We staan een tijdje op de paars beklede trap te wachten. "Er wordt nog gerepeteerd" verstaan we van de onduidelijke omroeper. Huh? Wij kwamen toch voor de openbare repetitie? Dan dringen wij samen met de stokken, rollators en gehoorapparaten naar binnen.
De ijzeren kruk met een blauw velours kussentje, op drie poten, staat al voor hem klaar. Het orkest stemt als komt er een echt concert. Daar is hij, in een blauwe polo op een kostuumbroek, in glimmend gepoetste schoenen. Een prettige stilte daalt in het orkest neer.
Zijn bewegingen zijn bruusk. Zonder baton maakt hij duidelijk wat hij van de topmusici verwacht. Hij bast tegen beroeps de opdrachten die ze vast ook aan hun eigen leerlingen geven. "Not square! Vocalize. Discuss it with yourself." Zijn accent is moddervet. Vooral de eerste violisten moeten het ontgelden. Hij komt zelfs tussen de troepen in staan om een, voor ons op de tribune, onverstaanbare aanwijzing te geven.
Een paar keer blikt hij achterom, woest, de zaal in. We zijn niet voor onze lol naar het Gergiev festival gekomen. "Every sound from the audience I consider a personal insult." meen ik hem te horen denken.
Er wordt straf en geconcentreerd doorgespeeld. Mahler glanst.
Geen compliment komt over zijn lippen. Zijn handen doen het echte dirigentenwerk. Zijn linkerhand heeft nog een extra taak, die moet zijn haren op de plek houden.
Ergens in de houtsectie wordt een kopje omgestoten. Het porselein stuitert over de houten vloer. Vier, vijf mensen verstijven en blikken ongerust naar de meester.
Toch nog onverwacht is het afgelopen. De fans schieten op de dirigent af. Hij neemt nog even de tijd om over het hele orkest heen een duim op te steken naar één van de tuba-spelers. De forse man krijgt acuut een rood hoofd, en lacht een voorzichtige lach. Zijn buurman klopt hem op de schouder.
zondag 4 januari 2009
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten