Ik lees juist in de Happinez dat ik niet moet oordelen, maar - al dan niet via open chakra's en meditatieve momenten - de mens als geheel moet binnen laten komen, als het gekraak begint. Ze zijn in Apeldoorn ingestapt en zeggen dat hier overstappen slimmer is dan later, want het scheelt lopen. Ja. En het gaat ook sneller. Ja. Hun stemmen kraken en hun tasjes ook. Het katoenen tasje omhult een plastic tas. Daarin - in allerhande verpakkingen - de oogst van vandaag. We zitten lekker, hè? Ja. En beter hier dan later, want sneller. Toch? Ja. Kijk, maar we rijden al.
Het zijn zo te zien en te horen zussen. Of langer dan een halve eeuw vriendin. De lentedagen hebben geen vat op hen gehad. Ze dragen lange jassen en wat ik oneerbiedig een alpinopetje noem, of, op z'n Joop ter Heuls, een dopje.
- Kijk, ik heb dit.
- Dat is Actimel. Dat is vies.
- Ik vind het wel lekker.
- Ik heb het niet.
- Jij vindt het toch vies.
Het flesje verdwijnt weer in een zakje, in de plastic tas, in de katoenen tas. Ze trekt vijf ansichtkaarten tevoorschijn. Kleurrijke, mafgevormde. Als postcrosser zit ik er watertandend naar te kijken. De zus aan het raam, met gehaakt hoofddekseltje, zegt dat ze daar niets mee doen. En grist het uit de handen boven de tas. Kijk dit doe ik ermee. De kaarten gaan in stukken het vuilnisbakje in.
De katoenen tas bevat nog veel meer. Houten spatels. Biotex. Dropjes. Dan komt iets dat het midden houdt tussen een boekenbon en een nog ingepakte panty naar boven.
- Wat is dat! Dat heb ik niet!
- Heb jij dat niet?
- Nee, dat heb ik niet.
Ze peutert en peutert. Het gehaakte mutsje grist en peutert en peutert. Fijn, hè, dat we overgestapt zijn? Ja, fijn. Wat is het? Het gaat niet open. Ze geeft het terug.
De tas peutert en peutert. De muts grist. Wat doe je nou, met je tanden! Het is een zadeldekje, een blauwe.
- Als dat maar niet afgeeft.
Buiten grijpt de mist me bij de benen. Het wordt pas morgen weer lente.
dinsdag 12 februari 2008
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten