zondag 8 juni 2008

3 eetlepels Richteren 4 vers 19

Rond 1980 zat ik in de redactie van de schoolkrant. We zullen stukjes hebben geschreven, anderen tot pennevruchten hebben verleid of gedwongen, en vast veel hebben vergaderd. Ik herinner me vooral het urenlange stencillen en één incident.
Ik had een Concordantie voor mijn verjaardag gekregen. Een soort trefwoordenregister van de bijbel, waar ik al uren plezier mee had gehad. Zo had ik een recept voor een cake gemaakt, waarin niet obligaat 200 gram boter en 3 eieren moesten werden gebruikt. De ingrediënten waren te vinden door de heilige schrift erbij te nemen. Dan werd het bijvoorbeeld 200 gram Richteren 5:25 en 3 maal Jeremia 17:11. Ik vond het reuze geestig en de redactie ging akkoord met plaatsing.

In de kerstvakantie waren wij in de lege school druk bezig met 1.500 nieuwjaarsnummers. De concierge kwam vragen of wij even bij de rector wilden komen. Dat was nieuw. Ik was nog nooit in de enorme zaal geweest waarin hij kantoor hield. Mijn recept bleek het onderwerp van gesprek te zijn.
'De Bijbel is een heilig boek. Er zijn mensen die er aanstoot aan nemen als stukken tekst worden misbruikt. Blasfemie noemen ze dat.'
Hij keek me vriendelijk aan boven zijn halve bril, er helemaal van overtuigd dat ik al had besloten het recept niet te plaatsen. Ik zweeg, zoals ik in die jaren meestal zweeg als ik op onrecht stuitte. Te kwaad voor woorden. Dat aanstoot nemen, dat zou best. Daar kon ik me niet zo over opwinden. Dan zocht de familie met de vlechten maar een andere school. Veel erger vond ik dat hij mijn recept onder ogen had gekregen nog voor dat de dummy klaar was. Niemand wist wat wij gingen plaatsen, behalve een zacht Jeremia 17:11 van een maatschappijleerleraar die alles best vond. Iemand had in onze papieren gerommeld!
Briesend van woede kwam ik thuis. Mijn moeder, van wie ik geleerd heb dat veel in der minne geschikt kan worden, suggereerde me de bewuste cake te bakken en er de volgende dag nog eens rustig met de rector over te praten. Ik oefende een speech die eindigde in een deemoedig verlies van de rector.

De rector was in gesprek toen ik de cake kwam aanbieden.
'Zo. Kom je vurige kolen op mijn hoofd stapelen?'
Hij zei het niet eens onvriendelijk, maar het was totaal de voorzet niet die ik nodig had om mijn speech af te steken. Maar met mijn geheugen was nog niets mis. En ook de spreekworden had ik de afgelopen weken uit de Concordantie gevist.
'U citeert uit het boek Spreuken. Er zijn mensen die aanstoot nemen aan dergelijke vormen van blasfemie.'
Het recept kwam in de schoolkrant. Van enig tumult erover is mij niets gemeld; de rector heb ik nooit meer gesproken.

2 opmerkingen:

Elsje zei

ROFLOL! Toen kon dus al niemand tegen je op als het om boeken en woorden ging!

Sjaak zei

Jezus, wat zijn die protestanten soms toch een stelletje mierenneukers. Maar goed: Hij die zonder zonden is werpe de eerste steen. Zelfs de bijbelvaste rector kon dar niet tegenop. Mijn diepste respect voor je met 28 jaar terugwerkende kracht. En weer inspiratie voor een blogje. Dank.


Oh, jee: ik schrijf Hij; is dat ook blasfemie (nooit eerder van gehoord trouwens)

 

blogger templates | Make Money Online