Ik ben niet het type dat onderuit zit en zo nu en dan nou nou of poe poe of joepie zegt. Op het puntje van de stoel zit ik, ik spring op, stamp voet, of beer ijs.
Het schuim staat me regelmatig op de lippen. Menig lelijk woord rolt langs mijn ivoren wachters. Mijn zonen zou ik terecht wijzen, maar voor mij is het leed dan al geschied. Drie of meer letters: netjes is het niet wat ik zeg als Kuyt hard onderuit gehaald wordt, of als Olsen kan juichen.
In 1978 gooide ik een stokbroodje camembert tegen de verse kleurentelevisie. Dat zal ik zo snel niet herhalen, maar ik kan niet beloven dat ik niet met vuisten zwaai. Ook bij een rustige wedstrijd ben ik zeer aanwezig. Goedbedoelde adviezen, haarscherpe analyses, venijnige aanmoedigingen: ik roer me. Hard.
Kortom, het lijkt mij voor het verdere verloop van mijn carrière niet verstandig als ik temidden van 300 collega’s naar Nederland-Denemarken ga zitten kijken. Ik zit achter mijn bureau. Met een radio in mijn oor, dat dan weer wel.
maandag 14 juni 2010
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
3 opmerkingen:
Nog een keertje samen kijken? Klinkt heerlijk herkenbaar
Je bent hartelijk welkom!
Had ik daar toch aan gedacht! Die radio dan he? Ik heb nl ook achter mn bureau gezeten en getracht via teletekst op de hoogte te blijven. Let me tell you, dat werkt dus voor geen meter!
*centest*
Een reactie posten