zondag 28 september 2008

Na 20 jaar

I
"En de kinderen?" wordt ook zo afgezaagd. Daarom maar eens anders. "Hoe is het met je kwartet?" vraag ik.
Ze kijkt me verslagen aan.
"Och. Dat doe ik niet meer!"
Ze moet schreeuwen in de volle kelder met te harde muziek.
"Ik bedoel je kinderen!"
"O!! Die gaan geweldig, echt."
(Ik vergeet te vragen aan welk kwartet ze nou eerst dacht.)

II
"Je ziet er geweldig uit" roep ik gemeend.
"Dank je! " antwoordt hij. En dan:
"Hoe is het met jou?"
(Nou zeg!)

III
Waarom beginnen alle mannen over hun werk en alle vrouwen over de man en/of de kinderen?

IV
Ja, we werken allebei weer in Utrecht. Nee, we willen niet verhuizen.

V
Onveranderd: de geur van zo'n kelder, het bevredigende slap geouwehoer, de steile werftrap, de nooit genoeg geprezen hartelijkheid van geografen.

maandag 22 september 2008

Aagje leest mee (10)


Na het leeghalen van een prullenbak is Aagje niets meer te dol. Ze raapte nu een vele malen belopen notitieblaadje van straat op. Een lief briefje vindt Aagje. Van een vrouw aan haar man. Of hij hun dochter, en ook een vriendinnetje, van de sportclub wil ophalen. En als de man in blinde verwarring zou zijn (wat hij niet is, denkt Aagje, want zo'n man vraagt gewoon aan de dochter 'moest er niet iemand mee?'), maar goed, stel dat hij in verwarring zou zijn, dan denkt ze dat te voorkomen door te vertellen dat hij het vriendinnetje kan kennen. Van de zwemles van het zoontje, immers? Aagje denkt dat als de man het meisje niet kent, hij zeker niet zal weten dat ze met hun zoon op zwemles zat.
Maar hij zal doen wat ze hem verzoekt. Niet áls je haar ophaalt, nee wannéér je haar ophaalt. Daar spreekt vertrouwen uit. Drie zoentjes krijgt hij.
Aagje moet denken aan de achterkant van de laatste Opzij. Aan de tekening van de onvolprezen Len.

Ze hoopt dat Lena iets leuks aan het doen was, terwijl Bart (in zijn Audi of Hummer) de handbalsters achterin laadde. En dat ze niet in galop naar de grootgrutter voor de boodschappen van de hele week (in haar Renault Clio) het vergeten briefje uit haar jas liet wapperen.

donderdag 18 september 2008

Een mooiste dag

Over de manicure twijfelt ze nog. Het zou natuurlijk keurig staan, van die parelwitte randjes aan de nagels en nergens een nagelriempje. Maar ze is nog nooit bij zo iemand geweest. Is een simpel likje lak niet genoeg?
Haar outfit is al een week binnen. 'Iets niet al te netjes voor een leuke bruiloft, graag.' De mevrouw van de kledingzaak had het gelijk begrepen. Binnen een half uur stond ze buiten. Aan de overkant in de sieradenwinkel lag een bijpassende halsketting en armband alsof die op haar hadden gewacht.
De schoenen had ze al. Dat scheelt, dan hoeft ze zich geen zorgen te maken over blaren, of op ongelukkige momenten op zoek naar een stoel als staan te pijnlijk wordt.
Morgen naar de kapper. Haar natuurlijke krullen een klein beetje laten temmen. Ze zal er geen bloemen of spelden in laten steken. Au naturel is heur haardracht het mooist.
Het cadeau is midden op de Veluwe gevonden. Gever en ontvanger kunnen elkaar hopelijk blij in de ogen kijken.
Zal ze de dikste van alle aanwezigen zijn? Vast. Daar is voor volgende week woensdag weinig meer aan te doen. Goede make-up en die lieve vriendin dichtbij houden, dat moet voldoende wapening zijn tegen de blikken die op haar buik blijven hangen of vanaf haar enkels naar boven glijden.
Ze kan zich niet heugen wat haar laatste bruiloft was waar ze met kaart en al voor werd uitgenodigd. De bruidegom kent ze niet.
Ze verheugt zich.

Ssst


Een woonwijk is niet zo rustig als de grachtengordelvolkshuisvestingsdeskundigen denken. Er wordt post bezorgd, met fietsen, en met brommers, bestelwagentjes en vrachtwagens. Pakjes en stoelen en keukens komen met dieseluitstoot langs. De ondergrondse containter wordt geleegd. Als ons gedrag daarom vraagt desnoods elke dag. De zorgvuldig bedachte groenstroken moeten onderhouden. Met grasmaaiers, snoeikarren, bladblazers. Ze schoffelen met z'n vieren, schreeuwend en lachend.
De buren bouwen een dakkapel. Aan de overkant slijpt iemand de tuintegels op maat.
Dat nieuwe kinderbed wordt verderop in het blok in elkaar gehamerd. Ik hoop dat het een kinderbed is. Het geklop duurt nu al een uur. Parket toch niet?
De overbuurvrouw verdwijnt voor de twaalfde keer deze week in de rolstoeltaxibus. Straks komt haar tafeltjedekjebestelwagentje. Maar eerst nog de splitser, voor de kranten, het blik en het glas.
Het zal niet waar zijn, er komt een troep Duitse bouwvakkers in een wit busje voor de het raam. Voor mijn raam, omdat ik de enige sukkel ben die z'n auto in de parkeervakken parkeert.
De verenigde lawijtmakers spannen samen tegen mij, de geluidintolerante.

P.S. Tien minuten in de bijna vrieskou op het balkon in de glasheldere verte staren en daarna de Actus Tragicus van J.S. Bach bleken voldoende tegengif.

Schoonmaak

Ik voegde onlangs in de kantlijn van dit weblog een mini-motto toe. Sting begint zijn nummer Love is the seventh wave met een zin die na al die jaren rechtstreeks tot mij gericht lijkt:
In the empire of the senses
you're the queen of all you survey.
Ik was er een paar dagen een beetje beduusd van.
Al langer ruik, voel, proef, hoor en zie ik veel, en dikwijls veel teveel. Daarom schrijf ik dit blog, en nog één en nog één, en maak ik foto's onderweg, en spied ik naar mijn medeforensen, en auto's op de weg en mijn buren in de trein. Ik voel me hier niet meer boven staan. De koningin ziet soms door de bomen het bos niet meer.
Tijd voor een schoonmaakbeurtje!

De HS'en gaan eruit. Niet langer speur ik op de weg naar auto's die net als de mijn HS in het midden hebben. Gewoon lekker auto rijden, een luisterboek luisteren, genieten van de testosterongeur die de garagemijnheren hebben achtergelaten. Het mag genoeg zijn.

Ik schrap de rubriek En verder op de...
De vaste lezers kennen 'm. In de rechterkantlijn nam ik een kort berichtje per dag op. Over een egel die door mijn toedoen plat geworden was, een gekochte jas, een uit boek, een verrassende ontmoeting.
Een gewaardeerde rubriek, met zelfs uitgesproken fans.
En toch. Ik doe het er even niet meer mee. 't Voelde steeds meer als elke dag een motje. 't Was leuk voor zolang het leuk was. En ik verzin wel weer wat anders, een keer.

Wat blijft zijn mijn gebiedende wijsjes en lezende vrouwen. De gebiedende wijsjes kennen nog een te geringe lezersschare. Hierbij een in tip in stijl: Lees!

Op dit weblog verschijn ik misschien wel wat minder. Liever zes goede stukjes per maand, dan het driedubbele met een paar uitgesproken magere ertussen. In mijn rijk wonen ook nog korte verhalen, broeit een toneelstuk, rebelleert een concept-roman. Om het in ambtenarentaal uit te drukken (want o ja, ik ben ook nog 32 uur ambtenaar): daar moet een stuur op!

Beginnen met een citaat vraagt om een einde met een citaat. John Adams sprak en zei: Let us dare to read, think, speak, and write. Voor mij geldt: laat ik eens wagen het na te laten.

zondag 7 september 2008

Aagje leest mee (9)

Aagje aarzelt. Toen ze haar lege koffiebekertje wilde weggooien in de internationale trein op weg naar Amersfoort trof ze in de prullenbak twee handen vol snippers en wat ander papierwerk aan. Hier had iemand z'n portemonnee geleegd. Aagje doet dat zelf ook zo nu en dan. Zij doet het meestal thuis en nu weet ze waarom. Het gaat een ander toch niet aan waar ze haar scheerschuim koopt of van hoeveel geestelijke verzorgers zij kaartjes op zak draagt? En ze wil al helemaal niet dat haar dromen, op de achterkant van een envelop geschreven, voor iedereen te achterhalen zijn. Zeker niet als zo ook haar adres bekend is.
Thuis puzzelt Aagje de stukjes aan elkaar. 't Is nog een hele klus. Aagje voelt zich een politieagent en een voyeur in een. Een plastische droom vol pies en zweren. Langzaam borrelt in haar het verhaal van deze mijnheer. Afmaken, dat verhaal? Publiceren, hoe geanonimiseerd ook?
Aagje aarzelt.

Contact

Het blijft zoeken naar het vanzelfsprekende contact met de medemens. Een greep uit de afgelopen 48 uur. Soms zit het mee, soms zit het tegen.

1. Meestal vraag ik het, soms doe ik het stiekem. Nu dacht ik dat niemand op mij lette en fotografeerde de klok bij de entree van Ikea Hengelo. De bewaker stoof op mij af:
"U fotografeert mij. Dat mag niet!"
Ik legde uit wat ik deed, maar hij bleef boos.

2. Ook zonder te vragen, maar niet stiekem, fotografeer ik een gebiedend wijsje bij de openbare toiletten op station Rotterdam CS. De jonge man met piercings en tattoos die het geld int, grijnst naar mij.
"U wilde wel een foto van een mannelijke toiletjuffrouw?"

3. Ik buig me naar de moeder met het schreeuwkind dat tegelijk met mij het rijtuig is binnen gekomen.
"Mevrouw, neem me niet kwalijk, maar u bent in een stiltecoupé gaan zitten"
Ze kijkt schamper achterom. Het kind blert.
"Daar kan ik toch verrekte weinig aan doen."
De mede-passagiers werpen mij ondersteunende blikken toe, en zwijgen.

4. In een opwelling schiet ik een juwelier in, om de trollbeadcollectie van dichtbij te bekijken. Inschieten zal niet gaan, ik moet in een sluis wachten tot de eerste deur achter me dicht is gevallen. Dan opent een de jonge winkeljuffrouw de tweede deur. Even later bewonder ik haar armband met een jaloersmakende hoeveelheid prachtige kralen.
"Uw ketting is ook prachtig, zeg."
"Die moet ik hier wel dragen. "

5. Dezelfde Ikea. Ik reken af en schrik van het totaalbedrag.
"Wat is er zo duur?"
De dame in het gele hemd vertelt me geduldig wat elk van mijn zes aankopen kost. Ah, het zijn de hoofdkussens, begrijp ik. Nou pech gehad, ik wil ze toch hebben.
Ze overhandigt me de bon.
"Kijkt u het nog even rustig na. En u mag alles wat u wilt terugbrengen bij de klantenservice, hoor."

donderdag 4 september 2008

Aagje leest mee (8)

Ze is zo halverwege de twintig, heeft blond lang haar en is niet onknap. Een zeer subtiel (of on-)opgemaakt gaaf gezicht met een paar vriendelijk blauwe ogen. Een zilveren ring met doorzichtig blingertje. Gemanicuurde nagels. Ze draagt net als Aagje een rood jasje en een spijkerbroek. Aagje heeft bruine schoenen, zij zwarte korte laarsjes. Op schoot houdt ze een oude vaalgroene stoffen tas. Van het type 'als ik 'm omkeer kan ik een uitdragerij beginnen'.
Aagje zit tegenover haar in de vroege ochtendtram. De jonge vrouw haalt een boek uit haar tas. Onmiddellijk is Aagjes aandacht getrokken. Het is niet zomaar een boek. Het is een dik, door en door versleten boek. Op een draad na stukgelezen. Aagje buigt zich lichtjes voorover. Is het een dagboek? Of schrijft het blonde meisje in zo'n leeg dik schrift? Nee, 't is een echt gedrukt boek. De zijkanten zijn oud en vergeeld. De pagina's omgekruld. Het zwaarst heeft het harde kaft geleden. Aan alle hoeken is het kale karton waar ooit de omslag overheen geplakt zat, zichtbaar.
Ze bladert doelgericht naar ergens achterin. De bladzijden zijn bijna zo dun als vloeipapier. Ze begint zichtbaar genietend te lezen. De hoek van het boek is zodanig, dat Aagje noch de titel, noch de binnenkant van het boek kan zien. Aagje besluit dat haar broek nodig verschikt moet worden en komt even omhoog van haar bank. Zo ziet ze dat de jonge blonde een geel gearceerde alinea bestudeert. En er is met pen ook nog iets onder geschreven. Vlak voor Aagje weer neer komt herkent ze de bladspiegel. 't Is een bijbel die gelezen wordt!
Nu Aagje weet dat het een bijbel is denkt ze ook te weten in welk van de 66 boeken iets waard is gelezen te worden. Handelingen der Apostelen, gokt ze. Of het boek net daarvoor, het Evangelie volgens Johannes? Aagje overweegt naast het meisje te gaan zitten als er bij de volgende halte een plekje vrij komt, maar verwerpt deze onbeschaamdheid.
Dan krijgt ze onverwacht een blik op de voorkant. Bijbel voor jou. Aagje herkent de uitgever. Deze bijbel heeft ze zelf (zonder de toevoeging 'voor jou') ook. Het meisje bladert een paar pagina's door en Aagje vangt een glimp van een hoofdstuktitel op. Thuis is het een koud kunstje na te zoeken welke passage het blonde meisje in de ochtendtram voor de zoveelste keer tot zich nam.

Jezus antwoordde hun: 'Breek deze tempel maar af, en ik zal hem in drie dagen weer opbouwen.' 'Zesenveertig jaar heeft de bouw van deze tempel geduurd', zeiden de Joden, 'en u wilt hem in drie dagen weer opbouwen?' Maar hij sprak over de tempel van zijn lichaam. Na zijn opstanding uit de dood herinnerden zijn leerlingen zich dat hij dit gezegd had, en zij geloofden de Schrift en alles wat Jezus gezegd had.
Johannes 2: 19-22

Het meisje reisde door naar Nieuwegein. Het zal haar vast een plezier doen dat door haar Aagjes bijbel weer even stofvrij was.
 

blogger templates | Make Money Online