflevering van Fawlty Towers in zijn geheel gezien. Er is altijd wel een moment dat ik van gêne niet weet waar ik moet blijven, en dan even in de kussens van de bank duik of helemaal achter de tv vandaan ga. Een soort plaatsvervangende schaamte waar ik, hoe fantastisch leuk ik de serie ook vind, niet mee kan dealen.
Ik heb nog nooit een aflevering van Fawlty Towers in zijn geheel gezien. Er is altijd wel een moment dat ik van gêne niet weet waar ik moet blijven, en dan even in de kussens van de bank duik of helemaal achter de tv vandaan ga. Een soort plaatsvervangende schaamte waar ik, hoe fantastisch leuk ik de serie ook vind, niet mee kan dealen.
donderdag 11 januari 2007
Verliefd
Vandaag is er een weeralarm vanwege zware storm en ik ben verliefd op A.L. Snijders. Ik kocht zijn boek dat op de rug Ntnlzrsdnkn heet en op de kaft Belangrijk is dat ik niet aan lezers denk. Kloek, harde kaft, iets smaller en korter dan het gemiddelde werk. Hulde aan de uitgever. Het blijken honderden ZKV’s, zeer korte verhalen. Nadat ik er drie heb gelezen, weet ik zeker dat dit míjn boek moet worden. Frits Abrahams meets Hans Dorrestijn meets Wim T. Schippers. (Wij hebben hier thuis de gewoonte mensen als hutspot te beschrijven. Hans is in deze vergelijking natuurlijk de ui, wie de aardappel en wie de peen is, is me hier om het even. En ik zoek nog naar een vierde ingrediënt, als worst of als mosterd, met een literaire tint. Even denken. Jan Wolkers.)
De vrouw die met me afrekent reageert net als ik, enthousiast en hebberig. Ik troost haar dat er nog een exemplaar – de bovenste, bevingerde, dat wel, maar dat weet zij niet, al zal ze het wel vermoeden met haar ervaring als boekverkoper - op de tafel ligt.
Nu ben ik een lezer die geen vorm zonder vent wil kennen. Nee, da’s niet waar, maar een door mij gewaardeerde vorm krijgt nog meer glans en diepgang als ik de vent erachter kan waarderen. En dus speur ik op het net naar informatie over de mij nog totaal onbekende schrijver. Het zal hem een gruwel zijn, mag ik aannemen na het beluisteren van door hem voorgelezen werk en vooral na het horen van het interview met Wim Brands, dat ik nu de neiging heb hem te schrijven of minstens te ontmoeten. In precies 30 minuten, zegt TomTom, kan ik bij zijn huis zijn en zien of zijn dak het houdt vandaag, met al die wind. Dan lees ik dat hij Ronald heet. Dat wil ik eigenlijk niet weten. Als dat me niet zou weerhouden is er nog altijd mijn fatsoen. Net als A.L. ben ik eerder precies dan rekkelijk en acht ik mij gehouden aan "dat doe je niet".
De vrouw die met me afrekent reageert net als ik, enthousiast en hebberig. Ik troost haar dat er nog een exemplaar – de bovenste, bevingerde, dat wel, maar dat weet zij niet, al zal ze het wel vermoeden met haar ervaring als boekverkoper - op de tafel ligt.
Nu ben ik een lezer die geen vorm zonder vent wil kennen. Nee, da’s niet waar, maar een door mij gewaardeerde vorm krijgt nog meer glans en diepgang als ik de vent erachter kan waarderen. En dus speur ik op het net naar informatie over de mij nog totaal onbekende schrijver. Het zal hem een gruwel zijn, mag ik aannemen na het beluisteren van door hem voorgelezen werk en vooral na het horen van het interview met Wim Brands, dat ik nu de neiging heb hem te schrijven of minstens te ontmoeten. In precies 30 minuten, zegt TomTom, kan ik bij zijn huis zijn en zien of zijn dak het houdt vandaag, met al die wind. Dan lees ik dat hij Ronald heet. Dat wil ik eigenlijk niet weten. Als dat me niet zou weerhouden is er nog altijd mijn fatsoen. Net als A.L. ben ik eerder precies dan rekkelijk en acht ik mij gehouden aan "dat doe je niet".
KaboutersVoor kabouters moet je op campings zijn. In Bakkum(vijfduizend gasten in zomerse piekweken) staat eencaravan die omringd is door grote kabouters. Somsstaat er ook een monster tussen dat schreeuwt en metzijn ogen rolt als je door zijn elektronisch oog gesig-naleerd wordt. Je schrikt door het onverwachte ge-luid, maar deze zomer zag ik een driejarig jongetjewel tien keer op het monster toelopen, en al diekeren schrok hij zich rot, zijn kleine lichaam sidderdeen schokte. Het verbaasde me dat hij de schrik zelfzocht, maar toen ik me realiseerde dat er ook mensenzijn die pijn lekker vinden, keek ik met vertederingnaar zijn elfde schrikgolf.
A.L. Snijders, Belangrijk is dat ik niet aan lezers denk, p 339.
Bruidjes kijken (2)
Marjan had al een tijdje langs de nieuwe collectie gelopen en stond bij het rek met afgeprijsde exemplaren, maat 39, toen Ester binnenkwam die op de vlucht was voor een onverwachte regenbui. Marjan en Ester grepen tegelijk naar dezelfde schoen. Ester keek naar Marjan. Marjan keek naar Ester. "Wat een cliché", piepte Ester, die altijd als eerste sprak. "Ja", zei Marjan schor. Ze waren nog net niet ter plekke zoenend tussen de dozen beland, maar sindsdien wel onafscheidelijk.
De schoen die hen had samengebracht stond op de plank boven het bed van Marjan. De rechter van het paar stond op de schouw van Ester. Ze werden samen vrijwilliger in het filmhuis, kookten elke avond minstens drie gangen voor elkaar, deelden hun liefde voor zeehonden en zielige films. Dat Ester niet van kamperen hield was een teleurstelling voor Marjan, maar de huttentocht door de Oostenrijkse Alpen was een groot succes.
Toen Ester dan ook in de late herfst thuiskwam en een met kaarsen gedekte tafel aantrof, waarop de borden met rozenblaadjes waren versierd, begreep zij onmiddellijk wat er aan stond te komen en riep: "Ah, nee, ik had jou morgen willen vragen!". Er werd die avond weinig gegeten en als trouwdatum kozen ze 10 januari, precies een jaar na hun eerste ontmoeting.
Over de kleding waren ze het snel eens. Dat mocht een verrassing voor de ander blijven. En bloemen? Nee, geen bloemen. Wel schoenen. Samen uit te zoeken. Ze liepen in de schoenenzaak als altijd op dezelfde af. "Heeft u deze ook tweemaal in maat 39?"
[Gistermiddag om even voor half twee zag ik een stralend stel op twee identieke paren blauwe pumps de trouwzaal binnengaan. Ze heten vast geen Ester en Marjan. En als iets van de rest waar zou zijn, berust ook dat op toeval.]
De schoen die hen had samengebracht stond op de plank boven het bed van Marjan. De rechter van het paar stond op de schouw van Ester. Ze werden samen vrijwilliger in het filmhuis, kookten elke avond minstens drie gangen voor elkaar, deelden hun liefde voor zeehonden en zielige films. Dat Ester niet van kamperen hield was een teleurstelling voor Marjan, maar de huttentocht door de Oostenrijkse Alpen was een groot succes.
Toen Ester dan ook in de late herfst thuiskwam en een met kaarsen gedekte tafel aantrof, waarop de borden met rozenblaadjes waren versierd, begreep zij onmiddellijk wat er aan stond te komen en riep: "Ah, nee, ik had jou morgen willen vragen!". Er werd die avond weinig gegeten en als trouwdatum kozen ze 10 januari, precies een jaar na hun eerste ontmoeting.
Over de kleding waren ze het snel eens. Dat mocht een verrassing voor de ander blijven. En bloemen? Nee, geen bloemen. Wel schoenen. Samen uit te zoeken. Ze liepen in de schoenenzaak als altijd op dezelfde af. "Heeft u deze ook tweemaal in maat 39?"
[Gistermiddag om even voor half twee zag ik een stralend stel op twee identieke paren blauwe pumps de trouwzaal binnengaan. Ze heten vast geen Ester en Marjan. En als iets van de rest waar zou zijn, berust ook dat op toeval.]
woensdag 10 januari 2007
Dat ruimt lekker op
Een treinreis is ideaal om dat ene klusje te doen waar je anders zo moeilijk aan toe komt. Zoals de man naast me die de zaterdagbijlages van zijn regionale dagblad snuit. Voor mij knipt iemand met veel rode krullen zijn of haar nagels. Ook op enige afstand een onaangenaam geluid. De vrouw aan de andere kant van het gangpad, het zou een zus van Belinda Meuldijk kunnen zijn, is er eens goed voor gaan zitten. Ze heeft zich zo ingebakerd dat ze geen buur zal krijgen, hoe druk het in de trein ook wordt. Een grote rugzak plus een tas van een duur modehuis staan op de stoel naast haar, een opengevouwen krant erboven op. Haar jas ligt, keurig met de buitenkant naar binnen gevouwen, in het rek boven haar hoofd. Haar schoudertas moet blijkbaar nodig uitgemest. De inhoud verhuist naar het plankje dat ze uit de leuning van de stoel voor haar heeft gehaald.
Ik zie verschijnen: Een mobieltje, een deostick - die snel even gebruikt wordt -, zes haarspeldjes die op een opgediept kaartje worden geschoven, een dikke zwarte portemonnee, twee lippenstiften - eentje moet nog uit een kartonnetje komen en wordt (zonder spiegel, knap!) gelijk aangebracht - een grote tube crème, bijna leeg, een kokertje waar een filmrolletje in past (zit?), een pakje zakdoekjes, een handvol kleingeld, dat ze hardop fluisterend telt (€ 1,60) en dan bij de overige munten in de portemonnee laat glijden, een aantal paperclips dat gelijk in de afvalbak verdwijnt, nog twee tubes met onduidelijke inhoud, en een enkele sleutel aan een forse sleutelhanger. Ik merk op: geen agenda, geen pen en geen eten. Zou dat allemaal in die rugzak zitten?
Dan wordt de tas ondersteboven gehouden boven de open afvalbak. De afvalbak is veel te klein (lees: ze doet het niet handig) en er tingeltangelt van alles langs. Ha, daar zijn de dropjes en de snoeppapiertjes. Het blijft op de grond liggen. Als alle pluis uit de naden van de tas is gepeuterd wordt alles één voor één weer terug gestopt en keert de rust weer.
Eens even kijken. Ah, de buurman is aan het sportkatern toe...
Ik zie verschijnen: Een mobieltje, een deostick - die snel even gebruikt wordt -, zes haarspeldjes die op een opgediept kaartje worden geschoven, een dikke zwarte portemonnee, twee lippenstiften - eentje moet nog uit een kartonnetje komen en wordt (zonder spiegel, knap!) gelijk aangebracht - een grote tube crème, bijna leeg, een kokertje waar een filmrolletje in past (zit?), een pakje zakdoekjes, een handvol kleingeld, dat ze hardop fluisterend telt (€ 1,60) en dan bij de overige munten in de portemonnee laat glijden, een aantal paperclips dat gelijk in de afvalbak verdwijnt, nog twee tubes met onduidelijke inhoud, en een enkele sleutel aan een forse sleutelhanger. Ik merk op: geen agenda, geen pen en geen eten. Zou dat allemaal in die rugzak zitten?
Dan wordt de tas ondersteboven gehouden boven de open afvalbak. De afvalbak is veel te klein (lees: ze doet het niet handig) en er tingeltangelt van alles langs. Ha, daar zijn de dropjes en de snoeppapiertjes. Het blijft op de grond liggen. Als alle pluis uit de naden van de tas is gepeuterd wordt alles één voor één weer terug gestopt en keert de rust weer.
Eens even kijken. Ah, de buurman is aan het sportkatern toe...
dinsdag 9 januari 2007
Fijne baan!
Via postcrossing krijg ik een paar kaarten per week. Er gaat toch weinig boven echte post op de mat. Ik verzoek om kaarten van lezende vrouwen of (not so) ordinary people. Een kaart die precies aan mijn wensen voldoet is heerlijk thuiskomen. De teksten zijn vaak leuk, maar een beetje van hetzelfde. Vandaag een giga-uitzondering. Is ze niet super, dit Finse talenwonder?
maandag 8 januari 2007
Geheugengat
De achterkant van NRC is een dagelijkse traktatie. Fokke en Sukke, ik@nrc.nl, een driekoloms journalistiek stukje en twee columns. Frits Abrahams is mijn nummer één, maar ook de linkerkant is vaak prettig gevuld. Vandaag is de beurt aan Ewoud Sanders. Hij beschrijft in zijn column Staatsvijand nr. 1 een van de gevolgen van de opwarming van de aarde, de teloorgang van de winterwoorden. Daarin vermeldt hij dat zijn tienjarige zoon niet weet wat een wak is. Nu heb ik nog net een tienjarige in de buurt, dus die leg ik het onmiddellijk voor.
"Weet jij hoe een gat in het ijs heet?"
"Uh...wrak?"
Warm.
De twaalfjarige wordt van boven geroepen.
"Weet jij hoe een gat in het ijs heet?"
"Dat heb ik geweten! Wak!"
Heb jij ook kinderen in de buurt? Vraag het eens en vertel me hieronder leeftijd en antwoord. Dan stuur ik dat door aan Ewoud. Ik blijf dol op verrassend onderzoek.
Doornroosje
In 1985 nam Edy de Wilde afscheid als directeur van het Stedelijk Museum in Amsterdam. Hij deed dit met een door hem samengstelde tentoonstelling. La Grande Parade, hoogtepunten uit de schilderkunst na 1940. Er zijn maar liefst 400.000 mensen op afgekomen. Ik ben drie keer geweest. 21 jaar was ik en van moderne kunst wist ik hoegenaamd niets. Deze tentoonstelling heeft me wakker gekust.
Later datzelfde jaar was ik in Stockholm, waar ik het Moderna Museet bezocht. Ik was net zo onder de indruk als in Amsterdam van veel werken, en meer nog. De doeken van Per Kirkeby kwamen recht bij me binnen. Ademloos maakte het me.
Wat maakt zijn werk voor mij magisch? Wist ik het maar. Het kleurgebruik, de schijnbaar slordige wijze van verfsmeren, de natuur als zijn inspiratiebron, het feit dat veel doeken zeer omvangrijk zijn? Dat allemaal, maar er moet meer zijn. Daar heb ik de vinger nog niet op en dat hoeft misschien ook niet.
Sinds die jaren volg ik Kirkeby. Ik heb inmiddels mooie boeken en op verschillende plaatsen in Europa werken van hem gezien. Vorig jaar nog bezocht ik een tentoonstelling in Emden. En bijna elke keer ontnemen zijn schilderijen me letterlijk de adem. Het mooiste werk zag ik tot nu toe 'life' in Arhus in het moderne kunstmuseum, Aros. Alleen het prachtige gebouw is de trip al waard.
Groot is dan ook mijn vreugde dat ik ontdek dat deze zomer daar een tentoonstelling aan Per Kirkeby gewijd wordt. De vakantiebestemming ligt nog niet vast. Het moet raar lopen als we niet door Denemarken reizen.
zaterdag 6 januari 2007
Vals
Nou en?
Hier in huis geldt, in mijn nabijheid, een verbod op "Nou en?". Ik vind het disrespectvol en het irriteert me enorm dit geluid met name uit kinderkelen te horen komen. Mijn zonen zijn creatief genoeg om met alternatieven te komen, dus hun desinteresse kunnen ze (met een lach en met mate) best nog wel kenbaar maken.
P. werd deze week aan tafel betrapt op een té sterk verhaal. Hij vond het moeilijk toe te geven, maar hij ontkwam er niet aan. Altijd tot opvoeden bereid, gaf ik nog wel aan dat voor een goed verhaal best een beetje overdreven mag worden, maar dat je ook dat niet moet overdrijven.
Toen ik gisteravond P. sommeerde naar bed te gaan, omdat het al laat was en over drie dagen school weer begint, zag ik het Nou en? op zijn lippen liggen. Hij besloot tot: I don't give a shit. Hoewel het best komisch klinkt voor een kind van nog geen elf jaar, gaat ook deze uitdrukking me veel te ver. Volgens P. echter had hij dat geleerd in de cursus Engels voor beginners, die hij deze vakantie gestart is. Indachtig zijn verzinsel van eerder deze week, lachte ik hem hartelijk uit. Ik neem toch echt niet aan dat de Hema dát in de cursus heeft opgenomen. Of ik wilde wedden om vijf euro? Toe maar, dacht ik, die durft. Ik wed zelden of nooit en zeker niet om geld met mijn kinderen, maar een lesje voor het mannetje leek me niet slecht.
Enfin. Dit was natuurlijk hier geen onderwerp geworden als P. voor de tweede keer in één week betrapt zou zijn op een onwaarheid.
P. werd deze week aan tafel betrapt op een té sterk verhaal. Hij vond het moeilijk toe te geven, maar hij ontkwam er niet aan. Altijd tot opvoeden bereid, gaf ik nog wel aan dat voor een goed verhaal best een beetje overdreven mag worden, maar dat je ook dat niet moet overdrijven.
Toen ik gisteravond P. sommeerde naar bed te gaan, omdat het al laat was en over drie dagen school weer begint, zag ik het Nou en? op zijn lippen liggen. Hij besloot tot: I don't give a shit. Hoewel het best komisch klinkt voor een kind van nog geen elf jaar, gaat ook deze uitdrukking me veel te ver. Volgens P. echter had hij dat geleerd in de cursus Engels voor beginners, die hij deze vakantie gestart is. Indachtig zijn verzinsel van eerder deze week, lachte ik hem hartelijk uit. Ik neem toch echt niet aan dat de Hema dát in de cursus heeft opgenomen. Of ik wilde wedden om vijf euro? Toe maar, dacht ik, die durft. Ik wed zelden of nooit en zeker niet om geld met mijn kinderen, maar een lesje voor het mannetje leek me niet slecht.
Enfin. Dit was natuurlijk hier geen onderwerp geworden als P. voor de tweede keer in één week betrapt zou zijn op een onwaarheid.
vrijdag 5 januari 2007
Dat verdient een haiku
Een paar weken geleden had ik met Extreme Tracking een tellertje op deze blog geplaatst. Best knap voor mijn doen, in één keer goed! En leuk om te merken dat ik gemiddeld zeker twintig lezers heb. Een topdag was 2 januari met maar liefst 53 'unique hits'. Ik word een echte schrijver! Met lezers! Al snel werd ik overmoedig en stak de blog in een nieuw jasje. Hierbij sneuvelde het tellertje. Vol vertrouwen door mijn eerdere succes dacht ik dit wel even te herstellen. Om een heel lang verhaal netjes samen te vatten: het lukte niet. En dat terwijl ik een mede-blogger nog toevertrouwd had: "zo'n tellertje installeren, kínderspel!". Alweer ergens te oud voor, zeker.
De noodgreep, een ander gratis programma, leverde ook veel onnette woorden en geram op de toetsen op. Lief zat de krant te lezen en mompelde wat goedbedoelde adviezen, maar het even komen doen: ho maar. Een plaspauze leverde inzicht. En toen: succes!
Mag ik jullie voorgaan?
De noodgreep, een ander gratis programma, leverde ook veel onnette woorden en geram op de toetsen op. Lief zat de krant te lezen en mompelde wat goedbedoelde adviezen, maar het even komen doen: ho maar. Een plaspauze leverde inzicht. En toen: succes!
Mag ik jullie voorgaan?
voor jullie allen
een ereplaatsje in de
blogstatistieken
Rielerweg (2)
Ik sprak al eerder over mijn bijzondere verhouding met de Rielerweg. Leg ik de weg in de ochtend doorgaans zingend af, in oostelijke richting fietsend, aan het einde van de werkdag, ken ik een ander genot.
Ik ben dol op mooie woorden. Je mag mij voor een mooi woord wakker maken. Op de Rielerweg krijg ik sinds jaren een prachtig woord cadeau. Dat woord dat voelt als het doorprikken van een blaar en smaakt als de chocolaatjes bij de dessertkoffie.
Kandelaberen
Dit is een snoeitechniek waarbij de takken van de bomen zover afgezaagd worden dat alleen de hoofdtakken, als ware het een kandelaar, overblijft. Een paar jaar jaar geleden zijn de bomen op het oostelijk gedeelte van de Rielerweg gekandelaberd. Klemtoon op de tweede a, mocht je nog twijfelen.
Kandelaberen is zeldzaam. Het is een heftige ingreep aan de boom, dat mag duidelijk zijn, en het effect (o jee wat groeit de boom groot kan dit niet wat minder) is uiteindelijk niet spectaculair. Meestal wordt gekozen voor drastischer maatregelen als ruimen (de hoveniersterm daarvan ken ik niet) of de groei van de boom accepteren. Ook al betekent dit laatste donkere huiskamers en scheuren in de riolering. Voorkomen is natuurlijk het beste: plant bomen die op de bewuste plek groot en sterk kunnen en mogen worden.
Inmiddels zijn we met de bomen op de Rielerweg in fase 3 beland. Ik denk in het voorbijgaan nog even aan fase 2. Die is rauw, afstotelijk. Als was er brand geweest. Als had iemand het in zo’n hydralisch bakje even helemaal niet begrepen. En dan dat prachtige woord. Kandelaberen. Het zoet na het zuur.
Ik ben dol op mooie woorden. Je mag mij voor een mooi woord wakker maken. Op de Rielerweg krijg ik sinds jaren een prachtig woord cadeau. Dat woord dat voelt als het doorprikken van een blaar en smaakt als de chocolaatjes bij de dessertkoffie.
Kandelaberen
Dit is een snoeitechniek waarbij de takken van de bomen zover afgezaagd worden dat alleen de hoofdtakken, als ware het een kandelaar, overblijft. Een paar jaar jaar geleden zijn de bomen op het oostelijk gedeelte van de Rielerweg gekandelaberd. Klemtoon op de tweede a, mocht je nog twijfelen.
Kandelaberen is zeldzaam. Het is een heftige ingreep aan de boom, dat mag duidelijk zijn, en het effect (o jee wat groeit de boom groot kan dit niet wat minder) is uiteindelijk niet spectaculair. Meestal wordt gekozen voor drastischer maatregelen als ruimen (de hoveniersterm daarvan ken ik niet) of de groei van de boom accepteren. Ook al betekent dit laatste donkere huiskamers en scheuren in de riolering. Voorkomen is natuurlijk het beste: plant bomen die op de bewuste plek groot en sterk kunnen en mogen worden.
Inmiddels zijn we met de bomen op de Rielerweg in fase 3 beland. Ik denk in het voorbijgaan nog even aan fase 2. Die is rauw, afstotelijk. Als was er brand geweest. Als had iemand het in zo’n hydralisch bakje even helemaal niet begrepen. En dan dat prachtige woord. Kandelaberen. Het zoet na het zuur.
donderdag 4 januari 2007
Thuistaal
Ante scriptum:
Onderstaand blogje schreef ik op 4 januari 2007. Op zaterdag 24 februari ontving dit blogje tientallen bezoekers. Blijkbaar mensen op zoek naar de naam van de moeder die aangebrand eten serveert? Ik ben nieuwsgierig waar uw nieuwsgierigheid vandaan komt. De Staring puzzeltocht? Alstublieft, vertelt u het mij. Laat een comment achter of stuur me een mail (zie rechterkolom). Dank!
Gisteren sprak iemand op de lijst van de boekgrrls van het NRC. Au! Ik reageerde en verweet de schrijfster een te groot chauvinisme voor het Amsterdamse. De samenvoeging van de Nieuwe Rotterdamse Courant en Het Handelsblad (uit Amsterdam) leverde ooit Het NRC/Handelsblad op. Af te korten als (en nu nooit meer fout doen) de NRC. Andere grrls associeerden naar andere vloeken in de kerk, zoals P van de A. Dat ontaardde in een fraaie lijst mailtjes over thuis gebruikte uitdrukkingen onder het kopje Thuistaal.
Ik haalde op dat mijn moeder - zelf ook geen begenadigd kok - regelmatig het verhaal vertelde van een vrouw die niet denderend kon koken. Als er commentaar kwam riep ze 'niet zeuren, is beetje aangebrand.' Op een goede dag keek één van de kinderen naar wat op haar bord lag en vroeg:
"Heeft aangebrand ook pootjes, moeder Aagt?" En ik vroeg me hardop af of het echt gebeurd was.
Per omgaande kreeg ik van twee grrls het antwoord:
AANGEBRAND
Aagt Morsebel nam kleinen Piet
In kost, en als het kind, te middag aangezeten,
Haar soms zijn walging merken liet:
De vieze bijsmaak van heur knoeisels werd geweten,
Aan kaarsvet, roet, noch snuif; 't was altoos: "Lekkertand,
Wat zou het zijn, als aangebrand?"
Nu kwam er eens een schotelvol groen eten
Te voorschijn, die Kok Aagt spinazie had geheten:
Hiervan kreeg kleine Piet zijn deel op 't bord gesmakt;
Hij roert er in; hij vindt twee achterpooten
Van d' armen kikvorsch, onder 't warmoes kort gehakt,
En legt, met de oogen half gesloten,
Zijn eetvork neer, terwijl hij vraagt:
"Heeft aangebrand ook voetjes, moeder Aagt?"
A.C.W.Staring (1767-1840)
Ik moet niks
Het allerbeste idee van dit jaar was om nog maar 32 uur te gaan werken. Een eindeloze donderdag strekt zich voor me uit. De lijst met dingen om te kunnen doen is ellenlang. De lijst met dingen die móeten helaas ook. De kerstboom heet J. gisteren al afgetuigd (dank!). Ik heb zojuist de kerstkaarten opgestapeld. En een lijstje gemaakt van mensen die ik zeker terug wil schrijven. De oven en de koelkast zijn uitgeruimd; die gaan straks met de mannen mee die de nieuwe koelkast komen brengen. Ach, wat jammer, dat maakt het niet meer mogelijk vandaag te gaan sporten.
De jongste is semi-vrijwillig in bad geweest, de oudste staat weer eens onder de lat. Als ik nu boodschappen doe vóór de koelkast dan zit ik niet de hele middag op niks te wachten. O, ik zal wel moeten, want ze zullen betaald moeten worden en dat moet cash. Zie dat maar eens in grote hoeveelheden uit een muur te halen. Ben ik al dagen mee bezig. De stofzuiger staat op scherp en de dweil popelt: zodra de te ruimen apparaten van de vloer zijn gelicht, moet er geboend worden.
Volgende week donderdag is een windstille koude dag. De kinderen zijn weer naar school. Er is 's nachts een dik pak sneeuw gevallen. Dan stap ik in de nieuwjaarskaart van Marleen en Norm en loop ik uren door het bos.
P.S. Wat een bizar fenomeen dat juist een blog met de titel 'ik moet niks' weigert om de eerste dertig seconden de titel te laten zien. Mijn vingers jeuken al om een nieuw blogje te maken of de bug in deze posting zit of ergens bovenaan het scherm. Maar nu eerst boodschappen doen.
Volgende week donderdag is een windstille koude dag. De kinderen zijn weer naar school. Er is 's nachts een dik pak sneeuw gevallen. Dan stap ik in de nieuwjaarskaart van Marleen en Norm en loop ik uren door het bos.
P.S. Wat een bizar fenomeen dat juist een blog met de titel 'ik moet niks' weigert om de eerste dertig seconden de titel te laten zien. Mijn vingers jeuken al om een nieuw blogje te maken of de bug in deze posting zit of ergens bovenaan het scherm. Maar nu eerst boodschappen doen.
woensdag 3 januari 2007
Rielerweg (1)
Iedereen zal wel zo'n straat hebben waar je iets extra's mee hebt. Voor mij is dat de Rielerweg. Om meer dan één reden. Ik heb er op zich niets te zoeken, al is er van alles te vinden. Deze weg, de enige die zo heet in heel Nederland, als ik mijn research goed gedaan heb, fiets ik in zijn geheel af, van huis naar werk. En aan het einde van de werkdag weer terug.
Op de heenweg zing ik altijd. Op voorwaarde dat ik niet achterop wordt gereden door een collega of een collega inhaal, want dan wordt er doorgaans samen opgereden tot en met de fietsenkelder of tot onze wegen zich scheiden. Maar dan ben ik allang het zangmoment voorbij. Het zangmoment start aan het begin van de Rielerweg. Het heeft een tijdje geduurd voor ik erachter kwam waar ik begon te zingen. Zingen doe ik namelijk vaak onbewust, als ik me alleen waan. Ik hoor mezelf pas als ik voorbijgangers op zie kijken of collega's in de kamer tegenover me de deur dicht doen of de radio aan.
Op de Rielerweg zing ik altijd een aria. Altijd dezelfde sopraanaria of altijd dezelfde altaria. Ik zing óf uit de Messiah van Händel Rejoice greatly, o daughter of Sion óf de altaria uit het begin van de Matthäuspassion Bereite dich, Zion. Toen ik door kreeg dat het altijd die twee liederen waren die ik daar zong, ben ik eens op gaan letten wat dit toch elke keer weer opwekte. Ik was er vervolgens snel achter. Helemaal aan het begin, op de hoek met de Tjoenerstraat, staat een huis met de naam House of Sion.
Op de heenweg zing ik altijd. Op voorwaarde dat ik niet achterop wordt gereden door een collega of een collega inhaal, want dan wordt er doorgaans samen opgereden tot en met de fietsenkelder of tot onze wegen zich scheiden. Maar dan ben ik allang het zangmoment voorbij. Het zangmoment start aan het begin van de Rielerweg. Het heeft een tijdje geduurd voor ik erachter kwam waar ik begon te zingen. Zingen doe ik namelijk vaak onbewust, als ik me alleen waan. Ik hoor mezelf pas als ik voorbijgangers op zie kijken of collega's in de kamer tegenover me de deur dicht doen of de radio aan.
Op de Rielerweg zing ik altijd een aria. Altijd dezelfde sopraanaria of altijd dezelfde altaria. Ik zing óf uit de Messiah van Händel Rejoice greatly, o daughter of Sion óf de altaria uit het begin van de Matthäuspassion Bereite dich, Zion. Toen ik door kreeg dat het altijd die twee liederen waren die ik daar zong, ben ik eens op gaan letten wat dit toch elke keer weer opwekte. Ik was er vervolgens snel achter. Helemaal aan het begin, op de hoek met de Tjoenerstraat, staat een huis met de naam House of Sion.
dinsdag 2 januari 2007
Laatste lekkernij uit Lucca
In het voorjaar van 2005 waren we twee weken in Italië. Na een handvol fantastische dagen in Venetië, logeerden we een nog heerlijker week in de bergen in de buurt van Lucca. We maakten kennis met agro-toerisme pur sang. Een wijngaard annex proeverij annex restaurant annex appartementenverhuurder annex beroemde mensen ontvanger. De Maionchi's komen uit een rijk en oud geslacht, zo nemen wij aan na ons bezoek. Zij zijn de enige familie met een praalgraf op het begraafplaatsje.
Opvallend was dat de eigenaren en medewerkers vrijwel geen engels spraken. Maar we kwamen er wel. Na een paar dagen in ons schitterend gelegen appartemen Le Salvie, begrepen we dat het zwembad nog leeg was omdat ze dachten dat wij het te koud zouden vinden. Per favore, no! En een halve dag later spartelden we met uitzicht langs cypressen op het Lucca in de verte. En we moesten ook zeker komen eten. Althans, dat dachten we dat ze bedoelden. Jeroen en ik lieten de jongens thuis met brood en chocopasta en togen tussen de middag naar het hoofdgebouw, de middeleeuwse fattoria. En inderdaad stond er een tafel voor ons gedekt. Een grote groep Amerikanen liet zich in de aangrenzende ruimte bedienen met eigen gids. Dan hoor je nog eens wat en werd ons duidelijk dat de aldaar gemaakte producten (vooral olijfolie en wijn) aan de man moesten worden gebracht. Dat verklaarde de drie, geopende, flessen wijn op onze tafel. Het eten was medio della strada (eigen vertaling van middle of the road) en dermate vet dat de wijn goed van pas kwam. De witte vonden we zozo, de twee jaar oude rode al een stuk beter en de rode uit 1998 super!
In het winkeltje zagen we dat Luciano Pavarotti er kind aan huis is, Renate Tebaldi ook en Nicole Kidman koopt haar olie hier! Daar wil je toch niet bij achterblijven.
We namen vier flessen wijn uit '98 mee naar huis. De krantenoppas kreeg er één en wij maakten de andere op mooie momenten soldaat. Op oudjaarsdag met vrienden die wijn kunnen waarderen de laatste. De volgende keer gaan we met de auto.
Opvallend was dat de eigenaren en medewerkers vrijwel geen engels spraken. Maar we kwamen er wel. Na een paar dagen in ons schitterend gelegen appartemen Le Salvie, begrepen we dat het zwembad nog leeg was omdat ze dachten dat wij het te koud zouden vinden. Per favore, no! En een halve dag later spartelden we met uitzicht langs cypressen op het Lucca in de verte. En we moesten ook zeker komen eten. Althans, dat dachten we dat ze bedoelden. Jeroen en ik lieten de jongens thuis met brood en chocopasta en togen tussen de middag naar het hoofdgebouw, de middeleeuwse fattoria. En inderdaad stond er een tafel voor ons gedekt. Een grote groep Amerikanen liet zich in de aangrenzende ruimte bedienen met eigen gids. Dan hoor je nog eens wat en werd ons duidelijk dat de aldaar gemaakte producten (vooral olijfolie en wijn) aan de man moesten worden gebracht. Dat verklaarde de drie, geopende, flessen wijn op onze tafel. Het eten was medio della strada (eigen vertaling van middle of the road) en dermate vet dat de wijn goed van pas kwam. De witte vonden we zozo, de twee jaar oude rode al een stuk beter en de rode uit 1998 super!
In het winkeltje zagen we dat Luciano Pavarotti er kind aan huis is, Renate Tebaldi ook en Nicole Kidman koopt haar olie hier! Daar wil je toch niet bij achterblijven.
We namen vier flessen wijn uit '98 mee naar huis. De krantenoppas kreeg er één en wij maakten de andere op mooie momenten soldaat. Op oudjaarsdag met vrienden die wijn kunnen waarderen de laatste. De volgende keer gaan we met de auto.
Zuinig met energie ...
Wachtwoord (6)
Er zijn weer drie werkmaanden voorbij en dus vroeg de computer vanmorgen of ik mijn wachtwoord wil wijzigen. Het moet altijd een woord zijn waar ik blij van word en toch goed te typen is, en dat is weer gevonden. Over drie maanden verklap ik welk woord bij bovenstaand plaatje hoort. Waag ondertussen gerust een gokje.
Het wachtwoord van de afgelopen drie maanden was doorschrijven. Het motto van mijn schrijfcursus in één woord samengevat. Het googlen om een plaatje leverde zowaar een boek op met de titel Pelle, maar ook een Katja S. in spannend gewaad. Blijkbaar iemand voor wie doorschijnend moeilijk te spellen was.
maandag 1 januari 2007
Abonneren op:
Posts (Atom)