donderdag 24 december 2009
Nummer 1
maandag 21 december 2009
Van een negatief reisadvies en twee mobieltjes
Zij (hekel aan staan en wachten, geneigd adviezen ter harte te nemen)
Hij (het komt wel goed, en of en hoe dat bepaal ik zelf wel)
Zij werkt thuis; hij is naar zijn werk gegaan.
Hij: (09.21) Het is prachtig. Koppie koffie bij en genieten maar.
Zij: (09.22) In een trein?
Hij: (09.23) Yep
Zij: (09.39) Volgens de website van annexwinno rijdt de gvu niet.
Hij: (10.19) Welleke website?
Zij: (10.21) Connexxion, maar dat begreep je wel. Streekbus naar Zeist voor jou?
Hij: (10.24) Nee streekbussen vind ik misselijkmakend. Maken de echte mannen een flinke sneeuwpop? X j
(Dienstmededeling: vanaf hier besloot deze schrijver de tamelijk waarheidsgetrouwe sms-wisseling tamelijk waarheidsgetrouw te gaan weergeven op haar weblog. Dit heeft ongetwijfeld de aard van haar teksten beïnvloed.)
Zij: (10.26) Ze slapen nog! Wat ga je doen, lopen?
Hij (10.29): Even kijken, plassen, koffie en dan terug. Fotootje hier, Fotootje daar, naar huis en mailen dat ik thuis werk.
Zij (12.05) eta?
Hij (12.07) 1315 als er niets tussen komt. Nu in de trein naar polen.
Enter Hij om 13.19. Tja, niet Alles is materiaal natuurlijk.
Dit dan (3)
SPAM: kom naar de boekgrrls
'Wat is er, meisje?', fluisterde Rachelle. 'Wil het niet zoals jij wilt?'
Plotseling zag ze de kop van een lammetje, en onmiddellijk daarna plofte vier stakige pootjes met een lijfje ertussen, op het stro. De geit begon als een bezetene te likken. Het lam probeerde op te staan. Rachelle giechelde. Het was geen gezicht. Er kwam nog een jong, zag ze. Wat leuk, een tweeling. Weer likte de geit. Het lam bewoog door de stevige tongstrelingen, maar niet uit zichzelf. Rachelle kroop dichterbij en streelde het geknakte koppetje. De geit liet toe dat haar eerstgeborene begon te drinken. Rachelle had vooral oog voor het tweede jong. Zo prachtig, zo af. Een bokje. Een bokje dat nooit zou bokken. Rachelle nam het dode beestje op. Het nog deels bebloede beestje bevlekte haar jas. Ze kroop over het hek. De staldeur kraakte en schoof over minstens een decimeter sneeuw. Rachelle stond in de deuropening. Ze drukte het bokje wat dichter tegen zich aan. In welke kerstkaart was ze nu terecht gekomen?
donderdag 10 december 2009
zondag 6 december 2009
Op weg
De reguliere parafernalia (portemonnee, sleutels, mobiel, draadje bij de mobiel, toilettasje (over de inhoud daarvan wellicht ooit later, maar sluiten doettie niet goed meer), leesboek, breiwerk, schrijfboekje, drie pennen, klein leefgruis overig) gaan ook de schoolspullen mee (zo'n map met 12 handige tabjes waarbij dat wat je zoekt nooit eerder dan achter het achtste tabje schuil gaat en een moleskine hardcover schrift), en omdat het vrijdagavond leesblok is, ook een dikke pil die de lezer in mij moet ontwikkelen, als aankomend schrijver niet te verontachtzamen, het belang van lezen. En dus omdat het vrijdagavond leesblok is, en zaterdag school, en het geheel zich in Amsterdam afspeelt, gaat er overnacht worden. Vandaar de pyjama, de tandenborstel en de handdoek. (Het is een jeugdherberg, dus eigen handdoek mee.)
De hele meuk wordt bij aankomst in de stay-okay in een kast geschoven, ik maak een onderbed op, leg tandenborstel en pyjama neer op plekken die op de tast gevonden kunnen worden, en met het hoogstnoodzakelijke nog even de stad in. Winkels kijken, volle trams voorbij zien schuiven, stapeltje postcrossingkaarten kopen en bij je zelf bedenken: de volgende keer ook een paraplu meenemen.
Het geroezemoes bij Wagamama is oorverdovend. Meer dan te doen als je zelf geen geluid wilt maken, anders dan een bestelling doorgeven. Chilli squid, een hypergezond groentevers soepje, twee japanse bieren, en de witte chocolade kwarktaart met gembercaramelsaus. Nog twee zwarte koffie en mijn verplichte leeskost voor de avond die over een uurtje begint, is uit.
Het is donker geworden. De school hier nog geen tien minuten vandaan. De plassen zijn fikse poelen inmiddels, de kerstverlichting is aan, er valt nog een hoop naar huis of elders te spoelen. Straks zit ik binnen, op een goedkope schoolstoel en ik zal hoorcollege krijgen van het fraaiste soort. Ik zal me drie zalige uren nietig en begrepen weten. Ik zal nieuwsgierig worden en de rest van mijn leven niets meer willen doen dan leren, lezen, leven.
Het bier heeft erin gehakt. De plassen worden golven bij elke passerende auto, juist bij de voetgangersoversteek. De lichtjes in de PC Hooftstraat branden alleen voor mij (zonder bril). Ik mag naar school.
vrijdag 20 november 2009
Tikje
Het boodschappen doen in de stationshal kost me een paar minuten. In de parkeergarage tref ik haar aan. Is ze verdwaald? Ze zal toch geen auto rijden? Toch loopt ze richting betaalautomaat. Schuin achter haar staand, zie ik de fraaie halve maantjes haar dikke bril sieren. Het kaartje wil niet in de betaalgleuf, het geld past niet in de ruimte voor het kaartje. Bovendien hangen de aanwijzingen te hoog. Ik help haar.
Ik geloof niet dat ik hier eerder geweest ben, zegt ze.
Moet ik nu kijken of ze zonder brokken de garage uit komt? Ik kijk de schuifelende vrouw na, en stap dan zonder verder te kijken in mijn eigen auto.
Een paar dagen later, 's avonds best laat. Weer tref ik haar in de garage, maar nu duidelijk zoekend. Er staan nog ongeveer tien auto's in de grote ruimte. Ik betaal en spreek de dame aan.
Moet u nog betalen?
Opgelucht kijkt ze me aan. Het kaartje komt moeilijk uit haar vaste greep, maar soepel haalt ze geld uit haar jaszak.
Wel thuis, wens ik haar.
Ze kijkt zoekend rond. Ik ook.
Op goed geluk wijs ik naar een rode kleine auto van een jaar of tien oud.
Is die rode van u? Best donker hier, hè?
Ze knijpt haar ogen samen en haalt haar schouders op. Ze loopt richting de auto. Wat gepruts, en dan gaat de deur open.
Mijn auto staat een stuk verderop. Toch ben ik eerder de garage uit. Een rare bocht, langs de taxi's, linksaf en voorsorteren voor het verkeerslicht. Via de achteruitkijkspiegel zie ik haar naderen. Het rode auto'tje tikt mijn grotere groene aan. Beverig zachtjes.
woensdag 11 november 2009
Verheug (4x)
Na de poëzie volgt het toneel. Leren schrijven doe je door te leren lezen en te leren kijken. Vandaag las ik Frühstück No Future, van Ronald Giphart en Gerard van Kalmthout. Ik genoot vooral van the making of, die uitgebreid beschreven wordt. Er borrelde dankzij dit boek inspiratie voor mijn huiswerk van deze week. Want we hebben natuurlijk schrijfhuiswerk, naast leeswerk (een toneelstuk per week) en kijkwerk (een toneelstuk per week). Het toetje is in Amsterdam, volgende week ga ik in Utrecht. Voor Deventer kocht ik vier kaartjes. Zie de afbeeldingen. Herkent u iets dat reeds lang in het Westen te zien is geweest?
dinsdag 10 november 2009
Beauty is in the eye of the beholder
maandag 9 november 2009
Dit dan (2)
vrijdag 6 november 2009
Dit dan (1)
Het kan niet waar zijn dat al die bladeren die uur in uur uit, dagenlang, wekenlang, naar de grond dwarrelen, aan die paar bomen hebben gezeten.
zondag 1 november 2009
Kleintje
Ik was het daarna heel lang niet meer.
Pas in het begin van de jaren negentig was het, een paar jaar, weer zover. Maar ook toen heb ik er niet zo over nagedacht. Een vrij standaard heterosexuele situatie, de onze.
Vanaf 12 juni 1994 was ik het overduidelijk niet meer. Heb ik er toen over nagedacht dat die situatie ooit weer in zou treden? Anderhalf jaar later leek de status quo - als ik er al over na had gedacht - zich te versterken.
Tot deze week. Wie de eerste was is niet meer te achterhalen. Spruit twee, gok ik. Het feit is in ieder geval daar: de man was het al; nu zijn de jongens het ook: langer dan ik.
Ik ben de kleinste in huis.
zondag 25 oktober 2009
Heel druk
Ik ken hem niet. Het lijkt me een aardige man, ook al drinkt hij thee. De vergadering duurt lang. Elke keer als hij thee wil, schuift hij zijn stoel piepend achteruit, stampt door de zaal, fluistert zeer hoorbaar een vraag, en stampt met waterkan weer terug. Stoel in drie hupjes, zuchten, dop valt op tafel, theezakje plonst. Slurpje thee. Pen erbij. Aan. Uit. Aan. Uit.
Ik maak aantekeningen met een soepel lopende pen. De bladzijde van mijn schriftje sla ik langzaam en geluidloos om. De koffie schenk ik met precies de minst geluid makende snelheid in. Mijn schouders verkrampen - onhoorbaar - tijdens een stoelgeschraap die ik niet aan hoorde komen.
De vriendelijke man heeft stevige tekst. Elke derde woord met een klemtoon krijgt een vuist op tafel. Ik ben het met hem eens. Ik kijk naar die vuist. Hoor het kopje dat scheef op het schoteltje staat sprongetjes maken.
Ik weet me vier uur lang in te houden. Ik deel geen zakdoekje uit. Ik vraag niet, zelfs niet vriendelijk, of de pen wat minder mag. Mijn hand, die zijn vuist wil troosten, bedwing ik.
Wat kun je een hoofdpijn krijgen van een vriendelijke man.
maandag 12 oktober 2009
Toepad
Cadence perdu
Na de kerk en de cake en de kip
het hele gezin in de zwarte Dauphine
om de vader van pa en de moeder van pa
en de neven en nichten te zien
Zingen we canons en psalmen in koor
de heer is mijn herder, de morgen breekt aan
‘Net goed’, zegt de man met de hoed in zijn hand
als wij met pech aan de kant komen staan
Twee kabouters niet thuis in de bocht in de weg
Over de Maas waait een stinkende wind
Mijn laars krijgt een kraagje van zondagse kous
Toepad is daar, met het erf van kastanjes en grind
Wie nog geen zes is die mag op de koe
We besluipen de kuikens in grazige wei
Een oudere nicht die komt nat uit de bron
Een neef met een spijker vol roest in z’n zij
Kijken bij oma naar kaas in de kelder
Opa jaagt spreeuwen omhoog uit de boom
Het vlees in de soep kauw ik zwijgend tot gummie
Een knipoog van links, en ik spuug in de hand van mijn oom
Om vijf over vijf spreekt de man in zwart wit
nul – nul en een één en een drie
Terug in de auto met appels op schoot
en ieder van ons met een reepje cacoafantasie
zondag 11 oktober 2009
Cognac
De hand van het meisje voelde als een glas goede cognac na een perfecte maaltijd.De meester en de klas waren unaniem: too much. Ik wierp nog zwakjes tegen dat het wel de manier was om duidelijk te maken dat de ik-figuur een puike amateurkok is. Zwakjes, want ik was het wel eens met de kritiek: tikje ranzige connotatie licht op de loer, en dat wilde ik niet.
Hoe dun haar vingers aren viel me pas op toen ze me bij de koffie en cognac had ingehaald. Ze hield het glas vast als was het een babyhandje.
donderdag 1 oktober 2009
Jij kunt beter
Ooit moest ze een opstel schrijven, ik meen in klas vier van het gymnasium. Zij vroeg haar moeder dit voor haar te doen. Of - het zou zo maar kunnen, bedenk ik achteraf - haar moeder bood aan het opstel te schrijven. Zo geschiedde. Het opstel kwam terug. Eronder stond geschreven: Je kunt beter, Herma! Haar moeder, de schrijfster, mijn grootmoeder, was naar verluidt pislink.
Zestig jaar na dato komt mijn zoon thuis met een beginnetje van een verhaal, met de opdracht het verhaaltje af te maken. 't Begin is van Jeannette Winterson, 't vervolg van de kleindochter van de schrijfster. (2009 is niet meer hetzelfde als 1949. Mijn versie wordt 'sorry, hoor' ff flink geëdit.)
De drie vrienden
Er waren eens twee vrienden die een derde vonden. Omdat ze niemand in de hele wereld aardiger vonden, beloofden ze plechtig dat ze in één paleis zouden wonen, op één schip zouden varen en één gevecht zouden leveren met gelijke wapens.
Na drie maanden besloten ze op een zoektocht te gaan.
‘Wat zullen we gaan zoeken?’ vroegen ze elkaar.
De eerste zei: ‘Goud.’
De tweede zei: ‘Vrouwen.’
De derde zei: ‘Dat wat onvindbaar is.’
Ze waren het er allemaal over eens dat dit laatste het beste was, en zo gingen ze fraai uitgedost op stap. De eerste droeg duikkleding, de tweede een imkerspak en de derde een parachute.
De eerste vriend nam het schip mee en zocht onder water. Hij dook in rivieren, in plassen en in de Stille Oceaan, maar wat hij vond, niet dat wat onvindbaar is.
De tweede vriend zocht in alle bijenkasten van de wijde wereld, en in de paleistuin. Hij vond honing, veel honing, en één keer werd hij gestoken, op zijn linkerhand. Maar al wat hij vond, niet dat wat onvindbaar is.
De derde vriend zocht in de lucht. Hij vloog en sprong, vloog en sprong, maar al wat hij inademde en al wat hij zag, niet dat wat onvindbaar is.
Moe, boos en verdrietig kwamen ze weer terug in het paleis.
De eerste zei: ‘Jullie hebben niet goed gezocht.’
De tweede zei: ‘Eén van jullie heeft het gevonden, en houdt het voor zichzelf’.
De derde zei: ‘Ik heb toch liever goud en vrouwen, dan jullie als gezelschap.’
Ze zeiden nog veel meer, en steeds harder. Ze schreeuwden door elkaar. Hoe wijder hun monden open gingen, hoe dichter hun oren gingen zitten. Toen de zon weer opkwam waren ze alledrie hees. Ze fluisterden plechtig dat ze nooit meer in één paleis zouden wonen, op één schip zouden varen en dat één gevecht met gelijke wapens genoeg was geweest.
De verloren vriendschap bleef onvindbaar.
maandag 28 september 2009
Domweg gelukkig, vooral in de trein
Verhalenwedstrijd Trouw ‘wortels’.
Deadline vrijdag aanstaande:
Herschrijven huiswerk poëzie week 3 ‘Ijskast’.
Herschrijven huiswerk poëzie week 4 ‘Dag’.
Alsnog doen huiswerk schrijftraining week 4 ‘Dialogen’.
Huiswerk poëzie week 5 ‘Kaart van mijn belevingswereld’.
Huiswerk schrijftraining week 5 ‘Scenes.’
zondag 20 september 2009
Lettervreter
Ben ik nou de enige die ziet wat ik zie, op deze marsreclame? Beste mensen reclamemakers, In Succes Joris zit géén hoofdletter T, géén hoofdletter V, geen d en geen g.
Lettervreters.
Het is de dag (1)
De sok voor de aanstaande jonge vader wil niet echt vlotten. Het einde van de zwangerschap wel, dus enige haast is geboden. Een hip jeansblauw geval met kabeltjes. Kabeltjes, hoe gingen die ook alweer? In de trein blijk ik een kabelnaald vergeten. Geen nood, ik improviseer wel wat. Twee steken achterhouden (of juist voor), twee steken gewoon breien, de achtergehouden steekjes weer proberen op te halen... Het wordt een fiasco.
Ik ken de man niet. Hoe erg vindt hij slordig gebreide sokken?
Twintig minuten overstaptijd is lang. Dit lijkt het moment om de vooroordelen van anderen over Starbucks (eindeloze rijen, vieze slappe koffie) te testen. De angst dat de veramerikanisering geen grenzen kent, zet ik even opzij.
Ik sluit achteraan aan. De enorme lijst met koffievarianten kan ik niet lezen. Geen nood, ik improviseer wel wat. Al halverwege de rij wordt mij (in mijn moers taal, godlof) gevraagd wat ik wil. Een espresso graag.
'Solo of doppio?'
Toe maar, gaan we duur doen? Ik wil wel een dubbele.
'Next call!', roept de bestelopneemster achter de kassajuffrouw langs. De man achter de bekers stapt naar achter om mijn bestelling te horen. Ik betaal, kom voor de man met de bekers te staan. Hij verwijst me door naar achteren. Ik doe twee stappen. Zie koffie langskomen die niet voor mij is.
De mevrouw van de sokkenwinkel op station Utrecht Centraal denkt met mij mee. Dun rietje, tandenstoker, iets stevig duns ronds? heeft ze dat voor mij? Ze graait in een la onder de toonbank. De paperclip is een vondst.
Het bekertje is cute, het dekseltje idem. Te laat las ik dat ik ook nog een 'extra strong shot' had kunnen vragen. Dat zou niet nodig zijn geweest. De koffie is meer dan goed.
Ik brei de eerste perfecte toeren en drink de zuivere koffie. Dit wordt een mooie dag.
dinsdag 15 september 2009
Lilly van Utrecht
zij zuigt jouw geur
tot eeuwige herinnering
vleit je neer
lekkende borsten
bloedende schoot
een naam
geeft zij jou mee
daar lig je
gewiegd door gras
zo gewenst
kind
voor een ander
Lilly
Op zondagmiddag 13 september is bij het ziekenhuis Diakonessesenhuis in Utrecht een baby te vondeling gelegd. Het meisje werd gevonden door twee voorbijgangers. Naar omstandigheden gaat het goed met de baby van een paar dagen oud, aldus de politie. Bij de baby werd een briefje gevonden, waaruit blijkt dat het meisje Lilly heet. In het briefje wordt verzocht goed voor haar te zorgen. De baby ligt in de couveuse. Wie de moeder is van het meisje is niet bekend.
zondag 13 september 2009
9/11
donderdag 10 september 2009
Sudderen
In mijn keuken zijn deze attributen niet meer te vinden. Blijkbaar ben ik meer van de gauw-gauw-gauw en/of vooral van het continue aandacht schenken aan dat wat ik aan het koken ben. Ik ben wel een mentale sudderaar. Geef mij een opdracht en ik laat het eerst een tijdje broeden. Als ik wil, of als ik moet, of als ik wil omdat het moet, dan knal ik eruit wat nodig is. Geen centje pijn. Meestal.
Het eerste huiswerk van de schrijversvakschool is binnen. Twee vakken, dus twee opdrachten. Deadline: zaterdagochtend kwart over zeven, want het moet in twaalfvoud mee de trein in. Zaterdag, dat is overmorgen. Al mijn eerdere huiswerk – toen ik nog cursussen volgde, en nog niet De Opleiding - ging moeiteloos. Al tijdens het verstrekken van de opdracht ontkiemde een ideetje, dat op dinsdag, uiterlijk woensdag, tot de eerste probeersels op papier leidde. Donderdag was het af, en doorgaans naar tevredenheid. Ik heb deze week nog niet veel meer op papier dan een achterkantje met wat krabbels.
Waarom gingen niet ook de groente en het vlees het bed in? Ik begrijp het nu pas. Twee sudderingen tegelijk; het werkt niet. Ik moet erbij blijven, het actief mijn volle aandacht schenken. Niks van ‘het komt vanzelf wel goed’. Zitten en schrijven moet ik willen. Gauw-gauw-gauw.
vrijdag 4 september 2009
De zaterdag voorbij
Er is maar één ding dat ik echt ga missen. De Tros Nieuwsshow, zaterdag van 8.30 tot 11.00 uur op Radio 1. Vaste luisterprik. Het eerste uur in een nog verder stil huis. Het laatste vaak onderweg naar de vuilstort, de boekhandel, de markt. Elk kwartier een actueel of actueel te maken onderwerp met een interessante gast. Veel kunst, veel wetenschap, en heel veel literatuur.
Mijn nieuwe telefoon heeft een radio, met ontvangst tot in de rijdende trein. Hoera. Maar de boekbesprekingen (uitgerekend de boekbesprekingen!) zijn na tien uur te horen en dan zijn de lessen begonnen.
Ik kan gaan leren podcasten. Maar da's toch niet het echte werk. Het is tot mij doorgedrongen: de zaterdag zal nooit meer hetzelfde zijn.
woensdag 2 september 2009
Goud van ooit
De vraag komt een keertje in me op, en blijft onbeantwoord. Dan komt de vraag nog een keer, en nog een keer, en het begint te knagen. Ik wil het weten. Ik zal er achter komen.
Ik heb vertrouwen in mijn hersens, maar spreek ze toch nog even toe. "Je weet het. Rustig maar, het zit ergens. Het komt er wel uit. Blijven denken. Dan komt het echt goed."
's Avonds op de bank, breien en denken. Het gaat komen, ik wil het. En daar is het, daar is het gewoon, alsof het er nooit niet is geweest. Iets van meer dan 16 jaar geleden. Het plastic goudkleurige platte reepje waarmee ik de wikkel van mijn pakjes Malborough Light haalde.
Een denkend hoofd. Overtuig me van groter genot.
dinsdag 1 september 2009
De chauffeur
[Chauffeur opent rechterachterportier. Anderen laten zichzelf in. C. neemt plaats achter het stuur. Monoloog richt zich tot persoon rechts achterin. Contact via achteruitkijkspiegel, een enkele blik achterom. De rit vangt aan. Veel stiltes. De chauffeur dult geen inmenging. Indien toch gereageerd wordt: nee, laat mij maar even vandaag of ik ben nog niet klaar of zeg maar niks, ik hoor het al]
U ziet er weer keurig uit.
Wat u ruikt is polish.
U weet zeker dat u geen stropdas wilt dragen vandaag?
De afspraak met de minister was een succes, neem ik aan?
Ik heb een cadeautje voor uw vrouw gekocht.
Als u uw mobiel zoekt, die heb ik bij me gestoken.
Waar was u toch zonder mij?
Zo we zijn er.
vrijdag 28 augustus 2009
Mattheus 19:26
Zonder afzender bij ons in de bus gedaan. Door een aardse helper van de Almachtige, naar wij vermoeden. In de met veel plakband weer dicht gemaakte envelop van de verjaarskaart voor de oudste zoon, die ruim twee maanden geleden verjaarde.
Niks is onmogelijk. Vertel ons wat. Je kunt dus een kaart krijgen die niet voor jou bestemd is, die open maken, twee maanden laten liggen en dan aan de rechtmatige eigenaar doen toekomen.
De jongste zoon is deze week met Grieks begonnen. De taal van (onder andere) het nieuwe testament. Ook voor hem zat er een quote bij: God is de alfa en omega het begin en het einde.
De achterkant van het notitieblaadje biedt nog meer. Als een lekkende kraan nog een citaat: Jezus is de heelmeester. Neem Hem aan en eeuwig leven is gegarandeerd.
Het meest intrigeert me de 4 in Sorry 4 het openmaken. Het handschrift suggereert een ouder iemand, maar deze sms-taal ertussen? All things are possible!
dinsdag 18 augustus 2009
Wakker in een vreemde wereld
Bij daglicht valt de Umbri-man of –vrouw positief op door een lichte huidskleur. De lelieblanke neus is het ultieme schoonheidsideaal. Ter bescherming dragen velen dan ook een neuskap. Het ontwijken van zonlicht brengt de Engelse ziekte met zich mee, al zal het op hun eiland niet zo heten, want waar wij hen niet kennen, zullen zij onbekend zijn met de Engelsen. Een stevige wandelstok is dan ook een noodzakelijk attribuut. Volwassen is men zodra het gezichtsteken is toegebracht. De inkeping in het gelaat wordt bewust tot hevig pussen en etteren gebracht, zodat een levenslang litteken gewaarborgd is. Aan dit teken herkent men elkaar in de donkerte.
De opdracht van de eerste buitenkunstdag luidde:
Verzin een onontdekt volk met eigen gebruiken. Tot zover geen probleem. Maar dan: Geef vorm aan de specifieke gebruiksvoorwerpen/kledingstukken/rituelen van het volk. Materiaal vrij.
Mensen met weinig ervaring in de beeldende kunst vallen op doordat ze figuratief werken en veel, te veel, oog voor detail hebben, vertelde een kunstgenoot mij later in de week. Ik ben een wandelend voorbeeld. Waar de rest van de ruim twintig mensen met gips en klei en stukken touw driftig aan de slag gingen, en tot onbegrijpelijk fraaie voorwerpen kwamen, knutselde ik een niet te herkennen neuswarmer. Die vervolgens weigerde te blijven zitten op het stuk karton. Een stuk karton dat ik met gevaar voor al mijn vingers met een afbrekend mesje in een gezichtsvorm had gehakt. Waarom weigert lijm bij mij zijn functie te vervullen? Tot na de lunch trok ik de vellen alleslijm (ha!) van mijn handen. De feedback van de meester was mild maar genadeloos. Waar dat touw voor diende? Ja, hallo, het ding moet toch opgehangen worden? Ik zou misschien nog iets met twee handen kunnen doen? Eéntje dan, vooruit. Die omkrulde als was het sigarettenvloei. De rest van de middag vermeed ik de meester. Ik schuilde achter de bomen, spoelde eindeloos de kwasten, en zeulde ver voor sluitingstijd de banken weer terug naar de grote tent.
Ik was weer terug in 1969. Ik wist het toen nog niet, maar ik smachtte naar het woord. Letters in rij en gelid, verhalen vormend. Voor mij, door mij. Maar ik moest mijn duim diep in een homp weerbarstige klei drukken. Ik moest kuikentjes prikken, zwarte pietjes uit wc-rollen toveren, kleurpotloden slijpen. Het werd mijn wereld niet. Ik vond dat ik het echt probeerde, maar de frustratie van het niet begrijpen en niet begrepen worden was groot. In de hoek moeten staan omdat je naast je lijmmatje hebt gelijmd, of omdat je efficiënt in één rats het kuikentje met de prikpen uit het karton snijdt, mijn dysknutselarie werd niet erkend.
Veertig jaar later en ik deed nog een keer een poging. Een pinguin in de Sahara ben ik. Hier wordt geen grens verlegd.
zondag 16 augustus 2009
Ajax is een schoonmaakmiddel
Alleen op reis krijgt eigen rituelen. In het donker van de tent speel ik dat ene dagelijkse potje Snake op de computer, en vraag ik met mijn fossiele mobieltje het laatste nieuws op. Nog nagenietend van de beleving op het toneel van graszoden lees ik:
NIEUWS: Politie zet ongeveer 100 Ajax-supporters stad uit wegens wangedrag. Voetbalfans zouden zich hele avond hebben misdragen.
zaterdag 15 augustus 2009
Week 160
Jaren ben ik onderzoeker geweest. Deze methode is nieuw voor me. Een groep mensen die de hele week samen is geweest, maar elke dag diverse workshops heeft gevolgd, in retrospectief aan laten geven welke dag men waar mee bezig was. Eigenlijk moesten we heel stil zijn.
Het zou geen buitenkunst zijn als het ook geen kunstproject was. Of we stil wilden zijn (dus) en zo veel mogelijk wilden filmen. Hierbij mijn resultaat. De rest is op Youtube te bekijken. Ook vanaf de tribune.
't Voelde bijzonder onvolwassen om vanmorgen te lopen janken over de zandpaden. Tant pis. Volgend jaar ga ik twee weken.
woensdag 5 augustus 2009
Van het één ...
Waar eindigt dit?
Voor de lezer interessanter: waar begon dit? Dat weten we. Vrijdag komt-ie: 1 meter 48 breed, die niet op de tocht mag, en een sieraad in je kamer moet zijn. De piano.
(De jongste heeft oorontsteking en mag doen waar hij zin in heeft. "Stop eens!" commandeert hij. De vader staat stil. "Is hetgeen ik waarneem niet slechts licht, en dus geen materie? Kun je in werkelijkheid niet al 5000 kilometer verderop zijn?" "Jazeker", zegt de vader, "of al jaren dood".)
zaterdag 18 juli 2009
Terra cognita
We keren terug. Nieuwe herinneringen ophalen.
donderdag 16 juli 2009
woensdag 15 juli 2009
Vanitas vanitatum
Zo startte ik als één van de eerste in Nederland met bookcrossing. Mijn startpagina was het Nederlandse forum. Er ging geen week voorbij of ik liet wel één of twee boeken los. Broches maken, heb ik ook gedaan. Knippen en plastificeren. Wekenlang niets anders. Ik leerde nieuwe instrumenten spelen: trompet, hobo. Na een tijd of tijdje doofde de liefde, of kwam er een baby tussen. Ik kan zo nog zeker tien voorbeelden (drie dan: fitnessen, postcrossing, webloggen.) Alles is ijdel.
Eén van de geneugten van een Grote Hobby zijn de spullen die ervoor nodig zijn. Dat schaartje met die perfecte scherpe punt, alle werktuigen om zelf hoborieten te snijden, een kaartenmolen.
Op dit moment beleef ik een hyperbreiperiode. En net als altijd kan ik me niet voorstellen dat ook dit zal verflauwen, of zelfs stil zal komen te liggen. Dan is weer een deel van het overvolle huis voller geworden: met een zak vol resten wol, en naalden (met knop, dubbelpuntige, rondbreiers, bamboo).
Zonder veel zelftherapie accepteer ik mijn tijdelijke passies en de ontrouw die er op volgt. Ik heb maar één vraag: wat zullen de volgende Hobby’s worden? Dat ik opsta met een warme gedachte: Hoera! Ik mag weer …. Of dat ik een stedentripje maak en allerlei winkels afloop op weg naar: … Of dat er een verjaardag is en ik niet over mijn werk praat, maar natuurlijk over: ….
Pianospelen?
Italiaans?
Vliegeren?
Borduren?
Boekbinden?
Darts?
zondag 12 juli 2009
Praise the Lord
zaterdag 11 juli 2009
Shop till you drop (2)
vrijdag 10 juli 2009
Met stip in de top 3 van lekker toetjes
White chocolate and ginger cheesecake served with a chilli toffee ginger sauce. Werkelijk onovertroffen. Stom genoeg had ik geen fototoestel bij me, maar het internet staat weer voor niets. Nooit geweten dat gember zo lekker kon zijn. Ik heb uitgebreid de complimenten gedaan. Niet echt nodig, want het was bij Wagamama, een keten, en dus overal dezelfde kaart.
Toen ik een minuut later de handenblower in het toilet gebruikte ging een loeihard alarm af. Ergens was brand. We stoven gedisciplineerd naar buiten. Ik was blij voor de bediening dat ik in ieder geval al betaald had.
Shop till you drop
Nee heb je
Het is natuurlijk een flinke gok. Vorig najaar reisde ik naar Hummlebaek voor de overzichtstentoonstelling van Per Kirkeby in één van de mooiste musea die ik ken. Dezelfde tentoonstelling zou gaan reizen, en als eerste naar Tate Modern in London. Dat wilde ik wel weer zien. Achteraf luidt de wijsheid: dat kan alleen maar tegenvallen.
In oplopende volgorde van erg:
3. Er waren in slechts twee van de elf zalen bankjes. Toen ik voor één van de doeken op de grond ging zitten, werd mij verzocht om te gaan staan. Mijn 'no thanks' werd gelukkig wel geaccepteerd. De bankjes in de zalen 3 en 11 waren knullig geplaatst. Op geen enkele manier kan je recht voor een schilderij gaan zitten.
2. De bankjes waren er al een teken van, maar het geldt ook voor de rest van de tentoonstelling: het geheel was liefdeloos ingericht. De teksten zakelijk en summier, een oersimpele chronologische indeling, zonder enige motivatie. Het licht was goed en de verdeling over de muren aardig, meer lovends kan ik er niet over zeggen.
1. Maar het ergste was natuurlijk dat de tentoonstelling niet compleet was. Knippen in een overzichtstentoonstelling, dat kan alleen maar garant staan voor een debacle. Ik miste niet alleen mijn lievelingswerk (zie boven), maar kreeg nu iets voorgeschoteld dat ik met Grote Stappen Snel Thuis zou willen kenmerken.
Op zich wordt dit allemaal goedgemaakt door de rest van het museum, de onvolprezen museumshops (meervoud!), de wandeling over de northbank en de mileniumbridge er naar toe, en het nog steeds heerlijke wandelweer toen ik - uren eerder dan ik had verwacht - weer naar buiten kwam.Maar een beetje jammer was het wel.
Ramptoerist
Ik had al heel wat sirenes gehoord terwijl ik etage 5 t/m 1 van Waterstones snoot. Buiten zag ik waarom. Pikzwarte wolken kwamen voorbij drijven. Daar was ergens een megafik! Ik heb vijf minuten de ramptoerist uitgehangen, een fotootje gemaakt en ben toen maar weer doorgelopen, mijn eigen heilige vuur achterna.
In de wolwinkel kwam de buurman van yogawinkel de eigenaresse informeren. Een kantorenblok aan Dean street, had hij horen zeggen.
De o ja experiences
The underground, what a place to be. Ze zouden me vier dagen in het systeem mogen opsluiten. Ik reed al weer op the Circle, the Hammersmith, the Central en de Metropolitan line. Die laatste per ongeluk (O, wacht even, verkeerde kant op - geloof ik ...), maar dat geeft helemaal niks. Geen haast hebben en je laten leiden.
donderdag 9 juli 2009
Stitch'n Bitch London
Zo zit je in hartje Zutphen temidden van mede-breisters en zo zit je twee avonden later in hartje London. Deze dames, gemiddeld zo'n 30 maar liefst, komen elke week op een andere plek bijeen. Wel altijd dicht bij een metrostation. Ahum, 't is maar wat je dichtbij noemt, tien minuten lopen. Gelukkig zijn alle Engelsen die ik de weg vraag overvriendelijk en brengen me tot aan de tafel van het café.
The cupboard under the stairs
Ik kocht al een kaart voor drie dagen onbeperkt metro, tot ver buiten de stadsgrenzen. Helemaal niet nodig, maar 't voelt heerlijk, al die onnodige mogelijkheden. Even langs King's Cross, voor het gevoel ook nog naar Hogwarts af te kunnen reizen.
Het onderweg gelezen boek (de eerste helft) is aantrekkelijk. Een citaatje van pagina 37:
Later that night, she said,'Talk to me in Dutch', and I did. 'Lekker stuk van me' . I growled. 'On second thoughts,' she said, 'don't talk to me in Dutch'.
London by the hour
zondag 5 juli 2009
Van de appel, de boom, en een mislukt beest
Toen ik aan moest geven in welke tweede klas ik graag geplaatst wou willen worden kruiste ik gymnasium aan en motiveerde dit met omdat je dan geen tekenen en handenarbeid meer hebt.
De oudste gaat met vooral zevens en achten, en zelfs met negens, over naar de vierde klas van het gymnasium. Veel geleerd heeft hij niet, bekent hij nu, nu alles achter de rug is. Er was wel iets met klei die niet deugde en een beest dat eigenschappen moest hebben maar dan anders. Zijn prachtige lijst wordt
De jongste stond voor de onmogelijke opgaven in de laatste drie maanden meer onvoldoendes weg te werken dan zijn hand vingers telt. Voortschrijdende gemiddeldes, ook dat nog. Veel buikpijn leverde wiskunde op, en latijn. En ook frans, en nederlands. Eigenlijk alle vakken wel (behalve engels, zal hij nu willen dat ik schrijf). Maar de meeste buikpijn leverde handvaardigheid. Nog in de laatste weken moest er een mislukt beest worden gepapiermasjeet. We helpen hem met het logboek. Dan blijkt dat het mislukt beest een creatie van Niki de Saint Phalle zou moeten voorstellen. Dankzij postcrossing heb ik wat kaarten die de collage kunnen sieren. Die vallen bij juf goed in de smaak. Maar het beest blijft mislukt.
zondag 28 juni 2009
Precies wat je wilt
zaterdag 27 juni 2009
Thriller
We woonden in hetzelfde studentenhuis. Ik was de jongste, Koen drie jaar ouder en de op een na jongste. Hij vond zichzelf stoer, woest aantrekkelijk en een echte bèta. Zijn studie scheikunde kon niet voorkomen dat er weinig (lees: geen) chemie tussen ons was. Hij droeg strakke truitjes met V-nek. Zijn vriendin was een half hoofd groter dan hij al lang was. Over de daad sprak hij in sporttermen. Daar moest hard bij gewerkt, en flink bij gezweet worden.
Hij was de grootste fan van Michael Jackson die ik kende. Al weken praatte hij in de gemeenschappelijke keuken over niets anders dan het aankomende album. Het zou alle records gaan breken. Hij had al wat voorproefjes ergens mogen horen (want superstoere mannen hebben connecties in the states?) en het was in één woord geweldig.
Wij jonkies woonden beiden aan de noordkant van de flat, hij één of twee hokjes naast mij. Vanaf tel één stond Thriller op hard. Ik heb wekenlang niets anders gehoord. De eerlijkheid gebied me te zeggen, ik vond het niet eens onaardig, en in een poging tot conversatie zal ik dat hem verteld hebben.
Stond hij daarom opeens voor mijn deur en in één stap in het smalle halletjes tussen natte cel, inbouwkasten en deur naar mijn kamer? Zijn zwarte haar had die net iets te zorgvuldige volle coupe. De aftershavelucht was overweldigend.
Zijn sleutel lag op zijn kamer. Of hij even via mijn balkon naar de zijne over mocht stappen.